Holmatro CT51 RH Series User manual

/i
CT 5111 (ST) (RH)
CT 5114 (ST) (RH)
CT 5117 (ST) (RH)
CT 5150
CT 5160 (ST)
Handleiding NL
Manual EN
Mode d’emploi FR
Betriebsanleitung DE
Manual ES
Manual PT
手册 ZH

2 916.001.554_003 CT51** (RH)(ST)
/i
5NL Voor het lezen van de handleiding s.v.p. het eerste en laatste blad van de omslag
uitvouwen.
28 EN To read the manual, please fold out the first and the last page of the cover.
51 FR Pour lire le manuel, veuillez déplier la première et la dernière page de la couverture.
74 DE Beim Lesen dieser Anleitung schlagen Sie bitte zunächst das erste und das letzte
Blatt des Umschlags auf.
99 ES Para leer este manual, por favor despliegue la primera y la última página de este
manual.
123 PT Antes de ler o manual desdobre s.f.f. a primeura e a última folha das capas.
148 ZH 阅读本手册前,请先将封面和封底折叠。
BG Ако езикът на Вашата страна липсва, моля, свържете се с Холматро.
CS Chybí-li jazyk vaší zeme, kontaktujte Holmatro.
DA Kontakt venligst Holmatro, hvis der ikke findes en brugervejledning på dit sprog.
EL Σε περίπτωση που η μητρική σας γλώσσας δεν υπάρχει, επικοινωνήστε με τη
Holmatro.
ET Juhul kui Teie emakeel puudub, palun võtke ühendust Holmatroga.
FI Ota yhteyttä Holmatroon, jos käyttöopasta ei ole saatavilla omalla äidinkielelläsi.
HU Ha az Ön országának nyelve hiányozna, kérjük lépjen kapcsolatba a Holmatro
céggel.
IS Ef enginn texti er á tungumáli lands þíns, vinsamlegast hafðu samband við Holmatro.
IT Contattare Holmatro se il manuale utente non è disponibile nella propria lingua.
LT Jeigu nera Jusu šalies kalbos, prašome susisiekti su Holmatro.
LV Ja jusu valsts valoda nav mineta, ludzu, sazinieties ar Holmatro.
MT Jekk il-lingwa ta' pajjizek hija nieqsa, jekk joghgbok ikkuntattja lil Holmatro.
NO Hvis ditt lands språk mangler, vær vennlig å kontakte Holmatro.
PL Jeśli podręcznik użytkownika nie jest dostępny w Twoim języku, skontaktuj się z
Holmatro.
RO Dacă limba ţării Dvs. lipseşte, vă rugăm contactaţi Holmatro.
SK Ak chýba jazyk vašej krajiny, kontaktujte, prosím, spolocnost Holmatro.
SL Ce jezik vaše države manjka, vas prosimo, da stopite v stik s Holmatro.
SV Kontakta Holmatro om denna användarmanual inte finns tillgänglig på ditt språk.

CT51** (RH)(ST) 916.001.554_003 3
Fig. 1
Fig. 2
12
1
2
3
4
5
5
3
6
6
7
7
8
9
10
10
11
12

4 916.001.554_003 CT51** (RH)(ST)
Fig. 3
Fig. 4
C
A
B
C

NL
CT51** (RH)(ST) 916.001.554_003 5
Nederlands
1 Inleiding
1.1 Disclaimer
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag op enige wijze openbaar worden gemaakt,
verveelvoudigd of gewijzigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Holmatro. Holmatro
behoudt zich het recht voor onderdelen van gereedschappen zonder voorafgaande mededeling te
wijzigen of aan te passen. De inhoud van deze gebruikershandleiding kan eveneens op ieder moment
worden gewijzigd. Deze gebruikershandleiding is gebaseerd en heeft betrekking op de op dit moment
vervaardigde types en geldende regelgeving. Holmatro aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor
eventuele schade voortvloeiende uit het gebruik van deze gebruikershandleiding met betrekking tot
enigerlei geleverde of eventueel te leveren apparatuur, behoudens opzet of grove schuld van de zijde
van Holmatro. Neem voor nadere informatie over het gebruik van de gebruikershandleiding, onderhoud
en/of reparatie van Holmatro-apparatuur contact op met Holmatro of met de officieel hiervoor
aangewezen distributeur. Aan de samenstelling en nauwkeurigheid van deze gebruikershandleiding is
uiterste zorg besteed. Holmatro stelt zich echter niet aansprakelijk voor fouten en ontbrekende delen of
hieruit voortvloeiende verplichtingen. Neem bij onduidelijkheid over de juistheid of de volledigheid van
deze gebruikershandleiding contact op met Holmatro.
1.2 Over deze handleiding
De originele instructies in deze handleiding zijn geschreven in het Engels. Versies van deze handleiding
die in een andere taal zijn opgesteld, zijn een vertaling van de originele instructies.
1.3 Definities
/i
1.4 Algemeen
Van harte gefeliciteerd met de aankoop van dit Holmatro-product. Deze gebruikershandleiding geeft
instructies met betrekking tot bediening, onderhoud, storingen en veiligheid van de betreffende
apparatuur. Ook worden veiligheidsvoorschriften voor het gebruik van een compleet Holmatro-systeem
in deze gebruikershandleiding beschreven. Afbeeldingen in deze gebruikershandleiding kunnen,
afhankelijk van het type, enigszins afwijken.
Alle bij de inbedrijfstelling, de bediening, het onderhoud en het verhelpen van storingen met betrekking
tot de apparatuur betrokken personen moeten deze gebruikershandleiding hebben gelezen en
begrepen, met name de veiligheidsvoorschriften.
Om bedieningsfouten te voorkomen en voor een storingsvrije werking van de apparatuur moeten de
gebruikershandleidingen altijd voor de bediener beschikbaar zijn.
Systeem: samenstel van pomp, slang(en) en gereedschap(pen).
Pomp: apparaat dat hydraulisch debiet en hydraulische druk levert.
Slang: een samenstel van een flexibele hydraulische leiding met koppelingen.
Gereedschap: hydraulisch instrument zoals een schaar, spreider, combigereedschap, ram
of cilinder.
Apparatuur: gereedschap(pen), slang(en), pomp of accessoires.

