Xenteq HDC Series User manual

EN
Gebruiks aanwijzing
Pagina
2
Users manu al
Page 16
Gebrau c hs anweisu ng
Seite 30
HDC-
series
S o f t wa r e V 2 2 . 0 1
DC- D C C H A R G E R
C O N V E R T E R
NL
EN
DE
Available models :
HDC 1212-40

2
NL
INTRODUCTIE
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig, alvorens u het apparaat gaat
gebruiken. Installatie dient door een gekwalificeerd persoon te gebeuren. Op
de laatste bladzijde vindt u de technische specificaties.
De omvormer uit de HDC serie zijn speciaal ontwikkeld voor het laden van een
tweede accu vanuit een DC spanning. De laadomvormer wordt tussen de
startaccu en de tweede accessoire accu gemonteerd en zorgt ervoor dat de
fluctuerende, vanuit de dynamo, aangeboden ingangsspanning omgezet wordt
in een stabiel laadproces.
Doordat de laadomvormer werkt met een D+ signaal, zal de tweede accu alleen
geladen worden op het moment dat de motor draait en dus de dynamo
aanwezig is als stroombron.
Als extra eigenschap is de HDC omvormer tevens voorzien van een interne
MPPT laadregelaar voor het aansluiten van een zonnepaneel (max
45Vdc/600Watt). Via deze tweede ‘solar’ingang wordt zo de accessoire accu
tevens opgeladen op het moment dat de motor niet draait. De HDC omvormer
is dus een hybride laadsysteem!
Alle relevante informatie rondom het laadproces is af te lezen in het uitgebreide
display.
Er zijn vele accusoorten en merken welke elk andere laadspecificaties hebben.
Om deze reden is de laadspanning (uitgangspanning) van de HDC omvormer
instelbaar. Tevens kan de laadstroom aangepast worden. Zo is de omvormer
geheel af te stemmen op de betreffende accu.
Ook verdere waardes zoals de onderspanningsbeveiliging (accubewa-king) en
herstartspanning zijn te personaliseren.
Belangrijk
De HDC omvormer is alleen geschikt voor het aansluiten van een accu op
de uitgang. Dus functie als laadomvormer en/of laadregelaar. Er kan geen
verbruiker rechtstreeks aangesloten worden op de uitgang. De omvormer
is niet geschikt als spanningsomvormer.

3
NL
EIGENSCHAPPEN
EN
BEVEILIGINGEN
Ompoling
Zowel ingang ‘Battery DC input’ als ‘Solar input’ zijn ompoolbeveiligd. Als één
van de ingangen verkeerdom is aangesloten, dan functioneert deze ingang niet.
Als de uitgang wordt omgepoold, dan zal de interne zekering door branden. De
omvormer zal in dat geval retour moeten naar de fabrikant voor herstel. De
bijbehorende kosten vallen niet onder de garantie.
Kortsluiting op de uitgang
Indien er een kortsluiting aanwezig is op de uitgang zal de omvormer zichzelf
uitschakelen. Na het wegvallen van de kortsluiting start de omvormer
automatisch weer op.
Laadstroombegrenzing
De omvormers zijn uitgerust met een laadstroombegrenzing. Ondanks dat de
dynamo dus hogere stroom kan leveren en de accu wellicht een hogere stroom
vraagt als deze ontladen is, zal de omvormer niet meer als zijn ingestelde
vermogen leveren.
De gewenste laadstroom is aan te passen via het instellingenmenu.
Deze is met stappen van 5Amp. instelbaar tussen 10~40Amp.
Af fabriek staat deze ingesteld op 40Amp.
Onderspanning (accubewaking)
Verbruikt de laadomvormer meer stroom uit de eerste accu dan dat de dynamo
levert, dan zal de startaccu alsnog ontladen kunnen worden. Mocht de eerste
accu in spanning dalen, dan zal bij de ingestelde onderspanning het laadproces
worden gestopt. Op deze manier is tevens een accubewakingsfunctie
ingebouwd ter bescherming van de start accu. Als de laadomvormer uit is
gevallen op basis van onderspanning dan zal dit weergegeven worden met een
foutcode (E1)
Het afschakelniveau voor onderspanning is eventueel aan te passen via het
instellingenmenu. Instelbaar tussen 11,5Vdc ~12,5Vdc.
Af fabriek staat de onderspanning ingesteld op 11,7 Volt.
Is de ingangsspanning weer gestegen tot de herstartspanning, dan zal het
laadproces automatisch weer worden gestart.
De herstartspanning is eventueel aan te passen via het instellingen-
menu.
Instelbaar tussen 12,5Vdc~13,5Vdc.
Af fabriek staat de herstartspanning op 12,8 Volt.

