Niko 65-411 User manual

65-411


65-411
1
R,L,C
ε
Lees de volledige handleiding vóór installatie en ingebruikname.
1. OMSCHRIJVING
Deze universele DALI-dimmer, 1400VA, is bestemd voor DIN-railmontage en is 6TE breed (108mm).
Deze universele dimmer is geschikt voor het dimmen van resistieve, inductieve en capacitieve
belastingen. Deze belastingen mogen gemengd worden. De totale aangesloten belasting mag
maximum 1400VA bedragen. De dimmer functioneert zowel met het faseaansnijdingsprincipe als
met het faseafsnijdingsprincipe. De keuze tussen beiden kan automatisch gebeuren of handmatig.
Hij kan met of zonder geheugen worden gebruikt. De dimmer is voorzien van een automatische
detectie en weergave van overspanning, overstroom en oververhitting.
De dimmer wordt aangesloten op de DALI-bus en kan bediend worden door de verschillende
DALI-commando’s van een DALI-bediening. Bovendien kan de dimmer door middel van een
klassieke 1-knopsbediening met drukknoppen bediend worden.
2. MONTAGE EN AANSLUITINGEN
De dimmer heeft een breedte van 6TE en kan in een DIN-railkast geplaatst worden.
De belasting (min. 100VA; max. 1400VA) dient aangesloten te worden op de ‘aansluitklemmen
belasting’ (zie fig. 1), tussen klem ‘N’ en klem ‘ ’.
De bediening wordt aangesloten op de ‘aansluitklemmen bediening’ (zie fig. 1). Er zijn 2 bedieningen
mogelijk: via de DALI-bedieningen op de DALI-bus (aan te sluiten op klem 2 (‘DALI+’) en klem
3 (‘COM’)) en via de 1-knopsbediening met drukknoppen (aan te sluiten tussen klem 3 (‘COM’)
en klem 4 (‘
/ 0-10V /1-10V
’)).
Zie ook aansluitschema’s.
NL

65-411
2
R,L,C
ε
1. aansluitklemmen belasting 6. ‘mode’-LED’s
2. aansluitklemmen voeding 230V~ 7. ‘bus info’-LED’s
3. ‘error indicatie’-LED’s 8. ‘select’-toets
4. ‘programmeer’-toets 9. aansluitklemmen bediening
5. ‘programmeer’-LED’s 10. ‘belasting’-LED Fig. 1
➊➋
➌
➍➎
➏
➐
➑
➒
NL

65-411
3
R,L,C
ε
Als alles correct is aangesloten en de voeding wordt aangesloten, zullen alle LED’s gelijktijdig
gedurende 1s. oplichten.
Het is mogelijk om een aangesloten belasting met de ‘select’-toets manueel te bedienen. De
‘select’-toets fungeert als een 1-drukknopsbediening.
3. PROGRAMMERING
Dimmer in programmeerstatus brengen: Druk >2s. op de programmeertoets. De programmeer-
status start altijd in ‘physical select’. De bijhorende LED knippert.
De volgorde waarin de verschillende onderdelen worden doorlopen bij herhaaldelijk kort drukken
op de programmeertoets is: ‘physical select’, ‘mode’.
Instellingen opslaan en programmeerstatus verlaten: druk >2s. op de programmeertoets.
Als in de programmeerstatus gedurende 3min. geen actie gebeurt, zal de programmeerstatus
automatisch verlaten worden, zonder dat de wijzigingen bewaard worden.
A. ‘physical select’
‘Physical select’ zorgt ervoor dat de dimmer op de DALI-bus wordt herkend en geactiveerd in
samenwerking met andere DALI-systemen. In combinatie met het DALI-systeem van Niko heeft
deze mode geen functionaliteit aangezien de selectie automatisch gebeurt.
Om ‘physical select’ uit te voeren, gaat u als volgt te werk:
Druk de ‘programmeer’-toets gedurende > 2s. in. De dimmer bevindt zich nu in programmeerstatus,
in het onderdeel ‘physical select’. De LED ‘physical select’ knippert (zie volgend schema).
Om de programmeerstatus te verlaten: druk >2s. op de programmeertoets. Om naar ‘mode’
over te gaan, zie § B.
prog
> 2s.
NL

