Tulip ROTERRA-35 User manual

ROTERRA - 35
HANDLEIDING
OPERATOR'S MANUAL
LIVRET DE MISE EN ROUTE
BETRIEBSANLEITUNG
300-35
C-HV.018.0900

HANDLEIDING
ROTERRA - 35
Chn018-b.chp
ROTERRA®en LELYMATIC®zijn geregistreerde merknamen waarvan het uitsluitend gebruiksrecht toekomt
aan ondernemingen van het PEETERS Industries.
©2000. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar
gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van Peeters Landbouwmachines B.V..


INHOUDSOPGAVE.......................................................................................................pagina
VOORWOORD..............................................................................................................5
GARANTIEBEPALINGEN............................................................................................5
TYPE- EN SERIENUMMER VAN UW MACHINE .....................................................5
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ..............................................................................6
VERKLARING VAN DE WAARSCHUWINGS- STICKERS OP DE MACHINE......7
1 INLEIDING.....................................................................................................................8
2 MONTAGE ACHTER DE TREKKER ..........................................................................9
3 TRANSPORT ...............................................................................................................10
4 AFSTELLEN VAN DE MACHINE...............................................................................10
4.1 Werkdiepte .........................................................................................................10
4.2 Grondgeleiders ..................................................................................................11
4.3 Rotortoerental....................................................................................................11
4.4 Egalisatieplaat...................................................................................................12
5 WERKEN MET DE ROTERRA®.................................................................................13
6 AFKOPPELEN VAN DE TREKKER...........................................................................14
7 ONDERHOUD..............................................................................................................15
7.1 Onderhoud na gebruik......................................................................................15
7.2 Smering ..............................................................................................................15
7.3 Periodiek onderhoud ........................................................................................16
7.4 Veerspanning rotorbescherming .....................................................................18
7.5 Olie tandwielkast verversen ............................................................................18
7.6 Vervangen van tanden/tandhouders ..............................................................18
Bijlagen:
A ACCESSOIRES ...........................................................................................................19
B TECHNISCHE GEGEVENS .......................................................................................21
3


VOORWOORD
Deze handleiding is bestemd voor degenen die met de
machine werken en het dagelijks onderhoud uitvoeren.
Lees de handleiding eerst geheel door voordat u met werk-
zaamheden begint.
Instructies waarmee uw veiligheid en/of die van anderen
in het geding is worden aangegeven met een gevaren-
driehoek met uitroepteken in de kantlijn. Volg deze
instructies altijd nauwgezet op.
Instructies die ernstige materiële schade tot gevolg kun-
nen hebben als deze niet, of niet goed worden opgevolgd,
worden aangegeven met een uitroepteken in de kantlijn.
De machine die in deze handleiding wordt beschreven, kan
onderdelen bevatten die niet tot de standaard uitrusting
behoren, maar als accessoire verkrijgbaar zijn.
Dit wordt niet in alle gevallen aangegeven omdat de stan-
daard uitvoering per land kan verschillen.
De machines en accessoires kunnen per land zijn aangepast
aan de specifieke omstandigheden en zijn onderworpen aan
continue ontwikkeling en innovatie.
De uitvoering van uw machine kan daardoor afwijken van in
deze handleiding getoonde afbeeldingen.
GARANTIEBEPALINGEN
De fabriek stelt voor alle delen die bij normaal gebruik
binnen een periode van 12 (twaalf) maanden na aankoop een
defect vertonen, gratis vervangende onderdelen ter beschik-
king.
De garantie vervalt indien de in deze handleiding vermelde
instructies niet, niet geheel of niet juist zijn opgevolgd.
De garantie vervalt eveneens zodra door u of door derden
-zonder onze voorkennis en/of onze toestemming- werk-
zaamheden aan de machine worden verricht.
TYPE- EN SERIENUMMER VAN UW MACHINE
Het type-/serienummerplaatje bevindt zich rechtsachter op
de machine.
Vermeld bij correspondentie en bij het bestellen van onder-
delen het type- en serienummer van uw machine.
Vul hieronder het type- en serienummer van uw machine in.
5
!
typenummer
serienummer

