IBM NetVista A20 Instruction Manual

Personal Computer
Typen 6266, 6270, 6276, 6279, 6280 en 6286
Handboek voor de gebruiker

Derde uitgave (januari 2001)
Deze publicatie is een vertaling van de Engelstalige publicatie IBM Personal Computer Types
6266, 6270, 6276, 6279, 6280 and 6286: User Guide, bestelnummer 23P1088.
De informatie in deze publicatie is onderhevig aan wijzigingen. Wijzigingen zullen in nieuwe
uitgaven van deze publicatie worden opgenomen
Voor technische informatie en het aanvragen van publicaties kunt u zich wenden tot uw IBM-
leverancier of IBM Nederland N.V.
©Copyright International Business Machines Corporation 2000. Alle rechten voorbehouden.

iii
Inhoudsopgave
Kennisgevingen............................................................................................ vii
Veiligheidsrichtlijnen ...................................................................................... viii
Verklaring van conformiteit met laserrichtlijnen ..................................... xii
Hoofdstuk 1. Over dit boek.......................................................................... 1
Waar vindt u meer informatie ........................................................................ 3
Hoofdstuk 2. Aan de slag............................................................................. 5
Het beeldscherm instellen ............................................................................. 6
Energiebesparing................................................................................... 7
Het geluidsvolume regelen ............................................................................ 11
Het hoofdtelefoonvolume regelen.......................................................... 12
Instellingen voor communicatie opgeven ...................................................... 14
De computer configureren voor een verbinding met Internet ........................ 16
Hoofdstuk 3. Energiebeheer........................................................................ 19
ACPI BIOS-werkstand ................................................................................... 20
APM ............................................................................................................... 21
Automatisch aanzetten .................................................................................. 22
Hoofdstuk 4. Het programma IBM BIOS Setup.......................................... 23
Overzicht van het programma IBM BIOS Setup ............................................ 24
Het programma IBM BIOS Setup starten ...................................................... 26
De menu's van het programma IBM BIOS Setup .......................................... 27
Instellingen wijzigen............................................................................... 29
Wijzigingen ongedaan maken................................................................ 30
Opties in het programma IBM BIOS Setup .................................................... 31
Andere configuratiesoftware gebruiken ......................................................... 38
Hoofdstuk 5. De installatie van hardware voorbereiden........................... 39
Een beeld van de nieuwe hardware krijgen ................................................... 40
De installatie plannen .................................................................................... 41
Resourceconflicten oplossen ......................................................................... 42
De systeemeenheid openen.................................................................. 44
De kap verwijderen (desktopmodel)...................................................... 45
De kap verwijderen (microtower)........................................................... 46
De binnenkant van de systeemeenheid (desktopmodel) ............................... 48
De binnenkant van de systeemeenheid (microtower) ................................... 50

iv
Hoofdstuk 6: Adapterkaarten en stations installeren............................... 53
Conflicten met geïnstalleerde adapters oplossen ......................................... 54
Werken met de hardware in de systeemeenheid .......................................... 55
Adapterkaarten installeren en verwijderen (desktopmodel) .......................... 56
Adapterkaarten installeren en verwijderen (microtower) ............................... 57
Stations installeren ........................................................................................ 58
Het diskettestation verwijderen (desktopmodel).................................... 61
Het diskettestation verwijderen (microtower)......................................... 62
Het CD-ROM-station verwijderen (desktopmodel) ................................ 64
Het CD-ROM-station verwijderen (microtower)..................................... 65
Het vaste-schijfstation verwijderen (desktopmodel) .............................. 66
Het vaste-schijfstation verwijderen (microtower)................................... 67
De CMOS-instellingen bijwerken ................................................................... 68
Hoofdstuk 7. Componenten op de systeemplaat installeren................... 69
Onderdelen op de systeemplaat (machinetype 6266, 6270 en 6276) ........... 70
PCI-aansluitingen en jumpers ....................................................................... 72
Het systeemgeheugen uitbreiden .................................................................. 73
De systeembatterij vervangen ....................................................................... 75
De CMOS-instellingen bijwerken ................................................................... 76
Hoofdstuk 8. Problemen opsporen en oplossen....................................... 77
Enkele eenvoudige oplossingen .................................................................... 78
Diagram voor probleemoplossing .................................................................. 82
Hardware- en softwareproblemen oplossen .................................................. 83
Softwareproblemen ............................................................................... 89
Modemproblemen.................................................................................. 91
Foutcodes en -berichten ................................................................................ 93
Diagnoseprogramma's .................................................................................. 96
Bijlage A. Specificatietabellen .................................................................... 97
Overzicht van geheugenadressen ................................................................. 98
I/O-adressen .................................................................................................. 99
Systeeminterrupts ......................................................................................... 101
DMA-kanalen ................................................................................................. 102
Seriële-poortadressen ................................................................................... 103
Aansluitingen op de systeemplaat ................................................................. 104

