3
NL
• Gebruik aljd het veiligheidssysteem.
• Gebruik aljd de 5 punt veiligheidsgordels om te voorkomen dat het kind
uit de buggy valt of glijdt en zich ernsg bezeerd.
• Gebruik aljd het tussenbeenstuk in combinae met de heupgordels.
• De buggy is ontworpen voor 1 kind alleen. Vervoer nooit meer dan 1 kind in
de buggy, hiervan kan de buggy instabiel worden.
• U dient extra voorzichg te zijn wanneer u met de buggy een stoep op of
afgaat, dit moet u achterwaarts doen.
• Zet de wagen niet dicht bij een open vuur, barbecue, kachel of andere
warmtebron.
• Voorkom dat warme vloeistoen, elektriciteitssnoeren en andere mogelijke
gevaren binnen het bereik van een kind kunnen komen.
• Gebruik de buggy niet als er onderdelen defect zijn of ontbreken.
• Controleer vóór gebruik of alle vergrendelmechanismen goed zijn
vastgemaakt.
• Voordat u de stand van de buggy gaat wijzigen, dient u ervoor te zorgen dat
een kind niet tussen bewegende onderdelen bekneld kan raken.
• Zorg ervoor dat het kind buiten bereik van dit product is als u deze in- of
uitklapt om letsel te voorkomen.
• Gebruik de buggy niet op trappen of roltrappen. De buggy dient dan eerst
te worden opgevouwen en vervolgens te worden gedragen.
• Zet de buggy aljd op de rem wanneer u deze parkeert.
• Zet de buggy aljd op de rem wanneer u sl staat.
• Laat een kind niet met dit product spelen.
• Laat het kind niet staan in de buggy of op de voetenplank.
• Vervoer nooit meer dan 1 kind in de buggy, hiervan kan de buggy instabiel
worden.
• Zorg dat de buggy op de rem staat wanneer u een kind in de buggy plaatst
of uit de buggy haalt.
• Leg geen spullen op de zonnekap, daar kan de buggy onstabiel van worden.
• Gebruik geen andere accessoires of onderdelen dan die in de
gebruiksaanwijzing worden aanbevolen.
• Gebruik geen accessoires die niet zijn goedgekeurd door de fabrikant.
• Alleen onderdelen vervaardigd of aanbevolen door fabrikant/distributeur
mogen worden gebruikt.
• Zet de buggy niet in de buurt van trappen of afstapjes.