4
NL
Overspanning
Mocht tijdens het opladen van de tweede accu, de ingangsspanning op de
‘battery (DC) input’ of de ‘solar input’ te hoog oplopen, dan zal de omvormer
ingrijpen en het laadproces stoppen. De over-spanningswaarde ligt vast bij
Battery DC input op 15,8Vdc. Bij Solar input is dit vast 45Vdc.
Als de omvormer is uitgevallen op basis van overspanning, dan zal dit
weergegeven worden met een foutcode (E2 ofwel E4)
Is de ingangsspanning weer gedaald tot de resetspanning (15Vdc/44Vdc), dan
zal het laadproces automatisch weer worden gestart.
Ventilator
De HDC omvormers beschikken over een ventilator. Deze is temperatuur- en
vermogen gestuurd.
Temperatuurbeveiliging
Als ventilator niet voor voldoende koeling kan zorgen, dan zal de laadstroom
gereduceerd worden. Mocht de interne temperatuur van de omvormer toch
te hoog oplopen, dan zal de omvormer zichzelf uitschakelen. De omvormer zal
weer automatisch opstarten als deze voldoende is afgekoeld.
Als de omvormer is uitgevallen op basis van interne temperatuur, dan zal dit
weergegeven worden met een foutcode (E5).
INSTALLATIE
Montage
De omvormer dient op een plaats gemonteerd te worden waarbij rekening
gehouden dient te worden met de volgende aandachtspunten:
-
Plaats de omvormer op een vlakke, stabiele ondergrond
-
Laat aan alle zijdes om de omvormer voldoende ruimte open
(min. 5cm) voor luchtcirculatie. Zorg tevens voor ventilatieopeningen.
-
Monteer de omvormer op een droge plaats waar vocht, vuil of agressieve
dampen geen kans maken. Let er tevens op dat deze
niet aangezogen kunnen worden door de ventilator.
-
In een ruimte met een hoge luchtvochtigheid is de kans op
condensvorming in het apparaat groot. Dit kan vochtschade
veroorzaken.
-
De optimale temperatuur ligt tussen de 15ºC en 25ºC.
-
Houdt de omvormer buiten bereik van kinderen.

5
NL
-
Een werkende omvormer geeft spanningen af.
-
Gebruik de omvormer niet op plaatsen waar gassen vrij komen of
vlambare materialen liggen opgeslagen.
-
De behuizing wordt warm tijdens belasting van de omvormer.
-
De omvormer is niet geschikt voor buitenshuis gebruik.
Kabeldikte
De benodigde kabeldikte wordt bepaald door de lengte van de kabel en de
stroom (Amp) die er doorheen vloeit. Houd voor het berekenen van zowel de
ingang- als uitgangkabel de volgende formule aan:
Stroom (Amp) x afstand in meters x 0,2 = kabeldikte in mmq
Voorbeeld berekening:
de afstand tussen de startaccu en de HDC 1212-40 is 1,5 meter.
40 (Amp) x 1,5 x 0,2 = 12 mmq
Mocht de maximale laadstroom via de instellingen aangepast worden, dan kan
deze waarde in de berekening genomen worden.
Voor de kabeldikte voor de ‘ignition’ (D+) en massa kan minimaal 1,5mmq
aangehouden worden.
Zekering
Om het systeem extern te beschermen is het advies om zowel in de +
ingangskabels als in de + uitgangskabel een zekering te monteren. Houd
60Amp. voor deze zekeringen aan.
Aansluiting
Belangrijk
▪
Sluit altijd de D+ (ignition) van de omvormer aan!
▪
Anders kan de laadomvormer (battery input) niet werken.
▪
Leg de kabels zo aan dat er geen kans is op beschadiging of
▪
verpletting.
▪
Indien er in het voertuig een EBL geplaatst is, zoals bij een camper
meestal het geval is, raadpleeg alinea ‘HDC omvormer i.c.m. EBL’.