65-411
4
R,L,C
ε
B. Keuze dimprincipe ‘mode’
Het selecteren van het juiste dimprincipe kan automatisch of manueel gebeuren. Bijgevolg zijn er
op de dimmer drie mogelijke instellingen voor de mode, nl. automatisch, manueel faseafsnijding
en manueel faseaansnijding.
Standaard staat de dimmer in automatische mode. In automatische mode kiest de dimmer
zelf faseaansnijding of faseafsnijding. Hiervoor zal, gedurende max. 2s., eerst een ‘belastingtest’
uitgevoerd worden. Als na 5s. de errorindicatie-LED’s (zie fig.1) oplichten, dan is er een defect in
de installatie (zie troubleshooting) of is de belasting niet dimbaar. Na een spanningsonderbreking
zal de dimmer opnieuw kiezen tussen faseaansijding of faseafsnijding. Indien in automatische
mode de belasting niet dimbaar blijkt, kan er gekozen worden voor manueel faseafsnijding
of manueel faseaansnijding.
Om één van de drie werkingsmodes (automatisch, manueel faseafsnijding of manueel faseaan-
snijding) te selecteren, gaat u als volgt te werk:
-Druk de ‘programmeer’-toets gedurende > 2s. in. De dimmer staat nu in programmeerstatus,
in het onderdeel ‘physical select’.
-Om in programmeerstatus van ‘physical select’ naar ‘mode’ over te gaan, volstaat het kort op
de ‘programmeer’-toets te drukken.
-Door telkens kort op de ‘select’-toets te drukken, wordt de volgende werkingsmode
geselecteerd.
De selectie van één van de verschillende werkingsmodes wordt aangeduid door de bijhorende
‘mode’-LED’s (zie volgend schema).
prog prog
> 2s. < 2s.
mode
mode
select
mode
select
select
NL

65-411
5
R,L,C
ε
In programmeerstatus kunnen de ‘mode’-LED’s volgende toestanden aannemen:
Toestand LED’s Betekenis
Selectie van: ‘manueel faseafsnijding’ (geschikt
voor capacitieve, resisitieve en gemengde belastingen)
Bovenste LED knippert.
Selectie van: ‘manueel faseaansnijding’ (geschikt voor
inductieve belastingen)
Onderste LED knippert.
Selectie van: ‘automatisch’
Beide LED’s knipperen.
Om de instellingen te bewaren en de programmeerstatus te verlaten: druk >2s. op de
programmeertoets.
4. WERKING
A. Bediening in de verschillende modes
Bediening via DALI (S265411)
Als de dimmer op de DALI-bus aangesloten is en geactiveerd wordt, kan hij door alle mogelijke
commando’s van de DALI-bedieningen op de bus bediend worden.
Voor programmering en bediening van DALI-systemen, zie de handleidingen van de DALI-producten.
Na een spanningsonderbreking (> 3s.) is de dimmer uitgeschakeld.
‘1’-knopsbediening
Werking ingang 1 (aansluitklemmen 3 - 4):
Ingang 1 heeft een 1-knopsdimwerking (S165411).
100...1400VA
100...1400VA
100...1400W
100...1400VA
100...1400VA
100...1400W
100...1400VA
100...1400VA
100...1400W
NL

