Renson Cube User manual

Cube®
Handleiding
Manuel
Manual

2
Cube®
NL
Index
1 • Inleiding........................................................................................................................................................... 3
Veiligheidsinstructies................................................................................................................................... 3
Algemene veiligheidsvoorschriften.......................................................................................................... 3
Specifiek getroffen veiligheidsvoorzieningen en maatregelen........................................................ 4
2 • Samenstelling kit ........................................................................................................................................... 4
3 • Bedieningen ................................................................................................................................................... 5
4 • XVKS Aanwezigheidssensor...................................................................................................................... 5
5 • Samenstelling ventilatoreenheid................................................................................................................ 6
6 • Werking........................................................................................................................................................... 7
6.1 • Vraagsturing .................................................................................................................................... 7
7 • Montage-instructies....................................................................................................................................... 8
7.1 • Afmetingen........................................................................................................................................ 8
7.2 • Montage instructies......................................................................................................................... 9
7.3 • Plaatsing Cube®: wand/plafondmontage................................................................................. 9
7.4 • Plaatsing dakdoorvoer.................................................................................................................10
8 • Elektrische aansluiting ...............................................................................................................................11
8.1 • Bedradingsschema........................................................................................................................12
8.2 • Drukcurves (inregelen)..................................................................................................................13
9 • Bediening......................................................................................................................................................14
9.1 • TouchDisplay...................................................................................................................................14
9.1.1 • Aanmelden bediening ................................................................................................14
9.1.2 • Lay-out bediening.........................................................................................................16
9.1.3 • Functies bediening.......................................................................................................17
9.1.3.3 • Installer menu (voor de installateur).....................................................................25
9.2 • Timerbediening...............................................................................................................................42
9.2.1 • Aanmelden bediening ................................................................................................42
9.2.2 • Lay-out bediening.........................................................................................................42
9.2.3 • Functies bediening.......................................................................................................42
9.2.4 • Repeater .........................................................................................................................43
9.2.5 • Resetten van de Timerbediening ..............................................................................43
10 • Foutmeldingen...........................................................................................................................................44
11 • Plaatsing van het design extractierooster ..........................................................................................44
12 • Schoonmaak en onderhoud..................................................................................................................45
13 • Garantievoorwaarden............................................................................................................................46
13.1 • EPB Stavingsstuk..........................................................................................................................46
13.2 • Productkaart .................................................................................................................................47
13.3 • EU-conformiteitsverklaring ........................................................................................................48
13.4 • Garantievoorwaarden gebruiker............................................................................................49
13.5 • Service...........................................................................................................................................49

3
Cube®NL
1 • Inleiding
Belangrijk ! Lees deze instructies alvorens met de installatie te beginnen !
Installeer dit product NIET in ruimtes waar volgende zaken aanwezig zijn of zich kunnen voordoen:
• Overdadig vettige atmosfeer
• Corrosieve of ontvlambare gassen, vloeistoffen of dampen
• Kamerluchttemperaturen boven de 40°C of lager dan -5°C.
• Relatieve vochtigheid hoger dan 90% of buiten
• Obstakels die de toegang of het verwijderen van de ventilatoreenheid verhinderen
• Bochten in de leidingen vlak voor de ventilatoreenheid
• De Cube mag niet aangesloten worden op een gemotoriseerde dampkap of droogautomaat.
Veiligheidsinstructies:
A. Alle bekabeling dient uitgevoerd te worden door een gekwalificeerd persoon.
B. Zorg ervoor dat de elektrische voeding overeenstemt met 230V, 1 fase, 50Hz.
C. De ventilatoreenheid kan enkel gebruikt worden met de gepaste RENSON®accessoires.
D. De installateur dient ervoor te zorgen dat de ventilatoreenheid minstens op 600 mm afstand
geplaatst wordt van een schoorsteenpijp.
E. De eenheid mag niet gebruikt worden op plaatsen waar hij mogelijk onderworpen kan zijn
aan waterstralen.
F. Bepaalde situaties kunnen vereisen dat akoestisch dempend materiaal dient te worden gebruikt
G.De afvoer van de ventilator dient steeds naar buiten te gebeuren.
Algemene veiligheidsvoorschriften:
Neem bij de installatie van het apparaat steeds de veiligheidsvoorschriften in de handleiding in
acht. Het niet opvolgen van deze veiligheidsvoorschriften, waarschuwingen, opmerkingen en
instructies kan leiden tot schade aan de Cube of tot persoonlijk letsel; waarvoor RENSON®NV
niet verantwoordelijk gesteld kan worden.
• De installatie van de Cube dient uitgevoerd te worden in overeenstemming met de algemene
en plaatselijk geldende bouw-, veiligheids- en installatievoorschriften van gemeente en andere
instanties.
• Alleen een erkende installateur mag de Cube installeren, aansluiten, in bedrijf stellen en onder-
houd uitvoeren anders dan in deze handleiding staat omschreven.
• Volg steeds veiligheidsvoorschriften, waarschuwingen, opmerkingen en instructies uit de hand-
leiding op.
• Bewaar de handleiding in de buurt van de Cube.
• Aanpassingen aan de Cube zijn niet toegestaan.
• Instructies voor het onderhoud dienen nauwgezet opgevolgd te worden om schade en/of
slijtage te voorkomen.
• Het is aanbevolen een onderhoudscontract af te sluiten zodat het toestel regelmatig gecontro-
leerd en gereinigd wordt.

