Xenteq LBC 500S Series User manual

Gebruiksaanwijzing
P a g i n a 2
Users manual
P a g e 1 5
Gebrauchsanweisung
S e i t e 2 8
Manuel
P a g e 42
LBC 500S -series
S o f t w a r e V 1 . 0 5
NL
EN
DE
FR
BA T T E R Y CHAR G ER

2
NL NL
QUICK GUIDE
Deze Quick guide is slechts een eerste aanwijzing voor het gebruik van deze
lader. Lees altijd de gehele handleiding zodat de werking en eigenschappen
duidelijk zijn en zo het juiste gebruik gewaarborgd wordt.
Stel voor het eerste gebruik de lader in op de juiste laadvoltages. Zie
handleiding.
Als u gebruik maakt van de optionele temperatuursensor T-Sense1, dan dient
deze geactiveerd te worden. Zie handleiding.
Monteer en instaleer de lader overeenkomstig met de handleiding.
De lader kan warm aanvoelen tijdens het laadproces, dit is normaal.
Het laden van de accu
Sluit de lader aan op de accu. Let erop dat u de juiste kabel op de juiste
accupool aan sluit: rood op de + pool en zwart op de –pool.
Steek de stekker van de netsnoer in een werkend stopcontact ofwel sluit de
230Vac aan op de installatie waar de LBC onderdeel van is. Het powerledje licht
groen op. De lader zal nu starten met een nieuw laadproces. Het rode ledje
onder ‘charge process’ licht rood op. Als het groene lampje onder ‘charge
process’ oplicht oftewel knippert, dan is het laadproces klaar.
Als er zich tijdens het laadproces een fout voor doet, dan zal het ‘power’ ledje
rood oplichten. U kunt eenvoudig herleiden wat het probleem is. Raadpleeg
hiervoor de probleemoplosser in de handleiding.
Controleer ook bij andere onjuistheden altijd de probleemoplosser.
✓ De acculader kan permanent aan de 230VAC en aan de accu aangesloten
blijven. De lader zal automatisch een nieuw laadproces starten indien dit
noodzakelijk is.
✓ Een lading starten ofwel beëindigen kan zowel door de verbinding met de accu
te maken/verbreken als door de netspanning aan/af te koppelen.
✓ De lader kan eventueel handmatig uitgeschakeld worden (stand-by) door de
power/mode knop aan de voorzijde 2 seconden te drukken. Voor verdere info,
zie handleiding.






3
NL NL
INTRODUCTIE
Op pagina 56 vindt u de specificaties van de LBC 500S serie.
De LBC 500S is een volledig automatische acculader en druppellader in één en
kan daarom permanent aan de netspanning en aan de accu aangesloten blijven.
De microprocessor controleert continu de accu en het laadproces zodat een
zéér veilig en nauwkeurig laadproces gewaarborgd wordt.
Binnen de LBC 500S-serie zijn verschillende modellen leverbaar, afhankelijk van
de systeemspanning en laadstroom.
De laders zijn te gebruiken voor een grote diversiteit aan accu’s, waaronder
Start, Semi-tractie, Vol-tractie, GEL, AGM, Calcium, Spiral en LifePo4.
De lader is voor vele accu’s geschikt omdat de laadspanning instelbaar is. Zie
hiervoor hoofdstuk ‘De laadspanning instellen’. Op deze manier kan de acculader
voor de betreffende accu geoptimaliseerd worden. Dit is van belang voor de
levensduur en prestaties van de accu.
Tijdens het laadproces, maar ook als de lader in druppellaadfase staat, mogen
eventuele gebruikers aan staan. De lader zal dan indirect als voeding dienen
voor de aangesloten apparatuur. Zo wordt de accu ontzien. Houdt er echter wel
rekening mee dat bij het laden van een (gedeeltelijk) lege accu de stroomafname
van de verbruikers ten kosten gaat van de laadstroom voor het laden van de
accu. Wilt u de acculader alleen (indirect) als voeding gebruiken, schakel de
lader dan in de voedingstand, zie hoofdstuk ‘ACCULADER ALS DIRECTE
VOEDING’.
Het is voor de LBC lader geen probleem als er meerdere voedingsbronnen,
bijvoorbeeld een zonnepaneel of dynamo, gelijktijdig aangesloten zijn.
2 functies:
Weergave laadinstelling
Weergave foutmelding bij oproep
Lader status
Laad status
3 functies:
Lader instellen
Stand by
Foutmelding oproepen
Aansluitkabel naar accu
Connnector voor
(optionele)
temperatuursensor
S
S