NL
6 916.001.554_003 CT51** (RH)(ST)
1.5 Toepassing
Dit product maakt deel uit van de apparatuur bedoeld voor gebruik door hulpdiensten, voor het snijden,
spreiden of wegdrukken van constructieve delen van voertuigen of constructies.
CORE™ is een gepatenteerd systeem en mag uitsluitend worden toegepast in CORE™-systemen.
Gebruik uitsluitend Holmatro-adapters.
1.5.1 Systeemvereisten
Vanwege de verschillen in besturing, bedrijfsdruk en het vereiste olievolume per gereedschap, kan dit
product niet met alle Holmatro-pompen, -slangen en -gereedschappen worden gecombineerd.
Raadpleeg bij twijfel over de compatibiliteit van het systeem altijd de Holmatro-dealer.
1.6 Gekwalificeerd personeel
Alleen voor gebruik van het systeem opgeleide personen mogen het systeem bedienen. Neem altijd de
lokale wetgeving en de veiligheids- en milieuvoorschriften in acht. Alleen een door Holmatro
gecertificeerde technicus mag reparaties uitvoeren.
1.7 Garantie
Zie voor de garantiebepalingen de algemene verkoopvoorwaarden. Deze kunt u opvragen bij uw
Holmatro-dealer.
Holmatro maakt u erop attent dat iedere garantie op uw apparatuur of systeem komt te vervallen en dat
u Holmatro dient te vrijwaren voor eventuele productaansprakelijkheid en verantwoordelijkheid indien:
• service en onderhoud niet strikt volgens de instructies worden uitgevoerd, reparaties niet worden
verricht door een gecertificeerde technicus van Holmatro of zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming worden uitgevoerd;
• eigenhandige veranderingen en constructieve veranderingen worden aangebracht,
veiligheidsinrichtingen worden uitgeschakeld, hydraulische kleppen ondeskundig worden afgesteld
en reparaties gebrekkig worden uitgevoerd;
• geen originele Holmatro-onderdelen of andere dan de voorgeschreven smeermiddelen worden
gebruikt;
• de apparatuur of het systeem onoordeelkundig, met verkeerde bediening, onjuist, onachtzaam of
niet in overeenstemming met zijn aard en/of bestemming wordt gebruikt.
1.8 Conformiteitsverklaring
De apparatuur is CE-gecertificeerd. Dit betekent dat de apparatuur voldoet aan de essentiële
veiligheidseisen. De originele conformiteitsverklaring wordt bij de apparatuur geleverd.
De normen en richtlijnen waarmee in het ontwerp rekening is gehouden, worden vermeld in de
paragraaf 'Technische Specificaties' in dit document.
2 Veiligheidsvoorschriften
2.1 Verklaring van de symbolen in deze handleiding
In deze handleiding worden de onderstaande symbolen gebruikt om mogelijke gevaren aan te geven.
GEVAAR
Geeft een dreigende gevaarlijke situatie aan die, indien deze niet wordt vermeden, tot ernstig
of dodelijk letsel zal leiden.

NL
CT51** (RH)(ST) 916.001.554_003 7
Neem deze voorschriften en de lokaal geldende veiligheidsvoorschriften te allen tijde in acht en ga altijd
zeer zorgvuldig te werk.
Informeer alle bij de werkzaamheden betrokken personen over deze veiligheidsvoorschriften.
2.2 Typeplaat en CE-markering op de apparatuur
2.2.1 Algemeen
Zie Fig. 1.
Alle op de apparatuur aangebrachte pictogrammen betreffende veiligheid en gevaar moeten in acht
worden genomen en duidelijk leesbaar blijven.
2.2.2 Markeringen
/i
WAARSCHUWING
Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, indien deze niet wordt vermeden, tot ernstig
of dodelijk letsel kan leiden.
VOORZICHTIG
Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, indien deze niet wordt vermeden, tot lichte of
matige verwondingen kan leiden.
LET OP
Wordt gebruikt om werkwijzen aan te duiden die geen fysiek letsel opleveren maar die, indien
deze niet worden vermeden, tot schade aan eigendommen kan leiden.
OPMERKING
Benadrukt belangrijke informatie voor optimaal gebruik van het product. Dit symbool staat in
de gebruikershandleiding bij alle voorschriften die betrekking hebben op gebruik van het
product of onderhoud.
WAARSCHUWING
Het niet opvolgen van deze instructies kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel, een dodelijk
ongeval, schade aan het systeem of gevolgschade.
Pos. Soort
markering Beschrijving Onderdeelnr.
A Typeplaat Typeplaat met:
• Typeaanduiding
• Serienummer
• Productiedatum
•CE-markering
Neem contact op met
Holmatro.
BWAARSCHUWING
Gevaar voor afknippen of afknellen van
lichaamsdelen.
Neem contact op met
Holmatro.

