Life & Mobility Vivo User manual

Vivo
HANDLEIDING
USER MANUAL
MODE D’EMPLOI
BEDIENUNGSANLEITUNG

NL3
Geachte gebruiker,
Met uw keuze voor een Vivo scootmobiel heeft u
gekozen voor ongeëvenaarde zekerheid, kwaliteit en
rijplezier! Wij wensen u vele comfortabele en veilige
kilometers toe en hopen dat u zult genieten van de
vrijheid die de Vivo u biedt.
In deze gebruikershandleiding vindt u alles over de
Vivo, van veiligheidsinstructies en bedieningsfuncties
tot onderhoudstips. Lees de gebruikershandleiding
goed door zodat u het beste uit uw scootmobiel haalt.
Graag houden wij u op de hoogte van nieuwtjes,
gebruikerservaringen en andere wetenswaardig-
heden. Op de website www.life-mobility.com kunt u
regelmatig de laatste ontwikkelingen lezen.
Hartelijke groet,
Directie en medewerkers van Life & Mobility

NL5NL4
Veiligheidsvoorschriften
U bent als gebruiker van de scootmobiel altijd ver-
antwoordelijk voor het naleven van de plaatselijk
geldende veiligheidsvoorschriften en -richtlijnen.
Het is belangrijk om eerst rijervaring op te doen
onder begeleiding van een ervaren instructeur.
Uw dealer kan u daarbij behulpzaam zijn.
Life & Mobility aanvaardt geen aansprakelijkheid
voor schade of letsel veroorzaakt door
onachtzaamheid of het niet naleven van de
veiligheidsvoorschriften.
Let op:
Ziet u dit teken in de handleiding, dan
volgt een aanvullende instructie. Volg
deze instructies altijd op. Nalatigheid kan
de werking van de scootmobiel nadelig
beïnvloeden en mogelijk leiden tot lichamelijk
letsel of tot schade aan de scootmobiel, de
directe omgeving of het milieu.
Algemeen
Waarschuwing:
Wijzig de constructie van de scootmobiel
nooit.
Gebruik de scootmobiel alleen waarvoor
deze bedoeld is.
Blijf met de scootmobiel uit de buurt van
open vuur.
Laat kinderen niet zonder toezicht in de
buurt van de scootmobiel spelen.
Voorzichtig:
Gebruik alleen het mandje voor het
vervoeren van spullen.
Gebruik uw scootmobiel niet om wagens,
karretjes e.d. te trekken.
Denk om uitstekende vaste of losse delen
van, in en aan de scootmobiel. Deze kunnen
Inhoudsopgave
Veiligheidsvoorschriften 5
Inleiding 12
Technische specificaties 13
Productbeschrijving 14
Instellingen en verstellingen 17
Gebruik 20
Onderhoud 27
Transport en opslag 30
Garantie 33
Afvoeren product en verpakking 34

NL7NL6
VeiligheidsvoorschriftenVeiligheidsvoorschriften
U dient voldoende gezichtsvermogen te
hebbenominelkemogelijkegebruikssituatie
veilig met de scootmobiel te kunnen rijden.
Houd u aan de geldende verkeersregels.
Zorg dat u altijd door andere verkeers-
deelnemers wordt opgemerkt. In het verkeer
bent u als scootmobielgebruiker kwetsbaar.
Vermijd afgelegen routes. Zorg dat er in geval
van nood voor hulp gezorgd kan worden.
Zet de scootmobiel uit als u uw mobiele
telefoon gebruikt.
Monteren en afstellen
(zie ook hoofdstuk ‘Instellingen en verstellingen’)
Waarschuwing:
Controleer voordat u de scootmobiel
gebruikt of alle onderdelen van de scoot-
mobiel goed gemonteerd zijn en goed
vastzitten.
Let op:
Verwijder nooit de antikiepwieltjes.
Zitten in de scootmobiel
Waarschuwing:
Zorg dat vingers en ledematen niet bekneld
raken. Wees vooral waakzaam:
- Bij het wegklappen van armleggers.
- Wanneer u niet de volledige controle over
armen of benen heeft.
Rijden met de scootmobiel
(zie ook hoofdstuk ‘Gebruik’)
Waarschuwing:
Houdt u aan de verkeersregels.
Pas op dat er geen kledingstukken tussen de
wielen komen.
schade veroorzaken aan de omgeving en de
scootmobiel.
Let op:
Deze scootmobiel is geschikt voor het
vervoeren van één persoon. Neem geen
passagiers mee.
Gebruik uitsluitend originele Life & Mobility
onderdelen en accessoires.
De veiligheidsinstructies en stickers nooit
afdekken of verwijderen.
Laat de scootmobiel altijd uitgeschakeld en
zonder sleutel achter. Hiermee voorkomt u
ongewild gebruik en/of diefstal.
Gebruik in regen, mist, ijzel en sneeuw en
strooizout heeft een nadelig effect op het
elektrisch systeem.
Deze scootmobiel heeft standaard géén
verlichting; rijd daarom niet in het donker.
Verlichting is als accessoire verkrijgbaar.
Deze scootmobiel heeft géén richting-
aanwijzer, steek uw hand uit als u van richting
verandert.
Eisen aan de persoon
Waarschuwing:
Als u onder invloed bent van middelen die
de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden, mag
u geen scootmobiel rijden.
In bepaalde (medische) situaties is het wen-
selijk dat u eerst een rijvaardigheidstraining
volgt bij een daartoe toegeruste dealer.
Let op:
Neem contact op met uw arts als u
voorgeschreven medicijnen gebruikt of fysieke
beperkingen hebt. Sommige medicijnen of
beperkingen kunnen uw rijvaardigheid beïn-
vloeden.

