Jaga Mini Canal Hybrid User manual

INSTALLATIE EN GEBRUIKERSHANDLEIDING
Mini Canal Hybrid
VERWARMEN / CHAUFFER / HEIZEN / HEATING
KOELEN / REFROIDIR / KÜHLEN / COOLING
MANUEL D'INSTALLATION ET D'UTILISATION
INSTALLATIONS UND GEBRAUCHSANLEITUNG
INSTALLATION AND OPERATIONS MANUAL

NL
FR
DE
EN
PG. 3
PG. 18
PG. 33
PG. 48
2

NL
3
MINI CANAL HYBRID | HANDLEIDING | , :
Jaga N.V.
Verbindingslaan
B- Diepenbeek
Aangezien productontwikkeling een continu proces is, zijn alle vermelde gegevens onder voorbehoud
van wijzigingen.
CONFORMITEITSVERKLARING
JAGA N.V. - Verbindingslaan 16 - B 3590, verklaart hierbij op eigen exclusieve verantwoorde-
lijkheid dat het product waarop deze betrekking heeft:
Conform is met de normen of andere documenten op voorwaarde dat ze worden gebruikt
overeenkomstig onze instructies:
Overeenkomstig de bepalingen van de Richtlijnen:
CEO JAGA N.V.
Jan Kriekels
JDPC.002
NBN EN 60335-1 based on EN 60335-1:2012 + A11:2014
NBN EN 60335-2-80 based on EN 60335-2-80:2003 + A 1 :2004 + A2:2009
- Low Voltage 2014/35/EC
- EMC 2014/30/EC
- Machinery 2006/42/EC
31/03/2017
+32 (0)11 29 41 11
INHOUDSOPGAVE
.ALGEMENE RICHTLIJNEN ...........................................................................................
.SYMBOLEN ......................................................................................................................
.PRODUCTBESCHRIJVING ...........................................................................................
..WERKING .........................................................................................................................................................
..ONDERDELEN ................................................................................................................................................
.TECHNISCHE GEGEVENS ...........................................................................................
..AFMETINGEN..................................................................................................................................................
..HOOGTEREGELINGEN.................................................................................................................................
..VRIJE RUIMTE.................................................................................................................................................
.INSTALLATIE....................................................................................................................
..INSTALLATIE MET VERANKERINGEN ......................................................................................................
..INSTALLATIE MET HOOGTEREGELING...................................................................................................
..ELEKTRISCHE AANSLUITING..................................................................................................................
.WERKING........................................................................................................................
..DPC.MD O / OPTIE: DPC.MD44 ( O) .................................................. 12
..VDC INPUT / DOMOTICA DPC.MD / DPC.MD..............................................................
.INSTELLINGEN VIA PRINTPLAAT CONTROLLER................................................
..WATERTEMPERATUUR AANPASSEN....................................................................................................
..SNELHEID AANPASSEN............................................................................................................................
..FOUTCODES PRINTPLAAT......................................................................................................................
..TERUG NAAR FABRIEKSINSTELLING ...................................................................................................
.GARANTIEBEPALING...................................................................................................