NL
8 916.001.554_003 CT51** (RH)(ST)
2.3 Algemene veiligheidsvoorschriften
• Gebruik deze apparatuur uitsluitend voor de werkzaamheden waarvoor deze is bedoeld.
Raadpleeg bij twijfel of onduidelijkheden altijd uw Holmatro-dealer.
• Vervang onleesbare veiligheidssymbolen/pictogrammen en/of informatielabels door identieke
modellen, verkrijgbaar bij de Holmatro-dealer.
• Gelakte, kunststof en rubberen onderdelen zijn niet bestand tegen bijtende zuren of vloeistoffen.
Spoel alle onderdelen die in contact zijn gekomen met bijtende zuren of vloeistoffen af met ruim
water, behalve elektrische onderdelen. Raadpleeg uw Holmatro-dealer voor een bestendigheidlijst.
• Voorkom vuil in en op de koppelingen.
• Bescherm de apparatuur tegen vonken bij las- of slijpwerkzaamheden.
• Vermijd een ongezonde werkhouding. Hierdoor kunnen lichamelijke klachten ontstaan.
BWAARSCHUWING
Draag een veiligheidsbril (of een volledig
gelaatscherm).
Neem contact op met
Holmatro.
WAARSCHUWING
Draag veiligheidsschoenen met goede steun voor
de enkels en bescherming voor de tenen.
OPMERKING
Lees voor gebruik de gebruikershandleiding.
WAARSCHUWING
Draag veiligheidshandschoenen.
WAARSCHUWING
Draag veiligheidskleding voor het gehele lichaam
voorzien van reflecterend materiaal.
WAARSCHUWING
Draag een helm.
Pos. Soort
markering Beschrijving Onderdeelnr.

NL
CT51** (RH)(ST) 916.001.554_003 9
• Volg de inspectie- en onderhoudsvoorschriften op.
• Ombouw van het apparaat of het systeem mag uitsluitend worden uitgevoerd door een door
Holmatro gecertificeerde technicus. Bewaar in geval van ombouw zowel de oorspronkelijke
handleiding als de ombouwhandleiding.
• Gebruik uitsluitend originele Holmatro-onderdelen en door Holmatro voorgeschreven
onderhoudsproducten.
2.4 Persoonlijke veiligheid
Reddingspersoneel dient alle persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen zoals die worden
voorgeschreven in de standaardwerkprocedure. Nalatig gebruik van persoonlijke
beschermingsmiddelen kan leiden tot ernstig letsel. Draag tijdens gebruik minimaal de volgende
persoonlijke beschermingsmiddelen:
•Helm;
• Veiligheidsbril of volledig gelaatscherm;
• Veiligheidshandschoenen;
• Veiligheidskleding voor het gehele lichaam voorzien van reflecterend materiaal;
• Veiligheidsschoenen met goede steun voor de enkels en bescherming voor de tenen;
• Masker met filter voor gebruik bij het snijden van glas of bepaalde kunststoffen.
2.5 Veiligheidsvoorschriften met betrekking tot de apparatuur
• Berg het combigereedschap op met de messen een klein stukje geopend.
• Zorg ervoor dat er een flexibele beschermplaat tussen de plek van knippen en het slachtoffer(s) is
geplaatst.
• Zorg ervoor dat het te knippen materiaal zover mogelijk in de mesopening is geplaatst.
• Vermijd contact met de punten en snijkanten van de messen zodat u zich niet verwond.
• Knip nooit onderdelen die onder hydraulische of pneumatische druk of onder elektrische of
mechanische spanning staan.
• Als de messen niet loodrecht op het te knippen materiaal staan, kunnen ze loskomen. Dit is een
gevaarlijke situatie die kan leiden tot ernstige beschadiging van de apparatuur en ernstige
verwondingen. Stop direct als de messen wijken.
• Belast alleen de spreidpunten.
• Probeer altijd het gehele oppervlak van de spreidpunten te gebruiken.
• Stop als de spreidpunten hun grip verliezen en zoek een nieuw afzetpunt.
• Zorg dat eventueel gebruikte accessoires goed aan de messen zijn bevestigd.
2.6 Veiligheidsvoorschriften met betrekking tot de bediening van het systeem
• Voer voordat u de werkzaamheden start een risicoanalyse betreffende de procedure uit (EN-ISO
12100).
• Houd omstanders op afstand en ga extra voorzichtig te werk in de buurt van mensen en dieren.
• Zorg dat de werkruimte overzichtelijk en goed verlicht is.
• Vermijd stress en werk gestructureerd. Dit verlaagt de kans op fouten, combinaties van gevaren en
ongevallen.
• Controleer voor gebruik de apparatuur op beschadigingen. Gebruik de apparatuur niet als deze niet
in goede staat is en neem contact op met uw Holmatro-dealer.
• Zorg dat u op een stabiele ondergrond staat en houd de apparatuur met beide handen vast.
• Houd het gereedschap uitsluitend vast aan de draaggreep. Gebruik nooit een deel van de slang als
draaggreep.
• Ga tijdens de bediening nooit tussen het object en de apparatuur staan.
• Controleer tijdens gebruik continu de situatie van de apparatuur en de constructie.