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
- Gebruik de machine uitsluitend voor het doel waarvoor
deze is ontworpen.
- Geef gevolg aan alle veiligheidsvoorschriften met in-
begrip van de in de handleiding vermelde en op de
machine voorkomende instrukties.
- Bedien de machine op veilige wijze.
- De machine mag alleen bediend worden door ervaren,
behoedzame en met de machine vertrouwde personen.
- Wees voorzichtig en tref alle voorzorgsmaatregelen op
veiligheidsgebied.
- Verzeker u er van, dat alle veiligheids- en bescher-
mingsvoorzieningen altijd op de bestemde plaats zijn
aangebracht.
- Blijf buiten het bereik van bewegende delen.
- Verzeker u er van, dat motor, aftakas en draaiende
delen stilstaan alvorens te beginnen met afstelling,
reiniging of smering van de machine.
- Zorg ervoor dat tijdens het werk met de machine
niemand in de gevarenzone is en overtuig u ervan dat
iedereen ver uit de buurt is. Dit geldt speciaal indien
langs een weg of nabij of op sportvelden, etc. gewerkt
wordt.
- Gebruik een trekker met een cabine.
- Zuiver de velden van vreemde voorwerpen en stenen.
- Volg voor transport over de openbare weg de daarvoor
geldende wettelijke voorschriften op.
- Gebruik zwaailichten of andere veiligheidstekens, in-
dien vereist.
- Het is niet toegestaan zich op de machine te bevinden.
- Gebruik uitsluitend originele onderdelen.
- Neem de druk weg van hydraulische systemen voordat
hieraan werkzaamheden worden verricht en/of hydrau-
lische slangen worden aan- of afgekoppeld.
- Gebruik beschermende kleding, handschoenen en/of
vei- ligheidsbril indien vereist.
- Maak de waarschuwingsstickers regelmatig schoon,
zodat ze altijd goed leesbaar zijn.
6

VERKLARING VAN DE WAARSCHUWINGS-
STICKERS OP DE MACHINE
• Lees eerst de handleiding voordat u met de machine gaat
werken. Neem alle instructies en veiligheidsvoorschriften
in acht.
• Gevaar voor draaiende delen.
Houd afstand van draaiende delen.
• Gevaar voor draaiende delen.
Houd afstand van draaiende delen.
• Gevaar voor draaiende delen!
Lees de gebruiksaanwijzing van de koppelingsas.
Werk nooit met een koppelingsas zonder bescherming.
7

1 INLEIDING
De ROTERRA is een rotorkopeg waarmee verdichte grond of
geploegd land kan worden verkruimeld en geëgaliseerd, om
een goed zaaibed te verkrijgen.
De roterende beweging en speciale vormgeving van de
tanden (fig.1) zorgen voor een perfekte verkruimeling.
Door de slepende stand van de tanden wordt de bovenlaag
niet vermengd met de veelal slechtere en natte ondergrond.
De mate van verkruimeling is afhankelijk van de rijsnelheid
en het rotortoerental. Het rotortoerental kan door middel van
wisseltandwielen (fig. 2) worden gewijzigd.
De werkdiepte is snel en eenvoudig in te stellen met behulp
van een instelrol. Door deze rol wordt een gelijkmatige
werkdiepte en een goede oppervlakte-egalisatie verkregen.
Als instelrol kan, afhankelijk van de omstandigheden, een
open rol, een sterpakkerrol, een pakkerrol of bandenrol
worden toegepast.
De instelrol is volgens het “floating” systeem aan de
ROTERRA rotorkopeg bevestigd (fig 3). De ROTERRA
rotorkopeg kan daardoor bij steenachtige grond of boom-
wortels naar boven uitwijken, terwijl de instelrol de grond
blijft volgen.
Dit is vooral belangrijk als er een pakkerrol, die relatief
zwaar is, aan de ROTERRA rotorkopeg is gemonteerd.
De ROTERRA rotorkopeg is zeer compact gebouwd en kan
kort achter de trekker worden aangespannen. Hierdoor is het
mogelijk een zaai- of pootmachine achter de
ROTERRA rotorkopeg te monteren, zodat in één werk- gang
verschillende werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd.
8
1
2
3