4
Cube®
NL
OPGELET:
De ventilatie-eenheid dient permanent te functioneren, dwz dat de Cube
nooit uitgeschakeld mag worden. (wettelijke verplichting volgens NBN D50-001 Hoofdstuk 4.2. Systeem C)
• Zie sectie 12 voor andere onderhoudsinstructies. Het apparaat moet aanrakingsveilig gemon-
teerd worden. Dit houdt o.a. in dat onder normale bedrijfsomstandigheden niemand bij be-
wegende of spanningsvoerende delen van de ventilator kan komen zonder daar een bewuste
handeling voor te doen, zoals:
– Demonteren van het deksel met daarvoor geschikt gereedschap
– Het uitnemen van de motormodule van de ventilator na het wegnemen van het deksel met
daarvoor geschikt gereedschap.
– Het loskoppelen van een kanaal of regelklep aan de aansluitmonden tijdens normaal
regime.
Specifiek getroffen veiligheidsvoorzieningen en maatregelen:
• De Cube is dusdanig geconstrueerd dat bij normaal gebruik en zonder doelgerichte handelin-
gen het niet mogelijk is in aanraking te komen met bewegende of
spanningsvoerende onderdelen.
• Met de hand aanraken van de ventilator mag niet mogelijk zijn. Daarom dient steeds een
kanaalwerk aangesloten te worden op de Cube alvorens het in bedrijf te stellen.
De minimale kanaallengte bedraagt 1,5 m.
• Het toestel kan niet geopend worden zonder gereedschappen.
• De Cube voldoet aan de wettelijke eisen die gesteld worden aan elektrische apparaten.
De volgende specifieke veiligheidsmatregelen moeten in acht genomen worden:
• Zorg er steeds voor dat voor de aanvang van werkzaamheden het apparaat spanningsloos
is door het voedingssnoer uit de wandcontactdoos te halen of door het uitschakelen van de
zekering. (Meet na of dit daadwerkelijk gebeurd is!)
• Gebruik passend/geschikt gereedschap voor het uitvoeren van werkzaamheden aan de Cube
• Gebruik het apparaat alleen voor toepassingen waarvoor het apparaat
ontworpen is zoals hieronder vermeld.
• Altijd min. 30 seconden wachten bij heraansluiten van de voeding.
2 • Samenstelling kit
• 1 x Motor unit EX425CU
• 6 x Afdekdop en/of Red Ø125> Ø80mm
• 1 x Adaptor 125-150 mm (afblaas)
• 1 x TouchDisplay met CO2(230V)
• 1 x XVKS aanwezigheidssensor (wit)
• 1 x Handleiding
• 1 x Stavingsstuk / garantieformulier

