Titaniumbaby i Safety Niklas User manual

i Safety autostoel 9 - 36 kg
Gebruiksaanwijzing
i Safety car seat 9 - 36 kg
Instructions for use
Model no. 5930
9 maanden - 12 jaar
9 months - 12 years
NL
EN
Voldoet aan norm ECE R44/4
Fully complies with ECE R44/4
Niklas

NL

NL
4
5 6 7
click！
1 2 3
4
5 6 7
8 9 10

NL
metal plate
11 13 14
15 17 18
19 20 21
22 23
12
16

NL
24 25
26 27 28
29 30
31

NL
Inhoudsopgave:
• Inleiding
• Geschiktheid
• Veiligheidsaanbevelingen
• Toepassing in de auto
• Overzicht van onderdelen
• Het gordelsysteem en de hoofdsteun aanpassen aan de lengte
van uw kind
• Het autostoeltje installeren voor Groep I (9 kg-18 kg)
• Uw kind vastmaken in het autostoeltje voor Groep I (9 kg-18 kg)
• Het autostoeltje installeren en uw kind vastmaken voor Groep II
(15 kg-25 kg)
• Het autostoeltje installeren en uw kind vastmaken voor Groep III
(22 kg-36 kg)
• Het autostoeltje gereedmaken
• De hoes verwijderen
• De hoes reinigen

NL
Inleiding
Bedankt dat u voor ons autostoeltje hebt gekozen. Om uw kind optimaal te
beschermen, moet u de instructies voor een correcte installatie aandachtig
doorlezen, opvolgen en voor toekomstig gebruik bewaren. Mocht u vragen
hebben, neem dan gerust contact met ons op.
Dit is een “universeel” autostoeltje, dat voldoet aan de ECE R44/04 norm
voor algemeen gebruik in auto’s. Het is geschikt voor de meeste, maar niet
alle zitplaatsen.
Geschiktheid
Het autostoeltje is geschikt voor kinderen met een gewicht van 9 tot 36 kg,
voor details zie hieronder:
Groep I: 9 kg (9 maanden) tot 18 kg (4 jaar)
Groep II: 15 kg (3 jaar) tot 25 kg (7 jaar)
Groep III: 22 kg (6 jaar) tot 36 kg (12 jaar)
Het product kan alleen worden gebruikt in een auto met een
3-puntsgordel. Deze moet goedgekeurd zijn overeenkomstig ECE-16 of
een gelijkwaardige standaard. Gebruik nooit een 2-puntsgordel.
Het autostoeltje mag alleen worden geïnstalleerd met behulp van een
heup- en diagonale gordel.
Correcte bevestiging/geschikt
Incorrecte bevestiging/ongeschikt
Heupgordel
Heup- en
diagonale gordel

NL
Veiligheidsaanbevelingen
(1). Lees eerst de hele handleiding aandachtig door alvorens u het autostoeltje
gaat gebruiken. Incorrecte installatie kan het leven van uw kind in gevaar brengen.
(2). Het stoeltje mag in geen geval op een bijrijdersstoel met een airbag
worden geïnstalleerd. Dit kan zeer gevaarlijk zijn.
(3). Het is essentieel dat de gordel correct wordt gevoerd.
(4). Voer geen ongeoorloofde wijzigingen/toevoegingen aan het product uit.
(5). Gebruik het autostoeltje nooit na een ongeval, of als het erg versleten is.
(6). Laat uw kinderen nooit zonder toezicht achter in het stoeltje.
(7). Onderdelen van het stoeltje kunnen warm worden in direct zonlicht.
Dek het stoeltje daarom af met een doek.
(8). Laat uw kind niet met het gordelslot spelen, aangezien dit het slot kan
beschadigen.
(9). Zorg ervoor dat alle andere inzittenden, bagage en losse voorwerpen
goed zijn vastgemaakt.
(10). Gebruik het autostoeltje nooit zonder hoes. Gebruik alleen door de
fabrikant goedgekeurde hoezen.
(11). Het autostoeltje moet met de autogordel worden vastgemaakt wan-
neer het niet wordt gebruikt.
(12). In een noodgeval kan uw kind snel worden losgemaakt door op de
rode knop van het gordelslot te drukken.
(13). Bewaar dit autostoeltje op een veilige plek wanneer het niet wordt
gebruikt. Plaats er geen zware voorwerpen op.
(14). De meeste ongevallen gebeuren tijdens korte ritjes, maak dus altijd
gebruik van het autostoeltje.
(15). Houd de plastic verpakking uit de buurt van uw kind om eventuele
verstikking te voorkomen.
(16). Stel het autostoeltje niet bloot aan een bijtende stof. Gebruik een nat-
te handdoek om het plastic frame schoon te maken, geen oplosmiddelen.
(17). Zorg ervoor dat de gordel van het autostoeltje goed zit en niet ver-
draaid kan worden.
(18). Het is zeer belangrijk dat een heupgordel laag zit, zodat het bekken
niet kan bewegen.
(19). Gebruik dit autostoeltje niet tweedehands, u weet immers niet wat
ermee is gebeurd.
(20). Alvorens dit stoeltje te gebruiken, moet het overeenkomstig afb. 30
worden gereedgemaakt (zie pagina 8 voor meer informatie).