2 MONTAGE ACHTER DE TREKKER
- Stel de hefarmen van de trekker op gelijke hoogte in.
De koppelarmen (fig. 4) zijn in twee standen aan de
driepuntsbok te bevestigen. Bij stand komt de
ROTERRA rotorkopeg het dichtst achter de trekker.
- Bevestig de koppelarmen, voor zover mogelijk, in stand .
Aangezien de ROTERRA rotorkopeg hierbij het dichtst
achter de trekker komt, geeft dit een gunstigere gewichts-
verdeling dan stand .
- Bevestig de hefarmen aan de ophangpen.
- Monteer de topstang van de trekker met een categorie II
topstangpen aan de machine.
Bevestig de topstang aan de trekkerzijde bij voorkeur in de
hoogst mogelijke positie en aan de rotorkopeg-zijde in het
onderste gat van de driepuntsbok. De machine kantelt dan
minder naar voren bij het heffen, waardoor minder oneen-
parigheid in de aandrijving zal optreden. Dit is met name
van belang wanneer een aftakas-aangedreven tweede werk-
tuig achter de ROTERRA rotorkopeg wordt aange-
koppeld.
- Stel de topstanglengte zodanig in, dat de ROTERRA
rotorkopeg tijdens het werk horizontaal staat.
- Zet de hefarmen van de trekker met stabilisatiekettingen of
-stangen vast, zodat de machine geen zijdelingse bewegin-
gen kan maken.
- Controleer of de koppelingsas gemakkelijk in- en uit-
schuift.
- Monteer de koppelingsas aan de trekkeraftakas.
Controleer bij de eerste montage of gebruik van een
andere trekker de minimale en maximale overlapping van
de ashelften. (Raadpleeg de bij de koppelingsas behorende in-
structie.)
- Bevestig de veiligheidsketting van de beschermbuis aan
een vast deel van de trekker.
9
!
4

3 TRANSPORT
De ROTERRA rotorkopeg kan in de hefinrichting van de
trekker worden getransporteerd.
- Houd bij transport over de openbare weg rekening met de
wettelijk toegestane maximale transportbreedte.
De ROTERRA rotorkopeg met een werkbreedte van 3
meter blijft binnen een transportbreedte van 3 m, wanneer
de grondgeleiders zijn opgeklapt en de aanslagpennen van
het floating systeem vanaf de binnenzijde door de verstel-
platen zijn gestoken (fig. 5).
- Vergrendel de grondgeleiders in dat gat van de steun
(fig. 6) waarbij de grondgeleider zo ver mogelijk naar
binnen is opgeklapt .
Breng alle wettelijk voorgeschreven verlichting en waar-
schuwingstekens aan.
Zorg er bij transport over de openbare weg voor dat de
voorasdruk voldoende is (zonodig frontgewichten aan-
brengen) en dat de maximaal toegestane achterasdruk
niet wordt overschreden.
- Laat de koppelingsas nooit draaien als de machine is
geheven.
4 AFSTELLEN VAN DE MACHINE
4.1Werkdiepte
- Hef de ROTERRA rotorkopeg, om de aanslagpennen (fig.
7) in de verstelplaten te kunnen verstellen.
- Plaats de pennen in het gat voor de gewenste werkdiepte.
Wanneer de ROTERRA rotorkopeg in de grond wordt
neergelaten slaat de bovenkant van de hefarmen tegen de
pen aan als de ingestelde werkdiepte wordt bereikt.
10
!
5
6
7