v
Bijlage B. Modemgegevens......................................................................... 105
De modem bedienen ..................................................................................... 107
Modemopdrachten ......................................................................................... 110
AT-opdrachten....................................................................................... 111
Waarden voor +MS................................................................................ 113
Uitgebreide AT-opdrachten.................................................................... 114
V.42bis-opdrachten................................................................................ 115
Responscodes ............................................................................................... 116
S-registers ..................................................................................................... 117
Bijlage C. Beeldschermterminologie.......................................................... 119
Trefwoordenregister..................................................................................... 121

vi

vii
Kennisgevingen
Verwijzing in deze publicatie naar producten (hardware en software) of diensten van
IBM houdt niet in dat IBM deze ook zal uitbrengen in alle landen waar IBM
werkzaam is. Verwijzing in deze publicatie naar producten of diensten van IBM
houdt niet in dat uitsluitend IBM-producten of -diensten gebruikt kunnen worden.
Functioneel gelijkwaardige producten of diensten kunnen in plaats daarvan worden
gebruikt, mits dergelijke producten of diensten geen inbreuk maken op intellectuele
eigendomsrechten of andere rechten van IBM. De gebruiker is verantwoordelijk
voor de samenwerking van IBM-producten of -diensten met producten of diensten
van anderen, tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven door IBM.
Mogelijk heeft IBM octrooien of octrooi-aanvragen met betrekking tot bepaalde in
deze publicatie genoemde producten. Aan het feit dat deze publicatie aan u ter
beschikking is gesteld, kan geen recht op licentie of ander recht worden ontleend.
Verwijzingen in deze publicatie naar andere dan IBM-websites zijn uitsluitend
opgenomen ter volledigheid en gelden op geen enkele wijze als aanbeveling voor
die websites. Het materiaal op dergelijke websites maakt geen deel uit van het
materiaal voor dit IBM-product. Gebruik van dergelijke websites is geheel voor
eigen risico.

viii IBM Personal Computer Handboek voor de gebruiker
Veiligheidsrichtlijnen
Installatie
De constructie van de IBM Personal Computer biedt extra bescherming tegen het
risico van een elektrische schok. Het netsnoer van de IBM-computer heeft een
stekker met randaarde. Deze is vereist om de metalen onderdelen te aarden.
Degene die de computer installeert, moet ervoor zorgen dat de computer wordt
aangesloten op een correct bedraad stopcontact met randaarde. Als u een
verdeelstekker of verlengsnoer wilt gebruiken, informeer dan bij een deskundige of
een dergelijk voorwerp het aardingscircuit niet onderbreekt.
Als de computer wordt aangesloten op een stopcontact dat onjuist is bedraad,
bestaat er gevaar voor een ernstige elektrische schok.
VOOR PERMANENTE BESCHERMING TEGEN EEN ELEKTRISCHE SCHOK:
Houd u aan de volgende richtlijnen:
• Sluit de computer alleen aan op een stopcontact met de juiste spanning. Weet
u niet welke spanning er op het stopcontact staat, informeer hier dan naar bij
het energiebedrijf.
• Sluit alle andere kabels en snoeren aan op de computer voordat u de stekker in
het stopcontact steekt. Haal de stekker uit het stopcontact voordat u kabels of
snoeren loskoppelt.
• Als de computer is aangesloten op het telefoonnet, raak het telefoonsnoer dan
niet aan tijdens onweer.
• Plaats de computer nooit in een omgeving waar hij nat kan worden.
• Als u onderdelen vervangt, zorg er dan voor dat alle nieuwe onderdelen
identiek of gelijkwaardig zijn aan de oorspronkelijke onderdelen. Andere
onderdelen zijn misschien niet even veilig.
• Als u afwijkt van de in dit boek beschreven handelingen, kan dat lichamelijk
letsel of een elektrische schok tot gevolg hebben. Dit geldt met name als u
probeert de netvoeding, het beeldscherm of de ingebouwde modem te repa-
reren. Laat onderhoud en reparaties altijd over aan gekwalificeerde technici.

