BUSCH Belgian Railroad Crossing H0 5968 User manual

Bedienungsanleitung
BELGISCHE
WARNBLINK-ANLAGE H0 5968
Die Warnblinker niemals direkt am Tra-
fo anschließen - nur in Verbindung mit
der dazugehörigen Originalschaltung in
Betrieb nehmen.
Für die Warnblinker werden Subminiatur-
Leuchtdioden verwendet. Diese Leucht-
dioden arbeiten mit einer Spannung von
nur 2, Volt. Die elektronische Blinkschal-
tung bringt beim Anschluss an einen Trafo
(14 - 16 V, Gleich- oder Wechselspannung)
die für Leuchtdioden erforderlichen Be-
triebs-spannungen.Bei der belgischen
Warnblinkanlage blinken die gelben Lam-
pen zur Anzeige der Betriebsbereitschaft.
Nähert sich ein Zug dem Bahnübergang,
dann beginnen die beiden roten Lampen im
Wechsel zu blinken, die gelben Lampen
werden abgeschaltet.
Funktionstest
Die Abbildung 1 zeigt, wie die Warnblin-
ker an die Elektronikschaltung anzuschlie-
ßen sind, um die roten Lichter zu prüfen.
Wird das braun-gelbe Kabel der Blink-
schaltung an einen Trafo angeschlossen,
blinken die beiden roten Lichter in den
Warnblinkern im Wechsel. Für eine ein-
wandfreie Funktion müssen beide Warn-
blinker angeschlossen sein. Die Abbildung
2 zeigt, wie die Warnblinker an die Elektro-
nik-Schaltung anzuschließen sind, um die
gelben Lampen zu prüfen.
chalten der Warnblinkanlage
Bei der Bahn werden die Blinklichtanlagen
durch den Zug automatisch von gelb auf rot
blinken umgeschaltet. Im Modellbahnbe-
trieb kann die Blinklichtanlage manuell über
Dauerkontaktschalter (z. B. BUSCH Schal-
ter 5708) umgeschaltet werden (siehe Ab-
bildung ). Für einen Automatikbetrieb kann
die Blinklichtanlage auch mit einem Relais
(mit einem Umschaltkontakt) gesteuert
werden, welches durch 2 Gleiskontakte
geschaltet wird. Die Abbildung 4 zeigt den
Anschluß in Verbindung mit dem BUSCH
Elektronik-Relais 5740.
Eine wesentlich elegantere Methode ist das
kontaktlose Schalten durch BUSCH IR-
Lichtschranken mit elektronischem Zeit-
schalter (Nr. 5961) in Verbindung mit dem
Spezial-Relais (Nr. 5964). Die IR-Licht-
schranke besteht aus einem Sender, der
unsichtbares IR-(Infrarot)Licht abstrahlt
und einem Empfänger, der dieses Licht
registriert. Sender und Empfänger sind in
Nennspannung : 14 - 16 V ~ / =
Nennstrom : 20 mA
kleinen Gehäusen enthalten, die links und
rechts vom Gleis aufgestellt werden. Mit
etwas Island-Moos oder z. B. durch den
Einbau in ein Bahnwärterhäuschen (mit
Öffnungen für den IR-Lichtstrahl) können
sie getarnt werden. Bei einer Unterbre-
chung des Infrarot-Lichtstrahles durch ei-
nen Zug wird diese Unterbrechung vom
Empfänger registriert, d.h., der angeschlos-
sene Zeitschalter erhält einen Einschaltim-
puls. Über das Spezial-Relais 5964 wird die
Blinklichtanlage von gelb auf rot blinken
umgeschaltet. Nach Ablauf einer einstell-
baren Zeit (2-24 Sekunden) erfolgt wieder
umschalten auf gelb blinken. Bleibt ein Zug
innerhalb der Lichtschranke stehen, bleibt
die Anlage auf rot blinken geschaltet, bis
der Zug den Bereich der Lichtschranke ver-
lassen hat. Den Anschluß der Warnblinkan-
lage an das Spezial-Relais und den Zeit-
schalter zeigt die Abbildung 5.
Ein- und zweigleisige Bahnübergänge
Bei eingleisigen Bahnübergängen werden
die Warnblinker mit einem einfachen An-
dreaskreuz ausgerüstet. An mehrgleisigen
Bahnübergängen wird ein Doppel-Andre-
askreuz verwendet. Ab Werk sind die Warn-
blinker mit dem Doppel-Andreaskreuz aus-
gerüstet. Das Andreaskreuz ist gesteckt und
kann nach vorn »abgezogen« werden. Bei
eingleisigen Bahnübergängen kann das
Doppel-Andreaskreuz entfernt und durch
das einfache Andreaskreuz, welches der
Packung beliegt, ersetzt werden.