4.2Grondgeleiders
De grondgeleiderplaat A (fig. 8) is in verticale en horizon-
tale richting instelbaar.
- Monteer de plaat zodanig dat deze maximaal 5 cm in de
grond snijdt en de ruimte tussen de plaat en de instelrol zo
klein mogelijk is.
De grondgeleiders moeten tijdens het werk of bij het heffen
van de machine altijd vrij van de instelrol blijven.
- Bevestig de geleidingsplaat B in die positie, die de grond
optimaal voor de instelrol geleidt.
De kleinste afstand tussen de onderzijde van de grond-
geleiderplaat en de tanden dient 0,5-1,5 cm te bedragen.
- Stel deze afstand af door het plaatsen of verwijderen van
sluitringen boven de buffer.
4.3Rotortoerental
De grondgesteldheid, de gewenste verkruimeling en de
rijsnelheid zijn bepalend voor het rotortoerental waarmee
moet worden gewerkt.
Het rotortoerental wordt bepaald door de in de tandwielkast
gemonteerde wisseltandwielcombinatie (fig. 9) en het aftak-
astoerental.
U kunt van het kijkglas aflezen welke tandwielcombinatie is
gemonteerd. Het getal bij de streep die met de bovenzijde van
een tand samen valt, komt overeen met het aantal tanden van
het tandwiel op de tussenas (tandwiel onder).
In onderstaand schema zijn de rotortoerentallen vermeld voor
de mogelijke tandwielcombinaties.
Gebruik zoveel mogelijk het laagste toerental waarbij nog
goed werk wordt geleverd. Een hoger toerental geeft een
fijnere verkruimeling, maar vraagt ook meer vermogen. De
slijtage van de tanden is hierbij ook groter.
11
8
BA
9
WISSELTANDWIELEN boven 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23
onder 23 22 21 20 19 18 17 16 15 14 13 12
ROTERRA®-35 rotortoerental omw/min
aftakastoerental : 540 omw/min - - 168 186 211 237 265 298 333 376 423 480
aftakastoerental : 1000 omw/min 242 274 310 348 391 438 ------

Het is niet toegestaan met een tandwielcombinatie te werken
waarbij in de tabel geen waarde staat vermeld. Ook is het niet
toegestaan het rotortoerental boven 480 omw/min te laten
stijgen door verhoging van het aftakastoerental.
De kwaliteit van de breekpennen in de LELYMATIC
breekpenautomaat is afgestemd op het vereiste breek-
moment bij 540 of 1000 omw/min van de aftakas. Als u een
ander aftakastoerental gaat toepassen, vervang dan ook
de breekpennen.
Wisselen van tandwielen:
- Neem het deksel van de wisseltandwielkast af (fig. 10).
- Schuif de rubber afdichtring (A) van de doorvoeras.
- Verwijder de tandwielen. Let er op dat de afstandring
achter het tandwiel op de tussenas op zijn plaats blijft.
- Monteer de tandwielcombinatie die bij het gewenste rotor-
toerental behoort.
- Schuif de rubber afdichtring op de doorvoeras.
- Monteer het deksel.
4.4Egalisatieplaat
Wanneer de ROTERRA rotorkopeg is uitgerust met een
egalisatieplaat, bevestig deze dan als volgt aan de scharnier-
armen:
- Monteer de onderste armen zodanig aan de egalisatieplaat
dat deze tijdens het werk enkele centimeters vrij van de
aanslag (A, fig. 11) staan.
- Bevestig de bovenste armen 3 gaten hoger in de beves-
tigingsstrippen van de egalisatieplaat.
Door deze montagewijze wordt extra grond doorgelaten
wanneer zich teveel grond voor de egalisatieplaat ophoopt.
Bij ondiepe bewerkingen kan het wenselijk zijn dat de
egalisatieplaat wat grond meevoert. Monteer de bovenste
armen dan 2 gaten hoger dan de onderste.
Wanneer de egalisatieplaat met een spindelverstelling is
uitgerust, geldt hetzelfde montageprincipe.
- Monteer de bovenste armen in het bovenste gat op de
spindel. Gebruik het gat daaronder als meer grond moet
worden meegevoerd.
- Stel de spindels zodanig in, dat de onderste armen tijdens
het werk enkele centimeters vrij van de aanslag staan.
12
10
A
11
A
!