NL9NL8
VeiligheidsvoorschriftenVeiligheidsvoorschriften
Vermijd langdurig oprijden van hellingen;
hierbij kan overmatige slijtage aan motor en
elektrische componenten optreden.
Let op:
Uw zwaartepunt verplaatst zich als u een
helling op- of afrijdt. Wees hierop bedacht.
Keer voorzichtig op een steile helling in
verband met kantelgevaar.
Rijd een drempel altijd recht van voren op.
Rijd nooit achterwaarts van een stoeprand of
obstakel.
De maximale drempelhoogte die u kunt
oprijden is 5 cm.
Zacht, glad of ongelijk terrein verhoogt het
risico op gevaarlijke situaties.
De remweg kan significant langer zijn op
een helling dan op een vlakke ondergrond.
Transport van de scootmobiel zonder inzit-
tende (zie ook hoofdstuk ‘Transport en opslag’)
Levensgevaarlijk:
Maak bij vervoer van de scootmobiel in een
motorvoertuig altijd een transfer naar een
vaste zitplaats van het motorvoertuig. Deze
scootmobiel mag nooit gebruikt worden als
zitondersteuning in een motorvoertuig.
De scootmobiel is niet bedoeld om door
middel van een takel of ophijssysteem te
worden verplaatst.
Hang niets aan het stuur, gebruik het
mandje.
Laat niemand op uw scootmobiel staan.
Neem niets op schoot.
Let op:
Controleer voordat u gaat rijden of de
scootmobiel in rijstand staat en niet in de
vrijloop.
Houd de magneetsleutel niet op uw
dashboard, maar hang deze aan de
stuurkolom op de daarvoor bestemde
plaats.
Het is in Nederland verplicht om uw
scootmobiel minimaal WA* te verzekeren.
* WA is een aansprakelijkheidsverzekering
die wettelijk verplicht wordt door de
overheid. De schade, die u met uw
scootmobiel aan anderen veroorzaakt
en waarvoor u wettelijk aansprakelijk
bent, wordt vergoed. Dit geldt niet
voor de schade, die door uw schuld
aan uw scootmobiel is veroorzaakt. Een
verzekerd voertuig is te herkennen aan een
verzekeringsplaatje aan de achterzijde.
Hellingen en andere obstakels
Waarschuwing:
Vermijd hellingen steiler dan 6°. Het (voor- of
achteruit) berijden hiervan is gevaarlijk.
Wees waakzaam tegen kantelen bij het
oprijden van een helling. Gebruik beslist niet
de vrijloop op een helling.
Rijd een helling altijd recht van voren op,
niet zijwaarts.
Rijd voorzichtig langs een (stoep)rand.
Ongelijke ondergrond verhoogt de kans op
kantelen.
Maximale hellinghoek
6°
Een drempel benaderen

NL11NL10
Een heupgordel om uw lichaamshouding te fixeren
kan door de leverancier gemonteerd worden aan
de bevestigingspunten van het scharnier op de
zitting.
EMC goedgekeurd
De scootmobiel is EMC (Elektro Magnetische Compa-
tibiliteit) goedgekeurd. Uit proeven is gebleken dat
de scootmobiel niet gevoelig of schadelijk is voor
mobiele communicatieapparatuur en elektronisch
gestuurde apparatuur. Wees desondanks voorzichtig
bij het gelijktijdig gebruik van de scootmobiel en
mobiele of elektronische apparatuur.
Ook het gebruik in de buurt van sterke elektrische
of magnetische velden zoals deze in b.v. industriële
omgevingen kunnen voorkomen wordt afgeraden.
Indien u problemen vaststelt, dient de scootmobiel
uitgezet te worden.
VeiligheidsvoorschriftenVeiligheidsvoorschriften
Waarschuwing:
Zorg dat uw vingers niet bekneld raken
tijdens het verkleinen van de scootmobiel.
Til de scootmobiel nooit aan de kunststof
delen van de behuizing.
Let op:
Zorg dat de scootmobiel volledig gemon-
teerd is voordat u deze gaat gebruiken.
Overige
Waarschuwing:
Zet de scootmobiel niet in direct zonlicht:
de bekleding kan heet worden met mogelijk
verbranding van de huid tot gevolg.
Voorzichtig:
Probeer een storing nooit zelf te verhelpen.
Neem contact op met uw dealer.
Laat de scootmobiel niet in contact komen
met zeewater: zeewater is agressief en tast
de scootmobiel aan.
Laat de scootmobiel niet in contact komen
met zand: zand kan doordringen tot in
de draaiende delen van de scootmobiel,
waardoor onnodig snelle slijtage optreedt.
Let op:
Om uw veiligheid nog beter te kunnen
waarborgen is er een aantal technische
voorzorgsmaatregelen in acht genomen:
Bij een aangesloten acculader is de wegrijd-
blokkering actief.
Bij signalering van een elektronisch defect
zal de scootmobiel gecontroleerd tot
stilstand komen.
Delen waartussen lichaamsdelen beklemd
kun-nen raken zijn zoveel mogelijk
afgeschermd.