ix
Veilig werken met de hardware
Elke keer dat u de computer opent, moet u bepaalde veiligheidsrichtlijnen in acht
nemen om schade aan de computer te voorkomen. Voor uw eigen veiligheid en om
beschadiging aan de apparatuur te voorkomen, gaat u bij het verwijderen van de
kap van de computer te werk volgens de procedure in “De computer loskoppelen”
op pagina x.
De computer aansluiten
U sluit de computer als volgt aan:
1. Zet de computer en alle aangesloten apparaten die een eigen aan/uit-knop
hebben (bijvoorbeeld het beeldscherm en de printer) uit.
2. Sluit de signaalkabels eerst aan op de externe apparaten (zoals beeldscherm
en printer) en daarna op de computer.
3. Sluit alle communicatiekabels (zoals modemkabels en netwerkkabels) aan op
de computer. Sluit de kabels vervolgens aan op de aansluitingen in de muur of
de vloer.
4. Sluit de netsnoeren aan op de computer en de externe apparaten (zoals beeld-
scherm en printer) en steek de stekkers in geaarde stopcontacten.
5. Zet de computer en alle aangesloten apparaten die een eigen aan/uit-knop
hebben aan.
Om het risico van een schok te voorkomen:
Gevaar!
• Tijdens onweer dient u geen kabels aan te sluiten of los te
koppelen, noch installatie-, onderhouds- of
configuratiewerkzaamheden uit te voeren.
• Sluit het netsnoer aan op een correct bedraad, geaard
stopcontact.
• Alle op dit product aangesloten apparatuur moet eveneens
worden aangesloten op een correct bedraad stopcontact.
• Elektrische stroom van net-, telefoon- en communicatiekabels
is gevaarlijk. Houd u bij het installeren of verplaatsen van
apparatuur en het verwijderen van de kap aan de in dit gedeelte
beschreven stappen voor het aansluiten en loskoppelen van
kabels.
• Voer tijdens onweer nooit installatiewerkzaamheden aan het
telefoonnet uit.

x IBM Personal Computer Handboek voor de gebruiker
De computer loskoppelen
U koppelt de computer als volgt los:
1. Zet de computer en alle aangesloten apparaten die een eigen aan/uit-knop
hebben uit.
2. Haal alle stekkers uit het stopcontact.
3. Ontkoppel alle communicatiekabels (zoals modemkabels en netwerkkabels)
van de aansluitingen in de muur of de vloer.
4. Ontkoppel alle kabels en snoeren van de computer: netsnoeren, signaalkabels
van externe apparaten, communicatiekabels en eventuele andere kabels.
Veiligheidsinformatie voor de modem
Om de kans op brand, een elektrische schok of letsel bij het gebruik van de
telefoonapparatuur te verkleinen, dient u een aantal elementaire
voorzorgsmaatregelen te nemen, zoals:
• Voer tijdens onweer nooit installatiewerkzaamheden aan het telefoonnet uit.
• Sluit telefoonstekkers nooit aan in natte ruimten, tenzij de stekker specifiek
voor dergelijk gebruik bedoeld is.
• Raak nooit telefoondraden of -apparaten aan waarvan de isolatielaag is
verwijderd, tenzij de draden of apparaten ontkoppeld zijn van het telefoonnet.
• Ga bij het installeren of aanpassen van telefoonlijnen voorzichtig te werk.
• Gebruik de telefoon liever niet tijdens onweer (tenzij het een draadloos model
is). Er bestaat een (geringe) kans op een elektrische schok door blikseminslag.
• Gebruik de telefoon niet om een gaslek te melden als u zich in de buurt van dat
lek bevindt.
Gevaar! Koppel de beugel van de voedingseenheid niet los en draai de
schroeven van de voedingseenheid nooit los.
Waarschuwing! Zet de computer en het beeldscherm uit voordat u begint met
schoonmaken.