NL
10 916.001.554_003 CT51** (RH)(ST)
• Zet delen van een object die kunnen wegspringen vast.
• Koppel of ontkoppel koppelingen nooit terwijl het systeem onder druk staat.
• Gebruik uitsluitend originele Holmatro-hulpstukken en controleer of ze correct zijn aangesloten.
• Zorg dat lichaamsdelen nooit tussen bewegende onderdelen komen. Het risico bestaat dat
lichaamsdelen worden geplet of afgesneden.
• Controleer of de dodemansgreep niet is geblokkeerd.
• Stop onmiddellijk als het systeem vreemde geluiden maakt of afwijkend gedrag vertoont.
• Stop onmiddellijk als het apparaat olie lekt. Onder druk ontsnappende olie kan de huid
binnendringen en ernstig letsel veroorzaken. Ga onmiddellijk naar een ziekenhuis voor medische
hulp als iemand met olie wordt geïnjecteerd. Geef de arts de specificaties van de olie.
• Breng apparatuur die niet wordt gebruikt direct terug naar het gereedschapsstation.
• Neem de voor andere bij de operatie gebruikte apparatuur geldende veiligheidsvoorschriften altijd
in acht.
2.7 Veiligheidsvoorschriften met betrekking tot onderhoud
• Draag persoonlijke beschermingsmiddelen tijdens het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden.
• Werk nooit zodanig dat de veiligheid in gevaar kan komen.
• Zorg dat de apparatuur niet kan wegrollen of omkantelen. De besturing en aandrijving moeten zijn
uitgeschakeld en tegen onverwacht inschakelen zijn beveiligd.
• Zorg dat bewegende onderdelen niet onverwacht kunnen gaan bewegen.
• Vang gebruikte of gelekte vloeistoffen en andere producten die tijdens de werkzaamheden worden
verbruikt op en voer deze op een milieuvriendelijke manier af.
3 Beschrijving
3.1 Apparatuur
Het combigereedschap is een onderdeel van de reddingsapparatuur waarmee slachtoffers kunnen
worden bereikt. Het is een veelzijdig combigereedschap met de functie van een schaar en een spreider
in één gereedschap. Dit gereedschap wordt bij reddingsacties gebruikt om constructieonderdelen te
snijden, te spreiden, te knijpen of te trekken. Het kan materiaal stevig samenknijpen of pletten en zo
zwakke draaipunten of later gemakkelijker te snijden plaatsen creëren. Het kan onderdelen met kracht
van elkaar losmaken of inkepingen op bepaalde plaatsen maken, waardoor de constructie zwakker
wordt. Door accessoires op de punten te plaatsen, kunnen materialen naar elkaar toe worden
getrokken. Het combigereedschap is uitgevoerd als een door één persoon te bedienen
handgereedschap. Het gereedschap wordt met slang(en) aangesloten op een pomp. Aan de voorzijde
van het gereedschap bevinden zich twee messen met spreidpunten die een schaar- of spreidbeweging
maken. Door de hoge hydraulische druk die wordt toegepast kunnen deze gereedschappen grote
kracht uitoefenen.
3.1.1 Typebenaming
Voorbeeld: CT 5111 ST
/i
Cijfer Voorbeeld Beschrijving
1-2 CT CT = Combigereedschap (CombiTool)
3-6 5111 Type-aanduiding
7-8 ST ST = Speciale Tactieken
RH = Roterende Handgreep

NL
CT51** (RH)(ST) 916.001.554_003 11
3.2 Productidentificatie (Fig. 2)
/i
3.3 Technische specificaties
/i
/i
1 Spreidpunten 7 CORE koppeling
2 Mes 8 Schakelaar (lamp)
3 Draaggreep 9 Verlichting
4 Vergrendelingsknop van de draaggreep 10 Dekplaat
5 Dodemansgreep 11 Vergrendelingsbalk van de draaggreep
6 Overdrukventiel 12 Snijkant van het mes
Omschrijving Eenheid Algemeen
max. werkdruk (bar/Mpa) 720 / 72
psi 10443
type hydrauliekolie - ISO-L HV VG 15/22
accutype verlichting - AA 1.5V
trillingsniveau m/s² < 2.5
beschermingsgraad - IP68
temperatuurbereik °C -20 + 55
°F -4 + 131
normen - 2006/42/EC
Omschrijving Eenheid CT 5111 CT 5111 RH CT 5111 ST
max. opening van de
spreider
mm 281 281 281
in 11.1 11.1 11.1
max. spreidkracht kN/t 457 / 46.6 457 / 46.6 457 / 46.6
lbf 102738 102738 102738
min. spreidkracht1
(EN13204)
kN/t 48 / 4.9 48 / 4.9 48 / 4.9
lbf 10791 10791 10791
max. spreidkracht
(NFPA 1936, HSF)
kN/t 52 / 5.3 52 / 5.3 52 / 5.3
lbf 11690 11690 11690
min. spreidkracht
(NFPA 1936, LSF)
kN/t 40 / 4.1 40 / 4.1 40 / 4.1
lbf 8992 8992 8992
max. bekopening mm 196 196 196
in 7.7 7.7 7.7
max. knipkracht kN/t 206 / 21 206 / 21 206 / 21
lbf 46311 46311 46311
max. knijpkracht kN/t 44 / 4.5 44 / 4.5 44 / 4.5
lbf 9892 9892 9892
max. trekweg mm - - -
in - - -
max. trekkracht
(NFPA 1936, HPF)
kN/t - - -
lbf - - -

