ETNA T300 User manual

Handleiding
Notice d’utilisation
Anleitung
Manual
T300
700001663000
Dit plaatje bevindt zich aan de bovenzijde van het toestel.
Cette plaque se trouve sur le dessus de l'appareil.
Dieses Schild befindet sich an der Oberseite des Gerätes.
This card is located on the top of the appliance.
Houd, wanneer u contact opneemt met de serviceafdeling, de productiecode (PCODE)
en het volledige itemnummer (ITEMNR) bij de hand.
En cas de contact avec le service après-vente, ayez auprès de vous
le code de production (PCODE) et le numéro complet de l'article (ITEMNR).
Halten Sie den Produktionscode (PCODE) und die vollständige Itemnummer (ITEMNR)
bereit, wenn Sie mit der Kundendienstabteilung Kontakt aufnehmen.
When contacting the service department, have the production code (PCODE)
and complete item number (ITEMNR) to hand.
Adressen en telefoonnummers van de serviceorganisatie vindt u op de garantiekaart.
Les adresses et les numéros de téléphone du service après-vente se trouvent sur la carte de garantie.
Adressen und Telefonnummern der Kundendienstorganisation finden Sie auf der Garantiekarte.
You will find the addresses and phone numbers of the service organisation on the guarantee card.
plak hier het toestel-identificatieplaatje
placez ici la plaque d'identification de l'appareil
kleben Sie hier das Gerätetypenschild ein
stick the appliance identification card here

3
gebruike pictogrammen - pictogrammes
utilisés - benutzte Piktogramme - pictograms
used
belangrijk om te weten
important à savoir
Wissenswertes
important information
tip
conseil
Tipp
tip
Inhoud
■Uw inductiekookplaat . . . . . . . . . . . . . . . .3
Beschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Werking inductie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
■Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Waar u op moet letten . . . . . . . . . . . . . . . . .7
■Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9
Instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9
extra zekerheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
■Pannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
De kookplaat optimaal gebruiken . . . . . . .14
■Comfortabel koken . . . . . . . . . . . . . . . . . .16
Kooktabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16
■Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17
Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17
■Storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
Tabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19
■Milieu aspecten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20
Verpakking en toestel afvoeren . . . . . . . .20
■Installatievoorschrift . . . . . . . . . . . . . . . .21
Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . .22
Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . . . . .24
Inbouwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
Nederlands . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 - 28
Gebruiksaanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 - 20
Installatievoorschrift . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21 - 28
Français . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 - 54
mode d’emploi . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29 - 46
Instructions d’installation . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47 - 54
Deutsch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 - 80
Bedienungsanleitung . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .55 - 72
Installationsanweisung . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .72 - 80
English . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81 - 106
Instructions for use . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .81 - 98
Installation guide . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .99 - 106
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
UW KERAMISCHE KOOKPLAAT

4
Beschrijving
1. kookzone linksvoor 50-2800 Watt
2. kookzone linksachter 50-2800 Watt
3. kookzone rechtsachter 50-2800 Watt
4. kookzone rechtsvoor 50-2800 Watt
5. aan/uittoets per zone
6. vermogensregeling +/-
7. automatische timer
8. kinderslot
5
Inleiding
Deze inductiekookplaat is ontworpen voor de
echte kookliefhebber.
Koken op een inductiekookplaat heeft een
aantal voordelen.
Het is comfortabel, omdat de kookplaat snel
reageert en ook op een zeer laag vermogen is
in te stellen. Dankzij het hoge vermogen gaat
het aan de kook brengen zeer snel.
De ruime afstanden tussen de kookzones
maken het koken comfortabel.
De kookzones zijn nauwkeurig regelbaar door
middel van tiptoetsen. De standen zijn bedoeld
als referentie, hierdoor kunt u snel een
bepaalde instelling kiezen.
Koken op een inductiekookplaat verschilt met
koken op een traditioneel toestel. Inductie-
koken maakt gebruik van een magnetisch veld
om warmte op te wekken. Dit betekent dat u
niet zomaar een willekeurige pan kunt
gebruiken. Het hoofdstuk pannen geeft u
hierover meer informatie.
Voor optimale veiligheid is de inductie-
kookplaat uitgerust met meerdere
temperatuurbeveiligingen en een
restwarmtesignalering die aangeeft welke
kookzones nog heet zijn.
In deze handleiding staat beschreven op
welke manier u de inductiekookplaat zo
optimaal mogelijk kunt benutten. Naast
informatie over de bediening treft u ook
achtergrondinformatie aan die van dienst kan
zijn bij het gebruik van dit product.
Daarnaast zijn kooktabellen en onderhouds-
tips opgenomen.
De veiligheidsvoorschriften die van belang zijn
tijdens de installatie zijn opgenomen in het
hoofdstuk 'installatievoorschrift'.
Bewaar deze handleiding zorgvuldig.
De handleiding dient als referentie
voor de servicedienst. Plak daarom het
gegevensplaatje welke op de glasplaat
geplakt is op de achterzijde van deze
handleiding in het daarvoor bestemde kader.
Zodra u de servicedienst belt zullen de
medewerkers vragen naar de gegevens op het
bijgeleverde gegevensplaatje. Wanneer u
deze gegevens niet hebt is het verlenen van
een goede service moeilijker.
Veel kookplezier!
1
23
4
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
5 6 7
8

7VEILIGHEID
6
Algemeen
Werking inductie
In het toestel wordt een magnetisch veld
opgewekt. Door een pan met een ijzeren
bodem op een kookzone te plaatsen ontstaat
in de panbodem een inductiestroom. Deze
inductiestroom wekt warmte op in de
panbodem.
De spoel (1) in de kookplaat (2) wekt een
magnetisch veld (3) op. Door een pan met een
ijzeren bodem (4) op de spoel te plaatsen
ontstaat in de panbodem een inductiestroom.
Comfortabel
De elektronische regeling is nauwkeurig en
eenvoudig in te stellen. Op de laagste stand
kunt u bijvoorbeeld chocolade direct in de pan
smelten of ingrediënten bereiden die u
gewoonlijk au bain marie verwarmt.
Snel
Door het hoge vermogen van de
inductiekookplaat gaat het aan de kook
brengen erg snel. Het doorkoken kost even
veel tijd als koken op een andere kookplaat.
Schoon
De kookplaat is eenvoudig te reinigen.
Doordat de kookzones niet heter worden dan
de pan zelf, kunnen voedselresten niet
inbranden.
Veilig
De warmte wordt opgewekt in de pan zelf. De
glasplaat wordt niet warmer dan de pan.
Hierdoor blijft de kookzone een stuk koeler
dan die van een bijvoorbeeld een keramische
kookplaat of een gasbrander. Na het
wegnemen van een pan is de kookzone snel
afgekoeld.
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
Waar u op moet letten
Inductiekoken is uiterst veilig. Omdat de
warmte in de pan wordt opgewekt en de
glasplaat niet warmer wordt dan de inhoud
van de pan, is de kans klein dat u zich aan het
toestel zou branden. Toch zijn er, net als bij
elk toestel, een aantal zaken waar u op moet
letten.
Aansluiten en reparatie
■Dit toestel mag alleen door een erkend
installateur worden aangesloten.
■Open nooit de behuizing van het toestel.
Alleen een servicetechnicus mag het
toestel openen. Maak het toestel
spanningsloos voordat met reparatie wordt
gestart. Bij voorkeur door de stekker uit het
stopcontact te halen, de (automatische)
zekering(en) uit te schakelen of de
schakelaar in de toevoerleiding op nul te
zetten bij een vaste aansluiting.
■Gebruik een toestel dat een breuk of
scheurtjes vertoont niet meer. Schakel het
toestel onmiddellijk uit, maak het
spanningsloos om elektrische schokken te
voorkomen en bel de servicedienst.
Eerste keer gebruiken
■Als de kookplaat voor de eerste keer
gebruikt wordt zult u een 'nieuwigheids-
luchtje' ruiken. Het is de lak van het toestel
die opgewarmd wordt. Dit is normaal. Door
te ventileren verdwijnt de geur vanzelf.
Zorg voor voldoende ventilatie tijdens het
gebruik
■Houd natuurlijke ventilatieopeningen open.
Wanneer er zich een lade onder de kookplaat
bevindt
■Zorg voor enkele centimeters afstand
tussen de kookplaat en de inhoud van
de lade.
■Leg geen brandbare voorwerpen in de lade.
De kookzones worden warm tijdens gebruik
en blijven na gebruik ook een tijd warm ( zie
ook 'restwarmte-indicator', verderop in deze
handleiding ).
■Laat geen kleine kinderen in de buurt
tijdens en vlak na het koken.
Gebruik van vet en olie
■Vet en olie zijn bij oververhitting
ontvlambaar.
■Ga niet te dicht bij de pan staan.
■Indien de olie vlam vat, doof het vuur nooit
met water.
■Plaats onmiddellijk een deksel erop en
schakel de kookzone uit.
4
3
2
1