4
1. ALGEMENE RICHTLIJNEN
–Controleer alle componenten op zichtbare beschadigingen.
–Hanteer het toestel met zorg om de bekleding en de interne mechanische en elektrische compo-
nenten niet te beschadigen.
–Het toestel moet ten allen tijde bereikbaar zijn voor inspectie, onderhoud en herstellingen.
–Plaats geen voorwerpen op het toestel.
– Steek geen voorwerpen in de toevoer- en retourluchtopeningen.
Toestel identificatie: (JDPC.002)
Het serienummer is voorzien aan de rechterkant van het toestel (aan de linkerkant als de
aansluitingen zich aan de rechterkant van het toestel bevinden).
Gebruik:
–Het toestel is ontworpen voor verwarmingstoepassingen binnenshuis; elk ander gebruik is ten
strengste verboden. Het is verboden om het toestel in een explosiegevaarlijke omgeving te instal-
leren.
–De omgeving moet droog en stofvrij zijn, met een temperatuur tussen C en C en relatieve
vochtigheid <%.
–Het toestel is niet bedoeld voor industriële toepassingen.
–Het is verboden voor kinderen of niet-begeleide gehandicapten om het toestel te gebruiken.
Onderhoud:
–Alle reparaties en onderhoudswerken moeten worden uitgevoerd door professioneel gekwalifi-
ceerd personeel.
– Koppel het toestel los van het stroomnetwerk door de hoofdschakelaar uit te schakelen
vooraleer u reinigings- en onderhoudswerkzaamheden uitvoert. Wacht tot de onderdelen
afgekoeld zijn om het risico op brandwonden te vermijden.
–Maak het rooster en de binnenkant van de bak regelmatig (afhankelijk van het gebruik en de functie
van de kamer) schoon met een stofzuiger.
–Gebruik geen producten op basis van oplosmiddelen en detergenten.
–Elke maanden: controle warmtewisselaar en roosters en systeem ontluchten.
Ontmanteling:
Wanneer het toestel gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, moet het worden losgekoppeld van
de elektrische aansluiting op het elektriciteitsnet.
– Als er bevriezingsgevaar bestaat, dient een geschikte hoeveelheid antivriesvloeistof aan het
systeem worden toegevoegd. Antivriesvloeistof kan de prestaties van het toestel beinvloeden!
Besteed aandacht aan de veiligheidsinstructies op de verpakking van de antivriesvloeistof.
Verpakking:
– Verwijder het verpakkingsmateriaal en breng het naar de juiste inzamelpunten of
recyclingfaciliteiten, in overeenstemming met de plaatselijke voorschriften.
– Laat de verpakking niet binnen bereik van kinderen.
Installatie
Het toestel moet worden geïnstalleerd door een erkend installateur in overeenstemming met deze
handleiding en de nationaal en lokaal geldende bouw- en veiligheidsvoorschriften. Onjuiste installa-
tie kan leiden tot productstoringen, verminderde prestaties, trillingen of een hoger geluidsniveau.
– Het toestel heeft mogelijks scherpe randen; draag gepaste bescherming tijdens de installatie/
onderhoud.

NL
5
MINI CANAL HYBRID | HANDLEIDING | , :
–Alle afmetingen aangegeven in de handleiding moeten worden gerespecteerd om de prestaties
te garanderen en om installatie en onderhoud mogelijk te maken. Voorzie extra ruimte indien
ventielen moeten worden geinstalleerd.
–Zorg dat trillingen niet kunnen worden overgedragen tussen verschillende elementen d.m.v.
contactgeluisisolatie.
–Indien koeling: isoleer de hydraulische leidingen.
Richtlijnen plaatsing toestel:
–Geen obstakels in de directe omgeving die de inlaat- en uitlaatluchtstroom kunnen hinderen.
Opstarten:
Het (her)opstarten en in bedrijf stellen van het toestel moet worden uitgevoerd door professio-
neel gekwalificeerd personeel. Controleer voorafgaand of:
–Het toestel correct is geplaatst.
–De toevoer- en retourleidingen correct zijn aangesloten en -indien koeling- geïsoleerd.
–De leidingen zuiver zijn en de lucht verwijderd.
–De ventilatieroosters en warmtewisselaars zuiver zijn.
–De bedradingsaansluitingen correct en goed vastgedraaid zijn.
–De voedingsspanning correct is.
Laat het toestel minimaal 3 uur op de hoogste stand draaien en controleer op afwijkingen.
2. SYMBOLEN
gevaarteken
gevaar: componenten onder spanning
gevaar: scherpe onderdelen / randen
gevaar: hete componenten / oppervlaktes
gevaar: bewegende onderdelen
opgelet: belangrijke waarschuwing / mededeling
milieu-bescherming teken
VDC - gelijkstroom
VAC - wisselstroom

