Groeneveld CompAlube Installation instructions

CompAlube
Ned Gebruiksaanwijzing
Eng User’s Instruction
Dui Bedienungsanleitung
Fra Mode d’emploi
Ita Istruzioni per l’uso
Esp Manual instrucciones de uso

Groeneveld XU 0102
CompAlube Automatisch Vetsmeersysteem
Dit voertuig is uitgerust met het CompAlube Automatisch Vetsmeersysteem van
Groeneveld. Dit speciaal voor voertuigen met een beperkt aantal smeerpunten
ontwikkelde vetsmeersysteem, voorziet maximaal 12 (speciale uitvoeringen maxi-
maal 19) smeerpunten automatisch en regelmatig van de juiste hoeveelheid vet.
Het systeem bestaat uit:
een pompunit met daarin geïntegreerd:
• een pneumatische vetpomp (plunjerpomp)
• een vetreservoir (een vetcartridge)
• een besturingseenheid (pneumatische remmenteller)
• verschillende doseurs
• een vetdrukindicator
• vetleidingen naar de afzonderlijke smeerpunten
• persluchtleidingen naar de pomp
Werking van het systeem
De perslucht, waarmee de plunjerpomp wordt aangedreven, wordt betrokken van
de luchtketel op het voertuig. De remmenteller telt - via een koppeling met de
commandoluchtleiding van het voertuig - het aantal keren dat het remsysteem van
het voertuig wordt geactiveerd. Nadat een ingesteld aantal remcommando’s is
geteld, zet de remmenteller de plunjerpomp in werking: het systeem begint aan
zijn smeercyclus. De vetdruk, die door de pomp wordt opgebouwd, zorgt ervoor
dat de doseurs - via de vetleidingen - een exacte hoeveelheid vet doorlaten naar
de smeerpunten. De hoeveelheid vet die per smeercyclus wordt gedoseerd, is
afhankelijk van het type doseur dat is toegepast. De vetdosering is dus afgestemd
op de vetbehoefte van elk afzonderlijk smeerpunt. De smeercyclus eindigt zodra de
remmenteller een tweede (kleiner) aantal remcommando’s heeft geteld. De rem-
menteller stopt de plunjerpomp dan.
Vetdrukindicator
De vetdrukindicator geeft aan of het smeersysteem tijdens de laatste smeercyclus
correct heeft gefunctioneerd. Als de vereiste vetdruk tijdens de laatst uitgevoerde
smeercyclus niet werd gehaald, is in de vetdrukindicator een rood vlakje te zien. Als
wel voldoende vetdruk werd opgebouwd, is dat vlakje groen.
Testprocedure
Om het systeem te testen kunt u een enkele-cyclustest uitvoeren met behulp van de
testschroef aan de rechterzijde van de pomp:
1Plaats een goed passende vlakke schroevendraaier in de sleuf van de
testschroef.
2Druk de schroef in en draai de testschroef langzaam tegen de klok in
tot een smeercyclus wordt gestart (op dat moment zal er lucht vanuit
de luchtketel naar de pomp stromen, wat goed te horen is).
3In de vetdrukindicator zal eerst het rode vlakje zichtbaar worden en
onmiddellijk daarna het groene. Er is nu, via de doseurs, vet naar de
aangesloten smeerpunten gepompt.
Het is mogelijk om met de testschroef snel achter elkaar meerdere smeercycli uit
te voeren:
Gebruiksaanwijzing

Groeneveld XU 0102
4Draai de testschroef ongeveer 15 seconden na het starten van de smeer-
cyclus langzaam door (tegen de klok in), tot de smeercyclus beëindigd
wordt (op dat moment zal er perslucht uit de pomp ontsnappen).
5Wacht vervolgens 15 seconden en start dan opnieuw een smeercyclus.
Vervangen van de vetcartrigde
De CompAlube pompunit is uitgerust met een vetcartridge. Die cartridge kan een-
voudig en snel worden vervangen:
1Reinig, voordat u de beschermkap verwijdert, eerst de pomp en de omgeving van
de pomp. Dit om te voorkomen dat tijdens het verwisselen van de vetcartridge
vuil in de pomp terecht komt.
2De transparante beschermkap heeft een bajonetsluiting. Draai de kap tegen de
klok in los en til hem vervolgens van de pompunit.
3Verwijder de lege cartridge door hem (tegen de klok in) los te draaien en er
vervolgens af te tillen.
Let op: Uit een niet geheel lege cartridge kan vet stromen. Voorkom milieuver-
ontreiniging door gemorst vet.
Verwijder de rubber afdichring en de kartonnen schijf. Beide worden meegele-
verd met de nieuwe cartridge.
4Neem een nieuwe vetcartridge met het juiste type vet, schroef de dop eraf, maar
laat de afdekfolie zitten. De cartridge moet worden gemonteerd met slechts één
afdichtring!
5Plaats de cartridge op de pomp en draai hem vast op de pomp (met de klok mee).
De afdekfolie wordt automatisch geopend wanneer de cartridge op de pomp
wordt geschroefd.
6Reinig de beschermkap, plaats hem op de pomp en draai hem vast (met
de klok mee).
Ontluchten
Indien de cartridge helemaal leeg geweest is, kan het mogelijk zijn dat de pomp
moet worden ontlucht:
1Indien het systeem bezig is met een smeercyclus: Druk aan de rechterzijde van de
pomp de testschroef in en draai hem langzaam tegen de klok in tot de smeer-
cyclus wordt beëindigd (op dat moment zal er perslucht ontsnappen).
2Open de ontluchtingsschroef. Die schroef zit aan de linkerzijde van de pomp-
unit.
3Druk de testschroef wederom in en draai hem langzaam tegen de klok in tot een
smeercyclus gestart wordt (tot er lucht naar de pomp gaat stromen).
4Sluit de ontluchtingsschroef.
5Herhaal deze procedure (stappen 1 t/m 4) tot het vet zonder luchtinsluitingen uit
de ontluchtingsopening komt.
Gebruiksaanwijzing