NL13NL12
De Vivo is een elektrisch aangedreven scootmobiel,
geschikt voor zowel jonge als oudere mensen die
moeite hebben om zich over een langere afstand
voort te bewegen.
Deze handleiding omschrijft uitsluitend de
standaardinstellingen van uw scootmobiel. De meest
actuele veiligheidsvoorschriften en meer informatie
vind u op onze website:
www.life-mobility.com
Recalls
Bij een product recall zullen wij dit op onze website
www.life-mobility.com vermelden, of u krijgt per-
soonlijk een bericht van uw dealer.
Inleiding
Bedoeld gebruik: binnen- en buitenshuis, tussen
-25° C en + 50° C, op verharde paden en wegen
L x b x h (stoel in hoogste stand): 108 x 58 x 93 cm
Gewicht (incl. accu’s): 62,5 kg
Gewicht accubox: 15 kg
Zitdiepte: 41 cm
Zitbreedte: 41 cm
Zithoogte t.o.v. voetplateau (instelbaar): 42,5/
45/47,5 cm
Hoogte tussen voetplateau en grond: 9 cm
Max. rij-afstand met volgeladen accu’s: 28 km*
Max. (programmeerbare) snelheid: 8 km/h*
Draaistraal (radius): 118,5 cm
Max. gebruikersgewicht: 120 kg
Accucapaciteit: 24 V (2x12V) / 22 Ah
Max. laadvermogen: 3A / 120/240 V / 50/60Hz
Wielmaat: 24x 7,5 cm
Voldoet aan: EN 12184 klasse A
Voldoet aan eisen voor weerstand tegen
ontbranding: ISO 7176-16
Service en technische ondersteuning
Raadpleeg uw dealer in geval van vragen over
specifieke instellingen, onderhoud of reparatie. Houd
altijd het serienummer bij de hand. Deze vindt u op
de CE-sticker op de stoelkolom van de scootmobiel.
Technische levensduur
Door Life & Mobility wordt aan dit product een
technische levensduur toegeschreven van 6 jaar. Dit
wil zeggen dat het product in deze periode reparabel,
veilig en bruikbaar is.
Bovengenoemde verklaring is alleen dan van toe-
passing wanneer de gebruiker het product gebruikt
in de hoedanigheid waarin deze door Life & Mobility
is bestemd en als zodanig CE-gemarkeerd, inclusief
eventuele originele accessoires.
Technische specificaties
* Afhankelijk van de
ingestelde snelheid,
buitentemperatuur,
gewicht gebruiker, etc.

NL15NL14
Productbeschrijving
Controle van de levering
Controleer voordat u de scootmobiel gaat gebruiken of
de levering overeenkomt met onderstaande product-
beschrijving. Indien u bij aflevering transportschade
constateert, geef dit dan door aan uw dealer. Life &
Mobility vertrouwt erop dat de scootmobiel aan uw
verwachtingen voldoet en wenst u er veel gemak van.
Productbeschrijving
I. CE-sticker
J. Accubox
K. Voetplateau
L. Voorwiel
M. Draaiknop stuur
N. Mandje
O. Stuur met
bedieningspaneel
P. Magneetsleutel-
houder
A. Neerklapbare rug-
leuning
B. Opklapbare
armleggers
C. Stoelhendel
D. Handvat
E. Reflector
F. Anti-kiep wieltjes
G. Vrijloophendel
H. Geveerde
achterwielen
Productbeschrijving
scootmobiel
Bedieningspaneel
Q. Magneetslot / Magneetsleutel
R. Claxon
S. Accu-indicator
T. Snelheidsknop
U. Aan/uit indicatielampje
V. Duimgashendel achteruit
W. Duimgashendel vooruit
X. Acculaadcontact
Niet afgebeeld
Diverse accessoires zijn optioneel leverbaar,
waaronder:
Stokhouders
Achteruitkijkspiegel
Rugleuningtas
Luchtbanden
Heupgordel
Verlichting
Kleuraccenten
Voor meer accessoires zie www.life-mobility.com.
Productbeschrijving
Magneetslot en duimgashendels
V W
Acculaadcontact
X
E G
F
A
B
C
H
D
N
L
M
O
P
JI K
Q
S T U
R WV
Productbeschrijving
bedieningspaneel
Q