9BEDIENING
8VEILIGHEID
Instellen
De inductiekookplaat is voorzien van een
restwarmte-indicatie, automatische timer,
automatische kookduurbegrenzing en
kinderslot. Op deze en de volgende pagina's
kunt u lezen hoe u gebruik maakt van deze
voorzieningen.
Inschakelen
1. Zet een pan op een kookzone.
2. Druk op de aan/uit toets.
In het display verschijnt een 0. U kunt nu het
gewenste kookvermogen instellen. Indien u
geen kookvermogen ingeeft, zal de kookzone
automatisch worden uitgeschakeld.
Vermogen instellen
1. Druk op de + toets.
2. Stel een hogere of lagere stand in door nog
een keer op de + of - toets te drukken.
3. De kookzones hebben 9 standen.
Uitschakelen
Schakel de zone meteen uit met de aan/uit
toets of druk net zo lang op de - toets totdat
de kookzone op stand 0 staat.
Vermogen
Het vermogen is voor alle 4 zones instelbaar
van 50 Watt tot 2800 Watt (2,8 kW).
Twee achter elkaar liggende kookzones
worden bestuurd door één generator. Dit
heeft als voordeel dat per kookzone een hoog
vermogen gerealiseerd kan worden. Dit is
ideaal voor het zeer snel aan de kook brengen
van gerechten en vloeistoffen, frituren of het
aanbraden van grote hoeveelheden.
Wanneer beide achter elkaar liggende
kookzones tegelijk ingeschakeld zijn, wordt
het vermogen automatisch verdeeld. Tot
stand 5 heeft dit geen consequenties.
Stelt u echter een kookzone in op stand 6 of
hoger dan zal de andere kookzone
automatisch terugschakelen (zie tabel
pag. 10).
Gebruik van andere apparaten in de buurt van
de kookplaat
■Voorkom dat snoeren van elektrische
apparaten, zoals van een mixer
bijvoorbeeld, terechtkomen op de hete
kookzones.
Flambeer nooit onder de afzuigkap
■Door de hoge vlammen kan brand ontstaan,
ook bij een uitgeschakelde afzuigkap.
Hogedrukreiniger of stoomreinigers
■Gebruik nooit een hogedrukreiniger of
stoomreinigers.
Glasplaat
■Dit kooktoestel is ontworpen voor
huishoudelijk gebruik. Gebruik het alleen
voor het bereiden van gerechten.
■Let op dat de pan niet droogkookt. Schade
ontstaan door droogkoken valt buiten de
garantie.
■De glaskeramische plaat is zeer sterk,
maar niet onbreekbaar. Wanneer er
bijvoorbeeld een kruidenpotje of een puntig
voorwerp op zou vallen, kan er een breuk
ontstaan.
■Gebruik het kookvlak niet als opslagplaats.
■Leg geen metalen voorwerpen, zoals
bakvormen, koektrommels deksels van
pannen of bestek op de kookzone. Deze
kunnen zeer snel heet worden en
brandwonden veroorzaken.
Tijdens gebruik
■Houd rekening met de zeer snelle
opwarmtijd op de hogere standen. Blijf er
altijd bij staan als u een kookzone op een
hoge stand heeft ingesteld.
■Laat nooit een lege pan op een
ingeschakelde kookzone staan. Hoewel de
kookzone beveiligd is tegen oververhitten,
wordt de pan zeer heet en bestaat de kans
dat deze beschadigd raakt.
■Houd tijdens het gebruik van de
inductiekookplaat magnetiseerbare
voorwerpen (creditcards, bankpasjes,
diskettes, horloges e.d.) uit de buurt van
het toestel. Wij adviseren pacemaker-
dragers om eerst de hartspecialist te
raadplegen.
■Gebruik het toestel niet beneden 5 °C.

11 BEDIENING
10 BEDIENING
Stand 9
Stand 9 is geschikt voor het aan de kook
brengen van water. Deze stand is te hoog voor
het verhitten van boter of melk en veel te hoog
voor ontdooien.
Raadpleeg om de techniek te leren kennen de
kooktabel in het hoofdstuk comfortabel koken.
Stand 8
Stand 8 is de grillstand. Deze stand is geschikt
om vlees te bakken. Op stand 9 gaat dit veel te
hard; de melkbestanddelen in de margarine
verbranden voordat de margarine gesmolten
is.
Restwarmte-indicator
Na een intensief gebruik van een kookzone
kan de gebruikte zone nog enkele minuten
warm blijven.
Zolang de kookzone te warm blijft, zal er een
“H” in het display blijven knipperen.
Automatische timer
De uitschakeltimer bedient alleen de
kookzone rechtsachter.
1. Zet een pan op de kookzone.
2. Schakel de kookzone rechtsachter in.
3. Stel een tijd in (0-99 min.) d.m.v. de + en -
toetsen van de timer.
De uitschakeltimer werkt alleen wanneer de
kookzone waarvoor u de klok wilt instellen
(rechtsachter), is ingeschakeld.
U kunt de kookduur op elk moment tijdens de
bereiding wijzigen.
Als de gewenste tijd is verstreken hoort u een
pieptoon.
Nadat de door u ingestelde tijd is verstreken,
wordt de zone rechtsachter uitgeschakeld en
hoort u een pieptoon. U kunt deze pieptoon
uitschakelen d.m.v. de + en - toetsen van de
timer.
Wanneer u dit niet doet, zal de pieptoon na
2 minuten automatisch stoppen.
Kookduurbegrenzing
Kookduurbegrenzing is een veiligheidsfunctie
van uw kookplaat. Deze stopfunctie wordt
automatisch ingeschakeld indien u uw
kookplaat na een bereiding vergeet uit te
zetten:
De kookzone die u het laatst inschakeld kan
altijd op de gewenste stand in worden gesteld
en de andere zone schakelt terug wanneer de
stand te hoog is.
Maximale combinaties
Achter elkaar liggende zones beïnvloeden
elkaar. Zones naast elkaar kunnen
tegelijkertijd op een hoge stand worden
ingesteld. U hoort een tikkend geluid als twee
achter elkaar liggende zones tegelijk
ingeschakeld zijn. Dit wordt veroorzaakt
doordat het toestel overschakelt van de
achterste naar de voorste kookzone en
omgekeerd.
Twee naast elkaar liggende kookzones
beïnvloeden elkaar niet.
U kunt ze dus gelijktijdig op een hoge stand
instellen.
Even wennen...
In het begin zult u verrast zijn door de
snelheid van het toestel. Vooral het aan de
kook brengen op een hogere stand gaat zeer
snel. Om overkoken of droogkoken te
voorkomen, kunt u er het beste altijd bij blijven
staan. Bij inductiekoken wordt alleen dat deel
van de zone benut waar de pan op staat.
Gebruikt u een kleine pan op een grote zone,
dan zal het vermogen zich aanpassen aan de
diameter van de pan.
Het vermogen zal dus kleiner zijn en het zal
langer duren voordat het gerecht in de pan
aan de kook is. Het beste resultaat bereikt u
door een pan te nemen die dezelfde
afmetingen heeft als de kookzone. Als een te
kleine pan gebruikt wordt zal de kookzone niet
in- schakelen. De minimum diameter is 12 cm.
Voorste zone Achterste zone
5 9
6 8
7 7
8 6
9 5
Kookstand De kookzone wordt automatisch
uitgeschakeld na:
1 t/m 4 8 uur
5 t/m 7 2 uur
8 t/m 9 1 uur

