
Algemene aanwijzing
Lees deze instructies aandachtig door alvorens u het
apparaat installeert en in gebruik neemt. Bewaar ze
daarna op een veilige plaats om ze later te kunnen
raadplegen.
Toepassingsgebied
De heteluchtventilatoren van het type Panther zijn niet
voor andere doeleinden bedoeld dan voor het verwarmen
van lokalen. Deze ventilatoren zijn geschikt voor gebruik
in opslagruimtes, werkplaatsen enz. Beschermingsklasse:
spatwaterdicht, IP44.
Eerste gebruik
Tijdens de fabricatie van de verwarmingselementen,
kunnen olieresten aan de elementen blijven kleven. Bij
het eerste gebruik zullen deze resten verbrand worden,
waardoor mogelijk de brandalarmen in werking treden. Er
moeten alleszins maatregelen genomen worden om dit te
voorkomen.
Werking
De lucht wordt door het apparaat geblazen door een
ventilator waarvan het toerental drie standen heeft.
Binnen in het apparaat wordt de lucht verwarmd door
roestvrije verwarmingselementen die worden aangestuurd
door een ingebouwde thermostaat, + 5ºC tot +35ºC. Het
aan- en uitzetten, het kiezen van heel of half vermogen
en van het toerental gebeurt met behulp van een
afzonderlijkbedieningspaneel (PP15)dat wordt
meegeleverd en dat aan de wand kan worden
gemonteerd, waardoor het gemakkelijk toegankelijk is.
Om het apparaat te beschermen tegen oververhitting is
ereen temperatuurbegrenzeringebouwd. Voorhet
terugstellen zie ‘oververhitting’.
Het apparaat dient aan de wand te worden gemonteerd
met behulp van een ophangbeugel waarmee de
luchtstroom naar beneden en naar beide zijden kan
wordengericht.
Montage
U dient de heteluchtventilatoren aan de wand te
monteren, doch nooit rechtstreeks boven of onder een
vaste stekkerdoos.
Letop! Houdde minimumafstanden aan,die opgegeven
zijn op afb. 2 en 3. De heteluchtventilator mag niet aan het
plafond worden bevestigd.
• Demonteer de ophangbeugel van het apparaat door
de onderste twee schroeven los te draaien en de
bovenste schroeven zover als nodig is.
• Markeer de montagepunten met behulp van de vrije
ophangbeugel.
• Boor de schroefgaten en bevestig de ophangbeugel.
• Bevestig het apparaat aan de ophangbeugel en zet het
in de gewenste hoek.
• Schroef de onderste schroeven in en draai alle
schroeven aan.
Montage- en gebruiksvoorschriften
Panther 6 - 15 kW
1211
21 14 15
39
NL
Elektrische aansluiting
De installatie dient te worden uitgevoerd door een
bevoegde elektriciën en in overeenstemming met de
geldende voorschriften. Het apparaat wordt aangesloten
via een meerpolige schakelaar met min. 3 mm.
breuklengte. Er zijn verschillende aansluitmogelijkheden,
afhankelijk van de gewenste functie.
Bij levering wordt het
apparaat voorzien van
verbindingsbruggen.
Als aansluitpunt 14 en
15 met elkaar zijn verbonden, draait de ventilator met
geselecteerd toerental en regelt de thermostaat de
warmte. Als u de verbinding verwijdert, regelt de
thermostaat zowel het toerental als de warmte.
De verbinding wordt verbroken als u toebehoren aansluit
of als u het apparaat doorverbindt naar andere apparaten,
zie aansluitschema 1–4.
Tussen aansluitpunt 1 en 13 kunt u een 230V~ signaal
nemen als alarmuitgang. De spanning valt uit als de
oververhittingsbeveiliging van het apparaat aanspreekt.
De apparaten worden geleverd met aansluiting op
400V 3N~. Gebruik voor het aansluiten van het
vermogen een kabel type EKK, FKK of gelijkwaardig.
Gebruik voor het regelen bijv. RKKR 0,75 mm².
Type Vermog. kW Spanning V Min.doorsn.mm²
Alle Bediening 230V~ 0,75
SE 06 6 400V3N~/230 V3~ 1,5/2,5
SE 09 9 400V3N~/230 V3~ 2,5/6
SE 12 12 400V 3N~/230V3~ 4/10
SE 15 15 400V 3N~/230V3~ 6/16
SE 135 13,5 500V 3~/440V3~ 4/2,5
Als meerdere apparaten aan elkaar zijn geschakeld en
worden aangestuurd via gemeenschappelijk toebe-horen,
dan dient u duidelijk aan te geven in de groepcentrale:
“De heteluchtventilatoren worden gevoed via meer dan
een groepsleiding.” Aan de achterzijde van het apparaat
zitten uitdrukopeningen. De kabeldoorvoeren dienen te
voldoen aan de eisen betreffende de beschermklasse!
Veiligheid
• Controleer of het gebied rond het in- en uitblaas-
rooster van het apparaat vrij is van materiaal dat de
luchtcirculatie door het apparaat kan hinderen!
• De wanden van het apparaat worden heet bij gebruik!
• Hetapparaat magnochgedeeltelijknoch helemaal
worden afgedekt met kleren of soortgelijke material-
en, omdat oververhitting van het apparaat brand-
gevaar tot gevolg kan hebben!
10