Groeneveld XU 0102
Storing
Vetdrukindicator geeft sto-
ring aan (rood venster blijft
zichtbaar).
Alle te smeren punten zijn te
droog en de vetdrukindicator
geeft geen storing aan.
(groen venster blijft zicht-
baar).
Alle te smeren punten zijn te
vet.
Een of meer smeerpunten
zijn droog terwijl de anders
wel voldoende vet krijgen.
Smeerpunt krijgt overdosis
vet.
Oorzaak
1 Cartridge is leeg.
2 Interne lekkage in een
doseur.
3 Defect in vetdrukindicator
4 Lucht in het systeem.
5 Defect in pomp.
1 Remmenteller niet goed
ingesteld (aantal ingestel-
de remmingen is te groot).
2 Het gebruikte vet is niet
geschikt voor de bedrijf-
somstandigheden waaron-
der het systeem moet
werken (te lage bedrijfs-
temperatuur).
3 De pomp krijgt geen pers-
lucht aangeleverd vanuit
de luchtketel.
4 De pomp krijgt geen sig-
nalen via de commando-
luchtleiding
Remmenteller niet goed in-
gesteld (aantal ingestelde
remmingen is te klein).
1 Breuk in vetleiding
2 Doseur met een te lage
vetopbrengst geïnstalleerd.
3 Niet werkende doseur.
1 Doseur met een te hoge
vetopbrengst geïnstal-
leerd.
2 Doseur lekt inwendig.
Herstel
1 Vervang lege cartridge
door volle.
2 Controleer of een smeer
punt een overdosis vet
krijgt. Vervang de doseur
die met dat smeerpunt
verbonden is.
3 Repareer of vervang deze.
4 Ontlucht de pomp.
5 Repareer of vervang deze.
1 Stel de remmenteller goed
af (zie systeemhandlei-
ding).
2 Vervang de vetcartridge,
door een met het juiste
type vet.
3 Controleer de luchtdruk in
de ketel. Controleer de
werking en de afstelling
van de doorstroombe-
grenzer. Controleer de lei-
ding tussen de door-
stroombegrenzer en de
pomp.
4 Controleer de leiding
tussen de pomp en het
snelremventiel. Controleer
de restrictie, in de koppe-
ling aan het snelrem-
ventiel, op vervuiling.
Stel de remmenteller goed af
(zie systeemhandleiding).
1 Repareer of vervang deze.
2 Vervang de doseur door
een met een hogere vet-
opbrengst.
3 Vervang de doseur door
een met dezelfde vetop-
brengst.
1 Vervang de doseur door
een met een lagere vetop-
brengst.
2 Vervang de doseur door
een met dezelfde vetop-
brengst.
Storingzoeken
Gebruiksaanwijzing

Groeneveld XU 0102
CompAlube Automatic Lubrication System
This vehicle is equipped with Groeneveld’s CompAlube Automatic Lubrication
System, which was developed specifically to suit vehicles with a limited number of
grease points. The CompAlube Automatic Lubrication System ensures the grease
points automatically receive the correct amount of grease at regular intervals.
The system comprises:
a pump unit with integrated:
•pneumatic grease pump (piston pump)
•grease reservoir (a grease cartridge)
•control unit (pneumatic brake-counter)
•metering units
•grease pressure indicator
•grease pipes to the individual grease points
•compressed air pipes to the pump
Operating principles
The compressed air required by the piston pump is drawn from the air tank of the
vehicle. The brake-counter counts - via a pneumatic connection with the brake
command air line of the vehicle - the number of times the brakes are activated.
After it has counted a certain number of brake commands, the brake counter
activates the piston pump: the lubrication system starts its greasing cycle.
The grease pressure built-up by the piston pump causes the metering units to pass
an exact amount of grease to the grease points - via the grease pipes connected to
the metering units. The amount of grease that goes to a grease point during each
greasing cycle, depends solely on the type of metering unit installed. The amount
of grease, therefore, is adjusted to the grease demand of each individual grease
point.
The greasing cycle ends after the brake-counter has counted a second (smaller)
number of brake-commands. The brake-counter then stops the piston pump.
Grease pressure indicator
The grease pressure indicator shows you whether the most recent greasing cycle
was performed properly. If the system reached the required grease pressure during
a greasing cycle, the indicator shows green. If the grease-pressure was not reached,
the indicator shows red.
Test procedure
To test the system, you may perform a single cycle test using the test screw located
on the right-hand side of the pump unit:
1 Insert a screwdriver into the slot of the test screw.
2 Depress the test screw and slowly turn it anti-clockwise, until a greasing cycle
starts (air will start to flow from the air tank to the piston pump, which can be
heard quite easily).
3 The grease pressure indicator will first show red, but green immediately there-
after. Grease is now pumped -via the metering units- to the grease points.
You can perform a number of single cycle tests in quick succession:
User’s instruction

Groeneveld XU 0102
4Wait about 15 seconds after you have started a greasing cycle. Then slowly turn
the test screw further anti-clockwise until the greasing cycle ends (air will start
escaping from the pump).
5Wait about 15 seconds and start a greasing cycle again.
Replacing the grease cartridge
The CompAlube pump unit is fitted with a grease cartridge that can be replaced
easily and quickly:
1Before you remove the cover of the cartridge: clean the pump unit and its
surroundings to prevent dirt from entering the pump during cartridge
replacement.
2The transparent cover has a bayonet catch. Turn it counter-clockwise and lift it
from the pump unit.
3Remove the empty grease cartridge. Unscrew it counter-clockwise and lift it clear.
Attention: Grease may leak from the cartridge if it is not completely empty.
Prevent grease spills from polluting the environment.
4Remove the cardboard disc and the rubber gasket, and replace them with new
ones (supplied with the new cartridge). Be sure to fit the cartridge with only a
single rubber gasket!
5Take a new cartridge that contains the right type of grease, remove its cap, but
do not remove the foil that seals the opening of the cartridge.
6Place the cartridge onto the pump unit and screw it clockwise. The seal is
automatically broken as the cartridge is screwed in.
7 Clean the transparent cover, place it on the pump unit and turn it clockwise to
lock it .
Bleeding the system
If the grease cartridge was allowed to become completely empty, the pump may
need bleeding:
1If the system is currently busy on a greasing cycle: Depress the test screw, at the
right hand side of the pump unit, and turn it slowly anti-clockwise until the
running or greasing cycle ends (some air will start escaping from the pump).
2Open the vent screw (left hand side of the pump).
3Again depress the test screw and turn it slowly anti-clockwise until a greasing
cycle starts (you will hear air flowing to the pump).
4Close the vent screw.
5Repeat this procedure (steps 1 to 4) until a solid stream of grease flows from the
vent opening.
User’s instruction