6
3. PRODUCTBESCHRIJVING
3.1. WERKING
De Mini Canal Hybrid zuigt door middel van axiaal ventilatoren de omgevingslucht aan.
In verwarmingsmode wordt de aangezogen lucht opgewarmd in de warmtewisselaar en met gefor-
ceerde convectie de ruimte ingeblazen.
In koelingsmode wordt de aangezogen lucht afgekoeld in de warmtewisselaar tot een temperatuur
boven het dauwpunt van de omgevingslucht om condensvorming te voorkomen en met geforceerde
convectie de ruimte ingeblazen.
Het is belangrijk dat het koelwater in het toestel nooit kouder is dan het dauwpunt van de omge-
vingslucht om condens in de warmtewisselaar te voorkomen. De Mini Canal Hybrid is niet uitgerust
met een condensafvoer. Optreden van condens bij te lage watertemperatuur zal het toestel en de
omgeving van het toestel beschadigen.
De dauwpuntsbewaking van het systeem via de watertemperatuursturing maakt deel uit van de
installatietechniek extern aan het Jaga toestel en is dus geen verantwoordelijkheid van Jaga.
Operationele limieten
–Netspanning: V of V
–Maximale werkdruk: bar
–Voedingsspanning: V
–Stuurspanning: Max.V DC
3.2. ONDERDELEN
Diverse uitvoeringen
roosters
Aluminium Z-profiel /
L-profiel
Optionele geϊntegreerde
voeding / losse adapter
JDPC. control toestel
met bedieningspaneel
Watertemperatuursensor
Low-H warmtewisselaar
DBE unit
Verankeringen
Afdichtstoppen
Behuizing
Optionele hoogteregeling
met geluidsontkoppeling

NL
7
MINI CANAL HYBRID | HANDLEIDING | , :
4. TECHNISCHE GEGEVENS
4.1. AFMETINGEN
BREEDTE LENGTE
26
34
42
3.5
9.5 12
15
26 42 L34
5
6
14.5
14.5
4.2. HOOGTEREGELINGEN
4.2.1. Standaard meegeleverde verankeringshaken
Plaats het toestel op afgewerkte vloerhoogte.
4.2.2. Optioneel: hoogteregeling, voorzien van geluidsontkoppeling
L
CODE REGELBEREIK
. - . cm
. . - cm
4.3. VRIJE RUIMTE
20
Gordijnen tot de vloer: plaats het toestel minimaal cm van het venster.

8
5. INSTALLATIE
5.1. INSTALLATIE MET VERANKERINGEN
Monteer de geluidsontkoppeling rond iedere hoogteregeling.
Plaats het toestel op afgewerkte vloerhoogte.
Ga verder naar stap .
Draai de regelschroeven in de bodem van het toestel verder uit en
plaats de dopjes op de schroeven.
Plaats de hoogteregelingen aan de behuizing. Draai de bout niet
volledig vast.
Plaats het toestel in de juiste positie.
Gordijnen tot de vloer: plaats het toestel minimaal cm van
het venster.
01
01
03
02
04
Min. cm
5.2. INSTALLATIE MET HOOGTEREGELING

NL
9
MINI CANAL HYBRID | HANDLEIDING | , :
Warmtewisselaar
Boor de gaten en plaats pluggen.
Gebruik een plug aangepast aan het vloertype.
Bevestig het toestel aan de vloer, door de rubberen geluidsont-
koppelingen. Gebruik de regelschroeven om het toestel op de
gewenste hoogte te zetten.
L-profiel: gelijk met de afgewerkte vloer
Z-profiel: bovenop de afgewerkte vloer
Indien het toestel niet vlak op de vloer bevestigd wordt, moet
de ruimte onder het toestel worden opgevuld.
Sluit het toestel aan met behulp van de aangegeven inlaat- /
uitlaataansluitingen op het hydraulisch systeem. Zorg dat de
aansluitingen luchtdicht zijn, gebruik hiervoor een afdichtmiddel.
De warmtewisselaar is voorzien van een ontluchter.
Veranker de hoogte.
07 08
05 06
09 10
Installeer het toestel met de warmtewisselaar muur- of
vensterzijdig.
Teken de boorgaten af.