65-411
6
R,L,C
ε
Geheugenfunctie:
De dimmer kan zowel met als zonder geheugen gebruikt worden. De dimmer is standaard ingesteld
in ‘1-knops’-mode met geheugenfunctie. Om de dimmer in te stellen zonder geheugenfunctie
volstaat het de bedieningstoets gedurende 10s. ingedrukt te houden op max. lichtniveau. Na 10s.
zal het licht van maximum dalen tot 50% om aan te duiden dat de geheugenfunctie uitgeschakeld
is. Los de druktoets onmiddellijk na deze wijziging in lichtintensiteit! Indien de druktoets niet
onmiddellijk wordt gelost, zal er geen omschakeling gebeuren van ‘met geheugen’ naar ‘zonder
geheugen’ of omgekeerd. Herhaal de procedure om de geheugenfunctie weer in te schakelen.
Deze functie en de laatst ingestelde lichtstand worden in een permanent geheugen bewaard. Zij
gaan niet verloren bij een spanningsonderbreking.
Met geheugenfunctie schakelt de dimmer de eerste keer in op de minimumlichtstand. Daarna
schakelt de dimmer in op de laatst ingestelde waarde.
Met geheugen
Kort drukken = aan-/uitschakelen, “aan” op vorig niveau
Lang drukken = op-/neerdimmen
Lang drukken bij “uit”-toestand = de dimmer dimt op vanaf 0%
Bij opdimmen: de dimmer stopt op maximum
Bij neerdimmen: de dimmer stopt 2s. op min. en dimt daarna op.
Een hernieuwde (lange) druk keert de dimrichting om.
Zonder geheugen
Bij kort drukken in de “uit”-toestand, schakelt de dimmer steeds in op maximum.
Voor het overige geldt dezelfde werking als ‘met geheugen’.
Bij een combinatie van DALI-bediening en 1-knopsbediening krijgt de laatste bediening voorrang
en overschrijft de vorige dimstand.
B. Betekenis LED’s bij normale werking
De dimmer heeft een aantal ‘mode’-LED’s (zie fig.1).
Deze LED’s duiden aan in welke mode de dimmer zich bevindt (faseaansnijding of faseafsnijding)
en hoe hij geactiveerd werd (automatisch of manueel). Voor het instellen van de mode: zie
3.B.Keuze dimprincipe ‘mode’.
NL

65-411
7
R,L,C
ε
Bij normale werking kunnen de ‘mode’-LED’s volgende toestanden aannemen:
Toestand LED’s Betekenis
Huidige mode: faseafsnijding, automatisch
Bovenste LED licht continu op.
Huidige mode: faseaansnijding, automatisch
Onderste LED licht continu op.
Huidige mode: faseafsnijding, manueel
Belasting = gloeilamp, laagspanninghalogeen met
Bovenste LED knippert. elektronische transformator.
Huidige mode: faseaansnijding, manueel
Belasting = gloeilamp, halogeen 230V~, laagspanning-
halogeen met gewikkelde transformator.
Onderste LED knippert.
5. TROUBLESHOOTING
-Mogelijke oorzaken indien de dimmer niet werkt:
- er is geen netspanning
- de belasting is niet aangesloten
- de bediening is niet of foutief aangesloten
- er is een defect op de DALI-bus
- de lamp is defect
- de thermische beveiliging is geactiveerd
- combinatie van bovenvermelde oorzaken
100...1400VA
100...1400VA
100...1400W
100...1400VA
100...1400VA
100...1400W
100...1400VA
100...1400VA
100...1400W
100...1400VA
100...1400VA
100...1400W
NL