6
NL
Voor de verbindingen in de omvormer: Strip de aansluitkabels +/- 1,5 cm af.
De kabel kan vervolgens in de betreffende opening vastgeschroefd worden.
Werkvolgorde:
1.
+ en –kabel monteren op ‘battery output’ en sluit deze aan op de
tweede, accessoire accu
2.
+ en –kabel monteren op ‘battery input’ en sluit deze aan op de
start accu.
3.
+ en –kabel monteren op ‘solar input’ sluit deze aan op het
zonnepaneel (indien aanwezig)
4.
Verbinding maken tussen aansluiting en massa voertuig.
5.
D+ verbinding maken tussen dynamo en HDC omvormer
Veelal hebben dynamo’s geen D+ meer. Maak in dat geval gebruik van het
contactslot.
-
Controleer na montage of alle kabels op de juiste polen aangesloten zijn.
Ompoling kan de omvormer beschadigen.
-
Mocht men in het uitzonderlijke geval toch willen dat de laadomvormer altijd
aan staat, dan kunt u de ‘ignition’ aansluiting doorverbinden met de + battery
input ofwel met de + van de start accu.
-
Voor demontage, houd de omgekeerde werkvolgorde aan.

7
NL
Na aansluiting treedt de omvormer automatisch in werking mits er aan de
inschakelwaardes voldaan wordt.
Belangrijk
Koppel de omvormer geheel los als deze langere tijd niet gebruikt wordt.
HDC laadomvormer i.c.m. EBL
Campers zijn meestal voorzien van een Electroblok (EBL) welke de complete
energie voorziening aanstuurt. Dit is daarom van grote invloed op de plaatsing
van de HDC omvormer. Twee mogelijkheden:
1.
HDC parallel aan EBL (voorkeur!)
Belangrijk: maak het D+ aangestuurde scheidingsrelais van de EBL onklaar!
2.
HDC parallel aan de EBL i.c.m. extern relais
Plaats een relais met wisselcontact op de ingang van EBL en HDC omvormer.
Stem het relais af op de maximale stroom.
2de
accu
Start
accu
EBL
HDC
2de
accu
Start
accu
EBL
-+
+ -
D+
HDC
-+
+ -

8
NL
INSTELLINGEN
Via het instellingenmenu zijn de fabrieksinstellingen eventueel aan te passen.
Lees eerst onderstaande informatie goed door voordat de laadomvormer in
de instelmodus gezet wordt.
Het instellen bestaat uit 4 onderdelen:
1: het bepalen van de onderspanning (accubewaking battery DC input)
2: het bepalen van de herstartspanning (na onderspanning DC input)
3: het bepalen van de laadstroom
4: het bepalen van het laadprofiel
Laadprofielen
De laadomvormer bevat 5 laadprofielen:
AGM/WET/GEL/LI/Custom program.
De bijbehorende laadspanningen zijn terug te vinden in de technische
specificaties in de bijlage achter in deze gebruiksaanwijzing.
In de laadprofielen ‘LI’ (lithium) of ‘Custom program’ kan de hoofd-laadspanning
en de druppellaadspanning gepersonaliseerd worden.
Bij het laden van een lithium/LiFePO4 accu dient altijd voor de setting ‘LI’
gekozen te worden. Deze setting mag niet voor een loodaccu gebruikt worden.
De setting ‘Custom program’ is daarentegen alleen geschikt voor loodaccu’s.
Af fabriek staat de omvormer ingesteld op ‘WET’.
Belangrijk
De standaard laadprofielen zijn alleen een richtlijn. Kies aan de hand van de
laadinstructies van de betreffende accu het best passende laadprofiel of
laadinstelling. Stel de laadspanning nooit in naar eigen inzicht.
Het instellen van de laadomvormer
Om de instelmodus te kunnen activeren, moet de ‘battery DC input’
aangesloten zijn.
Houd de ‘Mode’ button voor 5 seconden ingedrukt.
Er verschijnt het icoontje in het display en in de omvormer start in de
eerste stap van het instellingenmenu.