NL
12 916.001.554_003 CT51** (RH)(ST)
/i
min. trekkracht
(NFPA 1936, LPF)
kN/t - - -
lbf - - -
benodigd olievolume
(effectief)
cc 55 55 55
oz 1.9 1.9 1.9
gewicht, gebruiksklaar kg 8 7.9 7.9
lb 17.6 17.4 17.4
afmetingen (AxBXC)
zie Fig. 3
mm 545 x 275 x 192 545 x 217 x 115 540 x 217 x 115
in 21.5 x 10.8 x 7.6 21.5 x 8.5 x 4.5 21.3 x 8.5 x 4.5
EN 13204 classificatie - BK48/281-E-8.0 BK48/281-E-7.9 BK48/281-E-7.9
EN 13204 knipcapaciteit - 1E 2E 3E 4E 5E
zie Fig. 15
1E 2E 3E 4E 5E
zie Fig. 15
1E 2E 3E 4E 5E
zie Fig. 15
NFPA 1936 knipcapaciteit - A5/B5/C5/D6/E4
zie Fig. 19
A5/B5/C5/D6/E4
zie Fig. 19
A5/B5/C5/D6/E4
zie Fig. 19
1. Spreider gesloten en 25 mm vanaf de punten en over het volledige spreidbereik volgens de
norm EN13204.
Omschrijving Eenheid CT 5114 CT 5114 RH CT 5114 ST
max. opening van de
spreider
mm 362 362 362
in 14.3 14.3 14.3
max. spreidkracht kN/t 131 / 13.4 131 / 13.4 131 / 13.4
lbf 29450 29450 29450
min. spreidkracht1
(EN13204)
kN/t 33 / 3.4 33 / 3.4 33 / 3.4
lbf 7419 7419 7419
max. spreidkracht
(NFPA 1936, HSF)
kN/t 40 / 4.1 40 / 4.1 40 / 4.1
lbf 8992 8992 8992
min. spreidkracht
(NFPA 1936, LSF)
kN/t 30 / 3.1 30 / 3.1 30 / 3.1
lbf 6744 6744 6744
max. bekopening mm 277 277 277
in 10.9 10.9 10.9
max. knipkracht kN/t 268 / 27.3 268 / 27.3 268 / 27.3
lbf 60249 60249 60249
max. knijpkracht kN/t 34 / 3.5 34 / 3.5 34 / 3.5
lbf 7644 7644 7644
max. trekweg mm - - -
in ---
max. trekkracht
(NFPA 1936, HPF)
kN/t---
lbf---
min. trekkracht
(NFPA 1936, LPF)
kN/t---
lbf---
benodigd olievolume
(effectief)
cc 55 55 55
oz 1.9 1.9 1.9
Omschrijving Eenheid CT 5111 CT 5111 RH CT 5111 ST

NL
CT51** (RH)(ST) 916.001.554_003 13
/i
gewicht, gebruiksklaar kg 8.5 8.4 8.4
lb 18.7 18.5 18.5
afmetingen (AxBXC)
zie Fig. 3
mm 596 x 276 x 193 598 x 217 x 115 598 x 217 x 115
in 23.5 x 10.9 x 7.6 23.5 x 8.5 x 4.5 23.5 x 8.5 x 4.5
EN 13204 classificatie - BK33/362-E-8.5 BK33/362-E-8.4 BK33/362-E-8.4
EN 13204 knipcapaciteit - 1E 2E 3E 4E 5E
Zie Fig. 15
1E 2E 3E 4E 5E
Zie Fig. 15
1E 2E 3E 4E 5E
Zie Fig. 15
NFPA 1936 knipcapaciteit - A5/B5/C5/D6/E4
Zie Fig. 19
A5/B5/C5/D6/E4
Zie Fig. 19
A5/B5/C5/D6/E4
Zie Fig. 19
1. Spreider gesloten en 25 mm vanaf de punten en over het volledige spreidbereik vol-
gens de norm EN13204.
Omschrijving Eenheid CT 5117 CT 5117 RH CT 5117 ST
max. opening van
de spreider
mm 431 431 431
in 17 17 17
max. spreidkracht kN/t 54 / 5.5 54 / 5.5 54 / 5.5
lbf 12140 12140 12140
min. spreidkracht1
(EN13204)
kN/t 28 / 2.9 28 / 2.9 28 / 2.9
lbf 6295 6295 6295
max. spreidkracht
(NFPA 1936, HSF)
kN/t 32 / 3.3 32 / 3.3 32 / 3.3
lbf 7194 7194 7194
min. spreidkracht
(NFPA 1936, LSF)
kN/t 25 / 2.5 25 / 2.5 25 / 2.5
lbf 5620 5620 5620
max. bekopening mm 352 352 352
in 13.9 13.9 13.9
max. knipkracht kN/t 204 / 20.8 204 / 20.8 204 / 20.8
lbf 45861 45861 45861
max. knijpkracht kN/t 27 / 2.8 27 / 2.8 27 / 2.8
lbf 6070 6070 6070
max. trekweg mm 426 426 426
in 16.8 16.8 16.8
max. trekkracht
(NFPA 1936, HPF)
kN/t 27 / 2.8 27 / 2.8 27 / 2.8
lbf 6070 6070 6070
min. trekkracht
(NFPA 1936, LPF)
kN/t 18 / 1.8 18 / 1.8 18 / 1.8
lbf 4047 4047 4047
benodigd olievolume
(effectief)
cc 55 55 55
oz 1.9 1.9 1.9
gewicht,
gebruiksklaar
kg 8.6 8.6 8.6
lb 19 19 19
afmetingen (AxBXC)
zie Fig. 3
mm 641 x 275 x 192 641 x 217 x 115 637 x 217 x 115
in 25.2 x 10.8 x 7.6 25.2 x 8.5 x 4.5 25.1 x 8.5 x 4.5
Omschrijving Eenheid CT 5114 CT 5114 RH CT 5114 ST