Groeneveld XU 0102
Problem
The grease pressure indicator
signifies a malfunction (con-
tinues to display ‘red’)
All grease points are too dry,
while the grease pressure
indicator does not indicate a
problem. (displays ‘green’).
All grease points are recei-
ving too much grease.
One or more grease points
are too dry, while others
receive the correct amount of
grease.
A grease point receives too
much grease.
Cause
1 Grease cartridge empty.
2 Metering unit leaks
nternally.
3 Defective grease pressure
indicator
4 Defective pump.
1 Brake-counter not set
correctly (number of brake
commands set too high).
2 The grease used is not
suitable for the current
operating conditions (tem-
perature too low).
3 The pump receives no
compressed air from the
air tank.
4 The pump receives no sig-
nals via the brake com-
mand air line.
Brake-counter not set cor-
rectly (number of brake com-
mands set too low).
1 Grease pipe leaks.
2 Incorrect metering unit
installed (amount of grea
se too small).
3 Defective metering unit.
1 Incorrect metering unit
installed (amount of
grease too large)
2 Metering units leaks
internally.
Solution
1 Replace the cartridge.
2 Check whether a grease
point receives an excess of
grease. Replace the mete-
ring unit that serves that
grease point.
3 Repair or replace it.
4 Repair or replace it.
1 Set the brake-counter
correctly (see the System
Manual).
2 Replace the grease cartrid-
ge with one that contains
the correct type of grease.
3 Check the pressure in the
air tank. Check the opera-
tion and adjustment of the
safety valve. Check the air
line between air tank and
pump unit.
4 Check the air-line between
the pump unit and the
relay valve. Check the res-
triction - in the coupling of
that air-line on the relay
valve - for contamination.
Set the brake-counter cor-
rectly (see the System
Manual).
1 Repair or replace it.
2 Replace the metering unit
with one that supplies
more grease.
3 Replace the metering unit
with one of the same type.
1 Replace the metering unit
with one that supplies less
grease.
2 Replace the metering unit
with one of the same type.
Fault finding chart
User’s instruction

Groeneveld XU 0102
CompAlube Automatische Fettschmieranlage
Dieses Fahrzeug ist mit der automatischen Fettschmieranlage CompAlube von
Groeneveld ausgestattet. Diese Anlage wurde speziell für Fahrzeuge mit einer
begrenzten Anzahl von Schmierstellen entwickelt und schmiert bis zu 12
(Sonderausführungen bis zu 19) Schmierstellen automatisch und regelmäßig mit
der richtigen Menge Fett.
Das system besteht aus folgenden bestandteilen:
Einer Pumpeinheit mit darin eingebaut:
•einer pneumatischen Fettschmierpumpe (Kolbenpumpe)
•einem Fettbehälter (einer Fettkartusche)
•einem Steuergerät (pneumatischer Bremszähler)
•verschiedenen Dosiergeräten
•einer Fettdruckanzeige
•Fettleitungen zu den verschiedenen Schmierstellen
•Druckluftleitungen zur Pumpe
Systemfunktion
Die Druckluft, die die Kolbenpumpe betätigt, kommt vom Luftbehälter des
Fahrzeugs. Der Bremszähler zählt über einen Anschlußan der Steuerluftleitung des
Fahrzeugs, wie oft die Bremsanlage des Fahrzeugs betätigt wird. Sobald eine
voreingestellte Anzahl Bremsbefehle gezählt wurde, aktiviert der Bremszähler die
Kolbenpumpe und die Anlage beginnt mit dem Schmierzyklus. Der Fettdruck, den
die Pumpe aufbaut, sorgt dafür, daßdie Dosiergeräte - über die Fettleitungen - eine
bestimmte Menge Fett zu den Schmierstellen hindurchlassen. Die genaue Menge
Fett, die bei jedem Schmierzyklus zugeführt wird, hängt von der Art des
verwendeten Dosiergeräts ab. Die Fettdosierung ist also auf den Fettbedarf jeder
einzelnen Schmierstelle abgestimmt. Der Schmierzyklus endet, sobald der
Bremszähler eine weitere (geringere) Anzahl Bremsbefehle gezählt hat. Der
Bremszähler stoppt dann die Kolbenpumpe.
Fettdruckanzeige
Die Fettdruckanzeige zeigt an, ob die Schmieranlage während des letzten
Schmierzyklus einwandfrei funktioniert hat. Wenn der erforderliche Fettdruck wäh-
rend des letzten durchgeführten Schmierzyklus nicht erreicht wurde, erscheint in
der Fettdruckanzeige ein rotes Feld. Wenn ein ausreichender Fettdruck aufgebaut
wurde, ist dieses Feld grün.
Testverfahren
Zum Testen der Anlage können Sie einen einzelnen Zyklustest durchführen. Hierzu
verwenden Sie die Testschraube an der rechten Seite der Pumpe:
1Stecken Sie einen gut passenden Flachschraubenzieher in den Schlitz der
Testschraube.
2Drücken Sie die Schraube hinein und drehen Sie sie langsam gegen den
Uhrzeigersinn, bis ein Schmierzyklus anfängt (in dem Moment strömt Luft vom
Luftbehälter zur Pumpe, was man gut hören kann).
3Auf der Fettdruckanzeige erscheint erst das rote Feld und sofort anschließend
das grüne. Dies bedeutet, daßFett über die angeschlossenen Dosiergeräte zu den
Schmierstellen gepumpt wurde.
Mit Hilfe der Testschraube kann man schnell hintereinander mehrere Schmier-
zyklen durchführen :
Bedienungsanleitung