5
Cube®NL
Z
XY
5m
5m
2.5m
2.5m
56°
50°
50°
56°
0°
0°
Sensor
Sensor
Y
Y
Z
X
5m
5m
2.5m
2.5m
5m
5m
2.5m
2.5m
56°
50°
50°
56°
0°
0°
Sensor
Sensor
Y
Y
Z
X
5m
5m
2.5m
2.5m
3 • Bedieningen
De kit bevat standaard een TouchDisplay bediening met geïnte-
greerde CO2-sensor.
Deze bediening moet omwille van de CO2meting in de keuken
in of in de buurt van de keuken geplaatst worden.
• In geval van een gesloten keuken dient de bediening in de
keuken zelf geplaatst te worden.
• In geval van een open keuken dient de bediening in de buurt
van de keuken geplaatst te worden.
Optioneel kan ook een timerbediening met Boost-functie
geplaatst worden. U kan op deze bediening een tijdsinterval
instellen waarin het ventilatiesysteem op volle kracht draait.
Deze functie kan u bijvoorbeeld gebruiken voor nightcooling.
Tijdens de warme zomermaanden kan u’s avonds de woning in-
tensief spoelen met frisse buitenlucht om de woning af te koelen.
4 • XVKS Aanwezigheidssensor
De XVKS aanwezigheidssensor dient geplaatst te worden in elke ruimte waar een toilet aanwezig
is. Indien u een toilet in de badkamer heeft, plaats dan de sensor zo dicht mogelijk in de buurt
van het toilet om onnodige aanwezigheidsdetectie te vermijden (bv. kort binnen en buiten lopen
van de badkamer).

6
Cube®
NL
5 • Samenstelling ventilatoreenheid
Item Aantal Omschrijving
1 1 Ventilator behuizing montagebasis
2 1 Ventilator afdekplaat
3 1 Slakkenhuis
4 1 Assembly motorplaat
5 1 Bolcylinderschroef met kruisgleuf (Phillips) - M6x30
1
2
3
4
5

7
Cube®NL
6 • Werking
De goede werking van het Systeem C+® wordt slechts gegarandeerd wanneer volgende 3 pijlers
op elkaar afgestemd zijn:
– Toevoer: Zelfregelende RENSON®ventilatieroosters klasse P3 (of P4)
– Doorvoer: Deurrooster of spleet onder deur
(vrije keuze met minimum doorlaat van 25 m³/h/m bij 2 Pa)
– Afvoer: Cube ventilatiesysteem dat volautomatisch detecteert op relatieve
vochtigheid / aanwezigheid en CO2
6.1 • Vraagsturing
De Cube past het extractiedebiet aan de gemeten luchtkwaliteit en
dit op basis van 3 parameters:
– Relatieve vochtigheid: Vochtigheidssensor centraal in de motorunit ingebouwd
– Aanwezigheid: Aanwezigheidssensor in ruimtes met een toilet
– CO2: CO2sensor in de TouchDisplay
OPGELET:
De Cube stuurt het debiet niet individueel per ruimte (geen regelkleppen).
De vereiste debieten per ruimte dienen dus ingeregeld te worden door manueel
verstelbare extractieroosters.

8
Cube®
NL
7 • Montage-instructies
7.1 • Afmetingen
504
495 385
195 190 62
320
320
380
190 180
• Afmetingen:
380 x 385 x 180 mm
(L x B x H)
• Gewicht: 3,6 Kg
• Aansluitspanning:
1 x 230V/50Hz
• Gemiddeld verbruik:
afhankelijk van het actuele
afzuigdebiet