NL
14 916.001.554_003 CT51** (RH)(ST)
/i
EN 13204
classificatie
- BK28/431-E-8.6 BK28/431-E-8.6 BK28/431-E-8.6
EN 13204
knipcapaciteit
- 1E 2E 3E 4E 5E
zie Fig. 15
1E 2E 3E 4E 5E
zie Fig. 15
1E 2E 3E 4E 5E
zie Fig. 15
NFPA 1936
knipcapaciteit
- A5/B5/C4/D6/E4
zie Fig. 19
A5/B5/C4/D6/E4
zie Fig. 19
A5/B5/C4/D6/E4
zie Fig. 19
1. Spreider gesloten en 25 mm vanaf de punten en over het volledige spreidbe-
reik volgens de norm EN13204.
Omschrijving Eenheid CT 5150 CT 5160 (ST)
max. opening van de
spreider
mm 380 468
in 15 18.4
max. spreidkracht kN/t 1860 / 189.7 1367 / 139.4
lbf 418145 307314
min. spreidkracht1
(EN13204)
kN/t 43 / 4.4 44.5 / 4.5
lbf 9667 10004
max. spreidkracht
(NFPA 1936, HSF)
kN/t 44 / 4.5 47.1 / 4.8
lbf 9892 10589
min. spreidkracht
(NFPA 1936, LSF)
kN/t 39 / 4 39.2 / 4
lbf 8768 8813
max. bekopening mm 320 394
in 12.6 15.5
max. knipkracht kN/t 670 / 68.3 929 / 94.7
lbf 150622 208848
max. knijpkracht kN/t 87 / 8.9 87.9 / 9
lbf 19558 19761
max. trekweg mm 293 342
in 11.5 13.5
max. trekkracht
(NFPA 1936, HPF)
kN/t 104 / 10.6 105 / 10.7
lbf 23380 23605
min. trekkracht
(NFPA 1936, LPF)
kN/t 83 / 8.5 86.4 / 8.8
lbf 18659 19423
benodigd olievolume
(effectief)
cc 135 186
oz 4.6 6.3
gewicht,
gebruiksklaar
kg 14.8 17.6
lb 32.6 38.8
afmetingen (AxBXC)
zie Fig. 3
mm 767 x 277 x 202 885 x 279 x 201
in 30.2 x 10.9 x 8 34.8 x 11 x 7.9
EN 13204 classificatie - CK43/380-J-14.8 CK45/468J-17.6
EN 13204 knipcapaciteit - 1J 2J 3K 4K 5K
zie Fig. 18
1J 2K 3K 4K 5K
zie Fig. 17
Omschrijving Eenheid CT 5117 CT 5117 RH CT 5117 ST

NL
CT51** (RH)(ST) 916.001.554_003 15
3.4 Accessoires
/i
/i
4 Eerste gebruik
4.1 Algemeen
• Controleer de uitrusting op compleetheid en schade. Gebruik de apparatuur niet als deze
beschadigd is.
Neem in dat geval contact op met de Holmatro-dealer.
• Controleer de werking van de dodemansgreep. De hendel moet als u hem loslaat naar de neutrale
stand terugkeren.
4.2 De accu voor de LED-verlichting plaatsen
Zie Fig. 13.
In de draagbeugel wordt de accu geplaatst voor de LED-verlichting. Deze accu heeft een levensduur
van ± 6 uur.
• Verwijder de afdekkap (C) door beide schroeven (B) los te draaien.
• Installeer de accu (A) in de accuhouder van de draagbeugel.
• Plaats de afdekkap terug en draai de schroeven vast.
NFPA 1936
knipcapaciteit
- A7 B8 C8 D8 E8
zie Fig. 19
A8 B9 C8 D9 E9
zie Fig. 19
1. Spreider gesloten en 25 mm vanaf de punten en over het volledige
spreidbereik volgens de norm EN13204.
Beschrijving CT 5111 (RH)
CT 5114 (RH)
CT 5111 ST
CT 5114 ST CT 5117 (RH) CT 5117 ST
Set trekhulpstukken - - 150.182.241 150.182.241
Set trekkettingen - - 150.582.548 150.582.548
Draagharnas - 150.553.115 - 150.553.115
Draagtas - 150.182.227 - 150.182.227
Set trekhulpstukken +
spreidpunten
----
Beschrijving CT 5150 CT 5160 (ST)
Set trekhulpstukken 150.182.078 150.182.078
Set trekkettingen 150.582.261 150.582.261
Draagharnas - -
Draagtas - -
Set trekhulpstukken +
spreidpunten
150.182.365 150.182.365
Omschrijving Eenheid CT 5150 CT 5160 (ST)

NL
16 916.001.554_003 CT51** (RH)(ST)
5Bediening
5.1 Werking van het systeem
5.1.1 Algemeen
Een systeem is een samenstel van een hydraulische pomp, een slang(en) en één of meerdere
gereedschappen.
De hydraulische pomp wordt aangedreven door een verbrandingsmotor, elektromotor, pneumatisch of
middels hand- of voetkracht. Deze pomp verplaatst hydrauliekolie en is in staat om druk op te bouwen.
De slang dient als transportmiddel van de hydrauliekolie tussen de pomp en het gereedschap.
In het gereedschap bevindt zich een hydraulische cilinder met daarin een zuiger die een axiale
beweging kan maken. Als de cilinder aan de onderzijde wordt volgepompt, wordt er druk opgebouwd
onder de zuiger, zodat deze naar buiten wordt gedrukt. Wordt de cilinder aan de bovenzijde
volgepompt, dan wordt de zuiger in de cilinder gedrukt.
De richting van de beweging van de cilinder wordt bepaald door een regelventiel, de zogenaamde
dodemansgreep. Deze dodemansgreep kan naar links of rechts worden gedraaid, waardoor de
beweegrichting van de zuiger wordt bepaald. In de neutrale stand wordt er geen druk opgebouwd in de
cilinder en stroomt de olie drukloos terug naar de pomp. Als de dodemansgreep wordt losgelaten, komt
deze vanzelf terug in de neutrale stand en stopt de beweging van de zuiger onmiddellijk.
In gereedschappen als scharen, spreiders en combigereedschappen brengt de axiale beweging van de
zuiger een mechanisme in beweging, waardoor een knip- of spreidbeweging ontstaat.
De slang is het onderdeel dat de pomp aan het gereedschap verbindt, waardoor een gesloten systeem
ontstaat.
5.1.2 CORE™ koppelingen
De hydraulische slang van het CORE™-systeem is één slang die een combinatie vormt van een
hogedruktoevoerslang in een lagedrukretourslang. De vrouwelijke koppeling heeft een unieke functie:
na ontkoppeling verbindt deze binnenin de toevoer- en retourleidingen met elkaar. Hierdoor kunt u
gereedschappen aansluiten en ontkoppelen zonder dat de olietoevoer naar de slang onderbroken hoeft
te worden.
5.2 Koppel de hydraulische slang(en)
5.2.1 Algemeen
5.2.2 Slang met CORE™-koppelingen
Zie Fig. 5.
• Verwijder de stofkappen van de koppelingen.
• Controleer de koppelingen op vuil en beschadigingen en reinig ze indien nodig.
• Steek de koppelingen in elkaar door ze tegen elkaar te houden en in één beweging de mannelijke
koppeling recht in de vrouwelijke koppeling te duwen. Hierbij moet de buitenring van de vrouwelijke
koppeling in tegengestelde richting van de pijlen bewegen.
• Trek aan beide koppelingen om te controleren of ze niet met normale handkracht uit elkaar kunnen
worden getrokken.
VOORZICHTIG
Gebruik nooit beschadigde koppelingen.
Gebruik nooit tangen of dergelijke gereedschappen om de hydraulische koppelingen aan te
sluiten.