13 BEDIENING
12 BEDIENING
Bij het automatisch uitschakelen van een
kookzone verschijnt voor de betreffende
kookzone “A“in het display. “A” blijft op het
display staan tot op het moment dat u op de +
of - toets van de betreffende kookzone drukt.
Kinderslot
Uw kookplaat beschikt over een kinderslot
waarmee u de kookplaat kunt vergrendelen:
■op het moment dat de kookplaat is
uitgeschakeld (met het oog op reiniging
van de kookplaat) of onbedoeld
inschakelen door kinderen.
■tijdens het koken (de zones blijven dan
gewoon ingeschakeld en de op het display
weergegeven instelling wordt niet
gewijzigd).
Wanneer het kinderslot wordt gebruikt tijdens
het koken werken de uit toetsen nog wel om
veiligheidsredenen. Vergeet het bedienings-
paneel niet te ontgrendelen alvorens het
opnieuw te gebruiken.
Inschakelen kinderslot
Voor de rechter 2 kookzones:
■Bedien de + en - toets van de zone
rechtsvoor tegelijk en houd deze
3 seconden vast.
■In de displays verschijnt het symbool
gedurende enkele seconden. De ingestelde
standen komen weer terug (bij
ingeschakelde kookplaat) of de displays
blijven donker (bij uitgeschakelde
kookplaat).
Voor de linker 2 kookzones:
■Bedien de + en - toets van de zone
linksvoor tegelijk en houd deze 3 seconden
vast.
■In de displays verschijnt het symbool
gedurende enkele seconden. De ingestelde
standen komen weer terug (bij
ingeschakelde kookplaat) of de displays
blijven donker (bij uitgeschakelde
kookplaat).
Wanneer u 1 van de toetsen bedient die zijn
geblokkeerd, zal het bovengenoemde symbool
gedurende enkele seconden in het display van
de zone worden weergegeven. De ingestelde
standen komen weer terug (bij ingeschakelde
kookplaat) of de displays blijven donker (bij
uitgeschakelde kookplaat).
Uitschakelen kinderslot
Voor de rechter 2 kookzones:
■Bedien de + en - toets van de zone
rechtsvoor tegelijk en houd deze
3 seconden vast.
Voor de linker 2 kookzones:
■Bedien de + en - toets van de zone
linksvoor tegelijk en houd deze 3 seconden
vast.
Extra zekerheid
Veiligheid kookplaat
■Een sensor controleert ononderbroken de
temperatuur van de onderdelen van de
kookplaat. Bij een te hoge temperatuur
wordt het vermogen van de kookplaat
automatisch verlaagd.
■Zodra u de kookpan van de kookplaat
verwijdert, stopt automatisch de kook-
activiteit. Wen uzelf echter aan altijd de
kookplaat of zone na gebruik uit te
schakelen om onbedoeld inschakelen te
voorkomen.
Veiligheid kookpannen
Elke kookzone is voorzien van een sensor die
ononderbroken de temperatuur van de bodem
van de kookpan controleert om elk risico op
oververhitting bij bijvoorbeeld een droog-
gekookte pan te vermijden.
Veiligheid metalen voorwerpen
Een klein voorwerp zoals een te kleine
kookpan (kleiner dan 12 cm), een vork of een
lepel wordt door de kookplaat niet als een
kookpan gedetecteerd. Het display van de
zone knippert en de kookplaat wordt niet
ingeschakeld.
Oververhittingsbeveiligingen
Het toestel kan oververhit raken, wanneer:
■de pan de warmte niet goed geleidt;
■vet of olie op een hoge stand verhit wordt;
■er onvoldoende luchtcirculatie is (zie ook
ventilatiebeveiliging bij het installatie-
voorschrift).
In geval van oververhitting leidt dit bij de
desbetreffende kookzone, respectievelijk alle
kookzones, tot een van de volgende reacties:
■de kookplaat zal het toegevoerde vermogen
iets laten afnemen (dit is niet zichtbaar bij
de kookstanden in de displays);
■wanneer dit niet helpt zal de kookplaat
uitschakelen en een serie liggende
streepjes in de displays laten zien.
Wanneer de kookplaat voldoende is afgekoeld
verdwijnen de streepjes weer. Het toetsel
blijft uitgeschakeld.
Voorkom dat de oververhittingsbeveiliging van
het toestel geactiveerd wordt door:
■pannen te gebruiken die de warmte goed
geleiden;
■vet of olie op een lagere stand te verhitten;
■voor voldoende luchtcirculatie te zorgen.
Neem contact op met de servicedienst of een
erkend vakman indien de oververhittings-
beveiliging desondanks opnieuw geactiveerd
wordt.

15
Pannen, waarvan de bodem niet magnetisch is
of niet geschikt zijn voor elektrisch koken, zijn
ongeschikt voor gebruik op de inductie-
kookplaat.
Geschikt:
■speciale roestvrijstalen pannen voor
inductiekoken;
■solide geëmailleerde pannen;
■geëmailleerde gietijzeren pannen.
Ongeschikt:
■Aardewerk;
■Aluminium;
■Kunststof;
■Koper;
■Porselein;
■Roestvrijstaal.
Wees voorzichtig met plaatstaal
geëmailleerde pannen. Deze kunnen
beschadigd raken als ze gebruikt worden voor
inductiekoken. Met name wanneer deze
pannen een te dunne bodem hebben.
Bij plaatstaal geëmailleerde pannen kan:
■email afspringen (het email laat los van het
staal) wanneer u de kookplaat op een hoge
stand inschakelt terwijl de pan (te) droog is;
■de panbodem kromtrekken door bijvoor-
beeld oververhitting of door gebruik van
een te hoog vermogen.
Gebruik nooit pannen met een vervormde
bodem. Een holle of bolle bodem kan de
werking van de oververhittingbeveiliging
belemmeren. Het toestel wordt te warm.
Hierdoor kan de glasplaat barsten en de
panbodem smelten. Schade, ontstaan door het
gebruik van ongeschikte pannen of
droogkoken, valt buiten de garantie.
Geluid in de bodem van de pan
Tijdens het koken kunt u een ratelend geluid
horen in de bodem van de pan. Dit is onschul-
dig. Het geluid wordt veroorzaakt doordat het
hoge vermogen van de kookzone inwerkt op
de panbodem. Verminder het ratelende geluid
door een lagere stand te kiezen.
Snelkookpannen
Inductiekoken is zeer geschikt voor het koken
in snelkookpannen. De kookzone reageert
zeer snel, waardoor de snelkookpan ook snel
op druk is. Zodra u een kookzone uitschakelt
stopt het kookproces direct.
Gebruikte pannen
■Pannen waarmee al eerder op een
gaskookplaat is gekookt, zijn niet meer
bruikbaar voor inductie.
PANNEN
14
De kookplaat optimaal gebruiken
Het warmteverlies is minimaal omdat de
warmte in de pan zelf opgewekt wordt.
Bij kleinere pannen wordt alleen dat deel van
de zone geactiveerd dat contact maakt met de
panbodem. Een bijkomend voordeel is dat de
handgrepen van de pan niet warm worden
door stralingswarmte langs de pan.
1. Warmteverlies en hete handgrepen bij een
conventionele kookplaat.
2. Geen warmteverlies en koude handgrepen
bij inductiekoken.
Zandkorreltjes kunnen krasjes veroorzaken
die niet meer te verwijderen zijn.
■Zet alleen pannen met een schone bodem
op het kookvlak.
■Til pannen altijd op als u ze verplaatst.
■Gebruik de kookplaat niet als werkvlak.
Schuif de panbodem over een
(vochtige) doek, voordat u de pan op
het kookvlak zet. Dit voorkomt dat er zand-
korreltjes en dergelijke op het kookvlak
terechtkomen.
Til pannen altijd op; schuif er nooit mee.
Kook altijd met het deksel op de pan om
energieverlies te voorkomen.
Bij inductiekoken wordt gebruik gemaakt van
een magnetisch veld om warmte op te
wekken. Daarom moet de panbodem ijzer
bevatten en dus magnetisch zijn.
De kookzones van de kookplaat hebben een
diameter van 18 cm. De kookplaat past zich
echter automatisch aan bij gebruik van
kleinere of grotere pannen.
Bij kleinere pannen is er dus geen
energieverlies, maar het vermogen is lager
dan bij grotere pannen. De panbodem moet
altijd groter zijn dan 12 cm. Dit is de binnenste
cirkel die in de kookzone op de glasplaat staat
aangegeven.
U kunt zelf met een magneet controleren of
uw pannen geschikt zijn.
Een pan is geschikt wanneer:
■de panbodem wordt aangetrokken door een
magneet;
■de pan geschikt is voor elektrisch koken.
Gebruik alleen pannen met een dikke
(minimaal 2,25 mm), vlakke bodem die geschikt
zijn voor inductiekoken. Het beste zijn pannen
met het "Class Induction" keurmerk.
PANNEN
6
10
12
6
10
12
6
10
12
6
10
12
6
10
12
6
10
12
6
10
12
6
10
12
12
6
10
12
6
10
12
6
10
12
6
10
12
6
10
12
6
10
12
6
10
12
6
10
12

