
NL 6
Gebruik van de kookplaat
Kookplaat inschakelen
• Voordat u de kookplaat in gebruik gaat nemen dient elk element
gedurende 3 à 4 minuten op de hoogste stand te worden
ingeschakeld zonder dat er een pan op wordt geplaatst.
• Elk kookelement is door de fabrikant voorzien van een speciale
roestwerende laag. Als de kookplaat voor de eerste maal sterk
verhit wordt, zult u een schroeilucht waarnemen. Dit is normaal.
Toestelinformatie
• De kookelementen zijn vervaardigd van gietijzer. De warmte wordt
verkregen door gloeispiralen die ringsgewijs in het element liggen.
• De warmte wordt door direkte geleiding aan de panbodem
afgegeven. Elk element is gevat in een roestvrijstalen afsluitrand.
• Bij gebruik van een of meerdere elementen gaat op het
bedieningspaneel het controlelampje aan.
• Gebruik de kookplaat nooit zonder pan. Het bovengedeelte van de
kookplaat zou anders kunnen vervormen.
Pannen
• Gebruik alleen pannen die geschikt zijn voor elektrisch koken. Dus
pannen met een dikke vlakke bodem. Wanneer de bodem hol of bol
is gaat er veel energie verloren. Het kookproces duurt erg lang. Het
element kan oververhit raken en krom trekken.
• Pannen waarmee al eerder op een gaskookplaat is gekookt, zijn niet
meer geschikt voor elektrisch koken.
• Zet alleen pannen met een droge bodem op het element. Vocht op
de elementen kan roest veroorzaken.
• De diameter van de panbodem moet de kookzone volledig
afdekken. Gebruik geen pannen die kleiner zijn dan de kookzone.
Hiermee vermijdt u dat voedselresten op de gloeiend hete
kookzone terecht komen. Ingebrande voedselresten zijn moeilijk te
verwijderen.
• Gebruik altijd een deksel tijdens het koken i.v.m. energieverlies.
GEBRUIK
3
.
.
.
2
1
3
.
.
.
2
1
12
10
87
5
3
1
12
10
87
1
3
5
3
.
1
.
2
.
goed
fout