NL
Toepassing in de auto
Het autostoeltje mag niet worden geïnstalleerd.
Wees voorzichtig bij de installatie van het autostoeltje. Installatie is
alleen toegestaan als er een 3-puntsgordel is. Het stoeltje mag niet
worden geïnstalleerd in de activeringszone van een airbag.
Het autostoeltje kan worden geïnstalleerd.
Overzicht van onderdelen (afb. 1)
A Hoes hoofdsteun
B Rugleuning
C Gordelgeleider (Groep II )
DSchouderpads
EGordelslot
FStoelbasis
GHoofdsteun
HGordelgeleider (Groep II )
I Schoudergordels
J Kruisbeschermer
Het gordelsysteem en de hoofdsteun aanpassen aan de lengte van uw kind
6.1Het gordelsysteem losmaken
Druk met één hand op de schoudergordelverstelknop (L) en trek aan de
schoudergordels om deze los te maken (afb. 1).
Belangrijk: Voor Groep 2, 3 zonder gordelsysteem kunt u de instructies
onder 6.3 volgen.
KKruisgordel
LVerstelknop schoudergordel
MVerstelgordel
NHoes rugleuning
OOpening schoudergordels
PGordel voor het bevestigen van
de schouderpads
QMetalen juk
RGordelgeleider (voor Groep I)
SDraaistang

NL
6.2 Het gordelsysteem aanpassen
Zorg ervoor dat de gordel op dezelfde hoogte zit als de schouders van uw kind.
Is dat niet het geval, beweeg de schoudergordel dan naar boven of beneden
naar de juiste sleuf (afb. 4).
6.2.1 Maak de schoudergordels (I) los uit het metalen juk (Q) (afb. 5).
6.2.2 Trek zowel de schouderpads als de schoudergordels uit de sleuf en steek
ze in de sleuf die overeenkomt met de hoogte van de schouders van uw kind.
Zorg ervoor dat de gordels niet verdraaid zijn (afb. 6).
6.2.3 Doe de 2 schoudergordels terug in het metalen juk (Q) (afb. 7).
6.3 De hoofdsteun verstellen
6.3.1 Gebruik de lus van de hoofdsteun om de hoogte van de hoofdsteun aan
te passen. (afb. 23) Waarschuwing! Zorg ervoor dat de gordel op dezelfde
hoogte zit als de schouders van uw kind. Is dat niet het geval, verstel de gordel
dan tot de geschikte hoogte (afb. 4).
7. Het autostoeltje installeren voor Groep I (9 kg-18 kg)
7.1 Rugleuning verstellen zodat deze goed aansluit op zitplaats
Zet het autostoeltje voorwaarts gericht op een zitplaats en verstel de rugleuning
via de draaistang (S) om deze goed aan te laten sluiten op de zitplaats (afb. 3).
7.2 De diagonale gordel en heupgordel correct voeren
Zorg ervoor dat de autogordel niet verdraaid is. Voer de diagonale gordel door
de gordelgeleider (A) en de heupgordel onder de armleuning op de stoel
basis. Voer de metalen tong van de autogordel door de opening in de
rugleuning aan de ene zijde over het gordelsysteem op de rugleuning en ga
door de opening in de rugleuning aan de andere zijde. Voer de diagonale
gordel vervolgens boven de armleuning door de ruimte tussen de rugleuning
en stoelbasis terwijl de heupgordel onder de armleuning zit (afb. 8).
7.3 Het autostoeltje vastmaken
7.3.1 Controleer of en zorg ervoor dat de gordel niet verdraaid is. Steek de me-
talen tong van de autogordel in het gordelslot totdat u een ‘klik’ hoort (afb. 9).
7.3.2 Trek de gordel aan door in de richting van de gordelspanner te trekken
(afb. 10).
8. Uw kind vastmaken in het autostoeltje voor Groep I (9 kg-18 kg)
8.1 De schoudergordels losmaken
Druk met één hand op de schoudergordelverstelknop (L) en trek tegelijkertijd
de schoudergordels (I) los met de andere hand (afb. 1).