NL17NL16
Armleggers
B
Aanduidingen op de scootmobiel
Op de scootmobiel bevinden zich een aantal
stickers. Hieronder een overzicht, met de locatie
waar zij zich bevinden.
CE-sticker
De scootmobiel voldoet aan de bepalingen
gesteld in de richtlijn voor Medische Hulp-
middelen en is voorzien van een CE-markering.
De CE-sticker bevindt zich nabij de stoelkolom
van uw scootmobiel.
Vrijloopsticker
De sticker boven de vrijloophendel (G) geeft de
“duwstand” aan. In deze stand is de scootmobiel
vrij te verrijden.
De sticker onder de vrijloophendel geeft aan
dat de scootmobiel gereed is om elektrisch te
rijden.
Vrijloophendel
G
Elektrische rij-stand
Duwstand
Productbeschrijving Instellingen en verstellingen
In- en verstellingen zijn door de gebruiker uit te
voeren. Twijfelt u aan uw vaardigheden, neem
dan contact op met uw dealer.
Zitbreedte instellen
1. Draai de inbusbouten (a) aan de achter-
onderzijde van de stoel los.
2. Stel de breedte naar uw persoonlijke
voorkeur in.
3. Draai de inbusbouten weer vast.
De armleuningen zijn in de huidige stand
vergrendeld.
Armleggers
Klap de armleggers (B) op om uitstappen te
vergemakkelijken.
Stuurhoek verstellen
Let op:
Verstel de hoek van de stuurkolom niet
tijdens het rijden.
Stel de stuurkolom zo dat u makkelijk bij de
bediening en het display kan. De stuurkolom is
verstelbaar middels een vertanding.
1. Draai de draaiknop (M) onderaan de stuur-
kolom los.
2. Zet de stuurkolom in de gewenste hoek
3. Draai de draaiknop weer vast; zorg ervoor
dat de vertanding in elkaar valt.
De stuurkolom is nu vergrendeld.
Zitbreedte veranderen
a
Stuurhoek veranderen
M
CE-sticker
INSPIRED BY LIFE
Vivo
For Indoor use BY: 2016/01
Logistiekweg 7
7007 CJ Doetinchem
The Netherlands
T +31 (0)314 328000
Maximum user weight 120 kg
Warning: Not to be used
as a seat in a motor vehicle

NL19NL18
5. Til nu het voorste deel (Y) los van het
achterste deel (Z).
Monteren
1. Kantel het achterdeel (Z) van de scootmobiel
tot op de antikiepwieltjes in een hoek van 45
graden.
2. Let op:
Bepaal nauwkeurig de aanhaakpositie
om beschadiging van de bekapping te
voorkomen.
3. Til het voorste deel (Y) van de scoot-
mobiel op en haak deze zorgvuldig aan de
framebuis van het lagergelegen achterdeel.
4. Laat het voorste deel voorzichtig naar
beneden zakken tot beide delen hoorbaar
in elkaar klikken.
Instellingen en verstellingenInstellingen en verstellingen
Z
Monteren
Y
Z
Y
Z
Aanhaakpositie bepalen
Gedemonteerde scootmobiel
Zithoogte instellen (3 standen)
1. Verwijder de stoel (zie pagina 30).
2. Neem de accubox uit; gebruik hiervoor de
handgrepen aan beide zijden.
3. Draai de bout los en stel de zitkolom in op
de gewenste zithoogte.
4. Plaats de accubox terug.
5. Plaats de stoel terug.
Demonteren
De scootmobiel kan makkelijk gedemonteerd
worden voor transport of opslag (zie ook hoofd-
stuk ‘Transport en opslag’).
Waarschuwing:
Wees uiterst voorzichtig bij het demonteren
van de scootmobiel. Zorg dat handen
en vingers niet bekneld raken tussen het
scharniersysteem.
Let op:
De scootmobiel moet na het demonteren
op de aangegeven plekken worden vast-
gehouden voor transport.
De stoel kan aan de zitting en rug vastgepakt
worden.
Het voorste deel van de scootmobiel heeft
grijpplekken aan de bumper en de zitkolom.
Het achterste gedeelte van de scootmobiel
heeft een tilbeugel.
1. Verwijder de stoel.
2. Neem de accubox uit; gebruik hiervoor de
handgrepen aan beide zijden.
3. Trek de ontgrendelhendel (b) aan de
achterzijde van de scootmobiel rechtstandig
omhoog.
4. Duw gelijktijdig het handvat (D) naar de
grond.
Ontgrendelen
b
D