Die Anschlussdrähte niemals in eine
teckdose einführen! Nur mit einem piel-
zeugtransformator gemäß EN 60 742 und
passender Ausgangsspannung in Betrieb
nehmen. Der Transformator ist kein piel-
zeug. Überprüfen ie den verwendeten
Transformator regelmäßig auf chäden
an Kabeln, tecker, Gehäuse usw. Bei
chäden an dem Transformator diesen
keinesfalls benutzen! Nicht für Kinder
unter 8 Jahren geeignet. Die Anleitung
bitte aufbewahren.
Busch Modellspielwaren
Heidelberger Straße 26
D-68519 Viernheim/Germany
www.busch-model.com
2.10.5968 Y06.99
RR99062901.P65
Namenlos-2 17.10.99, 13:291

Gebruiksaanwijzing
BELGISCHE
WAARSCHUWINGSLICHTEN H0 5968
Abb. / Afb. / Fig. 3Abb. / Afb. / Fig. 2
Abb. / Afb. / Fig. 1
Voor deze waarschuwingslichten werden
niet de gebruikelijke gloeilampjes, maar
minilichtdioden gebruikt. Deze licht-
dioden werken bij een spanning van slechts
2, V. De electronische knipperschake-
ling (nr. 5974) wordt aangesloten op een
trafo (14-16 V gelijk- of wisselstroom) en
deze zorgt ervoor dat de lichtdioden dc
juiste spanning krijgen.
De waarschuwingslichten nooit direkt
met de trafo verbinden maar alleen via
de meegeleverde knipperschakeling
aansluiten. Alleen een speelgoedtrafo
volgens EN 69 742 met een uitgangs-
spanning van 14 -16 V aansluiten. A.u.b.
gebruiksanwijzing bewaren.
Bij de waarschuwingslichten naar N.S.
voorbeeld knipperen de gele lampen om
aan te geven dat de overweg veilig is.
Wanneer een trein de overweg nadert
beginnen beide rode lampen afwisselend
te knipperen; de gele lampen zijn dan
uitgeschakeld.
Funktietest
Afbeelding 1 laat zien, hoe de waarschu-
wingslichten met de electronische scha-
keling worden verbonden om de rode
lampen te testen. Als de bruingele kabel
van de knipperschakeling met de trafo
wordt verbonden dan knipperen de beide
rode lampen afwisselend.
Om de waarschuwingslichten probleem-
loos te laten funktioneren moeten ze alle-
bei aangesloten zijn. Afbeelding2 laat
zien, hoe de waarschuwingslichten met
de electronische schakeling worden ver-
bonden om de gele lampen te testen.
Het schakelen van de waarschuwings-
lichten-installatie
Bij de spoorwegen worden de knipper-
lichten automatisch door de trein van geel
naar rood geschakeld. In het modelbedrijf
kunnen de lichten handmatig met behulp
van schakelaars (bijv. Busch schakelaar
5708) worden bediend (zie afbeelding ).
Namenlos-2 17.10.99, 13:292

Abb. / Afb. / Fig. 5
geel. Wanneer een trein tussen de licht-
schakelaars blijft staan, dan blijft de in-
stallatie rood knipperen tot de trein het
bereik van de lichtschakelaars heeft ver-
laten. Afbeelding 5 laat zien hoe de waar-
schuwingslichten op het speciaal-relais
en de tijdschakelaar worden aangesloten.
Enkel-en dubbelsporige overwegen
Bij enkelsporige overwegen worden de
waarschuwingslichten met een enkel Sint-
Andreaskruis uitgerust. Bij dubbelsporige
overwegcn wordt een dubbel Sint-Andreas-
kruis gebruikt. Van fabriekswege zijn de
waarschuwingslichten met een dubbel
Sint-Andreaskruis uitgerust. Bij enkels-
porige overwegen kan het dubbele Sint-
Andreaskruis worden vervangen door het
enkele Sint-Andreaskruis welke los in de
verpakking wordt meegeleverd.
Voor de overweg kunnen de meegelever-
de schrikhekken (afbeelding6) worden
geplaatst.
Abb. / Afb. / Fig. 4
De waarschuwingslichten kunnen ook
automatisch via een relais (met een om-
schakelkontakt) worden gestuurd, welke
door 2 railkontakten wordt geschakeld.