Groeneveld XU 0102
4Drehen Sie die Testschraube etwa 15 Sekunden nach dem Beginn des Schmier-
zyklus langsam (gegen den Uhrzeigersinn) weiter, bis der Schmierzyklus beendet
wird (dies erkennt man daran, daßDruckluft aus der Pumpe austritt).
5Warten Sie noch weitere 15 Sekunden und starten Sie dann einen neuen
Schmierzyklus.
Auswechseln der fettkartusche
Die Pumpeinheit CompAlube ist mit einer Fettkartusche ausgestattet. Diese
Kartusche läßt sich einfach und schnell auswechseln:
1Bevor Sie die Schutzhaube abnehmen, müssen Sie zunächst die Pumpe und deren
Umgebung reinigen, damit beim Auswechseln der Fettkartusche kein Schmutz in
die Pumpe gelangt.
2Die durchsichtige Schutzhaube hat einen Bajonettverschluß. Drehen Sie die
Haube gegen den Uhrzeigersinn und heben Sie sie dann von der Pumpeinheit.
3Nehmen Sie dann die leere Kartusche heraus, indem Sie sie (gegen den
Uhrzeigersinn) drehen und dann abheben.
Achtung: Aus einer nicht ganz leeren Kartusche kann noch Fett austreten.
Beugen Sie Umweltschäden durch verschüttetes Fett vor.
4Entfernen Sie den Gummidichtungsring und die Pappscheibe. Beide gehören zum
Lieferumfang der neuen Kartusche. Nehmen Sie eine neue Kartusche mit der
richtigen Fettsorte, schrauben Sie den Deckel ab, aber ziehen Sie die Schutzfolie
noch nicht ab. Die Kartusche mußmit nur einem Dichtungsring eingebaut werden!
5Setzen Sie die Kartusche auf die Pumpe und drehen Sie sie (im Uhrzeigersinn)
fest. Die Schutzfolie wird beim Schrauben der Kartusche auf die Pumpe
automatisch geöffnet.
6Reinigen Sie die Schutzhaube, setzten Sie sie wieder auf die Pumpe und drehen
Sie sie (im Uhrzeigersinn) fest.
Entlüften
Wenn die Kartusche völlig leer war, mußdie Pumpe möglicherweise entlüftet werden:
1Wenn sich die Anlage gerade in einem Schmierzyklus befindet: Drücken Sie auf
die Testschraube an der rechten Seite der Pumpe und drehen Sie sie langsam
gegen den Uhrzeigersinn, bis der Schmierzyklus endet (d.h., es tritt Druckluft aus).
2Öffnen Sie die Entlüftungsschraube. Diese Schraube befindet sich an der linken
Seite der Pumpeinheit.
3Drücken Sie noch einmal auf die Testschraube und drehen Sie sie langsam gegen
den Uhrzeigersinn, bis ein Schmierzyklus beginnt (d.h. es strömt Luft zur Pumpe.
4Schlieflen Sie die Entlüftungsschraube.
5Wiederholen Sie diesen Vorgang (Schritt 1 bis 4), bis das aus der Entlüftungs-
öffnung austretende Fett keine Lufteinschlüsse mehr enthält.
Bedienungsanleitung

Groeneveld XU 0102
Störung
Die Fettdruckanzeige zeigt
eine Störung an (rotes
Fenster bleibt sichtbar).
Alle Schmierstellen sind troc-
ken, doch die Fettdruck-
anzeige zeigt keine Störung
an (grünes Fenster bleibt
sichtbar).
Alle Schmierstellen sind zu
fett.
Ein oder mehrere Schmier-
stellen sind trocken, während
die anderen sehr wohl genü-
gend Fett erhalten.
Schmierstelle erhält zuviel
Fett.
Ursache
1 Kartusche ist leer.
2 Leck in einem Dosiergerät.
3 Defekt in Fettdruckanzeige.
4. Luft in der Anlage.
5. Defekt in der Pumpe.
1 Bremszähler nicht richtig
eingestellt (eingestellte
Bremszahl zu hoch).
2
Das verwendete Fett eignet
sich nicht für die Betriebs-
bedingungen, unter denen
die Anlage läuft (zu nie-
drige Betriebstemperatur).
3 Der Pumpe wird keine
Druckluft vom Luftbe-
hälter aus zugeführt.
4 Pumpe erhält keine
Signale von der Befehls-
luftleitung.
Bremszähler nicht richtig ein-
gestellt (eingestellte Brems-
zahl zu niedrig).
1Riflin Fettleitung.
2 Dosiergerät mit zu
niedriger Fettförder-
menge eingebaut.
3 Dosiergerät funktioniert
nicht.
1. Dosiergerät mit zu hoher
Fettfördermenge einge-
baut.
2. Leck in Dosiergerät.
Abhilfe
1 Leere Kartusche durch eine
volle ersetzen.
2 Prüfen, ob eine Schmier-
stelle zuviel Fett erhält.
3. Reparieren oder auswech-
seln.
4. Die Pumpe entlüften.
5. Reparieren oder auswech-
seln
1 Bremszähler richtig ein-
stellen (vgl. die System-
anleitung).
2 Die Fettkartusche gegen
eine mit der richtigen
Fettsorte auswechseln.
3 Druckluft im Luftbehälter
kontrollieren. Einwand-
freie Funktion und Einstel-
lung des Durchflußbe-
grenzers kontrollieren.
Leitung zwischen Durch-
flußbegrenzer und Pumpe
kontrollieren.
4 Leitung zwischen Pumpe
und Schnellbremsventil
kontrollieren. Verjüngung
in der Kupplung am
Schnellbremsventil auf
Verschmutzung kontrol-
lieren.
Bremszähler richtig einstellen
(vgl. die Systemanleitung).
1 Reparieren oder auswech-
seln
2 Dosiergerät gegen eines
mit höherer Fettförder-
menge auswechseln.
3 Dosiergerät gegen eines
mit der gleichen Fettför-
dermenge auswechseln.
1 Dosiergerät gegen eines
mit niedrigerer Fettförder-
menge auswechseln.
2 Dosiergerät gegen eines
mit der gleichen Fettför-
dermenge auswechseln.
Störungssuche
Bedienungsanleitung