NL
CT51** (RH)(ST) 916.001.554_003 17
• Plaats de stofkappen in elkaar om binnendringing van vuil te voorkomen.
5.3 Ontkoppel de hydraulische slang(en)
5.3.1 Algemeen
5.3.2 Slang met CORE™-koppelingen
Zie Fig. 6.
• Koppel de stofkappen van elkaar los.
• Ontkoppel de koppelingen door de buitenring op de vrouwelijke koppeling te draaien en daarna in
de richting van de pijlen te schuiven. De mannelijke koppeling zal losschieten.
• Verwijder vuil en olie van de koppelingen en de stofkappen.
• Plaats de stofkappen op de vrouwelijke en mannelijke koppeling terug.
5.4 Ontlast de druk in niet aangesloten slangen en gereedschappen
5.4.1 Algemeen
Door temperatuursverschillen kan een overdruk ontstaan in niet gekoppelde slangen en
gereedschappen. Deze overdruk kan koppelen onmogelijk maken. Met behulp van het
drukontlastgereedschap kan deze overdruk weggenomen worden. Deze accessoire is verkrijgbaar voor
alle Holmatro slangensystemen en wordt standaard bij elke pomp meegeleverd.
5.4.2 Slang met CORE™ koppelingen
Zie Fig. 7.
• Bevestig het drukontlastgereedschap aan de mannelijke koppeling (1).
• Draai de knop rechtsom (2) om de overdruk af te laten. Hierbij komt wat olie vrij.
• Draai de knop linksom (3).
• Verwijder het drukontlastgereedschap van de koppeling (4).
5.5 Werking van de dodemansgreep
De dodemansgreep bepaalt de beweging van de plunjer(s). In de middenstand wordt er geen druk
opgebouwd en stroomt de olie drukloos terug naar de pomp. Als de dodemansgreep wordt losgelaten,
keert deze vanzelf terug naar de neutrale stand en stopt de beweging van de plunjer(s).
/i
LET OP
Sla de slang niet met de uiteinden aan elkaar gekoppeld op.
VOORZICHTIG
Gebruik nooit tangen of vergelijkbare gereedschappen om de hydraulische koppelingen los
te koppelen.
LET OP
Wij raden u aan om meerdere exemplaren voorradig te hebben.
Houd de dodemansgreep in deze stand om de gereedschappen/messen te openen.
Er wordt druk opgebouwd in het gereedschap. Retourolie uit het gereedschap
stroomt drukloos terug naar de pomp.

NL
18 916.001.554_003 CT51** (RH)(ST)
5.6 Lichtschakelaar
Zie Fig. 2.
Op de draaggreep bevindt zich een schakelaar voor de geïntegreerde LED-lampen (geldt niet voor
modellen ST en RH).
• Druk op de schakelaar om de lamp in en uit te schakelen.
• De accu moet worden vervangen wanneer de verlichting niet meer inschakelt als de schakelaar
wordt ingedrukt.
5.7 Accessoires bevestigen
5.7.1 Set van trekhulpstukken en trekkettingen
Trekhulpstukken maken gebruik van een combigereedschap voor trekken mogelijk. Plaats de
trekhulpstukken op de messen. Gebruik de trekhulpstukken uitsluitend in combinatie met de
bijbehorende trekkettingenset. Deze trekkettingen bestaan uit twee delen, ieder met een inkortklauw die
uitsluitend in de ketting haakt. De kettingen zijn respectievelijk 1,5 m en 3 m lang.
5.7.2 CT 5117
Zie Fig. 11
• Zorg dat de messen een klein stukje geopend zijn.
• Schuif de grendel (A) in de richting van het uiteinde van het trekpunt.
• Plaats de trekadapter (B) op de spreidpunt (C).
• Maak de grendel (A) vrij zodat het trekpunt op het spreidpunt wordt vastgezet.
5.7.3 CT 5160
Zie Fig. 10
• Zorg dat de messen een klein stukje geopend zijn.
• Druk op (A) en trek de pen (B) naar buiten tot deze vergrendelt.
• Verwijder de spreidpunten van de messen (C).
Zie Fig. 4
• Plaats de trekadapters over de messen.
• Duw de pennen maximaal naar binnen tot zij in de weergegeven positie vergrendelen.
5.8 De draaggreep invouwen (Fig. 14)
• Beweeg de vergrendelingsbalk van de handgreep (11) omhoog (2).
• Vouw de draaggreep nagenoeg in de gewenste positie. Ontgrendel de vergrendelingsbalk (11) en
draai de draaggreep tot hij vergrendelt.
Houd de dodemansgreep in deze stand om de gereedschappen/messen te sluiten.
Er wordt druk opgebouwd in het gereedschap. Retourolie uit het gereedschap
stroomt drukloos terug naar de pomp.
WAARSCHUWING
Hijsen met deze hulpstukken is niet toegestaan.
De trekhulpstukken zijn uitsluitend bedoeld voor het horizontaal verplaatsen van lasten.
VOORZICHTIG
Controleer wat de last doet en zorg dat deze altijd wordt ondersteund.
Zorg dat het gereedschap vrij kan bewegen tijdens het trekken en dat het altijd in een rechte
lijn tussen beide trekhulpstukken blijft.