9
Cube®NL
320
320
7.2 • Montage instructies
De Cube kan bevestigd worden aan een wand met 4 schroeven d.m.v. de geïntegreerde
bevestigingsgaten in de basis van de ventilatorbehuizing.
• Het apparaat kan aan de wand bevestigd worden met gepaste schroeven voor de desbetref-
fende ondergrond, bij voorkeur trillingvrij bevestigen aan een massieve wand met een mini-
male massa van 100 Kg/m². Bij voorkeur wordt er nog gebruik gemaakt van trilling dempend
materiaal tussen de unit en de montagewand. Bij wandmontage dient het apparaat waterpas
geplaatst te worden.
7.3 • Plaatsing Cube®: wand/plafondmontage
• Kies de opstellingsruimte in de technische ruimte of elders (in de buurt van de dak-/muurdoor-
voer) waar de ventilatorunit geplaatst kan worden en de aansluiting van het kanaalnetwerk
eenvoudig kan geschieden.
• Afblaasleiding ø150 mm en beperken tot 3 meter in een woning.
• Installeer het ventilatiesysteem zodat de leidingen met zo weinig mogelijk bochten kunnen
aangesloten worden.
• Plaats de ventilator bij voorkeur op een zolder, boven de “natte” ruimtes zoals badkamers,
toiletten,… niet boven een slaapkamer om een eventuele geluidsoverdracht te beperken.
• Positioneer de ventilator centraal t.o.v. de te ventileren ruimtes zodat de buislengtes zo homo-
geen mogelijk verdeeld zijn.
• Aanzuigleidingen zijn min. in ø80 mm, voor debieten > 50 m3/h is dit standaard in ø125 mm.
• Bij gebruik van Easyflex kanalen wordt 1 flexibel kanaal gebruikt voor debieten ≤60m³/h.
Voor debieten > 60 m³/h dienen 2 Easyflex kanalen gebruikt te worden.
Plaats de bodemplaat van
de Cube tegen de wand en
teken de schroefgaten af
(wand moet een minimale
massa van 100 kg/m²heb-
ben om geluidsoverdracht te
vermijden).
Monteer wandpluggen en
schroeven (geschikt voor
het type ondergrond) op de
wand. Zorg ervoor dat de
kop van de schroeven ± 7
mm uitsteken.
Haak de ventilatoreenheid
over de 4 voorgemonteerde
schroeven. Let er op dat de
afblaas in de richting van de
dakafvoer geplaatst wordt
2
1
3

10
Cube®
NL
Plaats het aantal gewenste
aansluitdoppen op de venti-
latoreenheid en snij ze af op
de gewenste diameter (Ø80
mm / Ø125 mm).
Sluit de andere aanzuigpun-
ten af met de bijgeleverde
stoppen. Sluit het kanaalwerk
aan op de aansluitstukken.
Gebruik hiervoor spanban-
den.
Schroef de afdekplaat van
de ventilatorbehuizing los.
Voeding uit! Zorg ervoor dat
de netvoeding uitgeschakeld
is. Sluit de aansluitingskabel
voor de 3 standenschakelaar
en de voedingskabel aan
volgens het aansluitschema
(sectie 8.1)
5
4
6
7.4 • Plaatsing dakdoorvoer
Plaats een dakdoorvoer (maximaal 10Pa drukverlies bij 250 m³/h) of
een muurrooster (type dampkaprooster of geveldoorvoerrooster) met
ronde aansluiting Ø150 mm zo dicht mogelijk (<2 m) bij de ventilator.
Verbind de ventilatorafvoer d.m.v. een geïsoleerde flexibele
buis diameter 125/150 mm met klembanden.
< 2 m

11
Cube®NL
XVKS Sensoren
Fan power 230V~
Main 230V~
0-10V Fan control
8 • Elektrische aansluiting
De DIP-switches dienen op 001 te staan om een
goede werking van het systeem te garanderen.