9
NL
Pas de betreffende waarde steeds aan d.m.v de en toetsen.
Als de gewenste setting is bereikt, druk op ‘
Mode
’.
Alleen dan zal de ingestelde waarde in het geheugen blijven staan!
Druk op ‘
next
’ om naar de volgende stap te gaan.
Indien er (tussentijds) voor 20 sec. geen toets meer gebruikt is, dan zal de
laadomvormer uit de instelmodus keren.
(01)
Instellen van de onderspanningsbewaking
(11,5Vdc~12,5Vdc)
(02)
Herstartspanning instellen
(12,5Vdc~13,5Vdc)
(03) Gewenste laadstroom
(10~40Amp)
(04) Laadprofiel instellen
(AGM/WET/GEL/LI/Custom program)

10
NL
Alleen bij profielkeuze ‘LI’ en ‘custom program’:
(05) Hoofdlaadspanning instellen
(06) Druppellaadspanning instellen
Terugzetten naar fabrieksinstelling
Houdt de en toetsen tegelijktijdig voor 5 seconden ingedrukt. Het display
zal 3x kort knipperen. De omvormer staat nu terug in de fabrieksinstelling.
WERKING
Laden via ‘battery DC input’
Op het moment dat er spanning (10~15Vdc) staat op de D+ verbinding, zal de
laadomvormer in werking treden. Dit zal dus zijn als de motor draait ofwel het
sleutelcontact in de ‘on’ positie is. Als de D+ aanwezig is, zal in het display
‘priority’ verschijnen.
Onder in het display verschijnt een verbinding tussen het dynamosymbool en
accu als indicatie dat het laadproces gaande is. De bijbehorende waardes zijn
tevens af te lezen. Zie hoofdstuk ‘display’.
Het laden via de ‘battery input’ heeft altijd voorrang op het laden via de ‘solar
input’.
Op het moment dat de motor loopt zal de tweede accu dus altijd via de
dynamo geladen worden. Staat de motor uit dan zal de lading automatisch
overschakelen naar de ‘solar input’ (indien aangesloten).

11
NL
Laden via Solar
Alleen van toepassing indien er een zonnepaneel (max 600Watt) aangesloten
is op de ‘solar input’.
Als de laadomvormer uitgeschakeld is omdat de D+ (ignition) afwezig is, dan
zal de accu via de interne solar laadregelaar bijgeladen worden. De maximale
laadstroom via solar is gelijk aan de ingestelde laadstroom (max. 40Amp).
Onder in het display verschijnt een verbinding tussen het solarsymbool en accu
als indicatie dat het laadproces gaande is. De bijbehorende waardes zijn tevens
af te lezen. Zie hoofdstuk ‘display’.
Laadproces
Het laadproces bestaat uit 3 fases: hoofdlading (bulk), nalading (absorption) en
druppellading (float). In de hoofdlading levert de omvormer zijn maximale
(beschikbare) laadstroom. De accu zal voller worden en de uitgangsspanning
zal oplopen tot de ingestelde laadspanning bereikt is. Hierna schakelt de
omvormer over naar nalading. De ingestelde laadspanning blijft constant en de
laadstroom zal terug lopen naar mate de accu vol wordt. Als de minimale
stroomgrens is bereikt, zal de omvormer omschakelen naar druppellading. De
accu is vol en wordt onderhouden met de ingestelde druppellaadspanning. De
laadfase waarin de omvormer zich in bevindt, is af te lezen in het display. Zie
hoofdstuk ‘display’. Bij wisseling tussen laadomvormer en solar zal een nieuw
laadproces worden gestart.
Laden van LiFePO4 accu’s
Voorkom dat de LiFePO4 accu uitvalt door ingrijpen van de BMS. Plaats
hiervoor eventueel een accubewaker (SBP-serie). Als de LiFePO4 accu is
uitgevallen, dan zal eerst de BMS weer geactiveerd moeten worden.
DISPLAY
Op het display wordt alle relevante informatie met betrekking tot het laadproces
weergegeven. Door kort te drukken op de ‘Mode’button gaat de achtergrond
verlichting van het display kortstondig (1min) aan.
De weergave op het display kan doorlopen worden met de en toetsen.
Zo kunnen de verschillende laadwaardes opgeroepen worden.
Laatst opgeroepen info blijft getoond staan.