Afbeelding 4 laat de aansluiting met Busch
universeel-relais 5740 zien. Een nog
mooiere methode is het kontaktloos scha-
kelen met behulp van Busch IR-lichtscha-
kelaars met electronische tijdschakelaar
(nr. 5961) in combinatie met het speciaal-
relais (nr. 5964). De IR-lichtschakelaar
bestaat uit een zender, die onzichtbaar IR-
(Infrarood) licht uitstraalt naar een ont-
vanger, die dit licht registreert. De In-
frarood-lichtbron en de halfgeleider-ont-
vanger zijn in een kleine behuizing onder-
gebracht, die links en rechts van het spoor
worden opgesteld. Met wat ijslands mos
of bijvoorbeeld door inbouw in een spoor-
wachtershuisje kunnen de lichtschakelaars
desgewenst worden verstopt. Bij een
onderbreking van de Infrarood-lichstraal
door een trein wordt deze onderbreking
door de ontvanger geregistreerd, d.w.z.
de aangesloten tijdschakelaar krijgt een
inschakelimpuls. Via het speciaal-relais
5964 wordt de knipperlichtinstallatie van
geel naar rood geschakeld. Afhankelijk
van de ingestelde tijd (2-24 seconden)
schakelt de installatie weer terug naar
Namenlos-2 17.10.99, 13:293

Instructions de Fonctionnement
FEU DE SIGNALISATION
BELGES H0 5968
Les feux clignotants nutilisent pas les am-
poules habituelles mais bien des diodes
miniatures éclairantes. Ces diodes
fonctionnent sous une tension de 2, Volt
maximum. Le commutateur faisant partie
du système clignotant raccordé à un transfo
(14-16 Volt) fournit les conditions néces-
saires au fonctionnement des diodes éclai-
rantes.
Il est donc indispensable dutiliser les
feux clignotants avec le commutateur
original ad hoc. A utiliser seulement avec
un transformateur en EN 69 742 appro-
prié aux jouets et le voltage exigé (14 - 16
V). Conserver les instructions de
fonctionnement.
Les feux clignotants avec commutateur sont
prévus pour un fonctionnement continu.
Les deux appareils doivent cependant être
raccordés. Le plan de raccordement (fig. 1
et 2) indique les bornes auxquelles les câ-
bles rouge, jaune, bleu et gris doivent être
raccordés dans le bon ordre. L´installation
de feux clignotants d´avertisement
fonctionne alternativement.
Etant donné quun fonctionnement prolon-
gé produit de la chaleur, le commutateur
nécessite une légère circulation dair. Il
peut être monté au dessous de la tablette qui
sert de support au panorama ou dans une
maison à proximité des signaux lumineux.
Quand le commutateur est raccordé directe-
ment au transfo, on obtient un fonctionne-
ment continu des clignotants. Pour une com-
mande manuelle à distance, le plan (fig. )
indique l'installation. Il est évident que
l´installation peut également être influen-
cée (allumage-extinction) par le train. Dans
ce cas, il y a lieu de monter dans le circuit
des rails-contacts ainsi qu´un interrupteur à
distance (relais, fig 4). Les catalogues des
fabricants de trains miniatures donnent des
renseignements sur les diverses possibili-
tés. Les feux clignotants peuvent être com-
mandés par le passage d´un train au moyen
de rails de contact, ILS et à l´aide du timer
(ref. 5961 et 5964, fig. 5).
Les feux clignotants mettront de la vie dans
votre installation surtout quand on sait quun
tel motif a été conçu d´une façon réaliste. La
photo de l´emballage vous donne une idée
d´un tel passage à niveau.
Operating Instructions
BELGIAN RAILROAD
CROSSING H0 5968
Light emitting diodes are used in the cros-
sing signals. These diodes operate on a
maximum voltage of 2, volts.
CAUTION: It is of the utmost im-
portance to only use the crossing signals
with the appropriate Busch circuit as-
sembly. Only operate with a transfor-
mer which provides the required volta-
ge (14 - 16 V) and is in compliance with
EN 60 742. Keep these instructions.
The unit can be connected to either the AC
or DC 14-16 volt output terminals on a
power pack. The circuit has a regulator to
ensure that the correct maximum voltage is
send to the diodes.
The crossing signals are designed for con-
tinuous operation. The wiring diagram (fig.
1) shows how the signals are connected in
the right sequence. Both signals must be
connected. Please note that when one light
flashes the other one is at rest.
As heat is generated through continuous
use, allow for good air flow around the
assembly.
If the circuit is directly connected to a
power pack the yellow lights will flash
continuously. For manual operation, howe-
ver, the brown lead should be connected to
the power pack. Connect the yellow lead to
an on-off switch (for example Busch no.
5708) before this lead is connected to the
power pack (fig 2). Obviously one can
operate the warning lights automatically,
i.e. by the trains themselves in which case
suitable contacts or contact rails together
with a relay should be fitted to the tracks.
By using the Busch IR-unit and timer (no.
5964) you can even have the red blinkers
begin automatically as a train nears the
crossing while the yellow are off.
Abb. / Afb. / Fig. 6
Namenlos-2 17.10.99, 13:304