10
Draai de verbinding los
Draai de kern rond.
Steek de kabel door de wartel tot aan
de kern.
Schuif de kern in de behuizing. En draai
deze vast.
Plaats de behuizingen op elkaar.
Trek de behuizingen uit elkaar
Haal de kern uit de behuizing.
Sluit de kabels correct aan in de kern.
Schroef de wartel vast.
Draai de verbinding vast.
Plaats de meegeleverde tool op de
aansluitkern
Maak de wartel aan de andere zijde van
de connector los.
Fixeer de kabels door de schroef vast te
draaien.
Draai de wartel aan met ,/ Nm.
5.3. ELEKTRISCHE AANSLUITING
GEBRUIK STEEDS DE HOOFDSCHAKELAAR OM HET STROOMNET SPANNINGSLOOS TE MAKEN!
5.3.1. Optie VAC (voorgemonteerd)
Voor aansluiting VAC met waterdichte voeding en aansluitwartel in de put.
01
04
07
10
13
02
05
08
11
14
03
06
09
12
15

NL
11
MINI CANAL HYBRID | HANDLEIDING | , :
Plaats het rooster.Plaats de afstandhouders.
Werk rondom af.
Als er een afwerkvloer wordt toegepast moet er randisolatie
worden geplaatst rondom het volledige toestel, om het toestel te
beschermen tegen spanningsverschillen.
1413
12
5.3.2. Optie VDC
220-240 V
12 V
12
MODE 3
11
Plug-in wall voeding.
CONFIGURATIECODE
VERWARMEN
KOELEN
T
WATER
BEDIENING
OPTIE RAAMCONTACT
MANUEEL
WATERTEMPERATUURBEWAKING
DPC.MD xxxx
DPC.MD xxxxx
0 - 10V BMS
WATERTEMPERATUURBEWAKING
DPC.MD xx
DPC.MD xx
x
6. WERKING
Config. code:DPC.xxxxxx

12
6.1. DPC.MD45 ( O) / OPTIE: DPC.MD44 ( O)
[4]
G
N
D
12
V
/
50 Hz
P
ower
S
u
pp
ly
I
n
p
ut: 11
0
-
2
4
0V
O
ut
p
ut: 1
2V
2
3
0 V
/
50 Hz
V
A
C
V
D
C
Optie
Het toestel start op de laatst gekozen snelheid (, of ), zodra de watertemperatuur > C.
Enkel bij configuratiecode DPC.MD
Het toestel start op de laatst gekozen snelheid (, of ), zodra de watertemperatuur < C.
O Alle functies zijn uitgeschakeld tot de gebruiker het toestel aanzet via het bedieningspaneel.
snelheden. De snelheid is ingesteld volgens de lengte van het toestel.
O
De gebruiker kiest manueel
de gewenste mode via het
bedieningspaneel. Het toestel
kan op snelheden draaien.
Het toestel start zodra de
ingestelde watertemperatuur
is bereikt.
6.1.1. Bediening
Druk op de tiptoets tot de gewenste mode is bereikt
(± sec.).
Rode LEDs knipperen: watertemperatuur aanvoer-
water te laag (Tw < C).
Blauwe LEDs knipperen: watertemperatuur aanvoerwater
te hoog (Tw > C).
3”
3”
3”
verwarmen
koelen
Manueel verhogen/verlagen van snelheid:
12
MODE 312
MODE 312
MODE 3
Snelheid: Snelheid: Snelheid:
Enkel bij configuratiecode DPC.MD

NL
13
MINI CANAL HYBRID | HANDLEIDING | , :
[6]
P
ower
S
uppl
y
- 50/60 H
z
0-240V
Input: 110-240V
utput: 12V
Output:
1
2
V
2
3
0 V
/
50 Hz
P
ower Su
pp
l
y
I
nput: 11
0
-
2
4
0
V
O
ut
p
ut: 1
2
V
2
3
0 V
/
50 Hz
V
A
C
V
D
C
GND
0...10V
Het toestel start zodra de watertemperatuur > C en er een -V stuursignaal is.
Enkel bij configuratiecode DPC.MD
Het toestel start zodra de watertemperatuur < C en er een -V stuursignaal is.
Snelheid in functie van het binnenkomend stuursignaal.
Het toestel wordt gestuurd via BMS (dom-
otica). Het toestel start zodra er een -V
stuursignaal is en de ingestelde watertem-
peratuur is bereikt.
6.2. 0-10VDC INPUT / DOMOTICA - DPC.MD61 / DPC.MD62
6.2.1. Meldingen
Error sensor [] - controleer de watertemperatuursensor
12
MODE 312
MODE 312
MODE 3