NL21NL20
Controle vooraf
Controleer voor het wegrijden het volgende:
De accustatus in de display.
De remmen.
Of de vrijloophendel omlaag wijst.
(elektrische rij-stand)
Of de acculader verwijderd is.
Of er niks onder de scootmobiel ligt.
Zelf in- en uitstappen
1. Duw de stoelhendel (C) omlaag.
2. Houd de stoelhendel omlaag en draai de
stoel een kwartslag linksom of rechtsom.
3. Stap in of uit.
4. Laat de stoelhendel los.
De stoel is nu vergrendeld.
Let op:
Controleer of de stoel goed vergrendeld is
voordat u gaat rijden.
Inschakelen
1. Gebruik de magneetsleutel (Q) om de Vivo
in te schakelen.
Het aan/uit indicatielampje (U) gaat branden.
De scootmobiel is nu klaar om te rijden.
2. Hang de magneetsleutel aan de stuurkolom
op de daarvoor bestemde plaats.
3. Draai aan de snelheidsknop (T) om de
gewenste snelheid te kiezen.
De LED-bar van de accu gaat branden.
Let op:
Kies voor iedere situatie een geschikte snel-
heidsinstelling.
In- en uitstappen
C
Groen aan-/uit-indicatielampje
LED-bar gaat branden
T
Gebruik
• Draai de snelheidsknop (T) linksom om lang-
zamer te rijden.
• Draai de snelheidsknop (T) rechtsom om
sneller te rijden.
Maximale snelheid
De maximale snelheid is standaard ingesteld
op 7,5 km/u. Uw dealer heeft de mogelijkheid
om de snelheidsinstelling naar beneden aan te
passen.
Vooruit en achteruit rijden
1.
Duw de rechter duimgashendel (W) langzaam
in (richting het stuur).
De scootmobiel gaat vooruit rijden.
2.
Duw
de
rechter
duimgashendel verder in.
De scootmobiel gaat sneller vooruit rijden.
3. Laat de
rechter
duimgashendel los.
De scootmobiel stopt.
4. Gebruik de linker duimgashendel (V) om
achteruit te rijden.
Let op:
Wordt de scootmobiel 5 minuten niet
gebruikt, dan schakelt de scootmobiel auto-
matisch in standby gedurende 50 minuten.
De LED-bar van de accu knippert, om aan
te geven dat de scootmobiel nog steeds
aan is. Na 50 minuten standby schakelt de
scootmobiel automatisch uit.
Weer gaan rijden vanuit standby
1.
Draai de snelheidsknop terug naar de
startpositie.
De LED-bar gaat uit
2. Draai vervolgens aan de snelheidsknop om
de gewenste snelheid te kiezen.
3. Gebruik de duimgashendel om weer te
gaan rijden.
Duimgashendels
V W
LED-bar van de accu knippert
Snelheidsknop in startpositie
Gebruik
Q
U

NL23NL22
Uitschakelen
1.
Draai de snelheidsknop (T) linksom naar de
startpositie.
2.
Gebruik de magneetsleutel (Q) om de Vivo
uit te schakelen.
Het aan-/uit-indicatielampje en de LED-bar
van de accu gaan uit. De scootmobiel is nu
uitgeschakeld.
Let op:
Na 50 minuten standby schakelt de scootmobiel
automatisch uit. U heeft nu de magneetsleutel
nodig om de Vivo weer in te schakelen.
Let op:
Doseer uw snelheid met de duimgashendel.
De snelheidsinstelling bepaalt hoe hard
u rijdt als u de duimgashendel volledig
induwt.
Controleer of de weg achter u vrij is tijdens
het achteruit rijden.
De scootmobiel rijdt langzamer achteruit
dan vooruit.
Waarschuwing:
Doseer uw snelheid vóórdat u een bocht
instuurt. De scootmobiel kan kantelen als u
met een hoge snelheid de bocht instuurt.
Ondanks de kleine draaicirkel van de
scootmobiel kan het indraaien van liften
of deuren moeilijk zijn. Zorg dat u altijd
de juiste snelheidsinstelling gebruikt voor
manoeuvres.
Uitschakelen met de
magneetsleutel
Gebruik
Accu’s
Waarschuwing:
Laat onderhoud aan de accu’s altijd door
uw dealer uitvoeren. Open nooit zelf de
accubox.
Verbind nooit een kabel met een AC/DC-
converter of de acculader. Contact met
onderdelen kan een elektrische schok
veroorzaken.
Gebruik alleen de laadplug en de mee-
geleverde acculader van Life & Mobility.
Voorzichtig:
Nieuwe accu’s moeten ingereden worden.
Accu’s beschikken pas na een aantal keer
gebruiken en opladen over hun volledige
capaciteit. Houd daar rekening mee bij uw
eerste ritten.
Laad de accu’s bij voorkeur dagelijks op; dit
verlengt de levensduur. Laad in ieder geval
minimaal 1 keer per maand de accu’s op.
Laad de accu’s altijd volledig op.
Voorkom dat de accu’s geheel ontladen
worden. De scootmobiel valt stil en het heeft
een negatieve uitwerking op de levensduur
van de accu.
Laad volledig ontladen accu’s zo snel
mogelijk gedurende 24 uur op.
Let op:
Bij lage temperaturen hebben de accu’s een
lagere capaciteit. Hierdoor neemt ook de
actieradius af.
Zet de scootmobiel iedere nacht aan de
oplader weg.
U kunt de meegeleverde accu’s niet
overladen. Dankzij spanningsbegrenzing
schakelt de lader automatisch uit als de
accu’s vol zijn.
Gebruik
T
Q