5 WERKEN MET DE ROTERRA®
Overtuig u ervan dat er zich niemand in de omgeving van
de machine bevindt als de koppelingsas wordt inge-
schakeld.
Laat tijdens het werk niemand toe binnen een straal van
50 m van de machine.
Stop de trekkermotor voordat u de trekkercabine verlaat.
De instelrol, rotorbescherming en de grondgeleiders zijn
essentiele onderdelen van de beveiliging van de machine.
Werk daarom alleen met de ROTERRA rotorkopeg als
deze hiermee is uitgerust.
Voer als de ROTERRA rotorkopeg voor de eerste maal wordt
ingezet, eerst de controle- en onderhoudspunten uit die in
“7.3 Periodiek onderhoud” worden vermeld, voordat met het
werk wordt begonnen.
- Klap de grondgeleiders naar beneden (fig. 12).
- Laat de ROTERRA rotorkopeg zakken en schakel de
aftakas bij een zo laag mogelijk motortoerental in wanneer
de tanden zich net boven de grond bevinden.
- Voer het aftakastoerental vervolgens op tot 540 of 1000
omw/min.
- Werk met een rijsnelheid van maximaal 7 km/u. Bij hogere
snelheden kan de kwaliteit van het werk minder worden.
- Schakel, wanneer de ROTERRA rotorkopeg wordt ge-
heven, de aftakas uit op het moment dat de tanden zich een
paar centimeter boven de grond bevinden.
Laat de machine nooit in geheven stand draaien.
Let op! De tandwielkast zal een hoge temperatuur krijgen
wanneer langdurig en met grote belasting wordt gewerkt.
Raak de tandwielkast daarom niet zonder beschermende
handschoenen aan voordat deze voldoende is afgekoeld.
- Houd de tandwielkast vrij van grond en andere vervuiling.
Alleen dan is de koelwerking van de koelribben optimaal.
13
12

6 AFKOPPELEN VAN DE TREKKER
- Zet (indien aanwezig) de sporenwissers omhoog (fig. 13).
- Plaats de machine op een harde ondergrond.
- Zet de trekkermotor af. Neem de koppelingsas los van de
trekkeraftakas.
- Leg de koppelingsas op de haak (fig. 14).
- Maak de topstang los van de machine.
- Ontkoppel de hefarmen van de machine.
14
13
14

7 ONDERHOUD
Een goed onderhoud van de machine is noodzakelijk
om deze betrouwbaar en veilig in gebruik te houden.
Zie voor het onderhoud van de LELYMATIC breekpen-
automaat, de daarvoor bestemde handleiding.
7.1Onderhoud na gebruik
- Maak de machine grondig schoon.
- Smeer de machine in met een roestwerend middel.
- Controleer of de tanden goed vastzitten.
Aanhaalmoment : 600 Nm (60 kgm).
7.2Smering
- Smeer de koppelingsas iedere 8 werkuren door bij de
smeernippels op de kruisstukjes en de beschermbuizen
(fig. 15).
- Vet de profielbuizen van de koppelingsas iedere 8 werk-
uren in.
- Vet als de machine wordt gebruikt bij vorst, de bescherm-
buizen van de koppelingsbuizen in om vastvriezen te
voorkomen.
- Smeer alle overige scharnierpunten elke 40 werkuren in
met vet of olie.
15
15
!
8h
8h