Groeneveld XU 0102
Système de graissage automatique
Ce véhicule est équipédu système de graissage automatique Groeneveld. Ce
système de graissage spécialement développépour les véhicules dotés d’un nombre
de points de graissage limitéfournit à12 points de graissage (19 sur les versions
spéciales) au maximum la quantitéde graisse correcte de façon automatique et
régulière.
Le systeme comprend:
Une unitéde pompage dans laquelle sont intégrés:
•une pompe àgraisse pneumatique (pompe àplongeur)
•un réservoir de graisse (une cartouche de graisse)
•une unitéde commande (compteur de freinage pneumatique)
•différents doseurs
•un indicateur de pression de graisse
•des conduites de graissage vers les différents points de graissage
•Des conduites d’air comprimévers la pompe
Fonctionnement du systeme
L’air compriméqui actionne la pompe àplongeur, provient du réservoir d’air sur le
véhicule. Le compteur de freinage compte - grâce au raccordement avec la condui-
te d’air de commande du véhicule - le nombre de fois oùle système de freinage du
véhicule est actionné. Après un nombre d’ordres de freinage pré-établi, le comp-
teur de freinage met en marche la pompe àplongeur : le système commence son
cycle de graissage. La pression de graisse fournie par la pompe fait que les doseurs
laissent passer - par les conduites de graissage - une quantitéprécise de graisse en
direction des points de graissage. La quantitéde graisse dosée àchaque cycle de
graissage dépend du type de doseur utilisé. Le dosage de graisse est donc adaptéà
la quantitéde graisse requise par chaque point de graissage. Le cycle de graissage
se termine dès que le compteur de freinage a comptéun second nombre d’ordres
de freinage (inférieur). Le compteur de freinage met alors la pompe àplongeur à
l’arrêt.
Indicateur de pression de graisse
L’indicateur de pression de graisse indique si le système de graissage a fonctionné
correctement lors du dernier cycle de graissage. Si la pression de graisse requise n’a
pas étéatteinte lors du dernier cycle de graissage effectué, une surface rouge est
visible sur l’indicateur de pression de graisse. Si la pression de graisse était suffisan-
te, cette surface est verte.
Procedure de test
Pour tester le système, il est possible d’effectuer un cycle de test unique au moyen
de la vis de test sur le côtédroit de la pompe :
1Placer un tournevis plat de dimension convenable dans la fente de la vis de test.
2Enfoncer la vis et la faire tourner lentement en sens inverse des aiguilles d’une
montre jusqu’au démarrage d’un cycle (l’arrivée d’air du réservoir d’air àla
pompe sera alors parfaitement audible).
3L’indicateur de pression de graisse affichera d’abord la surface rouge, puis,
immédiatement après la surface verte. Cela signifie que de la graisse vient dêtre
acheminée vers les points de graissage connectés, en passant par les doseurs.
Au moyen de la vis de test, il est possible d’effectuer rapidement plusieurs cycles
de graissage successifs :
Mode d’emploi

Groeneveld XU 0102
4Après le démarrage du cycle de graissage, faire tourner la vis lentement en sens
inverse des aiguilles d’une montre pendant environ 15 secondes, jusqu’à l’arrêt
du cycle de graissage (de l’air comprimés’échappera alors de la pompe).
5Attendre 15 secondes, puis faire démarrer un nouveau cycle de graissage.
Remplacement de la cartouche de graisse
L’unitéde pompage CompAlube est pourvue d’une cartouche de graisse. Cette car-
touche peut être remplacée simplement et rapidement:
1Avant d’enlever le couvercle de protection, nettoyer la pompe et ses alentours.
Ceci est destinéàéviter la pénétration d’impuretés dans la pompe lors du
remplacement de la cartouche.
2Le couvercle de protection transparent a un verrouillage àbaïonnette. Faire
tourner le couvercle en sens inverse des aiguilles d’une montre et le soulever
ensuite de l’unitéde pompage.
3Enlever la cartouche vide en la faisant tourner (en sens inverse des aiguilles d’une
montre) puis en la soulevant.
Attention: De la graisse peut s’écouler si la cartouche n’est pas complètement
vide. Evitez que la graisse ne se répande et ne pollue l’environnement. Enlever
le joint d’étanchéitéen caoutchouc et le disque en carton. Tous deux sont livrés
en accompagnement de la nouvelle cartouche.
4Prendre une nouvelle cartouche contenant le type de graisse correct, dÈvisser le
bouchon, mais laisser le film protecteur en place. La cartouche doit Ítre montée
avec un seul joint d’étanchéité!
5Placer la cartouche sur la pompe et la visser en place (sens des aiguilles d’une
montre). Le film protecteur est ouvert automatiquement lorsque la cartouche est
vissée.
6Nettoyer le couvercle de protection , le placer sur la pompe et le visser (sens des
aiguilles d’une montre).
Degazage
Si la cartouche a étéentièrement vidée, IL PEUT ETRE NECESSAIRE DE DEGAZER LA
POMPE.
1Si le système est en train d’effectuer un cycle de graissage: enfoncer la vis de test
sur le côtédroit de la pompe et la faire tourner en sens inverse des aiguilles d’une
montre jusqu’à ce que le cycle de graissage s’arrête (de l’air comprimés’échap-
pera alors).
2Ouvrir la vis de dégazage. Cette vis se trouve sur le côtégauche de la pompe.
3Enfoncer de nouveau la vis de test et la faire tourner lentement en sens inverse
des aiguilles d’une montre jusqu’au début d’un cycle de graissage (jusqu’à
l’arrivée d’air en direction de la pompe.
4Fermer la vis de dégazage.
5Répéter cette procédure (étapes de 1 à4) jusqu’à ce que la graisse s’écoule sans
inclusions d’air par les ouvertures de dégazage.
Mode d’emploi

Groeneveld XU 0102
Panne
L’indicateur de pression de
graisse indique une panne
(une fenÍtre rouge reste visi-
ble).
Tous les points de graissage
sont secs et l’indicateur de
pression de graisse n’indique
pas de panne (la fenêtre verte
reste visible).
Tous les points de graissage
sont trop gras.
Un ou plusieurs points de
graissage sont secs, alors que
les autres sont suffisamment
graissés.
Le point de graissage reçoit
une dose de graisse trop
importante.
Cause
1. La cartouche est vide.
2. Fuite interne d’un doseur.
3. Défaut de l’indicateur de
pression de graisse.
4. Air dans le système.
5. Défaut de pompe.
1 Le compteur de freinage
n’est pas bien réglé( le
nombre de freinages réglé
est trop élevé).
2 La graisse utilisée ne con-
vient pas dans les condi-
tions oùle système est uti-
lisé(température de fonc-
tionnement trop basse).
3 Pas d’arrivée d’air comp-
rimédans la pompe à
partir du réservoir d’air.
4 La pompe ne reçoit pas de
signaux par la conduite
d’air de commande.
Le compteur de freinage
n’est pas bien réglé(nombre
de freinages réglétrop bas).
1 Rupture de la conduite de
graissage.
2 Le doseur installéa un
débit de graisse trop bas.
3 Le doseur ne fonctionne
pas.
1 Le doseur installéa un
débit de graisse trop élevé.
2 Le doseur a une fuite
interne.
Intervention
1 Remplacer la cartouche
vide par une pleine.
2 Contrôler si aucun point
de graissage ne reçoit de
la graisse en excès.
3. Le réparer ou le remplacer.
4. Dégazer la pompe.
5. La réparer ou la remplacer.
1 Bien régler le compteur de
freinage (voir la notice du
système).
2 Remplacer la cartouche de
graisse par une contenant la
sorte de graisse correcte.
3 Contrôler la pression d’air
comprimédans le réservoir
d’air. Contrôler le fonction-
nement et le réglage du
limiteur de débit. Contrôler
la conduite entre le limiteur
de débit et la pompe.
4 Contrôler la conduite entre
la pompe et la soupape de
frein rapide. ContrIôler si la
Ètranglement dans le rac-
cord vers la soupape de
frein rapide est sale.
Régler correctement le comp-
teur de freinage (voir manuel
du système).
1. La réparer ou remplacer.
2. Remplacer le doseur par
un au débit de graisse plus
élevé.
3 Remplacer le doseur par
un au même débit.
1 Remplacer le doseur par
un au débit de graisse plus
bas.
2 Remplacer le doseur par
un au même débit.
DEPISTAGE DES PANNES
Mode d’emploi