NL25NL24
Aflezen van de accu-status
De accu-indicator (S) op het bedieningspaneel
toont de resterende accucapaciteit:
Accustatus Indicatie
Alle rode en groene
blokjes zijn zichtbaar
De accu’s zijn vol.
3 rode blokjes zijn
zichtbaar
U kunt nog 3 - 6 km
rijden (afhankelijk van
het type accu’s en
overige omstandig-
heden). Bij voorkeur
nu opladen.
1 blokje is zichtbaar De scootmobiel z.s.m.
opladen.
Opladen accu’s
1. Steek de stekker van de acculader in het
acculaadcontact (X).
2. Steek de stekker van het netsnoer in een
wandcontactdoos.
3. Maak de laadcyclus van 8 - 10 uur altijd
geheel af. De accu’s zijn vol als het groene
lampje op de lader gaat branden.
Foutcodes
De LED-bar gaat knipperen bij een foutmelding.
Foutmelding Indicatie
1 blokje knippert De accu is leeg of niet
correct aangesloten. Con-
troleer of de accu juist is
aangesloten. Probeer dan
de accu opnieuw te laden.
2 blokjes
knipperen
De elektrische aansluiting
naar de motor is onder-
broken. Laat uw leverancier
alle elektrische contacten
van de motor controleren.
Acculaadcontact
X
Gebruik
Foutmelding Indicatie
3 blokjes
knipperen
Kortsluiting tussen motor
en accu. Neem contact op
met uw leverancier.
4 blokjes
knipperen
De vrijloop is ingeschakeld
of de rem is handmatig
ontkoppeld. Controleer
de positie van de
vrijloophendel.
5 blokjes
knipperen
Niet in gebruik.
6 blokjes
knipperen
De rem heeft ingegrepen.
Bijvoorbeeld omdat de
oplader nog is aangesloten
of de stoel niet in de juiste
rijpositie staat.
7 blokjes
knipperen
Fout in gashendel. Schakel
de scootmobiel uit en weer
aan. Neem contact op
met uw leverancier als het
probleem blijft optreden.
8 blokjes
knipperen
Elektronicafout. Neem
contact op met uw
leverancier.
9 blokjes
knipperen
De vrijloop is ingeschakeld
of de rem is handmatig
ontkoppeld. Controleer
de positie van de
vrijloophendel.
10 blokjes
knipperen
Te hoge elektrische
spanning. Neem contact
op met uw leverancier.
Blokjes lopen
op en af van
1 tot 10 en
weer terug.
Gashendel bediend bij
het inschakelen. Laat de
gashendel los en schakel
de scootmobiel uit en weer
aan. Neem contact op
met uw leverancier als het
probleem blijft optreden.
Gebruik
Accu-indicator
S

NL27NL26
Vrijloophendel
Waarschuwing:
Gebruik deze functie nooit op een helling
of tijdens het rijden. De rem is dan buiten
werking.
Duw de vrijloophendel na elk gebruik van
de vrijloopfunctie naar beneden om de rem
weer in te schakelen.
1. Duw de vrijloophendel (G) naar boven om
de scootmobiel met de hand te verrijden.
2. Duw de vrijloophendel weer naar beneden
voor de elektrische rij-stand. Wen uzelf dit
aan na elk gebruik.
Stallen
Plaats tijdens het stallen van uw scootmobiel
een kettingslot door een van de wielen voor ex-
tra veiligheid.
Gebruik
Reinigen
Voorzichtig:
Gebruik geen bleek- of oplosmiddelen.
Gebruik geen hogedrukreiniger om de
scootmobiel te reinigen.
Let op:
Reinig de bekleding en het frame regelmatig.
Bekleding
1. Verwijder lichte verontreiniging met een
oplossing van mild reinigingsmiddel en
warm water.
2. Schrob de bekleding met een zachte borstel
voorzichtig af wanneer de verontreiniging in
de bekleding is getrokken.
Frame
1. Reinig de behuizing met een niet-schurende
reiniger.
2. Zet het frame in een niet-schurende autowas.
Accu’s (zie ook hoofdstuk ‘Gebruik’)
Let op:
Laad accu’s voorafgaand aan het eerste
gebruik altijd volledig op.
Wees voorzichtig met beschadigde accu’s.
Laat het (milieuvriendelijk) vervangen van de
accu’s over aan uw dealer.
Voorzichtig:
Accu’s kunnen gevaarlijk zijn. Laat uw accu’s
uitsluitend installeren en onderhouden door
een gekwalificeerde scootmobielmonteur.
Deze beschikt over de benodigde kwalifi-
catie en gereedschappen om de inbouw
en het onderhoud veilig en correct uit te
voeren.
Onderhoud
Vrijloophendel
G