xi
Informatie over de lithiumbatterij
Neem de volgende veiligheidsrichtlijnen in acht:
• Laad de lithiumbatterij niet op, haal hem niet uit elkaar, verwarm hem niet en
stel hem niet bloot aan open vuur.
• Vervang de batterij uitsluitend door een lithiumbatterij van hetzelfde of een
gelijkwaardig type.
• Houd de batterij niet onder water.
• Lever gebruikte lithiumbatterijen in bij een inzamelpunt, ter bescherming van
het milieu.
Veiligheidsvoorschriften voor het CD-ROM- en DVD-
station
In dit gedeelte vindt u de voorgeschreven veiligheidsrichtlijnen voor het CD-ROM- of
DVD-station in uw computer (indien geïnstalleerd). Het CD-ROM of DVD-station is
een laserproduct van Klasse 1. Laserproducten van Klasse 1 worden als
ongevaarlijk beschouwd. Het ontwerp van zowel het lasersysteem op zichzelf als
het CD-ROM- of DVD-station als geheel garandeert dat u bij normaal gebruik niet
wordt blootgesteld aan laserstraling boven het niveau van Klasse 1.
Houd er rekening mee dat het CD-ROM- of DVD-station geen onderdelen bevat die
door de gebruiker zelf kunnen worden ingesteld of gerepareerd. Onderhoud aan dit
station dient te worden uitgevoerd door een gekwalificeerde onderhoudsmonteur.
Waarschuwing! In deze computer worden lithiumbatterijen gebruikt. Bij onjuiste
behandeling van deze batterijen kan er gevaar ontstaan voor
brand, explosie of brandwonden.

xii IBM Personal Computer Handboek voor de gebruiker
Verklaring van conformiteit met laserrichtlijnen
Sommige modellen IBM Personal Computer zijn in de fabriek uitgerust met een CD-
ROM- of DVD-station. CD-ROM- en DVD-stations worden ook afzonderlijk verkocht.
Het CD-ROM- of DVD-station is een laserproduct. Voor de Verenigde Staten geldt
dat het CD-ROM- of DVD-station voldoet aan de vereisten van de Department of
Health and Human Services 21 Code of Federal Regulations (DHHS 21 CFR)
Subchapter J voor laserproducten van Klasse 1. Het station voldoet aan de eisen
gesteld in de International Electrotechnical Commission (IEC) 825 en CENELEC
EN 60 825 bedoeld voor laserproducten van klasse 1.
Als er een CD-ROM- of DVD-station is geïnstalleerd, let dan op het volgende:
Het verwijderen van de kap van het CD-ROM- of DVD-station kan leiden tot
blootstelling aan gevaarlijke laserstraling. In het CD-ROM- of DVD-station bevinden
zich geen onderdelen die door de gebruiker zelf kunnen worden gerepareerd. Open
de behuizing van het CD-ROM- of DVD-station niet.
Sommige CD-ROM- of DVD-stations bevatten een ingebouwde laserdiode van
categorie 3A of 3B. Houd rekening met het volgende:
Waarschuwing! Het wijzigen van instellingen of het uitvoeren van procedures
anders dan hier is beschreven, kan leiden tot blootstelling aan
gevaarlijke straling.
Gevaar! Laserstraling indien geopend. Kijk niet in de laserstraal en
vermijd direct contact met de laserstraal.