12
NL
Voorbeeld illustratie display
1= Getoonde info betreffende laadomvormer (DC) ofwel solar (PV)
2= Ingangsspanningsniveau
3= Weergave eventuele foutcode
4= Weergave uitgangwaarde:
Laadfase / Laadstroom / Laadspanning
5= D+ aanwezig
6= Betreffende ingang aangesloten
7= Laadproces in gang
8= Accu op uitgang aangesloten
3
5
6
7
8
1
2
4

13
NL
PROBLEEMOPLOSSER
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Error
E1
Ingangsspanning op
‘battery DC input’ te laag.
Laadproces gestopt.
Als de ingangsspanning
weer voldoende is
gestegen (eerste accu
weer opgeladen), dan zal
het laadproces
automatisch worden
gestart.
Error
E2
Ingangsspanning op
‘battery DC input’ te hoog.
Laadproces gestopt.
De dynamo geeft een te
hoge spanning af. Het
laadproces wordt auto-
matisch weer gestart als
de spanning voldoende
gezakt is. Laat eventueel
de dynamo anders
afstellen.
Error
E3
Ingangspanning op ‘solar
input’ te laag.
Als de ingangsspanning
weer voldoende is
gestegen, dan zal het
laadproces automatisch
worden gestart.
Error
E4
Ingangspanning op ‘solar
input’ te hoog.
Als de ingangsspanning
weer voldoende is gezakt
dan zal het laadproces
automatisch worden
gestart.
Error
E5
Temperatuurbeveiliging.
Interne temperatuur te
hoog.
Als de omvormer weer
voldoende is afgekoeld,
zal het laadproces
automatisch worden
gestart. Probeer de
omvormer in een zo koel
mogelijke omgeving te
plaatsen.
Controleer de ventilator
en zorg voor voldoende
ventilatiemogelijkheden.

14
NL
Error
A1
Voorwaarschuwing: interne
temperatuur dreigt te hoog
te worden.
Laadproces wordt nog
voortgezet. Als de
interne temperatuur
nog verder oploopt tot
de bepaalde waarde,
dan zal de het laadpro-
ces stoppen. De
melding verdwijnt als
de interne temperatuur
van de omvormer
voldoende gedaald is.
In de hoofdlading
levert de
laadomvormer
(DC) niet zijn
volledige
laadstroom
Accu neemt geen stroom
meer op.
Accu is nagenoeg vol.
Accu gesulfateerd.
Laadomvormer is erg
warm. Laadstroom
gereduceerd.
Laadstroom wordt
hersteld als interne
temperatuur voldoende
is gedaald.
Dynamo kan onvoldoende
stroom leveren.
Er staat andere grote
verbruikers aan en/of
de dynamo is te licht
voor de toepassing.
In de hoofdlading
levert de laadrege-
laar (Solar input)
niet zijn volledige
laadstroom
Zonnepanelen lever te
weinig energie op om de
volledige laadstroom te
kunnen leveren.
De laadregelaar is
afhankelijk van de
panelen opbrengst. Dit
zal steeds fluctueren.
Laadproces is
voltooid, maar de
accu is niet vol
Accu gesulfateerd.
Controleer de accu.
Er is een accu
aangesloten op de
ingang ofwel
uitgang, maar de
laadomvormer
detecteert deze
niet.
Geen/slecht contact
tussen accu en omvormer.
Controller alle verbin-
dingen en zekeringen.
Bij LiFePO4 accu:
de BMS heeft de accu
uitgeschakeld
Activeer de BMS door
externe lader.
Interne zekering defect
Stuur de omvormer
retour naar uw
leverancier ofwel
fabrikant.