Groeneveld XU 0102
Sistema di lubrificazione automatica
Questo veicolo éequipaggiato con CompAlube, il sistema di lubrificazione
automatico prodotto dalla Groeneveld: un sistema di lubrificazione appositamente
studiato per automezzi con un numero limitato di punti di ingrassaggio ed in grado
di servire fino a 12 punti di ingrassaggio (19 nella versione ottimizzata). Il sistema
funziona in modo completamente automatico e consente un dosaggio accurato del
lubrificante ad una cadenza regolare.
Il sistema si compone dei seguenti dispositivi:
Un’unitàdi pompaggio che integra:
•una pompa del grasso a comando pneumatico (pompa a stantuffo):
•un contenitore del grasso (cartuccia grasso)
•un’unitàdi controllo (contatore di frenate a comando pneumatico)
•diversi dosatori
•un indicatore di pressione del grasso
•tubi del grasso per il collegamento ai vari punti di ingrassaggio
•tubi dell’aria compressa collegati alla pompa
Funzionamento del sistema
L’aria compressa necessaria al funzionamento della pompa viene fornita dal
serbatoio dell’aria di cui dispone il veicolo. Tramite un collegamento al condotto di
comando dell’aria dell’automezzo il contatore di frenate èin grado di registrare il
numero delle volte in cui il sistema di frenatura del veicolo viene attivato. Al
raggiungimento del numero di frenate previsto, il contatore di frenate attiva la
pompa a stantuffo ed il sistema avvia il ciclo di ingrassaggio. La pressione esercita-
ta dalla pompa sul grasso ècalibrata: ciòsignifica che il grasso, che tramite i tubi
del sistema raggiunge i dosatori e viene somministrato ai punti di ingrassaggio,
èsempre dosato con la massima precisione. In questo ambito si tenga presente che
la dose di grasso somministrata con ogni ciclo dipende dal tipo (dalla portata) dei
dosatori utilizzati. La conseguenza applicativa di questo principio èl’adeguamento
perfetto della quantitàdi grasso richiesta al fabbisogno di ogni singolo punto
d’ingrassaggio. Il ciclo di lubrificazione viene concluso non appena il contatore di
frenate ha registrato un numero successivo (ma inferiore rispetto a quello prece-
dente) di impulsi di frenate. Il contatore di frenate ferma la pompa a stantuffo.
Indicatore di pressione del grasso
Il sensore di pressione fornisce un’indicazione sul funzionamento del sistema di
ingrassaggio durante l’ultimo ciclo di lubrificazione effettuato. Se durante l’ultimo
ciclo la pressione richiesta per una lubrificazione ottimale non èstata raggiunta,
sull’indicatore saràvisibile una casella rossa. La stessa casella saràinvece verde se
èstata sviluppata sufficiente pressione.
Procedura per il test di funzionamento
Per testare il buon funzionamento del sistema, CompAlube vi offre la possibilitàdi
effettuare un singolo ciclo di prova avvalendovi della vite di test predisposta sul
fianco destro della pompa:
1Inserire un cacciavite nell’impronta della vite di test.
2Esercitare pressione con il cacciavite sulla vite e girare lentamente la vite in senso
antiorario fino ad attivare un ciclo di lubrificazione (a questo punto il fruscio
dell’aria che affluisce dal serbatoio alla pompa èchiaramente udibile).
Istruzioni per l’uso

Groeneveld XU 0102
3Il manometro del grasso evidenzieràprima la casella rossa, successivamente
quella verde. In questa fase il grasso viene pompato tramite i dosatori ai punti
d’ingrassaggio collegati.
E’inoltre possibile usare la vite di test per effettuare rapidamente una serie di
cicli di lubrificazione in successione.
4Dopo circa 15 secondi dall’inizio del ciclo di prova riprendere a girare lentamen-
te la vite (sempre in senso antiorario), fino all’arresto del ciclo di lubrificazione
(in quel momento si avràla fuoriuscita dell’aria dalla pompa).
5Attendere quindi circa 15 secondi prima di procedere all’avvio del ciclo successivo.
Sostituzione della cartuccia di grasso
L’unitàdi pompaggio del sistema CompAlube utilizza cartucce di grasso che
offrono il vantaggio di una sostituzione rapida e priva di difficoltà.
1Prima di rimuovere la calotta protettiva pulire la pompa e le aree circostanti. Ciò
serviràa prevenire che durante la sostituzione della cartuccia dello sporco possa
penetrare nel sistema.
2La calotta protettiva trasparente ha una chiusura a baionetta. Ruotare la calotta
in senso antiorario e staccarla quindi dal gruppo pompa.
3 Per rimuovere la cartuccia vuota girarla (in senso antiorario) ed estrarla dalla sua
sede.
Attenzione: da una cartuccia non completamente vuota potrebbe fuoriuscire del
grasso residuo. Prevenire ogni rischio d ‘inquinamento dovuto alla dispersione
del grasso nell’ambiente. Staccare la guarnizione di gomma ed il disco di cartone
e sostituiteli con quelli nuovi forniti a corredo della cartuccia.
4Utilizzare una nuova cartuccia contenente il tipo di grasso richiesto, svitarne il
coperchio ma non rimuovere il foglio di sigillatura. La cartuccia va montata
utilizzando un solo anello di tenuta!
5Sistemare la cartuccia sulla pompa e ruotarla per fissarla nella posizione adatta
(procedere in senso orario). Il foglio di sigillatura viene lacerato automatica-
mente nel momento in cui si avvita la cartuccia sulla pompa.
6Pulire la calotta protettiva, posizionarla sulla pompa e ruotarla in senso orario
per chiudere.
Spurgo del sistema
Se la cartuccia sostituita si era svuotata completamente, potrebbe essere necessario
eliminare l’aria penetrata nella pompa:
1Mentre il sistema sta compiendo un ciclo di lubrificazione: premere sulla vite di
test sul fianco destro della pompa e ruotarla lentamente in senso antiorario fino
a fermare il ciclo di lubrificazione (a questo punto si ha la fuoriuscita dell’aria).
2Aprire la valvola (vite) di sfiato. La vite si trova a sinistra sul gruppo pompa.
3Ripremere la vite di test e girarla in senso antiorario fino all’avvio del ciclo di
lubrificazione (fino a quando si sente il fruscio dell’aria che affluisce alla pompa).
4Chiudere la valvola di sfiato.
5Ripetere questa procedura (passi 1 - 4) fino a quando fuoriesce solo grasso privo
di aria dall’ugello di sfiato.
Istruzioni per l’uso