NL
8.2 Het gordelslot openen
Houd de twee sluitingen met één hand vast terwijl u met de andere hand
het hoofddeel van het gordelslot vasthoudt. Druk met uw duim op de rode
knop totdat de twee tongen uit het gordelslot tevoorschijn komen (afb. 11).
8.3 Uw kind in het autostoeltje plaatsen
Plaats uw kind in het autostoeltje en doe de schouderpads op de
schouders van het kind (afb. 12).
8.4 Het gordelslot vergrendelen
Duw de twee sluitingen naar elkaar toe en steek ze in het
gordelslot (E) (afb. 13).
Waarschuwing!
Zorg ervoor dat de twee sluitingen goed zijn ingestoken en dat
de gordel niet verdraaid is.
8.5 De gordels vastmaken
Trek aan de verstelgordel (M) totdat de schouderpads (D) de borst
van uw kind aanraken (afb. 14).
9. Het autostoeltje installeren en uw kind vastmaken voor
Groep II (15 kg-25 kg)
9.1 Het gordelsysteem verwijderen
9.1.1 Maak de schoudergordels (I) los en haak ze vervolgens los van het
metalen juk (Q) (afb. 15).
9.1.2 Trek de schouderpads (D) en schoudergordels (I) uit de opening in
de rugleuning (B) (afb. 16).
9.1.3 Haal beide sluitingen uit de schoudergordels (I). U kunt nu
eenvoudig de schoudergordel verwijderen door deze uit de stoelbasis
te trekken (afb. 17).
9.1.4 Verwijder het gordelslot (E) en de kruisbeschermer (J).
9.1.4.1 Schuif het metalen plaatje voor het vastmaken van het gordelslot
aan de zitkuip door de gordelsleuf naar beneden (afb. 19).
9.1.4.2 Nu kan zowel het gordelslot als de kruisbeschermer van de zitkuip
worden verwijderd (afb. 20).

NL
Belangrijk: Het wordt aanbevolen om de twee sluitingen in het gordelslot
te steken, zodat u ze niet kwijtraakt (afb. 21).
9.3 Uw kind in het autostoeltje plaatsen
9.3.1Verstel de rugleuning, zodat deze goed aansluit op de zitplaats.
Zet het autostoeltje voorwaarts gericht op een zitplaats en verstel de rug-
leuning via de draaistang (S) om deze goed aan te laten sluiten op de
zitplaats (afb. 3).
9.3.2 Plaats uw kind in het autostoeltje.
9.3.3 Let erop dat u de diagonale gordel en heupgordel correct voert.
9.3.3.1Zorg ervoor dat de autogordel niet verdraaid is. Voer de diagonale
gordel door de gordelgeleider (C, H) en de heupgordel onder de
armleuning op de stoelbasis (afb. 22).
9.3.3.2 Zorg ervoor dat zowel de diagonale gordel als de heupgordel on-
der de armleuning gaat (afb. 24).
9.3.3.3 Controleer of en zorg ervoor dat de gordel niet verdraaid is. Steek
de metalen tong van de autogordel in het gordelslot totdat u een ‘klik’ hoort
(afb. 9).
Waarschuwing! Als het hoofd van uw kind boven de hoofdsteun uitsteekt,
moet u het stoeltje als verhoger voor Groep III gebruiken.
10. Het autostoeltje installeren en uw kind vastmaken voor
Groep III (22 kg-36 kg)
10.1 De rugleuning verwijderen
10.1.1 Duw de rugleuning en zitkuip van elkaar af. U hoort vervolgens een
luide klik. De twee gedeeltes zijn nu gescheiden. Bevestig opnieuw het
klittenband aan de achterkant van de stoelverhoger als dit losgeraakt is. De
stoelverhoger is nu klaar voor gebruik (afb. 27, 28).
10.2 De diagonale gordel en heupgordel correct voeren
10.2.1 Zorg ervoor dat de autogordel niet verdraaid is. Voer de diagonale
gordel over de schouder van uw kind en de heupgordel aan één zijde onder
de armleuning van het autostoeltje. Zorg ervoor dat zowel de diagonale
gordel als de heupgordel onder de armleuning gaat (afb. 24, 25).25)