65-411
8
R,L,C
ε
-De dimmer is voorzien van een thermische beveiliging. Indien de temperatuur te hoog oploopt,
wordt de dimmer uitgeschakeld (controleer dan of de belasting niet te hoog is). De dimmer
schakelt automatisch terug aan zodra de temperatuur voldoende gedaald is.
-De dimmer heeft een aantal ‘errorindicatie’-LED’s (zie fig. 1), die defecten zoals overspanning,
overstroom en oververhitting signaleren.
De 3 ‘errorindicatie’-LED’s bevinden zich links bovenaan op de behuizing, met symbolen: ‘I’, ‘U’
en ‘T’. Ook de ‘belasting’-LED bevindt zich links bovenaan met symbool ‘ ’.
Betekenis van de LED’s:
1 LED ‘ ’ licht continu op. —> Belasting is ingeschakeld.
2 LED ‘I’ knippert. —> overstroom
Dit kan voorkomen als de dimmer overbelast wordt of bij inschakelpieken.
3 LED ‘U’ licht continu op. —> enkelvoudige overspanning
4 LED ‘U’ knippert. —> repetitieve overspanning
Overspanning kan verschillende oorzaken hebben:
- al dan niet tijdelijke storing op het 230V-net;
- magnetische transformator met een te hoge inductie te wijten aan bv. onvoldoende belasting
(min. belasting van magnetische transformatoren 80%);
- magnetische transformator met verandering in de belasting (defecte lampen niet tijdig
vervangen);
- de dimmer is niet ingesteld in de juiste mode, bv. dimmen van inductieve belastingen in
faseafsnijding i.p.v. faseaansnijding.
5 LED ‘T’ licht continu op. —> oververhitting
Indien de temperatuur van het koelvlak 105°C overschrijdt.
6 LED’s ‘I’ en ‘U’ knipperen. —> DC-spanning
7 LED’s ‘I’, ‘U’ en ‘T’ lichten continu op. —> kortsluiting in belastingkring
8 LED’s ‘I’, ‘U’ en ‘T’ knipperen. —> Contacteer de supportdienst van Niko.
- Als het defect verholpen is, kan de dimmer herstart worden door kort op de ‘select’-toets te
drukken of een bediening uit te voeren.
NL

65-411
9
R,L,C
ε
De dimmer heeft twee extra ‘bus info’-LED’s (zie fig. 1) die informatie geven over de status van
de DALI-bus.
De ‘activity’-LED knippert indien er activiteit is op de DALI-bus.
De ‘bus error’-LED knippert indien de dimmer niet langer correct aangesloten is op de DALI-bus
of indien er een defect is op de DALI-bus.
6. WAARSCHUWINGEN BIJ GEBRUIK
-Dit toestel is niet geschikt voor het regelen van motoren.
-Bij gebruik van een draadgewikkelde transformator dient u te verifiëren of hij geschikt is om te
worden gebruikt met een elektronische regeling.
-Bij gebruik van halogeenverlichting met draadgewikkelde transformatoren dient u rekening
te houden met het rendement van die transformatoren. Belast de transformatoren ten minste
voor 80% van hun nominaal vermogen. Hou rekening met het rendement van de gebruikte
transformator bij berekening van de totale belasting van de dimmer. De transformator moet
geschikt zijn voor dimming.
-Elektronische transformatoren kunnen zich onstabiel gedragen indien de draadlengte tussen
de transformator en de lampen meer is dan 2m.
-Deze dimmer zal bij normaal gebruik een beperkte hoeveelheid warmte produceren. Zorg voor
voldoende warmteafvoer, dek de dimmer niet af met isolerend materiaal. Houd rekening met een
beperking van het maximumvermogen indien meerdere dimmers boven elkaar of aansluitend
tegen elkaar geplaatst worden. Voorzie eventueel een ventilator.
-Indien meerdere dimmers boven of naast elkaar geplaatst worden, kan het nodig zijn om de
maximumbelasting te beperken (zie belastingtabel).
-Bij montage van de dimmer in de omgeving van een audio-installatie wordt aangeraden de
verbindingsdraden tussen de verschillende onderdelen van die installatie steeds uit te voeren
met afgeschermde draad.
-Lampen aangesloten via dimmers geven niet de maximale lichtintensiteit. Er zal steeds minder licht-
opbrengst zijn in vergelijking met een identieke lamp die rechtstreeks op het net aangesloten is.
-De dimmer is voorzien van een “CAB”-filter. Deze filter zorgt ervoor dat storingen veroorzaakt
door signalen die over het net gestuurd worden zoveel mogelijk onderdrukt worden.
-Schakel de dimmer niet aan als de transfo’s niet belast zijn.
NL