17
Algemeen
Dagelijkse reiniging
Hoewel overgekookt voedsel niet kan
inbranden verdient het aanbeveling de
kookplaat direct na gebruik schoon te maken.
Voor de dagelijkse reiniging kunt u het beste
een mild reinigingsmiddel en een vochtige
doek gebruiken.
Nadrogen met keukenpapier of een droge
doek.
Hardnekkige vlekken
Ook hardnekkige vlekken zijn met een mild
reinigingsmiddel, bijvoorbeeld afwasmiddel, te
verwijderen.
Verwijder waterkringen en kalkresten met
schoonmaakazijn.
Metaalsporen (ontstaan door schuiven van
pannen) zijn vaak lastig te verwijderen.
Hiervoor zijn speciale middelen verkrijgbaar in
de handel.
Overgekookte voedselresten verwijderen met
een glasschraper. Ook gesmolten kunststof en
suiker kunt u verwijderen met een
glasschraper.
Nooit gebruiken
Schuurmiddelen mag u nooit gebruiken. Deze
veroorzaken krasjes waarin zich kalk en vuil
ophopen.
Gebruik ook nooit scherpe voorwerpen, zoals
staalwol en schuursponsjes.
Schakel, voordat u met schoonmaken
begint, eerst het kinderslot in.
ONDERHOUD
16
Kooktabel
De onderstaande tabel is uitsluitend bedoeld
als leidraad, omdat de instelwaarde af-
hankelijk is van de hoeveelheid en samen-
stelling van het gerecht en de pan.
Gebruik de hoogste stand voor:
■snel aan de kook brengen;
■slinken van bladgroenten;
■blancheren van groenten;
■verhitten van olie, vet en boter;
■bakken van biefstuk (saignant, rood);
■onder druk brengen van een snelkookpan;
■koken van glad gebonden pudding en vla.
Gebruik een iets lagere stand voor:
■aanbraden van vlees;
■bakken van platvis, dunne moten of filet;
■bakken van gare aardappelen;
■bereiden van glad gebonden soepen en
sauzen;
■bakken van omeletten;
■bakken van biefstuk (medium, rozerood);
■frituren (afhankelijk van de temperatuur en
de hoeveelheid).
Gebruik een stand iets boven de middelste
stand voor:
■bakken van dikke pannenkoeken;
■bakken van dik, gepaneerd vlees;
■gaar bakken van dun vlees;
■doorbraden van groot vlees;
■uitbakken van spek of bacon;
■bakken van rauwe aardappelen;
■bakken van wentelteefjes;
■bakken van gepaneerde vis;
■bakken van dun, gepaneerd vlees;
■bakken van omeletten.
Gebruik de middelste standen voor:
■doorkoken van grote hoeveelheden;
■ontdooien van harde groenten,
bijvoorbeeld sperziebonen.
Gebruik de laagste standen voor:
■trekken van bouillon;
■rood koken van stoofperen;
■bereiden van stoofvlees;
■doorkoken van gerechten;
■smoren van groenten.
COMFORTABEL KOKEN

18 STORINGEN
19 STORINGEN
Tabel
Wanneer u twijfelt over de goede werking van uw inductiekookplaat betekent dit niet
automatisch dat er een defect is. Controleer in elk geval de volgende punten:
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Bij het in werking stellen verschijnt
er tekst in de displays.
Normale werking. NIETS: zie hoofdstuk “inbouwen”
bij het installatievoorschrift.
Bij het aanzetten slaat de zekering
van uw installatie door.
Verkeerde aansluiting van de
kookplaat.
Controleer de elektrische
aansluiting.
Bij het aanzetten werkt slechts één
zijde van de kookplaat of de
kookplaat piept continu.
De kookplaat werkt niet en er
verschijnt niets op de display.
Verkeerde aansluiting van de
kookplaat.
Geen stroomtoevoer door een
defecte voeding of foute
aansluiting.
Aansluiting aanpassen.
Controleer de zekering en de
elektrische veiligheidsschakelaar.
De ventilatie blijft nog enkele
minuten doorwerken nadat de
kookplaat is uitgeschakeld.
Afkoeling van de elektronische
schakeling.
Dit is normaal.
De kookplaat stopt plotseling
tijdens de werking. U hoort om de
2 seconden een dubbele pieptoon
en op de display verschijnt een
liggend streepje.
De tijd van de schakelklok is
voorbij, er is iets overgekookt of
een voorwerp hindert het
bedieningspaneel.
Druk op een willekeurige toets en
de pieptoon stopt. Reinig of
verwijder het voorwerp en begin
opnieuw met koken.
Een reeks kleine streepjes
verschijnt.
De elektronische circuits zijn te
warm geworden.
Laat de kookplaat afkoelen en
controleer of de kookplaat goed is
ingebouwd, zie hiervoor het
installatievoorschrift.
De kookplaat werkt niet, de
schakelklok toont een andere
boodschap.
Het elektronische circuit werkt
slecht.
Neem contact op met de
servicedienst.
Nadat u een kookzone in werking
heeft gesteld, blijven de displays
van het bedieningspaneel
knipperen.
De gebruikte kookpan is niet
geschikt voor koken op inductie of
heeft een diameter die kleiner is
dan 12 cm.
Zie hoofdstuk “Comfortabel koken”.
De kookpannen maken lawaai
tijdens het koken.
Dit wordt veroorzaakt door de
doorstroming van de energie van
de kookplaat naar de kookpan.
Bij een hoge kookstand is dit
normaal bij bepaalde types van
kookpannen. Dit is niet gevaarlijk
voor de kookplaat.
De kookplaat geeft bij de eerste
kookbeurten een lichte geur af.
Normaal voor een nieuw apparaat. Dit verdwijnt na enkele keren
koken.
U hoort een licht tikkend geluid op
uw kookplaat.
Dit wordt veroorzaakt door de
vermogensverdeling van de voorste
en achterste zone of doordat een
laag vermogen is ingesteld en het
vermogen niet continu is.
Dit is normaal.
Algemeen
Raadpleeg bij storingen het telefoonnummer
van de servicedienst. Zie hiervoor de
bijgeleverde garantiekaart of raadpleeg de
internet site www.hps.nl.
Indien u een barstje of scheurtje (hoe
klein ook) op de glasplaat vaststelt,
schakel dan de kookplaat onmiddellijk uit, haal
meteen de stekker van de kookplaat uit het
stopcontact, verbreek de (automatische)
zekering(en) in de meterkast of zet de
schakelaar in de toevoerleiding op de nul bij
een vaste aansluiting.
Neem vervolgens contact op met de
servicedienst.
Alleen een erkend elektrotechnisch
installateur mag dit toestel aansluiten!
De installatie moet geschieden volgens de
nationale en lokale geldende voorschriften.
Schade ontstaan door verkeerd aansluiten of
verkeerd inbouwen valt niet onder de
garantie.