15
NL
ONDERHOUD
De HDC laadomvormer behoeft geen specifiek onderhoud. Als u het apparaat
schoon wilt maken, gebruik dan een (droog gewrongen) doek. Volg de
instructies van de fabrikant voor gebruik van en omgang met de accu.
Belangrijk
▪
Controleer regelmatig alle verbindingen en aansluitingen.
Vervang beschadigde kabels direct.
▪
Controleer de ventilatie openingen regelmatig.
GARANTIE
In geval van een defect kunt u de omvormer terug brengen naar uw dealer of
rechtstreeks retour sturen naar het adres op de achterzijde van deze
gebruiksaanwijzing. De omvormer dient gefrankeerd opgestuurd te worden. Op
deze omvormers wordt 2 jaar garantie verleend vanaf verkoopdatum en alleen
op de onderdelen en arbeidsloon van de reparatie. De garantieduur is alleen
van kracht als de (kopie) aankoop bon is overhandigd. De garantie vervalt bij
reparatiewerken door derden, alsook door foutief gebruik of aansluiting van de
omvormer en indien het serienummer van het apparaat is verwijderd.
Het gebruik van de HDC omvormer is de verantwoordelijkheid van de klant. De
fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor (vervolg) schade of de
geadviseerde laadinstellingen.

16
EN
INTRODUCTION
Read this manual carefully before using the device. Installation must be done
by a qualified person. On the last page you will find the technical specifications.
The converters from the HDC series have been specially developed for charging
a second battery from a DC voltage. The charging converter is mounted
between the starter battery and the second accessory battery and ensures
that the fluctuating input voltage supplied by the alternator is converted into a
stable charging process.
Because the charging converter works with a D+ signal, the second battery will
only be charged when the engine is running and the alternator is therefore
present as a power source.
As an extra feature, the HDC converter is also equipped with an internal MPPT
charge controller for connecting a solar panel (max 45Vdc/600Watt). The
accessory battery is also charged via this second 'solar input’when the engine
is not running. The HDC converter is therefore a hybrid charging system!
All relevant information about the charging process can be read in the extensive
display.
There are many battery types and brands, each of which has different charging
specifications. For this reason, the charging voltage (output voltage) of the HDC
converter is adjustable. The charging current can also be adjusted. For
example, the converter can be fully adapted to the relevant battery.
Further values such as undervoltage protection (battery monitoring) and restart
voltage can also be personalised.
Important
The HDC converter is only suitable for connecting a battery to the output.
So function as a charge converter and/or charge controller. No consumer
can be connected directly to the output. The converter is not suitable as a
voltage converter.

17
EN
CHARACTERISTICS
AND
PROTECTIONS
Reverse polarity
Both input 'Battery DC input' and 'Solar input' are reverse polarity protected .
If one of the inputs is connected the wrong way round, this input will not
function. If the output is reversed , the internal fuse will blow. In that case, the
converter will have to be returned to the manufacturer for repair. The
associated costs are not covered by the warranty.
Short circuit on the output
If there is a short circuit on the output, the converter will switch itself off. After
the short circuit has been removed, the converter restarts automatically.
Charging current limitation
The converters are equipped with a charging current limitation. Although the
alternator can therefore supply a higher current, the converter will not deliver
more then the set charge current.
The desired charging current can be adjusted via the settings menu.
This is in steps of 5Amp. adjustable between 10~40Amp.
Factory setting is 40Amp.
Undervoltage (battery monitoring)
If the charging converter consumes more current from the first battery than
the alternator supplies, the starter battery can still be discharged. If the voltage
of the first battery drops, the charging process will be stopped at the set
undervoltage. In this way, a battery monitoring function is also built in to protect
the starter battery. If the charging converter has turned off due to
undervoltage, this will be displayed with an error code (E1)
The cut-off level for undervoltage can be adjusted if necessary via the settings
menu. Adjustable between 11.5Vdc~12.5Vdc.
Factory setting is 11.7 Volt.
Once the input voltage has risen again to the restart voltage, the charging
process will be restarted automatically .
The restart voltage can be adjusted if necessary via the settings menu.
Adjustable between 12.5Vdc~13.5Vdc.
Factory setting is 12.8 Volt.