Hoofdstuk 1. Over dit boek 1
Hoofdstuk 1. Over dit boek
Dit Handboek voor de gebruiker bevat algemene informatie die van belang is voor
alle gebruikers van een IBM Personal Computer. Als u de computer eenmaal hebt
uitgepakt en alle componenten hebt aangesloten, kunt u dit boek gebruiken als uw
gids voor de hardware en voor het oplossen van problemen.
In het boek komen zulke verschillende onderwerpen aan bod als een kennismaking
met de belangrijkste hardware-onderdelen en instructies voor het opnieuw
configureren en opwaarderen van de computer. Daarnaast kan dit boek u helpen in
het onwaarschijnlijke geval dat u problemen met de computer ondervindt.
Dit boek bevat informatie over verschillende modellen. Als het door u gekochte
model niet beschikt over bepaalde hardware of vooraf geïnstalleerde software die in
dit boek wordt beschreven, kunt u voorzieningen niet gebruiken. Meer informatie
vindt u in het bij uw computer geleverde boekje “Vooraf geïnstalleerde software”.
Over dit boek
Dit boek bestaat uit de volgende hoofdstukken:
• “Hoofdstuk 1. Over dit boek” op pagina 1
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de inhoud en opbouw van het boek.
Bovendien treft u hier verwijzingen aan naar andere documenten en online
informatiebronnen.
• “Hoofdstuk 2. Aan de slag” op pagina 5
In dit hoofdstuk leest u hoe u de beeldscherm- en de geluidsinstellingen kunt
wijzigen. Bovendien wordt hier uitgelegd hoe u een printer aansluit en hoe u
een verbinding met Internet tot stand brengt.
• “Hoofdstuk 3. Energiebeheer” op pagina 19
Hier wordt beschreven hoe u zuinig met energie kunt omgaan dankzij diverse
spaarstanden.

2 IBM Personal Computer Handboek voor de gebruiker
• “Hoofdstuk 4. Het programma IBM BIOS Setup” op pagina 23
Met het programma IBM BIOS Setup kunt u de configuratie van het systeem
aanpassen. In dit hoofdstuk leest u hoe dat werkt.
• “Hoofdstuk 5. De installatie van hardware voorbereiden” op pagina 39
Dit hoofdstuk beschrijft de voorbereidingen die noodzakelijk zijn bij het
installeren of vervangen van adapterkaarten, schijfstations en componenten op
de systeemplaat.
• “Hoofdstuk 6: Adapterkaarten en stations installeren” op pagina 53
Dit hoofdstuk bevat instructies voor het installeren en verwijderen van
adapterkaarten en schijfstations.
• “Hoofdstuk 7. Componenten op de systeemplaat installeren” op pagina 69
In dit hoofdstuk vindt u instructies voor het installeren en vervangen van
hardwarecomponenten op de systeemplaat.
• “Hoofdstuk 8. Problemen opsporen en oplossen” op pagina 77
Dit hoofdstuk bevat informatie over het oplossen van problemen en uitleg van
foutcodes en -berichten die kunnen verschijnen. U vindt hier ook informatie
voor het herstellen van de vooraf geïnstalleerde programma's en bestanden.
• “Bijlage A. Specificatietabellen” op pagina 97
Deze bijlage bevat tabellen met geheugen-, adres-, interrupt-. kanaal- en
poortspecificaties. Tevens bevat het informatie over aansluitingen.
• “Bijlage B. Modemgegevens” op pagina 105
Deze bijlage bevat informatie over modems, inclusief AT-opdrachten die u kunt
gebruiken als u de modem vanaf de DOS-prompt van Windows wilt bedienen.
• “Bijlage C. Beeldschermterminologie” op pagina 119
In deze bijlage vindt u de definitie van een aantal termen die vaak worden
gebruikt in verband met beeldschermen.