21
20
INSTALLATIEVOORSCHRIFT
MILIEUASPECTEN
Verpakking en toestel afvoeren
De verpakking van het toestel is recyclebaar.
Gebruikt kunnen zijn:
■karton;
■polyethyleenfolie (PE);
■CFK- vrij polystyreen (PS- hardschuim).
Deze materialen op verantwoorde wijze en
conform de overheidsbepalingen afvoeren.
Op het typeplaatje is het symbool van een
doorgekruiste vuilnisbak aangebracht:
Dit betekent dat het apparaat aan het einde
van zijn levensduur niet bij het gewone
huisvuil mag worden gevoegd, maar naar een
speciaal centrum voor gescheiden
afvalinzameling van de gemeente moet
worden gebracht of naar een verkooppunt dat
deze service verschaft.
Het apart verwerken van een huishoudelijk
apparaat zoals deze kookplaat, voorkomt
mogelijk negatieve gevolgen voor het milieu
en de gezondheid, die door een ongeschikte
verwerking ontstaat, en zorgt ervoor dat de
materialen waaruit het apparaat bestaat
teruggewonnen kunnen worden om een
aanmerkelijke besparing van energie en
grondstoffen te verkrijgen.
Om op de verplichting tot gescheiden
verwerking van elektrische huishoudelijke
apparatuur te wijzen, is op het product het
symbool van een doorgekruiste vuilnisbak
aangebracht.
Algemeen
Dit toestel voldoet aan alle relevante CE
richtlijnen.
Op het gegevensplaatje aan de onderzijde van
het toestel wordt de totale aansluitwaarde, de
vereiste spanning en de frequentie aange-
geven.
Veiligheid
Alleen een erkend elektrotechnisch
installateur mag dit toestel aansluiten. De
aansluiting moet voldoen aan de nationale en
lokale voorschriften.
Het toestel moet altijd geaard zijn.
Schade ontstaan door verkeerd aansluiten,
verkeerd inbouwen of verkeerd gebruik valt
niet onder de garantie.
Voor een goede werking van het toestel is het
van belang dat:
■de aansluitkabel vrij hangt en niet door een
lade wordt aangestoten;
■het werkblad vlak is.
De wanden en het werkblad rondom het
toestel moeten van hittebestendig (>85 °C)
materiaal zijn. Ook al wordt het toestel zelf
niet warm, door de warmte van bijvoorbeeld
een hete braadpan zou de wand kunnen
verkleuren of beschadigen.

23
Elektrische aansluiting
Het typenummer, de energiesoort en de
aansluitwaarde staan op het gegevensplaatje
vermeld.
Het gegevensplaatje bevindt zich aan de
onderzijde van het toestel.
De aansluiting is van het type Y.
Dit betekent dat de aansluitkabel alleen mag
worden vervangen door de fabrikant, de
serviceorganisatie of door gelijkwaardig
gekwalificeerde personen om gevaarlijke
situaties te voorkomen.
Zie voor het aansluitschema onderstaand
figuur, dat ook op de onderzijde van het
toestel staat:
Wilt u een vaste aansluiting maken, zorg er
dan voor dat er een omnipolaire schakelaar
met een contactafstand van minimaal 3 mm in
de toevoerleiding wordt aangebracht.
INSTALLATIEVOORSCHRIFT
22 INSTALLATIEVOORSCHRIFT
Elektrische aansluiting
Het aanzicht van de aansluitkabel is hieronder
schematisch weergegeven:
2 faseaansluiting
2 fase + 2 nul 2 2N a.c. 230 V
Uw groep moet gezekerd zijn met 16 A.
nulaansluiting N1 (blauw)
nulaansluiting N2 (bruin)
faseaansluiting L1 (grijs)
faseaansluiting L2 (zwart)
2 fase + 1 nul 2 2N a.c. 400 V
Uw groep moet gezekerd zijn met 16 A.
nulaansluiting N (blauw met bruin)
faseaansluiting L1 (grijs)
faseaansluiting L2 (zwart)
3e fase niet gebruiken
De volgende afwijkende aansluitingen zijn ook
mogelijk:
1 faseaansluiting
1 fase + 1 nul 1N a.c. 230 V
Uw groep moet gezekerd zijn met 32 A.
nulaansluiting N (blauw met bruin)
faseaansluiting L (grijs met zwart)
3 faseaansluiting
3 fase zonder nul 3 a.c. 230 V
Uw groep moet gezekerd zijn met 16 A.
faseaansluiting L1 (grijs)
faseaansluiting L2 (zwart)
faseaansluiting L3 (blauw met bruin)
L1,
grijs
L2,
zwart
N1,
blauw
N2,
bruin
aarde
groen/geel
blauw
bruin
grijs
zwart
geel/groen
N1 N2 L1 L2
230V 230V
blauw
bruin
grijs
zwart
geel/groen
NL1L2
230V
230V
blauw
bruin
grijs
zwart
geel/groen
NL
230V
blauw
bruin
grijs
zwart
geel/groen
L3 L2 L1
230V
230V
230V

25
Veiligheidsvoorschriften
Voor een goede werking van het toestel is het
volgende van belang:
■Dat er voldoende ventilatie aanwezig is
voor het koelen van de kookplaat; een en
ander volgens de in dit hoofdstuk
gespecificeerde mogelijkheden.
■De ventilatielucht die de kookplaat aanzuigt
mag niet warmer zijn dan 35 °C. Houd hier
rekening mee als u een oven onder de
kookplaat inbouwt.
■Dat de aansluitkabel vrij hangt en niet door
een lade aangestoten wordt.
■Het aanrechtblad moet minimaal 2,8 cm en
mag maximaal 5 cm dik zijn.
■Dat het aanrechtblad vlak is.
INSTALLATIEVOORSCHRIFT
24 INSTALLATIEVOORSCHRIFT
Inbouwen
Uitsparing in werkblad zagen
Zaag de uitsparing in het werkblad. Doe dit
zeer nauwkeurig (zie tabel).
Zaag ook eventueel aanwezige
tussenschotten uit.
De afstand van de zaagmaat tot de
achterwand en/of zijwand staan vermeld in de
tabel.
Tabel:
Benodigde vrije ruimte rondom:
604 512
51
560 490
min.50
Kookplaattype T300
Toestel breedte x diepte 604 x 512 mm
Inbouwhoogte vanaf bovenkant werkblad 51 mm
Zaagmaat breedte x diepte 560 x 490 mm
Afstand zaagmaat tot achterwand Minimaal 50 mm
Afstand zaagmaat tot zijwand Minimaal 50 mm
min. 600 mm
min. 650 mm
min. 450 mm
min. 40 mm
afzuigkap
kast
zijwand
kookplaat
min. 40 mm