12
Cube®
NL
8.1 • Bedradingsschema
De installatie en elektrische aansluiting van de verschillende componenten mag enkel
gebeuren door bevoegd personeel overeenkomstig de geldende veiligheidsmaatregelen.
L PE N
Min. 2 x 0,75 mm2
1MAX = AAC
3130 2120 1110
3130 2120 1110
L N
Max. 30 m Max. 30 m Max. 30 m Max. 30 m
Min. 2 x 0,34 mm2
Max. 2 x 0,8 mm2
Voedingskabel
3G 1,5 mm2
Voorbedrade buis
3G 2,5 mm2
3G 1,5 mm2
Min. 2 x 0,34 mm2
Max. 2 x 0,8 mm2
Min. 2 x 0,34 mm2
Max. 2 x 0,8 mm2
50Hz
230V AC
Netvoeding
ZekeringskastZekeringskast
50Hz
230V AC ±10%
Netvoeding
Standaard RENSON XVKS
aanwezigheidssensor
NIKO sokkel met klauwbevestiging
Afdekplaat niet inbegrepen
Centrale kern past ook in Bidno
N4702G en L4702G
BadkamerBijv. 2de badkamer en 2 x toilet
Optioneel tot 3 sensoren aan te sluiten
Maximum 1 bediening met
CO2aan te koppelen!

13
Cube®NL
8.2 • Drukcurves (inregelen)
Bij het inregelen van het systeem is het belangrijk onderstaande drukcurves in acht te nemen.
Raadpleeg voor de inregelprocedure sectie 9.1.3.3.1.
0
100
200
300
400
500
600
0 50 100150200250300350400450500
37,5%
50%
25%
62,5%
75% 87,5%
100%
Ventilatorkromme Cube®425
Afvoerdebiet (m³/h)
∆p (Pa)

14
Cube®
NL
9 • Bediening
Wanneer de TouchDisplay voor het eerst wordt ingeschakeld verschijnt het scherm waarop de
klok wordt ingesteld.
Er kan slechts 1 bediening met CO2sensor aan het toestel gekoppeld worden.
9.1 • TouchDisplay
9.1.1 • Aanmelden bediening
De dagaanduiding licht op.
Met ▼of ▲kan de actuele dag ingesteld worden.
Druk op om te bevestigen.
Na de dagaanduiding kan ook het actuele uur worden ingesteld.
Met ▼of ▲kan het uur en de minuten ingesteld worden.
Druk telkens op om te bevestigen.
Na de tijd – en datum aanduiding, dient vervolgens de land-
instelling gekozen te worden.
Gebruik ▼of ▲om tussen de landen te wisselen en
druk om te bevestigen.
1
2
3

15
Cube®NL
Na de landinstelling licht
‘update link’ op. Om de
bediening te koppelen met de
ventilatie-unit, dient u kort op
het LINK knopje op de print-
plaat van de Cube te drukken.
De volgende groene LED gaat
nu knipperen.
Zodra de groene LED op de printplaat begint te knipperen,
drukt u op op de TouchDisplay.
Onderaan de TouchDisplay verschijnt ‘Linking’.
Na een succesvolle linkprocedure gaat de bediening
automatisch naar het hoofdmenu.
4
5
6

16
Cube®
NL
9.1.2 • Lay-out bediening
Huidige ventilatiestand (1-4) 
Bedieningsmodus Huidige luchtkwaliteit
(groen - oranje - rood)
Kleuraanduiding komt overeen
met achterliggend CO2gehalte:
Rood
CO2≥1850 ppm
1500 ppm ≤CO2≤1850 ppm
1250 ppm ≤CO2≤1500 ppm
950 ppm ≤CO2≤1250 ppm
650 ppm ≤CO2≤950 ppm
CO2≤650 ppm
Groen
Weergave programmapunt 
L4 
L3 
L2 
L1 
Tijdsweergave

17
Cube®NL
9.1.3 • Functies bediening
9.1.3.1 • Bedieningsmodes
Er bestaan twee ventilatiemodes. Handmatig, automatisch.
U kan van mode wisselen door telkens kort (<1sec) op te drukken.
• Automatische mode (= vraagsturingsmode)
1
Als de automatische mode geactiveerd is, dan volgt het
ventilatiesysteem de voorgeprogrammeerde ventilatieregeling
(zie sectie 9.1.3.2.1). Net zoals u een thermostaat zou
programmeren, kan u ook uw ventilatiesysteem een
tijdsprogramma laten volgen.
bv: 07:00 – L3 08:00 – L1 12:00 – L3 13:00 – L1 
16:00 – L2 22:00 – L1
Enkel wanneer de automatische mode actief is, zal ook de vraagsturing van het ventilatie-
systeem werken. Dit betekent dat het debiet van het toestel zich automatisch zal aanpassen
als de relatieve vochtigheid stijgt, er aanwezigheid is in de toiletten of als de CO2
drempelwaarde overschreden wordt in de keuken. Zodra de luchtkwaliteit terug in orde
is of er niet langer aanwezigheid is in de toiletten; volgt het debiet terug het vooraf
geprogrammeerde regime.