NL
10.2.2Controleer of en zorg ervoor dat de gordel niet verdraaid is. Steek de
metalen tong van de autogordel in het gordelslot totdat u een ‘klik’ hoort (afb.
9). Waarschuwing! Zorg ervoor dat de armen van uw kind zich boven de diago-
nale gordel en heupgordel bevinden (afb. 26).
11 De hoes verwijderen
11.1 Verwijder het gordelsysteem, de schouderpads en de
kruisbeschermer overeenkomstig de stappen in 9.1.
11.2 Verwijder de hoes van de rugleuning door deze naar boven te
schuiven (afb. 29).
11.3 Verwijder de hoes van de basis door deze naar boven te schuiven
(afb. 30).
12. Het autostoeltje gereedmaken
12.1 Haal het autostoeltje uit de plastic verpakking en zet het vlak op de vloer.
12.2 Bevestig het elastiek aan beide zijden van de stoelbasishoes aan de haak
op de rugleuning, en doe de haak in de opening van de basis. Zet de rugleu-
ning vervolgens rechtop totdat u een ‘klik’ hoort.
12.3 Duw de twee sluitingen naar elkaar toe en steek ze in het gordelslot totdat
u een ‘klik’ hoort.
12.4 Trek aan de verstelgordel (afb. 30).
13. De hoes reinigen
Dit autostoeltje moet met de hoes worden gebruikt, aangezien de hoes een in-
tegraal onderdeel vormt van het autostoeltje. Het is essentieel voor een goede
werking van het systeem. Gebruik uitsluitend door de fabrikant goedgekeurde
hoezen.
Dagelijkse reiniging en verzorging van de hoes
• Was de hoes met de hand in koud of warm water.
• Doe de hoes niet in een droger. Gebruik een handdoek om water te absor-
beren en laat de hoes drogen
Let op:
• Gebruik geen reinigingsmiddel met chloorbleek.
• Gebruik geen wasmachine of droger.
Met de hand wassen - Niet bleken - Niet strijken Niet in de droger - Zachtjes wrijven- Laten drogen
Hand wash Do not bleach Do not iron Do not
dehydrate
Rub gently Hang dry

Instruction manual
Please read carefully and keep for future reference
EN

NLEN

EN
4
5 6 7
click！
1 3
4
5 6 7
8 9 10
2

metal plate
11 13 14
15 17 18
19 20 21
22 23
NLEN
12
16

24 25
26 27 28
29 30
31
EN

NLEN
Table of Contents:
• Introduction
• Suitability
• Safety advice
• Vehicle application
• Components overview
• Adjusting the belt system and headrest to the size of your child
• Installing your child car seat for Group I (9kg-18kg)
• Securing your child in the car seat for Group I (9kg-18kg)
• Installing your child car seat and securing your child for
Group II(15kg-25kg)
• Installing your child car seat and securing your child for
Group III (22kg-36kg)
• Assembling the car seat
• Removing the cover
• Cleaning the cover

EN
Introduction
Thank you for choosing our child car seat. In order to gain the most
comprehensive protection of your child, please read carefully and follow
the instruction for correct installation and retain for future use. If you have
any questions, pls contact us.
This is a “Universal” child car seat. It conforms to ECE R44/04 for general
use in vehicles. It will fit most, but not all vehicle seats.
Suitability
The child car seat is suitable for children from 9kg to 36kg, for details
please see below:
Group I: 9 kg (9 months) to 18 kg (4 years)
Group II: 15 kg (3 years) to 25 kg (7 years)
Group III: 22 kg (6 years) to 36 kg (12 years)
The product can only be used in vehicle that is fitted with 3 point safety belt
approved to ECE-16 or the equivalent standard. Never use a 2 point safety
belt.
The car seat must only be installed by using a lap and diagonal seat belt.
Correct Fitting/ Suitable
Incorrect Fitting/ Not Suitable