NL29NL28
De scootmobiel werkt op 24V en maakt
daarvoor gebruik van 2 x 12V accu’s die
in serie zijn geschakeld. Gebruik nooit
tegelijkertijd:
- Accu’s van verschillende fabrikanten;
- Accu’s met verschillende technologieën;
- Accu’s met verschillende datumcodes.
Banden (indien luchtbanden)
Let op
Neem in geval van een lekke band contact
op met uw leverancier.
De bandenspanning mag maximaal 3,45 bar
zijn.
De spanning van de voorbanden moet
minimaal 2,0 bar zijn.
De spanning van de achterbanden moet
minimaal 2,5 bar zijn.
Service en technische ondersteuning
Breng de scootmobiel minimaal 1 keer per
jaar voor een servicebeurt en controle naar uw
dealer. Preventief onderhoud voorziet in de
controle op het goede en juiste functioneren van
alle bewegende delen, alsmede de elektronica
en de conditie van de accu’s.
Reparaties dienen uitsluitend door uw dealer
of door Life & Mobility te worden uitgevoerd,
waarbij uitsluitend door Life & Mobility
geleverde originele onderdelen mogen worden
gebruikt.
Onderhoud
Onderhoudsmatrix
In onderstaande matrix zijn de onderdelen
aangegeven die regelmatig gecontroleerd moeten
worden. Als er een gebrek is ontstaan kunt u de
dealer inschakelen om dit te verhelpen.
Onderdeel Actie
Dagelijks
Wekelijks
Maandelijks
Per kwartaal
Per jaar
Acculader Controleren op
werking
X
Behuizing Reinigen met
vochtige doek
X
Banden Controleren
bandenspanning
X
Controleren
profieldiepte (min.
1.6 mm)
X
Accu’s 24-uurs
oplaadcyclus
X
Scootmobiel Servicebeurt X
Servicebeurt door de dealer
Bij een servicebeurt dienen de volgende punten
gecontroleerd te worden:
1. Onderdelen op breuken controleren. Indien een
breuk geconstateerd wordt, dient het onderdeel
vervangen te worden.
2. Onderdelen op roestvorming controleren. Indien
nodig bijwerken met metaalverf of vervangen.
3. Draaiende delen op speling controleren. Indien
de speling de werking negatief beïnvloed de
onderdelen afstellen of vervangen.
4. Controleer boutenverbindingen op het aandraai-
moment en pas indien nodig onderstaand overzicht toe;
M5 schroeven -> 6 Nm
M6 schroeven -> 10 Nm
M8, M10 en M12 schroeven -> 25 Nm
Onderhoud

NL31NL30
Transport van de scootmobiel
Levensgevaarlijk:
Maak bij vervoer van de scootmobiel in
een motorvoertuig een transfer naar een
vaste zitplaats van het motorvoertuig. Deze
scootmobiel mag nooit gebruikt worden als
zitondersteuning in een motorvoertuig, ook
niet wanneer de scootmobiel met een taxi-
vergrendeling wordt vastgezet.
De scootmobiel is niet bedoeld om door
middel van een takel of ophijssysteem te
verplaatsen.
Voorzichtig:
Til de scootmobiel nooit aan de kunststof
delen van de behuizing.
Let op:
De onderdelen zijn zwaar. Vraag indien
nodig om hulp:
- Gewicht accubox: 15,5 kg.
- Voorste deel scootmobiel: 18,5 kg.
- Achterste deel scootmobiel: 16,1 kg.
- Stoel: 11 kg.
- Mand: 0,6 kg.
De stoel verwijderen
1. Ga naast de scootmobiel staan.
2. Duw de rugleuning voorover.
3. Draai de hendel (C) naar beneden.
4. Draai de stoel een kwartslag linksom of
rechtsom.
5. Til de stoel van de scootmobiel.
Transport en opslag
Stoel verwijderen
C
De stuurkolom platleggen
1. Draai de knop (M) onderaan de stuurkolom
los.
2. Beweeg de stuurkolom zo ver mogelijk in de
richting van de stoel.
Tip: wanneer de stoel verwijderd is kan de
stuurkolom verder platgelegd worden.
3. Draai de hendel (C) weer vast.
Transport
Na het verwijderen van de stoel kunt u de
scootmobiel bijvoorbeeld in de kofferbak
transporteren.
Het kan zijn dat uw scootmobiel te groot is voor
sommige openbaar vervoersmiddelen. Verklein,
indien mogelijk, uw scootmobiel.
Indien gewenst kunt u de scootmobiel verder
demonteren, zie hoofdstuk ‘Instellingen en
verstellingen’.
Opslag bij niet gebruiken van de scootmobiel
Let op:
Berg accu’s altijd in volledig geladen
toestand op.
Volledig opgeladen AGM-accu’s kunnen
hun lading tot zes maanden vasthouden,
maar moeten altijd worden opgeladen
voorafgaand aan gebruik. De accucapaciteit
zal pas volledig zijn na een aantal keer
gebruiken en opladen.
Vermijd opslag van accu’s bij extreem hoge
of extreem lage temperaturen.
Bij AGM accu’s hoeft geen water bijgevuld
te worden. Raadpleeg een gekwalificeerde
scootmobielmonteur bij eventuele prestatie-
problemen.
Transport en opslag
Stuurhoek platleggen
M