Hoofdstuk 1. Over dit boek 3
Waar vindt u meer informatie
In de volgende publicaties en online documentatie vindt u meer informatie over uw
computer:
Naslagboekje: Bij uw computer wordt een Naslagboekje geleverd. Hierin vindt u
veiligheidsrichtlijnen, installatie-instructies, informatie over service en
ondersteuning, plus andere elementaire informatie over de computer.
Online informatie: De “online informatie” is toegankelijk via Access IBM, maar is
tevens op te roepen via Internet. In het Naslagboekje kunt u lezen hoe u de online
informatie via Internet kunt benaderen. Op de computer staan verschillende soorten
online documentatie. Veel van de software die vooraf op de computer geïnstalleerd
is, beschikt over eigen programma's voor zelfstudie en oefeningen waarmee u de
diverse functies snel onder de knie hebt. Tijdens het werken met de software is er
tevens online Help beschikbaar. In de meeste programma's roept u die Help op met
F1.
Op het bureaublad van Windows kunt u zoeken naar specifieke Help over diverse
aspecten van uw computer.
U start het Help-systeem van Windows als volgt:
1. Klik op het bureaublad van Windows op de knop Start.
2. Klik op de optie Help.

4 IBM Personal Computer Handboek voor de gebruiker

Hoofdstuk 2. Aan de slag 5
Hoofdstuk 2. Aan de slag
In dit hoofdstuk vindt u informatie voor het wijzigen van deze instellingen en het tot
stand brengen van verbindingen.
• “Het beeldscherm instellen” op pagina 6
• “Het geluidsvolume regelen” op pagina 11
• “Instellingen voor communicatie opgeven” op pagina 14
• “De computer configureren voor een verbinding met Internet” op pagina 16
• “Het Rapid Access II-toetsenbord gebruiken” op pagina 18

6 IBM Personal Computer Handboek voor de gebruiker
Het beeldscherm instellen
Als u de computer voor het eerst aanzet, kiest het systeem automatisch een groep
instellingen voor het beeldscherm. Wellicht wilt u bepaalde instellingen echter
wijzigen. Met Windows kunt u onder andere de schermresolutie, het aantal kleuren
en de grootte van de letters aanpassen.
Voor informatie over uw model beeldscherm en de configuratie-instellingen kunt u
de documentatie bij het beeldscherm raadplegen.
Het beste beeld
Volg de onderstaande richtlijnen om het beste beeld te krijgen:
• Zet het beeldscherm niet in de buurt van apparaten die een sterk magnetisch
veld opwekken, zoals andere beeldschermen, onafgeschermde luidsprekers en
elektrische bedrading. (De luidsprekers die mogelijkerwijs bij de computer zijn
geleverd, zijn goed afgeschermd.)
• Maak de beeldbuis af en toe schoon met een speciale glasreiniger of een
ander niet-schurend schoonmaakmiddel. Spuit de reiniger nooit rechtstreeks
op het scherm.
• Onder bepaalde omstandigheden kunnen er interferentiepatronen, golvende of
wazige lijnen zichtbaar zijn. Als dit gebeurt, kunt u kijken of het helpt als u de
kleur of het patroon van de programma-achtergrond verandert.
• Zet het beeldscherm aan het eind van de dag altijd uit. Daarmee verlengt u de
levensduur.
Opmerking: Als u de computer de eerste keer opstart en het beeld op het
scherm "loopt" of knippert, lees dan “Wordt er iets afgebeeld op
het beeldscherm?” op pagina 80.

Hoofdstuk 2. Aan de slag 7
Energiebesparing
In de documentatie bij het beeldscherm kunt u opzoeken of het beeldscherm een
functie voor energiebesparing heeft. Een dergelijke functie wordt vaak Display
Power Management Signaling (DPMS) genoemd. Als u DPMS gebruikt, gaat het
beeld uit nadat u de computer een bepaalde, vooraf ingestelde tijd niet actief hebt
gebruikt. Om het beeld weer op te roepen, drukt u op de Shift-toets of beweegt u de
muis.
Als het beeldscherm over een functie voor energiebesparing beschikt, kunt u de
instellingen daarvoor opgeven via het Configuratiescherm van Windows. Zie
“Automatic Power On” op pagina 37 voor instructies.
Beeldscherminstellingen wijzigen
De eerste keer dat u de computer aanzet, worden er automatisch een aantal
instellingen voor het beeldscherm gekozen. Als uw beeldscherm DDC (Display
Data Channel) ondersteunt, selecteert de computer automatisch de hoogste
verversingsfrequentie die op het beeldscherm mogelijk is. De verversingsfrequentie
bepaalt hoe vaak het beeld op het scherm opnieuw wordt getekend. U kunt deze
instelling zelf wijzigen.
Hebt u een beeldscherm aangeschaft dat DDC niet ondersteunt, dan wilt u de
verversingsfrequentie misschien wijzigen. Maar ook als uw beeldscherm wél DDC
ondersteunt, wilt u wellicht wijzigingen aanbrengen in een of meer eigenschappen
van het beeldscherm.
De eigenschappen van het beeldscherm aanpassen
Met Windows kunt u onder andere de schermresolutie, het aantal kleuren, de
verversingsfrequentie en de grootte van de letters aanpassen.
Als u hulp nodig hebt bij het aanpassen van de eigenschappen van het
beeldscherm, klikt u op het vraagteken rechtsboven in het venster waarin u de
wijzigingen aanbrengt. De muisaanwijzer verandert dan in een vraagteken. Klik
vervolgens op het venstergedeelte waarover u meer informatie wenst. Als er over
dat onderdeel informatie beschikbaar is, wordt die direct afgebeeld.