27 INSTALLATIEVOORSCHRIFT
26 INSTALLATIEVOORSCHRIFT
Beluchting
De elektronica in het toestel heeft koeling
nodig. Aan de onderzijde van het toestel
bevinden zich de ventilatieopeningen. Door
deze openingen moet koele lucht aangezogen
kunnen worden. Aan de voorzijde en
onderzijde is het toestel voorzien van
uitblaasopeningen. Voor een optimale koeling
van het kooktoestel moet u enkele wijzigingen
aanbrengen in het keukenmeubel.
Boven lade, deur of vaste blende
Zaag de beluchtingsopeningen (min. 100 cm2)
uit. Beluchting vindt plaats via plint en
achterzijde kast.
Een lade mag de ventilatieopeningen
aan de onderzijde van het toestel niet
afsluiten.
Bij een lade moet er aan de voorzijde een
opening gemaakt worden van minimaal
560 x 6 mm.
De afstand tussen lade “A” en de kookplaat
moet minimaal 10 mm bedragen.
Bij een vaste blende hoeven geen extra
aanpassingen voor beluchting te geschieden.
Ventilatiebeveiliging
De elektronica moet gekoeld worden. De
koele lucht wordt achter het keukenkastje
aangezogen en aan de onderzijde en voorzijde
van de kookplaat weer uitgeblazen. Het
toestel kan daarom alleen functioneren als er
voldoende lucht kan circuleren.
Het toestel schakelt zich na korte tijd
uit wanneer er onvoldoende lucht
circuleert.
Zorg ervoor dat de traverselat de
luchtdoorvoer niet hindert. Schaaf of zaag de
lat desnoods schuins af.
150
A
min.
560 x 6 mm
min.
10 mm
Boven een 60 cm oven van het merk Etna
Nismaat minimaal 600 mm hoog. Beluchting
vindt plaats via plint en achterzijde oven.
Bij een oven moet er aan de voorzijde een
opening gemaakt worden van minimaal 560 x
6 mm. Zaag de beluchtingsopeningen "A" + "B"
uit (100 cm2). Maak een uitsparing "C" in de
zijwand van de keukenkast voor het door-
voeren van de aansluitkabel.
De kookplaat mag alleen met Etna-ovens
worden gecombineerd, niet met combitrons.
Let er op dat de aansluitkabels vrij hangen. Is
er een lade onder de inductiekookplaat, zorg
er dan voor dat de lade niet boven de rand
gevuld is om de beluchting niet te belem-
meren.
Installatie van de inductiekookplaat boven
een combitron, magnetron, Etna oven van
90 cm of een oven van een ander merk.
Zaag de beluchtingsopening(en) uit zodat de
totale oppervlakte van de gaten minimaal
100 cm2is. Zie bijvoorbeeld figuur met twee
gaten van 50 cm2
Plaats een schermplaat tussen de oven en de
kookplaat. De plaat moet minimaal 10 mm dik
zijn en hittebestendig (85 °C). De ruimte
tussen de onderzijde van de kookplaat en
schermplaat moet minimaal 50 mm bedragen.
Plaats, voor afscherming van de luchtstroom,
een schermpaneel van het zelfde materiaal
als de schermplaat tussen de schermplaat en
de kookplaat. Beluchting vindt plaats via de
naastliggende kasten.
Installeer de kookplaat zo dat de
stekker altijd gemakkelijk bereikbaar
blijft.
600
C
B
A
2
50 cm
e
r
t
e
er
t
50
200
51
min.
560 x 6 mm

29
Table des matières
■Votre plaque de cuisson induction . . . . .30
Description . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Introduction . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Généralités . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
■Securité . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Les points qui méritent votre attention . .33
■Commande . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
Régler . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
■Casseroles . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
Utilisation optimale . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
■Cuisiner confortablement . . . . . . . . . . . . .42
Tableaux de cuisson . . . . . . . . . . . . . . . . .42
■Entretien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43
Généralités . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43
■Pannes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .44
Tableau . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .44
Généralités . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45
■Environnement . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46
Que faire de l'emballage et de l'appareil
usé . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46
■Instructions d'installation . . . . . . . . . . . .47
Généralités . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47
Branchement électrique . . . . . . . . . . . . . .48
Encastrement . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51
VOTRE PLAQUE DE CUISSON INDUCTION
1. Controleer of het keukenmeubel en de
uitsparing voldoen aan de gestelde eisen
(uitsparing in werkblad zagen).
2. Verwijder de beschermfolie van het
afdichtband (A) en plak het band in de groef
van de aluminium profielen of op de rand
van de glasplaat.
3. Als het werkblad van hout is, behandel dan
de kopse kanten van het werkblad met
afdichtvernis, om uitzetten van het
werkblad door vocht te voorkomen.
4. Keer het toestel om en leg het in de
uitsparing.
5. Sluit het toestel aan op het elektriciteitsnet.
De displays zullen oplichten en in het
timerdisplay komt de tekst “Co” te staan.
De meldingen verdwijnen na enige tijd.
6. Controleer de werking.
Indien het toestel fout is aangesloten zal het
een piepsignaal geven of niets in de displays
laten zien.
7. Overhandig de gebruiksaanwijzing aan uw
cliënt.
Direct na het inschakelen zal de
ventilator even inschakelen. Het toestel
controleert zichzelf nu gedurende een aantal
seconden.
28 INSTALLATIEVOORSCHRIFT
A

31
Introduction
La présente plaque de cuisson céramique à
été conçue pour le véritable amateur de
cuisine.
Cuire sur une plaque de cuisson à induction
présente un certain nombre d'avantages.
C'est confortable du fait que la plaque de
cuisson réagit rapidement et aussi parce qu'il
est possible de la régler sur une puissance
très basse. Grâce à la puissance élevée, le
point d'ébullition est très vite atteint.
Les grands espaces entre les zones de
cuisson permettent de cuisiner
confortablement.
Il est possible de régler avec précision les
zones de cuisson en utilisant les touches
sensitives. Les positions sont données à titre
de référence. Elles vous permettent de
sélectionner rapidement un certain réglage.
Cuire sur une plaque de cuisson à induction
est autre chose que cuire sur un appareil
traditionnel. La cuisson à l'induction utilise un
champ magnétique pour générer de la
chaleur.
Ceci veut dire que vous ne pouvez pas utiliser
n'importe quelle casserole. Le chapitre
"casseroles" vous fournira de plus amples
informations sur ce sujet.
En vue d'assurer une sécurité optimale, la
plaque de cuisson en induction est équipée
avec un dispositif de sécurité pour la
surchauffe et un voyant de chaleur résiduelle.
Il signale les zones de cuisson qui sont encore
chaudes.
Ce manuel décrit la manière d'utiliser au
mieux la plaque de cuisson en céramique. En
plus d'une information sur la commande, vous
trouverez également une information de base
qui vous sera utile pour utiliser ce produit. Ce
livret comprend également des tableaux de
cuisson et des conseils d'entretien.
Les consignes de sécurité qui sont
importantes pour l'installation, se trouvent
dans le chapitre 'installation'.
Conservez correctement ce manuel. Le
manuel sert de référence au service
après-vente. Il vous faut donc coller la
plaquette signalétique située sur la plaque en
verre au dos de ce manuel dans le cadre
prévu à cet effet.
Les données qui se trouvent sur cette
plaquette vous seront demandées par les
employés du service après-vente dès que
vous les contactez. Si vous ne détenez pas
ces données, il sera plus difficile de fournir un
service correct.
Nous vous souhaitons bien du plaisir à
cuisiner !
VOTRE PLAQUE DE CUISSON INDUCTION
30
Description
1. zone de cuisson avant-gauche
50-2800 Watt
2. zone de cuisson arrière-gauche
50-2800 Watt
3. zone de cuisson arrière droite
50-2800 Watt
4. zone de cuisson avant droite 50-2800 Watt
5. touche marche/arrêt par zone
6. puissance
7. minuterie/minuteur coupe-circuit
8. verrouillage enfants
1
23
4
VOTRE PLAQUE DE CUISSON INDUCTION
5 6 7
8