65-411
10
R,L,C
ε
7. TECHNISCHE GEGEVENS
-Voedingsspanning 230V ±10%, frequentie 50Hz
-Montage: DIN-rail (6TE)
-Gewicht: ± 440g
-Toegelaten omgevingstemperatuur: zie belastingtabel
-Voor gebruik in omgeving met een niet-condenserende luchtvochtigheid
-Eigen verbruik: ±2,5W
-Maximale temperatuur van de behuizing (tc): 90°C
-Maximum draaddiameter per aansluitklem:
- voeding en belasting: 2 x 2,5mm2of 1 x 4mm2
- ingang: 2 x 2,5mm2of 1 x 4mm2
-Minimumbelasting: 100W
-Maximumbelasting: 1400VA resistief, inductief en capacitief (t<35°C)
-Maximumspanningsval over dimmer: -5%
-Beveiligingen: - elektrische, thermische beveiliging (105°C) met automatische herinschakeling
(Licht wordt herleid naar minimum. Als de temperatuur niet daalt, schakelt de
belasting uit).
- eenmalige thermische overbelastingsbeveiliging (135°C)
-Overeenkomstig de normen: EN60669-2-1 en EN55015
-Maximumafstand tot laatste drukknop: - bij 1-knopsbediening: 100m
- bij DALI-bediening: zie specificaties DALI
-Max. uitgangsspanning: voedingsspanning x 0,95 (gedissipeerd vermogen = ± 1% van het
opgenomen vermogen = ± 14W)
NL

65-411
11
R,L,C
ε
- Belastingtabel: vermogen in functie van de omgevingstemperatuur
temperatuur (°C)
0
200
400
600
800
1000
1200
1400
1600
(W/VA)
025355
06
0
NL

65-411
12
R,L,C
ε
8. WAARSCHUWINGEN VOOR INSTALLATIE
- De installatie moet worden uitgevoerd door een erkend installateur en volgens de geldende
voorschriften.
- Deze handleiding moet aan de gebruiker worden overhandigd. Het moet bij het dossier van de
elektrische installatie worden gevoegd en worden overgedragen aan eventuele nieuwe eigenaars.
Bijkomende exemplaren zijn verkrijgbaar via de website of supportdienst van Niko.
- Tijdens de installatie moet rekening gehouden worden met (niet-limitatieve lijst):
- de geldende wetten, normen en reglementen.
- de stand van de techniek op het moment van de installatie.
- deze handleiding die alleen algemene bepalingen vermeldt en moet worden gelezen in het
kader van elke specifieke installatie.
- de regels van goed vakmanschap.
Dit product voldoet aan alle toepasselijke Europese richtlijnen en verordeningen. Indien van toepassing,
vind je de EG-verklaring van overeenstemming met betrekking tot dit product op www.niko.eu.
9. NIKO SUPPORT
Heb je twijfel? Of wil je het product omruilen in geval van een eventueel defect? Neem dan contact
op met je groothandel of de Niko supportdienst:
• België: +32 3 778 90 80
• Nederland: +31 183 64 06 60
Contactgegevens en meer informatie vind je op www.niko.eu onder de rubriek “Hulp en advies”.
NL