18
Cube®
NL
• Handmatige mode
2
3
Tijdens de automatische mode is het mogelijk om handmatig het ventilatieniveau aan te
passen met ▼of ▲. Omdat u afwijkt van het vooraf ingestelde ventilatieprogramma, zal het
programmapunt rood kleuren. Bij het bereiken van een volgend programmapunt (1-8) wordt
opnieuw het ventilatieniveau uit de programma-instelling gevolgd.
De blauwe balkjes op de bediening duiden telkens het actuele ventilatieniveau aan.
Als het ventilatieniveau aangepast wordt door de vraagsturing tov het vooraf ingestelde
programmapunt, krijgt u hiervan een visualisatie:
Indien omwille van de CO2-
regeling een hoger ventila-
tieniveau nodig is dan het
geprogrammeerde, wordt dit
aangetoond met een groen
blokje en kleurt het program-
mapunt rood.
In de handmatige mode kunt u manueel bepalen in welke
ventilatiestand het systeem dient te draaien (stand 1-4). Het
systeem houdt dan geen rekening met programmapunten en ook
de vraagsturing is niet actief. Met behulp van ▼of ▲kan u de
ventilatiestand wijzigen.
Indien omwille van de vocht – of aanwezigheidsregeling een
hoger ventilatieniveau nodig is dan het geprogrammeerde,
zullen er extra blauwe blokjes bovenop het geprogrammeerde
ventilatieniveau geplaatst worden en kleurt het programma-
punt rood.

19
Cube®NL
• Boostmode
U kan het systeem in Boostmode plaatsen door lang op ▼te
drukken. Hierdoor wordt het ventilatiesysteem in L4 geplaatst
(ontwerpstand) en wordt er op de maximale capaciteit
geventileerd. De Boostmode kan onderbroken worden door lang
op ▼te drukken. Indien u dit niet doet, schakelt de Boostmode
zich na 3u15 min zelf uit en wordt terug overgegaan naar het
actieve programmapunt.
De Boostmode kan ook gegenereerd worden door activatie
van een bijbediening (nightcooling). Op de bijbediening kan
een tijdsinterval geactiveerd worden waarin de boost-stand
actief blijft. Wanneer de Boostmode geactiveerd wordt op
een bijbediening, wordt de hoofdbediening vergrendeld (rode
balkjes + sleutel symbool). Zodra de timer op de bijbediening
terug op 0 staat, wordt er terug normaal geventileerd en wordt
de hoofdbediening terug vrijgegeven.
Als een bijbediening de Boostmode activeert, kan u de
hoofdbediening alsnog vrijgeven door lang op ▼te drukken.

20
Cube®
NL
U kunt het User menu bereiken door
• 3 sec de knop in te drukken
• Simultaan ▼en ▲kort in te drukken
• Met ▼en ▲kan u kiezen tussen de verschillende User menu’s
• Een menu selecteren doet u met 
• Het User menu verlaten doet u door
o 3 sec de knop in te drukken
o Simultaan ▼en ▲kort in te drukken
9.1.3.2 • User menu
In het ‘User menu’ kunt u:
• Een programma instellen: instellen dag-, week- of weekend-programma,
tot 8 programmapunten per dag (telkens keuze tussen L1-L4 per programmapunt).
• De klok en dag instelling wijzigen: dag van de week en tijdsinstelling (24H).
• De display settings wijzigen: helderheid van de display instellen en de taal van het User menu
aanpassen.