7.3Periodiek onderhoud
Het periodiek onderhoud moet worden uitgevoerd:
• bij aanvang van het seizoen;
• als de machine voor langere tijd buiten gebruik wordt
gesteld;
• tijdens het seizoen als de machine zeer intensief wordt
gebruikt.
- Smeer de machine op alle punten die worden aangegeven in
“7.2 Smering”.
- Smeer de drukstiften van de gaffelvergrendeling van de
koppelingsas in met vet.
- Controleer of de koppelingsas gemakkelijk in- en uit-
schuifbaar is.
Een beschadigde koppelingsas kan overmatige slijtage aan
de machine en trekker veroorzaken.
- Controleer of alle bouten en moeren goed vastzitten.
Let met name op de bouten waarmee de dekplaten, de
tandwielkast en de lagerhuizen zijn vastgezet.
Zet loszittende bouten/moeren vast met een aanhaal-
moment als vermeld in onderstaande tabel, met uitzonde-
ring van de bouten waarmee de steunbuizen aan de bok zijn
bevestigd (fig.16 ). Voor deze bouten geldt:
aanhaalmoment bout M10-10.9 = 55 Nm (5,5 kgm)
aanhaalmoment bout M12-10.9 = 95 Nm (9,5 kgm).
- Controleer of de tanden goed vastzitten.
Aanhaalmoment : 600 Nm (60 kgm).
- Controleer de machine op beschadigingen en gebreken.
- Controleer de vethoogte in de tandwielbak. Bij een juiste
vethoogte staan de tandwielen 2-3 cm in het vet.
Het vet behoeft niet te worden ververst. Bij eventueel
vetverlies, bijvullen met ESSO EHL 484 XC vet of een
ander vet op calcium-lithium of lithium basis, met NLGI 0
classificatie. Vervang het vet wanneer dit is vervuild door
bijvoorbeeld grond of door een andere oorzaak niet meer
voldoet.
- Controleer of de ontluchter (fig. 17) van de tandwielkast
goed schoon is. Door drukopbouw in de tandwielkast
kunnen lekkages ontstaan.
16
16
M10 M12 M16 M10 M12
8.8 8.8 8.8 10.9 10.9
Nm 50 85 215 Nm 70 110
kgm 5,0 8,5 21,5 kgm 7,0 11,0
M10 - 10.9
55 Nm (5,5 kgm)
M12 - 10.9
95 Nm (9,5 kgm)
17

- Cont r ol eer het ol iepeil in de t a ndwiel ka s t (f ig. 18).
Het ol ieniv ea u dient t us s en het uit einde v a n de
peil s tok en de gr oef op de peil s tok te l iggen.
(Bij v ul l en/v er v er s en: zie 7.5. Ol ie t a ndwiel ka s t
v er v er - s en .)
- Controleer of alle waarschuwingsstickers onbeschadigd op
de machine aanwezig zijn (fig. 19).
A(bestelnummer 9.1170.0408.0)
B(bestelnummer 9.1170.0407.6)
C(bestelnummer 9.1170.0411.3)
D(bestelnummer 16.61.175)
17
18
19
A
B
C
D
A B
D
C

7.4Veerspanning rotorbescherming
De rotorbescherming A (fig. 20) voorkomt schade aan de
rotors, in het bijzonder wanneer veel stenen en dergelijke in
de grond voorkomen.
Voor een goede werking van de rotorbescherming dienen de
veren tot ca. 270 mm te zijn uitgetrokken.
Wanneer de ROTERRA rotorkopeg met een egalisatie- plaat
B is uitgerust, moet de veerlengte ca. 290 mm zijn.
7.5Olie tandwielkast verversen
Ververs de olie van de tandwielkast bij een nieuwe machine
(of na montage van een nieuwe tandwielkast) de eerste keer
na ca. 20 werkuren en daarna iedere 400 werkuren.
Ververs de olie vaker wanneer onder zware omstandigheden
wordt gewerkt.
- Kantel de ROTERRA rotorkopeg iets voorover.
- Plaats een opvangbak voor de tandwielkast.
- Draai de aftapplug (fig. 21) uit de tandwielkast en laat de
olie in de opvangbak lopen.
- Vul de tandwielkast met 5,2 liter ESSO SPARTAN EP 680.
Uitsluitend bijvullen/verversen met deze olie of een andere
olie die voldoet aan de specificatie:
ISO 3448 VG 680 / DIN 51517 CLP680.
Het olieniveau dient tussen het uiteinde van de peilstok en
de groef op de peilstok te liggen.
7.6Vervangen van tanden/tandhouders
De tandhouders en tanden verschillen in uitvoering, af-
hankelijk van de draairichting. De tanden moeten slepend in
de draairichting staan, met de verdikking aan het uiteinde aan
de achterkant (fig. 22).
- Breng bij de montage van een tandhouder, Loctite 640 aan
op de rotoras.
- Zet de moer van de tandhouder vast met een aanhaal-
moment van 250 Nm (25 kgm). Borg de moer met een
nieuwe splitpen.
- Draai de cilinderkopschroeven van de tanden vast met
een aanhaalmoment van 600 Nm (60 kgm).
Controleer enkele werkuren na de montage of deze nog
goed vastzitten.
18
20
270 mm
290 mm
B
A
21
22
250 Nm
(25 kgm)
600 Nm
(60 kgm)
!