65-411
13
R,L,C
ε
NL
10. GARANTIEBEPALINGEN
- De garantietermijn bedraagt vier jaar vanaf leveringsdatum. Als leveringsdatum geldt de
factuurdatum van aankoop van het product door de consument. Als er geen factuur voorhanden
is, geldt de productiedatum.
- De consument is verplicht Niko schriftelijk te informeren over het gebrek aan overeenstemming,
en dit uiterlijk binnen de twee maanden na vaststelling.
- In geval van een gebrek aan overeenstemming heeft de consument enkel recht op een kosteloze
herstelling of vervanging van het product, wat door Niko bepaald wordt.
- Niko is niet verantwoordelijk voor een defect of schade als gevolg van een foutieve installatie,
oneigenlijk of onachtzaam gebruik, een verkeerde bediening, transformatie van het product,
onderhoud in strijd met de onderhoudsvoorschriften of een externe oorzaak zoals vochtschade of
schade door overspanning.
- De dwingende bepalingen in de nationale wetgeving over de verkoop van consumptiegoederen
en de bescherming van consumenten in landen waar Niko rechtstreeks of via zuster- of
dochtervennootschappen, filialen, distributeurs, agenten of vaste vertegenwoordigers verkoopt,
hebben voorrang op bovenstaande bepalingen.

65-411
14
R,L,C
ε
Lisez entièrement le mode d’emploi avant toute installation et mise en service.
1. DESCRIPTION
Ce variateur universel DALI , 1400VA, est destiné à un montage sur rail DIN et présente une largeur
de 6 modules (108mm). Ce variateur universel convient pour la variation de charges résistives,
inductives et capacitives. Ces charges peuvent être mélangées. La charge raccordée totale peut
s’élever à maximum 1400VA. Le variateur fonctionne aussi bien selon le principe du contrôle de
phase que du contrôle de phase inversé. Le choix entre les deux peut être automatique ou manuel.
Le variateur peut être utilisé avec ou sans mémoire. Il est muni d’une détection automatique et
d’une indication de surcharge, de surtension et de surchauffe.
Le variateur est raccordé au bus DALI et peut être commandé par les différentes consignes DALI
d’une commande DALI. En outre, le variateur peut être commandé au moyen d’une commande
classique à 1 bouton avec boutons-poussoirs.
2. MONTAGE ET RACCORDEMENTS
Le variateur présente une largeur de 6 modules et peut être installé dans une armoire à rail DIN.
La charge (min. 100VA; max. 1400VA) doit être raccordée sur les ‘bornes de raccordement
charge’ (voir fig. 1), entre la borne ‘N’ et la borne ‘ ‘.
La commande est raccordée sur les ‘bornes de raccordement commande’ (voir fig. 1). 2 commandes
sont possibles: via les commandes DALI sur le bus DALI (à raccorder à la borne 2 (‘DALI+’) et
à la borne 3 (‘COM’)) et via la commande à 1 bouton avec boutons-poussoirs (à raccorder entre
la borne 3 (‘COM’) et la borne 4 (‘
/ 0-10V /1-10V
’)).
Voir également les schémas de raccordement.
FR

65-411
15
R,L,C
ε
1. bornes de raccordement charge 6. LED ‘mode’
2. bornes de racc. alimentation 230V~ 7. LED ‘info bus’
3. LED ‘indication défaut’ 8. touche ‘select’
4. touche ‘programmation’ 9. bornes de raccordement commande
5. LED ‘programmation’ 10. LED ‘charge’ Fig. 1
FR
➊➋
➌
➍➎
➏
➐
➑
➒

65-411
16
R,L,C
ε
Si tout a été raccordé correctement et si l’alimentation est installée, toutes les LED s’illumineront
en même temps pendant 1s. Il est possible de commander manuellement une charge raccordée à
l’aide de la touche ‘select’. La touche ‘select’ fait office de commande à 1 bouton-poussoir.
3. PROGRAMMATION
Activation du mode programmation du variateur: Appuyer >2s. sur la touche programmation. Le
mode programmation commence toujours en ‘physical select’. La LED correspondante clignote.
L’ordre dans lequel les différentes sections sont parcourues en exerçant une pression répétée
sur la touche programmation est: ‘physical select’, ‘mode’.
Enregistrer les réglages et quitter le mode programmation: appuyer >2s. sur la touche
programmation.
Si aucune action n’est effectuée dans le mode programmation pendant 3min., le mode
programmation est automatiquement quitté, sans que les modifications soient enregistrées.
A. ‘physical select’
‘Physical select’ veille à ce que le variateur soit reconnu sur le bus DALI et activé en collaboration
avec d’autres systèmes DALI. En combinaison avec le système DALI de Niko, ce mode ne présente
aucune fonctionnalité, étant donné que la sélection s’effectue automatiquement.
Pour exécuter ‘physical select’, procédez comme suit:
Enfoncez la touche ‘programmation’ pendant > 2s. Le variateur est maintenant en mode
programmation, section ‘physical select’. La LED ‘physical select’ clignote. (Voir schéma suivant).
Pour quitter le mode programmation: appuyer >2s. sur la touche programmation. Pour passer
à ‘mode’, voir § B.
prog
> 2s.
FR