14
7. INSTELLINGEN VIA PRINTPLAAT CONTROLLER
7.1. WATERTEMPERATUUR AANPASSEN
Het toestel start vanaf de ingestelde watertemperatuur / .
7.1.1. Instellen maximale watertemperatuur koelen
Door de maximale temperatuur lager in te stellen, zal het toestel later starten. Indien de maximale
watertemperatuur hoger wordt ingesteld, zal het toestel sneller starten.
. Start instellen: druk de [-] knop van de printplaat in tot de blauwe LED x knippert en laat los.
.
. Afsluiten instellen: druk de [-] knop van de printplaat in tot de blauwe LED x knippert en laat los.
7.1.2. Instellen minimale watertemperatuur verwarmen
Door de minimale temperatuur hoger in te stellen, zal het toestel later starten. Indien de minimale
watertemperatuur lager wordt ingesteld, zal het toestel sneller starten.
Indien u een warmtepomp heeft, is het misschien nodig om de minimale watertemperatuur wat lager
te zetten.
. Start instellen: druk de [+] knop van de printplaat in tot de rode LED x knippert en laat los.
.
CCCCCCCC
De blauwe LED knippert snel, zodra de minimum
temperatuur is bereikt
.
De rode LED knippert snel, zodra de maximum
temperatuur is bereikt
.
Automatische controle: de groene LED licht op als de watertemperatuur (aanvoerwater) kouder is dan de ingestelde
watertemperatuur..
Druk kort op [-] of [+] om de ingestelde temperatuur aan
te passen.
Druk kort op [-] of [+] om de ingestelde temperatuur aan
te passen.
CCCCCCCC
. Afsluiten instellen: druk de [+] knop van de printplaat in tot de rode LED x knippert en laat los.
Na seconden g aat het toestel terug na ar de gekoze n m ode.
1
-
1
-
1
-
1
-
De blauwe LED knippert snel, zodra de minimum
temperatuur is bereikt.
De rode LED knippert snel, zodra de maximum
temperatuur is bereikt
.
Automatische controle: de groene LED licht op als de watertemperatuur (aanvoerwater) kouder is dan de ingestelde
watertemperatuur..

NL
15
MINI CANAL HYBRID | HANDLEIDING | , :
7.2. SNELHEID AANPASSEN
7.2.1. Zonder bedieningspaneel
. Zet het toestel in de mode die u wilt aanpassen: Koelen /Verwarmen
.
7.2.2. Met bedieningspaneel
. Zet het toestel in de mode die u wilt aanpassen: Koelen /Verwarmen
. Zet het toestel in de snelheid die u wilt aanpassen: Snelheid / Snelheid / Snelheid
.
SNELHEID %
SNELHEID %
. Na seconden gaat het toestel terug naar de gekozen mode.
. Na seconden gaat het toestel terug naar de gekozen mode.
Druk kort op [-] of [+] om de ingestelde snelheid aan te
passen.
De blauwe LED knippert snel, zodra de
minimum snelheid is bereikt
.De rode LED knippert snel, zodra de
maximum snelheid is bereikt
.
1
-
1
-
Druk kort op [-] of [+] om de ingestelde snelheid aan te
passen.
De blauwe LED knippert snel, zodra de
minimum snelheid is bereikt
.
De rode LED knippert snel, zodra de
maximum snelheid is bereikt
.
1
-
1
-

16
7.4. TERUG NAAR FABRIEKSINSTELLING
. Maak het toestel spanningsloos.
1
-
. Houd ingedrukt totdat de blauwe LED knippert. Na seconden
gaat de groene LED aan en na seconden de rode LED.
. De controller keert terug naar de fabrieksinstellingen; alle le dlamp-
jes zullen seconden knipperen.
7.3. FOUTCODES PRINTPLAAT
1Error sensor [] - controleer de watertem-
peratuursensor