33 SECURITE
Les points qui méritent votre
attention
La cuisson à induction est extrêmement sûre.
Parce que la chaleur est générée dans la
casserole et que la plaque de cuisson ne
devient pas plus chaude que le contenu de la
casserole, il y a peu de danger de se brûler à
l'appareil. Pourtant, comme pour tous les
autres appareils, il faut tenir compte de
plusieurs facteurs.
Branchement au secteur et réparation
■Seul un installateur agréé est autorisé à
effectuer le branchement de cet appareil.
■Avant de réparer l'appareil, couper le
courant. De préférence, en débranchant,
en déconnectant le/les fusible(s)
(automatiques) ou en cas d'une connexion
fixe, en mettant sur zéro l'interrupteur situé
dans la conduite d'alimentation.
■N'utilisez plus un appareil qui présente un
fêlure ou fissure. Eteignez l'appareil
immédiatement, mettez hors tension et
contactez le service après vente.
Première utilisation
■Lors de la première utilisation de la plaque
de cuisson, une odeur de neuf va se
dégager. Ceci vient de ce que la laque de
l'appareil chauffe. C'est normal. Une
aération suffit à éliminer.
Veillez à une bonne aération pendant
l'utilisation
■Maintenez les points d'aération naturels
ouverts.
En cas de tiroir sous la plaque de cuisson
■Respectez une distance appropriée entre
la plaque de cuisson et le contenu du tiroir.
■Ne mettez pas d'objets inflammables dans
le tiroir.
Les zones de cuisson deviennent très
chaudes pendant l'utilisation et restent
encore chaudes après utilisation (voir aussi
"voyant de chaleur résiduelle")
■Pendant et après la cuisson, tenez les
enfants éloignés de l'appareil.
Emploi de graisse et d'huile
■Les graisses et les huiles sont
inflammables si la température de cuisson
est trop élevée.
■Restez toujours sur place pendant la
préparation de vos plats.
■En cas de feu ne étouffer pas avec l'eau
mais mettez le couvercle de casserole.
32
Généralités
Opération induction
Un champ magnétique est activé dans
l'appareil. En plaçant sur une zone de cuisson
une casserole avec un fond en fer, un courant
à induction va se présenter dans le fond de la
casserole. Ce courant à induction génère de
la chaleur dans le fond de la casserole.
La bobine (1) située dans la plaque de cuisson
(2) active un champ magnétique (3). En
plaçant une casserole avec un fond en fer (4)
sur la bobine, un courant à induction va se
présenter dans le fond de la casserole.
Confortable
Le réglage électronique se fait avec précision
et simplicité. Sur la position la plus basse,
vous pouvez, par exemple, faire fondre du
chocolat directement dans la casserole ou
préparer des ingrédients que vous réchauffez
d'habitude au bain-marie.
Rapide
En raison de la puissance élevée de la plaque
de cuisson à induction, le point d'ébullition est
très vite atteint. Après ébullition, la cuisson
demande autant de temps que la cuisson qui
se produit sous un autre mode.
Propre
La plaque de cuisson est facile à nettoyer.
Comme les zones de cuisson ne chauffent pas
plus que la casserole en question, les dépôts
alimentaires ne peuvent pas brûler.
Sûr
La chaleur est activée dans la casserole en
question. La plaque en verre ne chauffe pas
plus que la casserole. En raison de cela, le
risque que vous vous brûliez à l'appareil est
vraiment minime. Après avoir enlevé la
casserole, la zone de cuisson se refroidit très
vite.
VOTRE PLAQUE DE CUISSON INDUCTION
4
3
2
1

35 COMMANDE
Régler
La plaque de cuisson à induction est équipée
d'un voyant à chaleur résiduel, d'un minuteur,
d'un limiteur de durée de cuisson
automatique et d'un système de sécurité
enfants. Sur cette page et les pages
suivantes, vous pourrez apprendre à utiliser
ces dispositifs.
Mise en service
1. Mettez une casserole sur une zone de
cuisson.
2. Appuyez sur la touche marche/arrêt.
L'écran affichera un zéro Si après avoir
enclenché la zone, vous n'avez pas
sélectionné de position de cuisson, la zone
reviendra automatiquement sur 'standby'.
Réglage de la puissance
1. Appuyez sur la touche + ou - .
2. Réglez une position plus élevée ou moins
élevée en appuyant une fois sur les touches
+ ou -.
3. Il y a 9 positions de la puissance.
Arrêt
Appuyez encore une fois sur la touche
marche/arrêt. La zone de cuisson cesse alors
son fonctionnement. Ou appuyez sur la touche
- le temps qu'il faut pour que la zone de
cuisson se retrouve sur la position 0.
Si la zone de cuisson est encore chaude,
cette situation sera éventuellement signalée
par le voyant de chaleur résiduelle.
Puissance
Il est possible de régler la puissance entre
50 Watt et 2800 Watt (2,8 kW) pour toute les
zones.
Deux zones de cuisson qui se trouvent l'une
derrière l'autre sont commandées par un seul
générateur. L'avantage de cette situation est
de parvenir à une puissance élevée pour
chaque zone de cuisson. C'est idéal pour
porter à ébullition des produits, pour frire ou
faire revenir de grandes quantités très
rapidement.
Si les zones de cuisson qui se trouvent l'une
derrière l'autre sont enclenchées en même
temps, la puissance sera automatiquement
partagée. Ceci sera sans conséquence
jusqu'à la position 5. Si vous programmez
toutefois une zone de cuisson sur la position
6, 7, 8 ou 9, l'autre zone de cuisson reviendra
automatiquement sur un position plus bas,
voir tableau.
34 SECURITE
Utilisation d'autres appareils à proximité de
la plaque de cuisson
■Evitez que les cordons des appareils
électriques - comme celui d'un mixeur - se
trouvent sur les zones de cuisson.
Ne flambez jamais sous une hotte
■Les flammes élevées risquent de provoquer
un incendie. Même si le ventilateur est
éteint.
Nettoyeurs haute pression et nettoyeurs
vapeur
■N'utilisez pas un nettoyeur haute pression
ou un nettoyeur vapeur.
Utilisation de la surface de cuisson
■Utilisez seulement le four pour cuire des
aliments.
■Ne laissez pas non plus une casserole vide
sur une zone de cuisson en
fonctionnement.
■La zone de cuisson en vitrocéramique est
très solide, mais pas incassable. La chute
d'un objet pointu risque de la casser.
■N'utilisez pas le plan de cuisson comme
surface d'entreposage ou de rangement.
■Ne posez aucun objet métallique (couteau,
fourchette, etc.) sur la zone de cuisson : ils
risqueraient de devenir très chauds.
N'utilisez pas la plaque de cuisson en tant
que plan de travail pour-couper, par
exemple, de la viande et des légumes.
Pendant la cuisson
■N'oubliez pas que la chaleur se développe
très rapidement si la zone de cuisson est
réglée au maximum. Restez toujours à côté
de l'appareil lorsque vous avec allumé une
zone de cuisson.
■Veillez à ce que la casserole ne puisse
chauffer à vide. Les dégâts occasionnées
par des casseroles ayant chauffé à sec ne
sont pas couverts par la garantie.
■Pendant l'utilisation d'une plaque de
cuisson à induction éloignez tout objet
magnétique (cartes de crédit, carte
bancaire, disquettes, montres etc.).
Porteurs de stimulateur cardiaque :
consultez votre cardiologue avant de vous
servir d'une plaque de cuisson à induction.
■N'utilisez pas l'appareil en dessous de
5 °C.