8 IBM Personal Computer Handboek voor de gebruiker
U past de eigenschappen van het beeldscherm als volgt aan:
1. Dubbelklik op het pictogram Deze computer op het bureaublad.
2. Dubbelklik in het venster Deze computer op het pictogram
Configuratiescherm.
3. Dubbelklik in het venster Configuratiescherm op het pictogram
Beeldscherm.
4. Klik in het venster Eigenschappen voor Beeldscherm op de tab Instellingen.
Op de pagina Instellingen van het venster Eigenschappen voor Beeldscherm kunt
bepaalde instellingen aanpassen. Het gaat onder meer om:
• Kleuren
Hier kunt u het maximum aantal kleuren opgeven dat kan worden afgebeeld.
• Tekengrootte
Als u op de knop Geavanceerd... kliktennaardetabAlgemeen gaat, kunt u
opgeven welk formaat de tekens op het scherm moeten hebben.
U kunt het beste de standaardinstelling accepteren. Bepaalde programma's
kunnen namelijk niet overweg met grotere lettertypen.
• Scherm
Hier kunt u de schermresolutie opgeven. De resolutie bepaalt hoeveel
informatie er tegelijkertijd kan worden afgebeeld. Hoe hoger de resolutie, hoe
meer u op het scherm ziet, maar hoe kleiner ook alle objecten.
De waarden die u kiest voor Scherm (resolutie) en Kleuren, worden door
enkele factoren beperkt:
• De maximale horizontale en verticale frequentie van het beeldscherm.
• De hoeveelheid geheugen die in het systeemgeheugen van de computer
voor video is gereserveerd.
Uw computer gebruikt minimaal 4 MB systeemgeheugen voor het
beeldscherm. U kunt deze hoeveelheid zelf instellen in het programma IBM
BIOS Setup. Zie “Hoofdstuk 4. Het programma IBM BIOS Setup” op pagina 23
voor meer informatie.
Other manuals for NetVista A20
32
This manual suits for next models
6
Table of contents
Other IBM Desktop manuals

IBM
IBM NetVista A30 User manual

IBM
IBM 3270 Installation manual

IBM
IBM 709 Configuration guide

IBM
IBM PC 300 User manual

IBM
IBM NetVista A21 User manual

IBM
IBM PC 300GL Types 6275 Quick start guide

IBM
IBM PS/2 50 Owner's manual

IBM
IBM NetVista A21 User manual

IBM
IBM NetVista Quick start guide

IBM
IBM 2158240 - Aptiva E - 2158 Manual
Popular Desktop manuals by other brands

HP
HP Media Center m200 - Desktop PC manual

Fujitsu
Fujitsu Esprimo D5210 user manual

Panasonic
Panasonic Toughpad FZ-M1CCAAXBM operating instructions

Lenovo
Lenovo ThinkStation E30 Podręcznik użytkownika

Sony
Sony PCV-W30 VAIO User Guide (primary manual) quick start guide

Lenovo
Lenovo IdeaCentre 310S-08IGM user guide