NL
17
MINI CANAL HYBRID | HANDLEIDING | , :
8. GARANTIEBEPALING
. De waarborg is slechts geldig bij normaal gebruik van het toestel, door de eerste eigenaar en mits
geïnstalleerd te zijn volgens de normen en voorwaarden voorzien in de handleiding en volgens
de regels van een goed vakmanschap.
. De waarborg slaat alleen op het toestel of onderdelen van het toestel. Jaga heeft de keuze
tussen het vervangen of het herstellen van het toestel of de defecte onderdelen. Bij wijzigingen
aangebracht aan het model, heeft Jaga het recht gelijkwaardige doch niet identieke onderdelen
of toestellen te leveren. In de gevallen waarin de waarborg kan ingeroepen worden, verleent Jaga
gedurende de eerste zes maanden na levering een supplementaire waarborg voor alle kosten
van verplaatsing en herstelling.
. De waarborg wordt verstrekt gedurende de periode(s) zoals vermeld in dit garantiebewijs. De
vervanging of herstelling verlengt in geen geval de oorspronkelijke waarborgperiode.
. Er wordt geen waarborg verleend op toestellen of onderdelen waarop de informatie omtrent type
en serienummer ontbreken, of waarvan de fabricatienummers verwijderd of gewijzigd werden.
Hetzelfde geldt voor toestellen die hersteld of veranderd werden door personen die daartoe door
Jaga niet gemachtigd zijn.
. Voor schade welke voortkomt uit de plaatsing van het toestel, uit de aansluitingen, zowel water-
zijdige als elektrische, uit defecte elektrische installaties, uit het gebruik van spanning die afwijkt
van de normale spanning voorzien voor de werking van het toestel (idem voor hydraulische druk),
uit defecten te wijten aan fouten in omringende apparatuur etc. verleent Jaga geen enkele waar-
borg. Er wordt evenmin garantie verleend in geval van gebruik van niet geschikte aansluitstukken.
Onze verwarmingslichamen worden in geen geval gegarandeerd, indien ze worden verwarmd
door industriewater, stoom of water dat chemische producten of grote hoeveelheden zuurstof
bevat. De kwaliteit van het systeemwater moet voldoen aan de richtlijn VDI -. De waarborg
vervalt ook wanneer de verwarmingslichamen geplaatst worden in een agressieve atmosferische
omgeving (amoniak, bijtende stoffen, enz .). In deze omstandigheden moet de koper zich wenden
tot de schadeveroorzaker. De plaatsing van gelakte radiatoren is evenmin toegelaten in vochtige
ruimtes.
. Jaga wijst elke verantwoordelijkheid en garantie van de hand door defecten welke ontstaan door
verkeerde behandeling en/of gebruik van een toestel, onvoldoende of verkeerd onderhoud, val
van het toestel of transport zonder de nodige voorzorgsmaatregelen. Hetzelfde geldt voor toestel-
len die zo ingebouwd zijn dat ze niet eenvoudig bereikbaar zijn.
. In alle gevallen waar de waarborg geldt maar waar de levering meer dan maanden verstre-
ken is, en in alle andere gevallen worden de verplaatsingskosten en de werkuren aangerekend
volgens schalen welke door Jaga vastgesteld zijn. De klanten kunnen deze schalen voorafgaand
opvragen, hetzij bij de verkoopsadministratie hetzij bij de technicus, die zich voor de herstelling ter
plaatse aanbiedt.
. Elke tussenkomst van Jaga die niet onder de garantiebepalingen valt, dient contant betaald te
worden aan de technicus van de dienst-na-verkoop.
. De waarborg vangt aan vanaf de facturatiedatum. Bij ontbreken van een factuur geldt het serie-
nummer of de productiedatum.
. Bij betwistingen zijn enkel de rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Hasselt bevoegd.
Deze zal het Belgische recht toepassen, zelfs in geval van verkoop aan onderdanen van andere
EU-lidstaten, dan wel aan deze niet behorend tot de EU.