37 COMMANDE
Position 9
Enclenchez la plaque de cuisson sur la
position 9, ou si vous souhaitez faire bouillir
de l'eau. Cette position est trop élevée pour
chauffer du beurre ou du lait et beaucoup trop
élevée pour décongeler.
Consultez les tableaux de cuisson pour vous
familiariser avec la technique.
Position 8
La position 8 est la position du gril. Cette
position est idéale pour cuire de la viande. Sur
la position 9, c'est beaucoup trop fort. Les
éléments du lait qui se trouvent dans la
margarine brûlent avant que la margarine ne
soit fondue n'ont pas d'effet l'une sur l'autre.
Vous pouvez donc les programmer sur une
position élevée.
Voyant de chaleur résiduelle
Le voyant indique que la zone de cuisson est
encore chaude. Il va s'éteindre dès que la
plaque de verre aura atteint une température
sûre. La chaleur résiduelle sera signalée sur
l'écran par le symbole H.
Minuteur
Vous pouvez utiliser le minuteur pour arrêter
la zone de cuisson située à l'arrière droite
seulement
1. Mettez une casserole sur la zone de
cuisson.
2. Appuyez sur la touche marche/arrêt de la
zone arrière droite.
3. Programmer un temps de cuisson (0-99min.)
avec les touches - et + du minuteur.
Le minuteur fonctionne seulement si la zone
pour lequel vous voudrez un temps de cuisson
(arrière droite), marche.
Vous pouvez changer le temps chaque
moment pendent la préparation. A la fin du
temps de préparation, vous devez entendre un
bip. La zone cessera alors de fonctionner.
Pour arrêter le bip à la fin du temps de
préparation, appuyez sur la
touche - ou + du minuteur. Si vous n'arrêtez
pas le bip, celui-ci s'arrêtera
automatiquement après 2 minutes.
Limiteur de durée de cuisson
Après un temps déterminé, le limiteur arrête
automatiquement les zones de cuisson en
fonction de la position programmée. Le temps
s'écoule dès qu'une position est sélectionnée.
Doncdès qu'une position de cuisson est de
nouveau sélectionnée, le temps recommence
à s'écouler:
Position Arrêt les zones de quisson apres:
1 jusqu'au 4 inclus 8 heures
5 jusqu'au 7 inclus 2 heures
8 et 9 1 heures
36 COMMANDE
Les zones qui se trouvent l'une derrière l'autre
s'influencent l'une l'autre.
Combinaisons
Lors de leur enclenchement, les zones qui se
trouvent l'une derrière l'autre font du bruit.
Ceci vient du fait que l'appareil passe de la
zone de cuisson qui se trouve sur le devant
vers celle qui se trouve à l'arrière et vice
versa.
Les zones qui se trouvent l'une à côté de
l'autre peuvent être programmées en même
temps sur une position élevée.
Vos premiers pas…
Au début, vous serez surpris par la vitesse de
l'appareil. Surtout par la vitesse à laquelle le
point d'ébullition est obtenu en utilisant une
position très élevée. Pour éviter que l'aliment
ne cuise trop ou ne se dessèche, surveillez la
cuisson. En cas de cuisson à l'induction, seule
la partie de la zone où se trouve la casserole
sera utilisée. Si vous utilisez une petite
casserole sur une grande plaque, la
puissance s'adaptera au diamètre de la
casserole.
Vous obtiendrez les meilleurs résultats en
utilisant une casserole qui a les mêmes
dimensions que la zone de cuisson. La
puissance sera donc moins élevée et il faudra
plus de temps pour que le contenu de la
casserole arrive à ébullition. Si vous utilisez
une casserole trop petite, la zone de cuisson
ne va pas s'enclencher. Le diamètre minimal
est de 12 cm.
Zone avant Zone arrière
5 9
6 8
7 7
8 6
9 5

39 COMMANDE
Sécurité supplémentaire
Sécurité plaque de cuisson
■Cettee dispositif de sécurité protège
l'électronique. Si la température de
l'électronique s'élève de trop, l'appareil
passera automatiquement à une puissance
plus basse.
■Si vour prenez une casserole de la zone de
cuison, la plaque de cuisson arrêtera
automatiquement. s'Habituer vous de
arrêtera zone a la main dávancer branchage
involontaire.
Sécurité casseroles
Si vous mettez sur la zone de cuisson une
casserole sans ingrédient ou avec peu d'huile, la
plaque de cuisson mesurera que le processus de
cuisson est trop rapide. L'appareil passera
automatiquement à une puissance plus basse.
Sécurité d'óbjet métallique
La zone de cuisson réagit seulement si la
casserole qui y est déposée, est adéquate
(>12 cm). En cas de cuiller ou de fourchette sur
la zone de cuisson, la zone de cuisson ne va pas
s'enclencher.
Sécurité pour la surchauffe de l'appareil
La sécurité pour la surchauffe de l'appareil soit
activé:
■en utilisant des casseroles qui conduisent la
chaleur insuffisamment ;
■en utilisant des positions plus haut pour
chauffer l'huile ou la graisse ;
■en cas d'un manque de circulation d'air (voir
aussi dispositif de sécurité pour la ventilation
dans le instructions d'installation).
En cas de surchauffe de la zone de cuisson
concernée, respectivement de toutes les zones
de cuisson, les situations suivantes risquent de
se présenter :
■la plaque de cuisson veillera à une légère
réduction de la puissance ajoutée (ce n'est
pas visible aux positions de cuisson affichées
dans les écrans) ;
■si ceci reste sans effet, la plaque de
cuisson s'arrêtera et l'écran affichera des
tirets.
Si la plaque de cuisson est encore assez
refroidie, les tirets éteindre et la plaque
restera hors service.
Evitez que le dispositif de sécurité pour la
surchauffe de l'appareil soit activé :
■en utilisant des casseroles qui conduisent
bien la chaleur ;
■en utilisant des positions plus basses pour
chauffer l'huile ou la graisse ;
■en assurant une bonne circulation d'air.
Au cas où le dispositif de sécurité pour la
surchauffe s'enclencherait encore, prenez
contact avec le service aprèsvente ou un
spécialiste agréé.
38 COMMANDE
Le voyant indique que la zone de cuisson est
arrête automatiquement par le symbole A. Pour
éteindre l'écran appuyez sur la touche + ou -
de zone. Vous devez entendre un double bip.
Sécurité enfants
L'appareil est équipé d'une sécurité enfants
qui ne permet plus d'activer les touches
lorsque celle-ci est enclenchée :
■Pour le nettoyage quotidien (les zones ou
les minuteurs ne sont pas actifs).
■En utilisant le thermostat pendant la
cuisson, on peut régler la température
choisie de façon constante.
Si vous bloquez les réglages à l'aide de la
touche Sécurité, vous pouvez encore utiliser
la touche Marche / Arrêt (arrêt d'urgence).
Verrouiller
Le zones à droite:
■Appuyez sur la touche + et - de la zone
avant droite (pendant 3 secondes).
■L'écran affiche la symbole pendant
quelques secondes. Après ceci le position
programmée se manifeste (si l'appareil est
actif) ou l'écrans durer éteint (si l'appareil
n'est pas actif).
Le zones à gauche:
■Appuyez sur la touche + et - de la zone
avant gauche (pendant 3 secondes).
■L'écran affiche la symbole pendant
quelques secondes. Après ceci le position
programmée se manifeste (si l'appareil est
actif) ou l'écrans durer éteint (si l'appareil
n'est pas actif).
On appuyez un touche verrouiller, l'écran de
la zone affiche la symbole ci-dessus pendant
quelques secondes. Après ceci le position
programmée se manifeste (si l'appareil est
actif) ou l'écrans durer éteint (si l'appareil
n'est pas actif).
Déverrouiller
Le zones à droite:
■Appuyez sur la touche + et - de la zone
avant droite (pendant 3 secondes).
Le zones à gauche:
■Appuyez sur la touche + et - de la zone
avant gauche (pendant 3 secondes).
This manual suits for next models
1
Table of contents
Languages:
Other ETNA Hob manuals

ETNA
ETNA KI129 Series User manual

ETNA
ETNA KEV158WIT User manual

ETNA
ETNA T009V User manual

ETNA
ETNA T380ZT User manual

ETNA
ETNA AKI680 Series User manual

ETNA
ETNA T266ZTUU/E1 User manual

ETNA
ETNA KIF562 Series User manual

ETNA
ETNA EFG507WIT User manual

ETNA
ETNA KIF470 Series User manual

ETNA
ETNA 1921VW User manual