Gewone niet-oplaadbare batterijen mogen niet worden opgeladen, ex-
plosiegevaar! Laad uitsluitend oplaadbare batterijen op die daarvoor
bedoeld zijn, gebruik een geschikte oplader.
BATTERIJ PLAATSEN/VERVANGEN
Het batterijvak bevindt zich aan de achterzijde van de radiografische
wandklok. Plaats daar een batterij van het type Mignon/AA in de juiste
richting in het batterijvak (let op plus/+ en min/-).
U kunt ook een accu gebruiken voor het gebruik van de radiogra-
fische wandklok, door de lagere bedrijfsspanning (accu = 1,2V, bat-
terij = 1,5V) en de geringere capaciteit is de bedrijfsduur echter
navenant korter. Als u toch een accu wilt gebruiken, raden wij u
aan een NiMH-9V-accu met geringe zelfontlading te gebruiken.
Onmiddellijk na het plaatsen van de batterij in de radiografische wandklok
bewegen alle drie de wijzers naar de stand „12 uur“. Aansluitend start de
radiografische wandklok een ontvangstpoging voor het DCF-signaal (zie
hoofdstuk „Ingebruikname“).
Een batterijvervanging is noodzakelijk, als er plotseling grote tijdafwijkin-
gen optreden of de wijzers van de radiografische wandklok blijven staan.
Mocht u de radiografische wandklok langere tijd niet gebruiken (bijv. bij
opslag), verwijder dan de geplaatste batterij. Als de batterij te oud wordt,
kan deze gaan lekken en het batterijvak van de radiografische wandklok
beschadigen.
INGEBRUIKNEMEN
Direct na het plaatsen van de batterij start de radiografische wandklok
de DCF-ontvangst. De wijzers bewegen zich naar de stand „12 uur“, ver-
volgens zoekt de radiografische wandklok naar het DCF-signaal. Dit kan
ongeveer 10 minuten duren.
Bij het DCF-signaal gaat het om
een signaal dat door een zender
in Mainflingen (in de buurt van
Frankfurt am Main) wordt uitge-
zonden. De reikwijdte ervan be-
draagt maximaal 1.500 km, bij
optimale ontvangstcondities
zelfs maximaal 2.000 km.
Het DCF-signaal bevat onder an-
dere de exacte tijd en de datum.
Natuurlijk komt ook het omslach-
tige handmatige instellen van de
zomer- en wintertijd op de radio-
grafische wandklok te vervallen,
omdat de tijdomstelling automa-
tisch wordt doorgevoerd.
Geeft de radiografische wandklok na 10 minuten geen exacte tijd weer,
dan begint de ontvangstpoging opnieuw (zie hoofdstuk „DCF-ontvangst-
poging handmatig starten“).
Er is ook een slechte ontvangst van het DCF-signaal mogelijk, bijv.
bij gemetalliseerde isolatieramen, gewapend beton, speciaal ge-
coat behangpapier, dikke muren of in kelders.
De radiografische wandklok dient ook niet in de nabijheid van ka-
bels, stopcontacten of andere elektrische apparatuur te worden
gebruikt.
Houd voldoende afstand aan tot metalen voorwerpen.
Probeer de positie van de radiografische wandklok eens te wisselen en
start een nieuwe ontvangstpoging voor het DCF-signaal (zie hoofdstuk
„DCF-ontvangstpoging handmatig starten“). Eventueel kan de tijd ook
handmatig worden ingesteld, zie het hoofdstuk „Tijd handmatig instel-
len“.
De radiografische wandklok voert dagelijks meerdere ontvangstpogingen
uit. Een succesvolle ontvangstpoging per dag is voldoende voor een juiste
tijdsaanduiding.
Hang de radiografische wandklok op via het ophangoog aan de achter-
zijde aan een spijker, schroef of haak.
Let op een stabiele bevestiging, in verband met het hoge gewicht
van de radiografische wandklok! Bij het vallen wordt de behuizing
van de radiografische wandklok beschadigd, verlies van waarborg/
garantie!
DCF-ONTVANGSTPOGING HANDMATIG STARTEN
Houd de „WAVE“-toets op de achterzijde langer dan 3 seconden inge-
drukt. Indien de wijzers snel bewegen, laat u de toets weer los. De wijzers
bewegen zich naar de stand „12 uur“, vervolgens start de ontvangstpo-
ging voor het DCF-signaal.
Eventueel kunt u ook de batterij gedurende enkele seconden verwijderen
en aansluitend weer plaatsen, in plaats van op de „WAVE“- toets te druk-
ken.
Houd bij de DCF-ontvangst rekening met het hoofdstuk „Ingebruikname“.