18
EN
Overvoltage
If, while charging the second battery, the input voltage on the ' battery (DC)
input' or the ' solar input' rises too high, the converter will intervene and stop
the charging process. The over-voltage value is fixed at Battery DC input at
15.8Vdc. With Solar input this is fixed at 45Vdc.
If the converter has failed due to overvoltage, this will be displayed with an error
code (E2 or E4)
Once the input voltage has dropped to the reset voltage (15Vdc or 44Vdc), the
charging process will be restarted automatically.
Fan
The HDC converters have a fan. This is temperature and power controlled.
Temperature protection
If the fan cannot provide sufficient cooling, the charging current will be reduced.
If the internal temperature of the converter nevertheless rises too high, the
converter will switch itself off. The converter will restart automatically when it
has cooled down sufficiently.
If the converter has failed due to internal temperature, this will be displayed
with an error code (E5).
INSTALLATION
Mounting
The converter must be mounted in a location that takes into account the
following points of attention:
-
Place the converter on a flat, stable surface
-
Leave sufficient space around the converter on all sides (min. 5cm) for air
circulation. Also provide ventilation openings.
-
Mount the converter in a dry place where moisture, dirt or aggressive
vapors do not stand a chance. Also make sure that these cannot be sucked
in by the fan.
-
In a room with a high humidity, the risk of condensation forming in the
device is high. This can cause moisture damage.
-
The optimum temperature is between 15ºC and 25ºC.
-
Keep the converter out of the reach of children.
-
A working converter outputs voltages.

19
EN
-
Do not use the converter in places where gases are emitted or where
flammable materials are stored.
-
The housing heats up when the converter is loaded.
-
The converter is not suitable for outdoor use.
Cable thickness
The required cable size is determined by the length of the cable and the current
(Amp) flowing through it. To calculate both the input and output cable, use the
following formula:
Current (Amp) x distance in meters x 0.2 = cable size in mmq
Example calculation:
the distance between the starter battery and the HDC 1212-40 is 1.5 metres.
40 ( Amps ) x 1.5 x 0.2 = 12mmq
If the maximum charging current is adjusted via the settings, this value can be
included in the calculation.
For the cable thickness for the ' ignition ' (D+) and ground, a minimum of
1.5mmq can be maintained.
Fuse
To protect the system externally, it is advisable to install a fuse in both the +
input cables and the + output cable. Use 60Amp fuses.
Connection
Important
▪
Always connect the D+ (ignition) of the converter!
▪
Otherwise the charging converter ( battery input) cannot work.
▪
Lay the cables in such a way that there is no risk of damage or crush.
▪
If an EBL has been placed in the vehicle, as is usually the case with a
motorhome, see paragraph 'HDC converter in combination with EBL'.
For the connections in the converter: Strip the connection cables +/- 1.5
cm. The cable can then be screwed into the relevant opening.

20
EN
Working sequence:
1.
Fit + and –cable to ' battery output' and connect it to the second,
accessory battery.
2.
Fit + and –cable to ' battery input' and connect it to the starting battery.
3.
Mount + and –cable on ' solar input' connect it to the solar panel (if
present).
4.
Make connection between connection and ground vehicle.
6.
D+ connect between alternator and HDC converter.
Often alternators no longer have D+. In that case, use the ignition lock.
-
After assembly, check whether all cables are connected to the correct poles.
Reverse polarity can damage the converter.
-
If, in exceptional cases, you still want the charging converter to be always on,
you can connect the ' ignition ' connection to the + battery input or to the +
of the starter battery.
-
For dismantling, follow the reverse working order.
After connection, the converter starts up automatically, provided that the
switch-on values are met.
Important
Disconnect the converter completely if it is not used for a long period of time.
Table of contents
Languages:
Other Xenteq Batteries Charger manuals

Xenteq
Xenteq LBC 500S Series User manual

Xenteq
Xenteq LBC 500XTR Series User manual

Xenteq
Xenteq ProMax 200 Series User manual

Xenteq
Xenteq TBC 600 Series User manual

Xenteq
Xenteq Avena 100 User manual

Xenteq
Xenteq Profline TBC 600 User manual

Xenteq
Xenteq ProMax 200 User manual

Xenteq
Xenteq LBC 500S Series User manual

Xenteq
Xenteq Econline EBC AT Series User manual

Xenteq
Xenteq LBC 500XTR Series User manual