A ACCESSOIRES
Wisseltandwielsets
De gewenste verkruimeling wordt verkregen door een juiste
afstemming van het rotortoerental op de rijsnelheid.
Er zijn wisseltandwielsets met verschillende overbrengings-
verhoudingen verkrijgbaar om het rotortoerental op de be-
nodigde waarde in te kunnen stellen.
Stangenset
Tussen de stangen van de open rol kunnen extra stangen
worden gemonteerd. Hierdoor wordt een zeer vlak en goed
aangedrukt zaaibed verkregen.
Pakkerrol/Sterpakkerrol/Bandenrol
Een pakkerrol of sterpakkerrol maakt het mogelijk om ook in
natte omstandigheden te kunnen werken. Zowel de pakkerrol
als de sterpakkerrol zijn voorzien van een afstrijkinrichting.
De sterpakkerrol geeft een minder sterke aandrukking van de
grond dan de pakkerrol. Een bandenrol geeft met name op
lichte, goed verkruimelde grond een egale aandrukking.
Egalisatieplaat
De egalisatieplaat zorgt bij het zaaiklaarmaken van de grond
voor een egaal zaaibed.
De plaat wordt tussen de tandwielbak en de instelrol
gemonteerd. Door de speciale ophanging wijkt de plaat naar
boven uit als er teveel grond wordt opgeschoven.
De egalisatieplaat kan met een spindelset worden uitgerust
waardoor deze gemakkelijk en snel is af te stellen.
Mestanden
Bepaalde werkzaamheden, zoals het bewerken van stoppel-
land of het lossnijden van oud grasland, vragen een speciale
behandeling. Deze werkzaamheden kunnen goed worden
uitgevoerd wanneer de ROTERRA rotorkopeg wordt uit-
gerust met mestanden. Het werken met mestanden vraagt wel
meer vermogen dan met de standaard tanden.
Aardappeltanden
De ROTERRA rotorkopeg mag wanneer het land geen stenen
bevat, worden uitgerust met de zgn. aardappeltanden. Deze
extra lange tanden maken een diepe grondbewerking
mogelijk.
Sporenwissers
Met sporenwissers worden de wielsporen van de trekker
opgebroken. Dit kan nodig zijn bij het klaarmaken van een
ondiep zaaibed (b.v. bij bieten).
19
Bijlage A
Table of contents
Languages:
Other Tulip Farm Equipment manuals
Popular Farm Equipment manuals by other brands

LELY
LELY Luna Installation and operator's manual

Ashland
Ashland EHDW-3620-14 instruction manual

Finn
Finn HydroSeeder T170 MB Operator Instructions And Parts Manual

CURLY'S AG
CURLY'S AG INCINERATOR MULTI Operator's manual

Priefert
Priefert Q36 installation instructions

Amazone
Amazone ZA-M premiS Operation manual

Land Pride
Land Pride BB0548 Operator's manual

Degelman
Degelman STRAWMASTER+ 70 Operator's & parts manual

Tektite
Tektite Kioti CK35 Series Operation manual

Gaspardo
Gaspardo M Use and maintenance

Degelman
Degelman PRO-TILL SCORPION HITCH Operator's & parts manual

Glenmac
Glenmac Harley Pro 6 Operator's manual