NL33NL32
Langer dan een week:
Sluit minimaal 1 keer per maand de acculader aan
om de conditie van de accu’s op peil te houden of
zet de scootmobiel aan de acculader weg.
Zeer langdurig (bijv. tijdens de winter of door ziekte):
Laat de bedrading van de accu’s door uw
dealer ontkoppelen of neem de accubox uit de
scootmobiel.
Transport en opslag
Garantievoorwaarden
De producten van Life & Mobility zijn met zorg
samengesteld en nauwkeurig gecontroleerd voordat
zij de fabriek verlaten. Mocht blijken dat een product
niet aan de verwachtingen voldoet, dan kunt u
zich wenden tot de partij waar u het product heeft
aangeschaft.
Life & Mobility respecteert de wet- en regelgeving, ter
bescherming van de consument, die van toepassing
zijn in het land van aanschaf.
Buiten de garantie vallen gebreken ontstaan door:
niet in acht nemen van gebruiks- en onderhouds-
voorschriften, anders dan normaal gebruik, slijtage,
onachtzaamheid, overbelasting, ongeval door
derden, toegepaste, niet originele onderdelen en
gebreken waarvan de oorzaak is gelegen buiten het
product.
Met deze garantie vervalt elke andere garantie; in de
wet bepaald, of mondeling meegedeeld, behoudens
dat wat door Life & Mobility schriftelijk wordt
gegarandeerd.
Garanties gelden uitsluitend binnen de EU.
Garantie

NL35NL34
Afvoeren product en verpakking
Alle onderdelen van uw scootmobiel zijn recyclebaar.
De dealer is bekend met de inzamelpunten voor het
afdanken van de scootmobiel.
Vanuit milieuoogpunt adviseren wij om de verpakking
en de scootmobiel zoveel mogelijk gescheiden af
te voeren, zodat de gebruikte materialen efficiënt
gerecycled kunnen worden.
Afvoeren product en verpakking
Deze handleiding is met de grootst mogelijke zorg
samengesteld en is gebaseerd op de informatie
zoals bij Life & Mobility bekend op het moment
van verschijnen. Life & Mobility neemt geen
verantwoordelijkheid voor eventuele fouten in de
tekst of gevolgen daarvan.
De informatie in deze handleiding is van toepassing
op de standaard uitvoering van het product. Life &
Mobility neemt geen verantwoordelijkheid voor
eventuele schade ontstaan door wijzigingen in of
aanpassingen op het product na het moment van
eerste verkoop. Tevens kan Life & Mobility niet
aansprakelijk gesteld worden voor schade door
werkzaamheden door derden.
De informatie in deze handleiding mag op geen
enkele manier vermenigvuldigd en/of openbaar
gemaakt worden, zonder de voorafgaande schriftelijke
toestemming van Life & Mobility.
De door Life & Mobility gebruikte handelsnaam en
handelsmerken mogen krachtens de handelsnaamwet
niet als vrij worden beschouwd.
Aan deze tekst kunnen geen rechten worden
ontleend. Wijzigingen voorbehouden.
© Life & Mobility – Alle rechten voorbehouden

EN3
Dear user,
By choosing a Vivo mobility scooter you have chosen
unequalled safety, quality and driving pleasure! We
hope you will drive many comfortable and safe miles
and trust that you will enjoy the freedom offered by
the Vivo.
In this user manual you will find everything you need
to know about the
Vivo, from safety instructions and
operating functions
to maintenance tips. Carefully
read the user manual, so you can get the most out of
your mobility scooter.
We would like to keep you informed about updates,
user experiences and other useful information. You
can regularly read about the latest developments on
the www.life-mobility.com website.
Kind regards,
Management and staff of Life & Mobility
Preface

EN5EN4
Safety instructions
As the user of the mobility scooter, you are
always responsible for complying with the locally
applicable safety instructions and guidelines. It
is important to first acquire driving experience
under the supervision of an experienced
instructor. Your dealer can advise you on this.
Life & Mobility accepts no liability for any loss
or injury caused by negligence or by failure to
comply with the safety instructions.
Attention:
If you see this symbol in the manual, it
indicates a supplementary instruction.
Always follow this instruction. Negligence
may adversely affect the operation of the
mobility scooter and may cause physical
injury or damage to the mobility scooter, the
immediate vicinity or the environment.
General
Warning:
Never change the construction of the
mobility scooter.
Only use the mobility scooter for its intended
purpose.
Keep the mobility scooter away from open
fire.
Never allow children to play unsupervised
near the mobility scooter.
Be careful:
Use the basket only to transport objects.
Do not use your mobility scooter to pull
vehicles, carts, etc.
Remember that there are protruding parts,
both fixed and loose, in and on the mobility
scooter. These can cause damage to the
surroundings and the mobility scooter.
Contents
Safety instructions 5
Introduction 12
Technical specifications 13
Product description 14
Settings and adjustments 17
Use 20
Maintenance 27
Transport and storage 30
Warranty 33
Disposal of product and packaging 34
Other manuals for Vivo
3
Table of contents
Languages:
Other Life & Mobility Scooter manuals