
67
• Ga niet onder een opgetilde last staan.
• Hijs de last nooit zo hoog op of laat ze zo laag neer dat de lasthaak tegen de takelbehuizing botst.
• De handtakel mag niet worden gebruikt om ladingen te slepen.
• De takel mag niet worden onderworpen aan dynamische krachten, bijv. wanneer een last verbonden met de takel vanaf een hoogte wordt
weggeslingerd.
• Laat een takel nooit met opgehesen last onbewaakt achter.
Bevestiging van lasten
Controleer de uitrusting vóór gebruik. Het onjuist bevestigen van lasten kan erg gevaarlijk zijn (zie Fig. 2 a – 2 e).
Meervoudig hijsen
Er ontstaan speciale risico’s bij meervoudig hijsen. Dit is wanneer er twee of meer takels worden gebruikt om dezelfde lading tegelijkertijd te
hijsen. Er kan gevaar ontstaan voor mens en materieel vanwege dynamische spanningen en ongelijke verdeling van de lading, waardoor indiv-
iduele takels overbelast kunnen raken. Daarom moet er bij dit soort hijshandelingen altijd een competent persoon aanwezig zijn met ervaring in
meervoudig hijsen.
Het totale gewicht van het doelobject en zijn lastverdeling moeten bekend zijn of worden berekend.
Om verschillende redenen kan het zwaartepunt moeilijk te bepalen zijn en dat geldt dus ook voor de lastverdeling die iedere takel moet dragen. In
gevallen waar zware, grote lasten gehesen moeten worden en het niet mogelijk is om alle factoren juist in te schatten, moet de maximale werklast
(WL) van elke takel met ten minste 25% worden verlaagd.
Dagelijkse controles
Aan het eind van iedere werkdag waarbij de handtakel werd gebruikt, moeten de volgende zaken worden gecontroleerd:
• Is de handtakel vervormd of op enige andere wijze beschadigd? Ontbreken er onderdelen?
• Is er enige vervorming of andere schade zichtbaar aan het hijstoestel (oog, sluiting, bout, loopkat ...)?
• Zijn de haken nog intact of zijn er haken geopend? Zijn de haakkleppen nog in goede staat en operationeel?
• Wrijf de handtakel schoon en smeer de lastketting zoals vereist.
• De lastketting mag niet beschadigd zijn, m.a.w. geen sporen van slijtage en geen vervormde of op enige andere wijze beschadigde
schakels.
• De lastketting mag niet knikken of verstrengeld raken. Bij handtakels met twee of meer parten bestaat het risico dat de ketting gaat
verstrengelen als de onderste haak verstrikt raakt met de kettingstrop. Dat kan zich doorgaans voordoen tijdens het opnieuw optuigen of
wanneer de handtakel wordt verplaatst tussen werkstations. Zie Fig. 3.
• De handketting moet eveneens in goede staat zijn.
• De remfunctie moet intact zijn.
Bij eventuele fouten of defecten moet de takel hersteld worden en door een specialist grondig gecontroleerd worden vooraleer hij opnieuw
gebruikt wordt.
Continu onderhoud - smering
Smeer de haakkleppen en lagers. Smeer ook de ratel, het ratelwiel en het raderwerk in. Het smeermiddel moet met mate en zorgvuldig worden
aangebracht, zodat er geen smeer terechtkomt op de remschijf. Smeer de lastketting in voor een langere levensduur.
Periodieke controles
Periodieke controles worden doorgaans jaarlijks uitgevoerd om eventuele defecten op te sporen en te herstellen. Indien vereist (bijv. bij frequent
gebruik), kan er vaker gecontroleerd worden. Zie “Checklist voor periodieke controles”. Meet de haken en de ketting om eventuele veranderingen
in vorm te ontdekken.
Controles m.b.t. de lasthaak (zie Fig. 4 en Tabel 1)
De openingsmaat l bij de haken is belangrijk. Een haak met een té
ruime maximale afmeting is onderhevig geweest aan overbelasting of
oververhitting. Hierdoor beschikt de haak niet langer over het beno-
digde laadvermogen. De haken kunnen ook onderhevig zijn geweest
aan langdurige slijtage (afmeting K).
De haken moeten gedemonteerd en vervangen worden als:
• de maximale l-waarde overschreden is (volgens Tabel 1);
• de minimale K-waarde tekortschiet (volgens Tabel 1);
• de haak tekenen van barsten vertoont;
• de haak vervormd of op enige andere manier beschadigd is
Defecte haken moeten worden vervangen voordat de handtakel
opnieuw wordt gebruikt.
Fig. 3 De ketting mag niet verdraaid raken Fig. 4 Lasthaak
Rätt Fel
Ketting verdraaid!
Rechts Verkeerd
Fig 2 a
De strop genereert
een belasting aan het
uiteinde van de haak!
Fig 2 b
Buitensporige max. hoek
van strop!
α max 60°
Fig 2 c
Haakklep geblokkeerd! Fig 2 d
Uiteinde van haak onderhevig
aan extra buigspanning!
Fig 2 e
Lastketting mag niet
worden gebruikt als
strop!