NL
CT51** (RH)(ST) 916.001.554_003 19
5.9 De draaggreep draaien (Fig. 14)
• Duw de vergrendelingsknop van de draaggreep (4) in.
• Draai de draaggreep nagenoeg in de gewenste positie. Ontgrendel de vergrendelingsknop (4) en
draai de draaggreep tot hij vergrendelt.
6Gebruik
6.1 Algemeen
De apparatuur van een reddingssysteem moet altijd gebruiksgereed zijn. Dit betekent dat controles en
inspecties direct na gebruik voordat de apparatuur wordt opgeborgen plaats moeten vinden.
6.2 Koppelen van de hydraulische slang(en)
De handelingen voor het koppelen van de hydraulische slang(en) worden beschreven in hoofdstuk 5.
• Sluit de hydraulische slang(en) aan op het gereedschap en de pomp.
• Start de pomp.
Het systeem is nu gereed voor gebruik.
6.3 Beweging van het gereedschap
De messen openen en sluiten relatief snel totdat ze op weerstand stuiten. Vervolgens bouwt de pomp
de vereiste druk op voor het spreiden, snijden, trekken of knijpen.
6.4 Snijden
Zie Fig. 8 en Fig. 9.
• Open de messen.
• Plaats het gereedschap met geopende messen loodrecht op het te knippen object.
• Plaats het te snijden object zo diep mogelijk in de snijopening.
WAARSCHUWING
Zorg dat u alle veiligheidsvoorschriften kent en dat u het gebruik van alle apparatuur van het
systeem waarmee u gaat werken beheerst.
Probeer nooit hydraulische koppelingen te koppelen of te ontkoppelen als de apparatuur in
gebruik is of als het systeem onder druk staat.
VOORZICHTIG
Voorkom knikken: Gebruik de slang niet met beschadigde buigrestricties en buig de slang
niet verder dan de minimumbuigstraal van 75 mm.
Trek niet aan de slang om een gereedschap of een pomp te verplaatsen.
WAARSCHUWING
Wees uiterst voorzichtig als het gereedschap beweegt. Door de enorme kracht van het
gereedschap kunnen lichaamsdelen gemakkelijk worden geplet of afgekneld.
VOORZICHTIG
Probeer geharde bevestigingen, bouten, enz. niet door te snijden. Hierdoor kunnen de
messen beschadigd raken.

NL
20 916.001.554_003 CT51** (RH)(ST)
• Sluit de messen.
Om in specifieke situaties beter te kunnen snijden, kunnen de spreidpunten worden verwijderd.
Zie Fig. 10
• Druk op (A) en trek de pen (B) naar buiten tot deze vergrendelt.
• Verwijder de spreidpunten van de messen (C).
6.5 Knijpen
• Open de messen.
• Plaats de mespunten over het samen te drukken object.
• Plaats de last 25 mm vanaf de uiteinden van de punten. Gebruik de volle breedte van de punten.
• Sluit de messen.
6.6 Spreiden
6.6.1 De aanvangsopening is voldoende
• Sluit de messen volledig.
• Plaats beide mespunten tussen de te spreiden delen.
• Plaats de last 25 mm vanaf de uiteinden van de punten. Gebruik de volle breedte van de punten.
• Druk de delen met kracht uit elkaar door de messen te openen.
6.6.2 De aanvangsopening is niet voldoende
• Open de messen.
• Plaats één mespunt in de opening. Gebruik de volle breedte van de punt.
• Sluit de messen tot het materiaal is vastgeklemd.
• Buig het ingeklemde materiaal opzij.
• Herhaal deze procedure tot er voldoende ruimte is om beide mespunten te plaatsen.
• Druk de delen met kracht uit elkaar door de messen te openen.
6.6.3 Geen aanvangsopening
• Gebruik een andere gereedschap of hulpstuk om een opening te maken.
• Ga verder met de bovenstaande stappen, afhankelijk van de gecreëerde opening.
WAARSCHUWING
Stop onmiddellijk als de messen wijken. Gevaar voor ernstig letsel en zware beschadiging
van de apparatuur.
WAARSCHUWING
Voorkom dat het gereedschap tijdens het verwijderen of aansluiten van de hulpstukken in
werking wordt gesteld.
Knip niet alleen met de mespunten. (Fig. 16)
VOORZICHTIG
Gebruik altijd de spreidpunten. Zorg dat de borgpennen vergrendeld blijven.
VOORZICHTIG
Gebruik altijd de spreidpunten. Zorg dat de borgpennen vergrendeld blijven.
This manual suits for next models
14
Table of contents
Languages:
Other Holmatro Power Tools manuals
Popular Power Tools manuals by other brands

KRAUSMANN
KRAUSMANN 1540 Operation manual

Meec tools
Meec tools 255-011 operating instructions

Parkside
Parkside 301845 Translation of the original instructions

Parkside
Parkside PSTD 800 A1 original operation manual

DeWalt
DeWalt DC308 Original instructions

Triton
Triton TRA001 Operating and safety instructions