65-411
17
R,L,C
ε
B. Choix du principe de variation ‘mode’
La sélection du principe de variation adéquat peut s’effectuer automatiquement ou manuellement.
Par conséquent, trois réglages de mode sont proposés sur le variateur, à savoir automatique,
contrôle manuel de phase inversé et contrôle manuel de phase.
En standard, le variateur se trouve en mode automatique. En mode automatique, le variateur
choisit lui-même le contrôle de phase ou le contrôle de phase inversé. Pour ce faire, un ‘test de
charge’ sera réalisé au préalable pendant max. 2s. Si après 5s., les LED d’indication défaut (voir
fig.1) s’illuminent, il y a une défectuosité dans l’installation (voir dérangements) ou il n’est pas
possible de varier la charge. Après une coupure de la tension, le variateur choisira de nouveau
entre contrôle de phase ou contrôle de phase inversé. Si la charge ne semble pas être variable en
mode automatique, il est possible d’opter pour un contrôle manuel de phase ou un contrôle
manuel de phase inversé.
Pour sélectionner l’une des trois méthodes de fonctionnement (automatique, contrôle manuel de
phase inversé ou contrôle manuel de phase), procéder comme suit:
-Enfoncer la touche ‘programmation’ pendant >2s. Le variateur est maintenant en mode
programmation, section ‘physical select’.
-En mode programmation, pour passer de ‘physical select’ à ‘mode’, il suffit d’enfoncer brièvement
la touche ‘programmation’.
-En appuyant chaque fois brièvement sur la touche ‘Select’, le mode de fonctionnement suivant
est sélectionné.
La sélection de l’un des différents modes de fonctionnement est indiquée par les LED ‘mode’
correspondantes (voir schéma suivant).
prog prog
> 2s. < 2s.
mode
mode
select
mode
select
select
FR

65-411
18
R,L,C
ε
En mode programmation, les LED ‘mode’ peuvent adopter les états suivants:
Etat des LED Signification
Sélection de: ‘contrôle manuel de phase inversé (convient
pour les charges capacitives, résistives et mixtes)
La LED supérieure clignote.
Sélection de: ‘contrôle manuel de phase’ (convient pour
les charges inductives)
La LED inférieure clignote.
Sélection de: ‘automatique’
Les deux LED clignotent.
Pour enregistrer les réglages et quitter le mode ‘programmation’: appuyer >2s. sur la touche
programmation.
4. FONCTIONNEMENT
A. Commande dans les différents modes
Commande via DALI (S265411)
Si le variateur est raccordé au bus DALI et est activé, il peut être commandé par toutes les
consignes possibles des commandes DALI sur le bus.
Pour la programmation et la commande des systèmes DALI, voir les modes d’emploi des produits
DALI. Après une coupure de tension (>3s.), le variateur est déconnecté.
commande ‘1’ bouton
Fonctionnement entrée 1 (bornes de raccordement 3 - 4):
L’entrée 1 a une fonction d’un variateur à 1 bouton (S165411).
100...1400VA
100...1400VA
100...1400W
100...1400VA
100...1400VA
100...1400W
100...1400VA
100...1400VA
100...1400W
FR
Table of contents
Languages:
Other Niko Dimmer manuals