Groeneveld XU 0102
Guasto
Manometro della pressione
grasso indica un difetto (la
casella rossa rimane attiva).
Tutti i punti d’ingrassaggio
sono eccessivamente secchi e
il sensore di pressione del
grasso non indica un difetto
(viene evidenziata la casella
verde)
Tutti i punti d’ingrassaggio
risultano lubrificati eccessiva-
mente
Uno o piùpunti d’ingrassag-
gio sono secchi mentre gli
altri punti sono lubrificati
normalmente
Ad uno dei punti di lubrifica-
zione viene somministrata
una dose eccessiva di lubrifi-
cante
Causa
1 Cartuccia vuota.
2 Perdita interna in un
dosatore.
3 Indicatore di pressione
difettoso.
4 Aria nel sistema.
5 Pompa difettosa.
1 Contatore di frenata rego-
lato male (il numero delle
frenate impostate èecces-
sivo).
2 Il grasso utilizzato non è
adatto alle condizioni di
esercizio in cui il sistema
opera (temperatura
d’esercizio troppo bassa).
3 La pompa non riceve aria
compressa dal serbatoio
dell’automezzo.
4 La pompa non riceve alcun
segnale dal condotto
dell’aria di comando.
Contatore di frenate regola-
to male (il numero delle fre-
nate impostate èinsufficien-
te).
1 Lesione nei tubi del grasso
2 Il dosatore montato non
ha capacitàsufficiente.
3 Il dosatore non funziona
1 Il dosatore montato ha
una capacitàsuperiore a
quella richiesta.
2 Perdita interna nel dosa-
tore
Rimedio
1 Sostituire la cartuccia
vuota con una piena.
2 Controllare se un punto
d’ingrassaggio riceve una
dose eccessiva di lubrifi-
cante.
3 Riparare o sostituire lo
stesso.
4 Spurgare la pompa.
5 Riparare o sostituire la
stessa.
1 Regolare in modo approp-
riato il contatore di frena-
te (vedi le istruzioni uso
del sistema).
2 Sostituire la cartuccia con
una del tipo giusto di
grasso.
3 Controllare la pressione
d’aria nel serbatoio.
Controllare lo stato ed il
funzionamento della val-
vola di sicurezza. Control-
lare la tubazione tra la
valvola di sicurezza e la
pompa.
4 Controllare la tubazione
tra la pompa ed il distribu-
tore dei freni. Verificare
che il raccordo riduttore
sul distributore dei freni
non sia intasato.
Regolare in modo appropria-
to il contatore di frenate
(vedi le istruzioni uso del sis-
tema).
1 Riparare o sostituire lo
stesso.
2 Sostituire il dosatore con
uno di capacitàsuperiore.
3 Sostituire il dosatore con
uno di capacitàuguale.
1 Sostituire il dosatore con
uno di capacitàinferiore.
2 Sostituire il dosatore con
uno di capacitàuguale.
Tabella ricerca guasti
Istruzioni per l’uso

Groeneveld XU 0102
Sistema de engrase automático
Este vehículo estáequipado con el sistema de engrase automático CompAlube de
Groeneveld. Este sistema de engrase desarrollado especialmente para vehículos con
un limitado número de puntos de engrase, suministra de forma automática y regu-
lar la cantidad correcta de grasa a un máximo de 12 puntos (versiones especiales
máximo 19).
El sistema se compone de:
una unidad de bomba compuesta de:
•bomba neumática de engrase (bomba de pistón)
•depósito de grasa (cartucho de grasa)
•unidad de control (contador de frenadas neumático)
•varios dosificadores
•indicador de la presión de la grasa
•conductos de engrase hacia los diferentes puntos
•conductos de aire comprimido hacia la bomba
Functionamento del sistema
El aire comprimido que acciona la bomba de pistón procede del calderín del
vehículo. El contador de frenadas cuenta - mediante una conexión con el conducto
de aire del freno del vehículo - el número de veces que el sistema de frenos del
vehículo es accionado. Tras haber contado un determinado número de frenadas, el
contador de frenadas acciona la bomba de pistón y el sistema comienza el ciclo de
engrase. La presión de la grasa, creada por la bomba, hace que los dosificadores - a
través de las tuberías de engrase - dejen pasar la cantidad exacta de grasa a los
puntos de engrase. La cantidad de grasa suministrada a un punto de engrase dur-
ante cada ciclo depende del tipo de dosificador instalado, de manera que la dosifi-
cación estáajustada a la demanda de grasa de cada punto por separado. El ciclo de
engrase finaliza cuando el contador de frenadas ha contado una segunda cantidad
(inferior) de frenadas. El contador de frenadas pararáentonces la bomba de pistón.
Indicator de la presion de la grasa
El indicador de la presión de la grasa muestra si el sistema de engrase ha funciona-
do correctamente durante el último ciclo. Si durante este ciclo no se ha alcanzado
la presión requerida, en el indicador apareceráuna casilla en rojo y si es que se ha
alcanzado la presión requerida, se pondráde color verde.
Procedimiento de prueba
Para ensayar el sistema, se puede efectuar una prueba de ciclo singular mediante el
tornillo de prueba situado a la derecha de la bomba:
1 Inserte un destornillador adecuado en la ranura del tornillo de prueba.
2 Presione el tornillo de prueba y gírelo lentamente en el sentido contrario a las
agujas del reloj hasta que se inicie un ciclo de engrase (en ese momento fluirá
aire del calderín hacia la bomba, lo que se puede oír bien claro).
3 En el indicador de la presión de la grasa primero quedarávisible la casilla roja y
acto seguido se pondráverde en señal de que grasa ha sido bombeada a los
puntos de engrase a través de los dosificadores
Con el tornillo de prueba es posible realizar varias veces seguidas ciclos de engrase:
Manual instrucciones de uso