18
.DIRECTIVES GÉNÉRALE.............................................................................................
.SYMBOLES.....................................................................................................................
.DESCRIPTION DE L'APPAREIL...................................................................................
..FONCTIONNEMENT ..................................................................................................................................
..PIÈCES DÉTACHÉES..................................................................................................................................
.DONNÉES TECHNIQUES ...........................................................................................
..DIMENSIONS ...............................................................................................................................................
..RÉGLAGE EN HAUTEUR...........................................................................................................................
..ESPACE LIBRE..............................................................................................................................................
.INSTALLATION ..............................................................................................................
..INSTALLATION AVEC ANCRAGES.........................................................................................................
..INSTALLATION AVEC RÉGLAGE EN HAUTEUR .................................................................................
..RACCORDEMENT ÉLECTRIQUE.............................................................................................................
.FONCTIONNEMENT....................................................................................................
..DPC.MD O / OPTION: DPC.MD44 ( O) .............................................. 27
..VDC INPUT / DOMOTIQUE DPC.MD / DPC.MD...........................................................
.RÉGLAGES VIA LE CONTRÔLEUR DU CIRCUIT IMPRIMÉ ................................
..ADAPTER LA TEMPÉRATURE DE L'EAU...............................................................................................
..RÉGLAGE DE LA VITESSE........................................................................................................................
..CODES D'ERREUR CIRCUIT IMPRIMÉ...................................................................................................
..RETOUR AUX RÉGLAGES D’USINE .......................................................................................................
.CLAUSE DE GARANTIE...............................................................................................
Jaga N.V.
Verbindingslaan
B- Diepenbeek
Vu que le développement et le renouvellement des produits est un processus continu, toutes ces don-
nées sont mentionnées sous réserve de modifications éventuelles.
DÉCLARATION DE CONFIRMITÉ
JAGA N.V. - Verbindingslaan 16 - B 3590, déclare sous sa seule résponsibilité que la produit
visé par la présente déclaration:
Est conforme aux normes ou autres documents pour autant qu’ils soient utilisés
conformément à nos instructions:
Conformément aux stipulations des Directives:
- Low Voltage 2014/35/EC
- EMC 2014/30/EC
- Machinery 2006/42/EC
CEO JAGA N.V.
Jan Kriekels
JDPC.002
NBN EN 60335-1 based on EN 60335-1:2012 + A11:2014
NBN EN 60335-2-80 based on EN 60335-2-80:2003 + A 1 :2004 + A2:2009
31/03/2017
+32 (0)11 29 41 11
TABLE DES MATIÈRES

19
FR
MINI CANAL HYBRID | MANUEL | , :
1. DIRECTIVES GÉNÉRALE
–Contrôlez tous les composants par rapport aux dommages visibles.
–La manutention de l’unité doit être effectuée en prenant soin de ne pas endommager la structure
externe et les parties mécaniques et électriques internes.
–L'appareil doit toujours être accessible pour l'entretien.
–Ne placez aucun objet sur l'appareil.
– N'insérez aucun objet dans les ouvertures d'alimentation et de circulation d'air.
Identification de l'appareil: (JDPC.002)
Le numéro de série est indiqué sur le côté droit de l'appareil (sur le côté gauche si les connexions se
trouvent à droite de l'appareil).
Utilisation:
–L'appareil est conçu pour des applications de chauffage à l'intérieur; toute autre utilisation est stric-
tement interdite. Il est interdit d'installer l'appareil dans un environnement présentant des risques
d'explosion.
–L'environnement doit être sec et sans poussière, avec une température entre °C et °C et une
humidité relative < %.
–L'appareil n'est pas destiné à des applications industrielles.
–L'utilisation de l'appareil est interdite aux enfants et personnes handicapées non accompagnées.
Entretien:
–Toutes les réparations et tous les travaux d'entretien doivent être effectués par un personnel pro-
fessionnel qualifié.
– Avant d'effectuer des travaux de nettoyage et d'entretien, déconnectez l'appareil du réseau
électrique en coupant l'interrupteur principal. Attendez jusqu'à ce que les éléments soient
refroidis pour éviter le risque de brûlure.
–Nettoyez régulièrement la grille et l'intérieur du bac (en fonction de l'utilisation et de la fonction de
la pièce) au moyen d'un aspirateur.
–N'utilisez pas de produits à base de solvants et de détergents.
–Tous les mois: contrôle de l'échangeur de chaleur et des grilles et du système de purgeur.
Démontage:
Lorsque l'appareil n'est pas utilisé pendant une longue période, il doit être déconnecté du réseau
électrique.
– S'il y a un risque de gel, une quantité appropriée d'antigel doit être ajoutée au système. L'antigel
peut influencer les prestations de l'appareil ! Soyez attentif aux consignes de sécurité sur
l'emballage de l'antigel.
Emballage:
– Enlevez l'emballage et apportez le au centre de tri approprié ou de recyclage conformément
aux prescriptions environnementales.
– Ne laissez pas l'emballage à portée des enfants.
Installation
L'appareil doit être installé par un installateur agréé conformément aux instructions du manuel et aux
prescriptions de construction et de sécurité en vigueur au niveau national et local. Une mauvaise
installation peut entraîner des dysfonctionnements, des performances réduites, des vibrations ou un
niveau sonore plus élevé.
– L'appareil peut présenter des bords coupants ; portez les protections adaptées pendant

20
l'installation ou l'entretien.
–Toutes les dimensions indiquées dans le manuel doivent être respectées pour garantir les
prestations et permettre l'installation et l'entretien. Prévoyez un espace supplémentaire s'il faut
installer des vannes.
–Veillez à ce que les vibrations ne puissent pas être transmises entre différents éléments au moyen
d'une isolation des bruits de contact.
–En cas de refroidissement : isolez les conduites hydrauliques.
Directives pour le placement de l'appareil:
–Aucun obstacle dans l'environnement immédiat susceptible de gêner l'arrivée et l'évacuation de
l'air.
Démarrage:
Le (re)démarrage et la mise en service de l'appareil doivent être effectués par un personnel
professionnel qualifié. Vérifiez au préalable si
–L'appareil est correctement placé.
–Les conduites d'alimentation et de retour sont bien raccordées et - en cas de refroidissement -
isolées.
–Les conduites sont propres et l'air évacué.
–Les grilles de ventilation et les échangeurs de chaleur sont propres.
–Les raccords de câbles sont fixés correctement et bien serrés.
–La tension d'alimentation est correcte.
Laissez tourner l'appareil pendant 3 heures minimum dans sa position la plus haute et vérifiez les
écarts.
2. SYMBOLES
Danger general
Danger: composants sous tension
Danger: surfaces coupantes
Danger: surfaces chaudes
Danger: pièces en mouvement
Attention: mises en garde importantes
Indication protection de l'environnement
VDC - courant constant
VAC - courant alternatif
Table of contents
Languages:
Other Jaga Heater manuals

Jaga
Jaga IGUANA CIRCO Wall User manual

Jaga
Jaga Eyecatchers Iguana Circo User manual

Jaga
Jaga IGUANA VISIO User manual

Jaga
Jaga STRADA HYBRID MM User manual

Jaga
Jaga Micro Canal User manual

Jaga
Jaga STRADA User manual

Jaga
Jaga IGUANA VISIO User manual

Jaga
Jaga AVS User manual

Jaga
Jaga IGUANA ARCO ARCW User manual

Jaga
Jaga VERTIGA HYBRID Series User manual

Jaga
Jaga FREEDOM User manual

Jaga
Jaga BRIZA 041 User manual

Jaga
Jaga TWINE BT User manual

Jaga
Jaga TEMPO User manual

Jaga
Jaga Micro Canal User manual

Jaga
Jaga Maxi FF 2020 User manual

Jaga
Jaga Heatwave large User manual

Jaga
Jaga FREEDOM User manual

Jaga
Jaga LOW-H20 Energy Savers User manual

Jaga
Jaga Eyecatchers Sani Panel User manual