Groeneveld XU 0102
4 Espere unos 15 segundos después de haber iniciado un ciclo de engrase y gire el
tornillo de prueba lentamente más en el sentido contrario a las agujas del reloj
hasta que el ciclo de engrase termine (escaparáaire comprimido de la bomba).
5 Espere otros 15 segundos e inicie de nuevo un ciclo de engrase.
Cambio del cartucho de grasa
La unidad de bomba CompAlube estáprovista de un cartucho de grasa que se
reemplaza fácil y rápidamente:
1 Antes de retirar la cubierta, limpie la bomba y su contorno para evitar que
durante la operación de cambio del cartucho entre suciedad en la misma.
2 La cubierta transparente tiene un cierre de bayoneta. Gire la cubierta en el
sentido contrario a las agujas del reloj y s·quela de la unidad de bomba.
3 Afloje el cartucho vacÌo (sentido contrario a las agujas del reloj) y extráigalo de
la unidad.
Atención: Puede salir grasa del cartucho si no est·vacÌo del todo. Evite derramar
grasa con miras a la contaminación del medio ambiente.
Retire la arandela de caucho y el disco de cartón. Ambos se incluyen con el nuevo
cartucho.
4 Tome un nuevo cartucho con el tipo de grasa apropiado, desenrosque el tapón,
pero no quite el aluminio que tapa la abertura del cartucho. Monte el cartucho
con una sola arandela.
5 Coloque el cartucho en la bomba, apriételo firmemente (en el sentido de las agu-
jas del reloj). El aluminio se abriráautomáticamente al enroscar el cartucho en la
bomba.
6 Limpie la cubierta, colóquela en la bomba y apriétela (en el sentido de las agujas
del reloj).
Purga de aire
Si el cartucho se ha vaciado del todo, puede que sea necesario purgar la bomba:
1 Si el sistema est·engrasando: Presione el tornillo de prueba del lado derecho de
la bomba, y gírelo lentamente en el sentido contrario a las agujas del reloj hasta
que el ciclo de engrase haya finalizado (en ese momento escaparáaire comprim-
ido).
2 Abra el tornillo de purga situado en el lado izquierdo de la bomba.
3 Presione de nuevo el tornillo de prueba y gírelo lentamente en el sentido
contrario a las agujas del reloj hasta que se inicie un ciclo de engrase (hasta que
comience a fluir aire a la bomba).
4 Cierre el tornillo de purga.
5 Repita esta operación (pasos 1 a 4) hasta comprobar que por el orificio de purga,
la grasa sale sin aire.
Manual instrucciones de uso

Groeneveld XU 0102
Fallo
Indicador de la presión de la
grasa indica un fallo (casilla
roja permanece visible).
Todos los puntos de engrase
están secos y el indicador de
la presión de la grasa no indi-
ca un fallo (casilla verde per-
manece visible).
Todos los puntos de engrase
reciben demasiada cantidad
de grasa.
Uno o varios puntos de en-
grase están secos mientras
que otros síreciben suficien-
te grasa.
Punto de engrase recibe una
dosis excesiva de grasa.
Causa
1 Cartucho est·vacÌo.
2 Fuga interna en un dosifi-
cador.
3 Indicador de la presión
defectuoso.
4 Aire en el sistema.
5 Bomba defectuosa.
1 Contador de frenadas no
correctamente ajustado
(número de frenadas de-
masiado elevado).
2 La grasa usada no es apta
para las condiciones ope-
rativas actuales (tempera-
tura muy baja).
3 La bomba no recibe aire
comprimido desde el cal-
derín.
4. La bomba no recibe seña-
les a través del conducto
de aire de comando.
Contador de frenadas no cor-
rectamente ajustado (núme-
ro de frenadas demasiado
reducido).
1 Fuga en la tubería de
engrase.
2 Dosificador instalado
suministra poca grasa.
3 Dosificador no funciona.
1 Dosificador instalado su-
ministra demasiada canti-
dad de grasa.
2 Fuga en el interior del
dosificador.
Solución
1 Cambiar el cartucho por
uno lleno.
2 Comprobar si un punto de
engrase recibe una dosis
excesiva de grasa. Reem-
plazar el dosificador de
dicho punto.
3 Reparar o cambiarlo.
4 Purgar la bomba.
5 Reparar o cambiarla.
1 Ajustar el contador de fre-
nadas correctamente (ver
manual del sistema).
2 Reemplazar el cartucho
por uno que contenga el
tipo de grasa adecuado.
3 Comprobar la presión del
aire en el calderín. Com-
probar el funcionamiento
y ajuste de la válvula de
seguridad. Comprobar el
conducto entre la válvula
de seguridad y la bomba.
4 Comprobar el conducto
entre la bomba y la válvula
de relevador. Controlar si
la restricción, en el acopla-
miento a la válvula de rele-
vador, estásucia.
Ajustar el contador de fre-
nadas correctamente (ver
manual del sistema).
1 Reparar o reemplazarla.
2 Cambiar el dosificador por
uno con mayor rendi-
miento.
3 Cambiar el dosificador por
uno con el mismo rendi-
miento.
1 Cambiar el dosificador por
uno con menor rendi-
miento.
2 Cambiar el dosificador por
uno con el mismo rendi-
miento.
LOCALIZACION DE FALLOS
Manual instrucciones de uso

Groeneveld Transport Efficiency B.V., Stephensonweg 12, 4207 HB Gorinchem, P.O. Box 777, 4200 AT Gorinchem,
The Netherlands, Ph : [phone], F : [phone], http://www.groeneveld-group.com
www.groeneveld-group.com