4
NL NL
EIGENSCHAPPEN EN BEVEILIGINGEN
De LBC 500S heeft een groot aantal eigenschappen en beveiligingen ter
bevordering van de gebruiksvriendelijkheid, maar uiteraard ook om u ervan te
verzekeren dat het laadproces uitermate veilig verloopt.
Ompoling
Bij ompoling zijn de aansluitdraden voor de plus en de min met elkaar verwisseld
op de accu. De lader is geheel beveiligd tegen ompoling bij loodaccu’s èn bij
LiFePO4 accu’s. De lader zal niet in werking treden en de “power” indicatie zal
rood oplichten. Verbreek de verbinding en sluit de accu correct aan.
Kortsluiting op de uitgang
De lader is beveiligd tegen kortsluiting, ook als de netspanning aanwezig is. De
‘power’ indicatie zal hierbij rood oplichten.
Accu’s kunnen daarentegen niet tegen kortsluiting!
Maak daarom nooit een kortsluiting op de accu. Maak ook nooit een kortsluiting
als de lader is aangesloten op de accu, ongeacht of de netspanning aanwezig is.
Als een accu wordt kortgesloten bestaat er de kans dat de accu explodeert!!!
Ook de lader loopt dan ernstige beschadigingen op.
Ventilator
De modellen LBC 512-15S, LBC 512-20S en LBC 524-10S hebben een
ventilator. De inschakeling en rotatiesnelheid is temperatuurgeregeld.
Temperatuur
Mocht de interne temperatuur te hoog oplopen dan zal de lader de laadstroom
terug regelen. Heeft dit onvoldoende resultaat en blijft de temperatuur oplopen
dan wordt de lading gepauzeerd. De ‘power’ indicatie zal rood gaan branden. Als
de lader voldoende is afgekoeld zal het laadproces automatisch hervat worden
en de ‘power’ indicatie weer groen op gaan lichten. Het verloop van deze
beveiliging is sterk afhankelijk van de omgevingstemperatuur.
Temperatuurmeting bewaking
Ook de temperatuurbeveiliging zoals hierboven omschreven wordt beveiligd.
Mocht namelijk de lader geen interne temperatuurmetingen kunnen verrichten,
dan zal de lader niet functioneren en de ‘power’ indicatie rood oplichten. Op deze
wijze is de lader maximaal beveiligd tegen oververhitting.
Sofstart
Zowel de ingang als de uitgang bevat een softstart. Op deze manier heeft de
lader geen invloed op de DC en AC systemen.
Ingangsspanning beveiliging
Mocht er een fout optreden op de ingang, dan zal de lader beveiligd worden
d.m.v. een glaszekering. Deze is bereikbaar via de onderplaat van de acculader,
vlak bij de 230VAC aansluiting van de lader. Bij vervanging dient er altijd een
zekering geplaatst te worden met dezelfde waarde als het origineel. Zie
technische specificaties op pagina 56. Zorg dat de lader geheel spanningsloos
is!


5
NL NL
Ingangspanning bewaking
Als de netspanning onder de 180VAC raakt zal de lader zich beveiligingen en de
lading pauzeren. Hierbij zal de ‘power’ indicatie rood oplichten. De lading zal
weer worden hervat als de spanning is opgelopen tot min. 190VAC.
Compensatie spanningsverlies
De acculader compenseert automatisch het spanningsverlies over de
laadkabels. Hierdoor wordt een correcte laadspanning gewaarborgd. Deze
compensatie is geoptimaliseerd voor de standaard kabellengte van 1mtr. Om
een goede werking te kunnen garanderen is het van belang dat de laadkabel
daarom bij voorkeur niet verlengt of verkort wordt.
Stroombegrenzing
De lader is voorzien van een stroombegrenzing.
Laadtijd bewaking
Alle fases van het laadproces zijn tijd bewaakt, maar in het bijzonder de eerste
laadfase, de hoofdlading. Mocht deze fase bij een loodaccu langer duren dan
14uur dan zal de lading stoppen en de ‘power’ indicatie rood oplichten. Bij een
LiFePO4 instelling is deze tijdslimiet 24uur. Belangrijkste noodzaak hiervan is dat
zo voorkomen kan worden dat een kapotte accu doorgeladen blijft worden. Maar
uit deze bewaking kan ook blijken dat de lader niet passend is voor de specifieke
situatie. De laadstroom staat bijvoorbeeld in onjuiste verhouding tot de
accucapaciteit (de accu loopt schade op als het laadproces te lang duurt) of
door aanwezigheid van grote gebruikers blijft er onvoldoende laadstroom over
voor het laden van de accu.
Accuspanningsbewaking
Na inschakeling controleert de lader eerst de accuspanning. Als de lader geen
accu detecteert, zal de ‘power’ indicatie rood oplichten. Meet de lader een te
lage waarde, dus de accu is te diep ontladen, dan zal gedurende 3 minuten de
‘power’ indicatie rood oplichten als waarschuwing. Het laadproces zal wel
gewoon opstarten. Als de lader een te hoge accuspanning meet, zal het
laadproces niet opstarten. Ook dan licht de ‘power’ indicatie rood op.
Temperatuur gecompenseerd laden
Door aansluiting van de optionele temperatuursensor T-sense1 bestaat de
mogelijkheid om tijdens het laadproces een compensatie uit te voeren op basis
van de accutemperatuur. Lees meer hierover in het betreffende hoofdstuk.
Accu temperatuursensor beveiliging
Als de lader is ingesteld voor aanwezigheid van de T-sense, maar tijdens het
gebruik ziet de lader de sensor niet meer, dan zal de lader het laadproces
stoppen en de ‘power’ LED rood oplichten.
Als de temperatuursensor niet geactiveerd is, maar tijdens het gebruik ziet de
lader wel de temperatuursensor, ook dan zal het laadproces stoppen en de
‘power’ LED rood oplichten. Ook bij andere fouten, bijvoorbeeld onjuiste metingen
e.d., zal het laadproces stoppen en de ‘power’ LED rood oplichten.
Als de fout verholpen is, dient de lader gereset te worden (lader aan/uit d.m.v
netstekker ofwel stand-by stand).

6
NL NL
LIFEPO4 accu’s: BMS auto start systeem
LiFePO4 accu’s behoeven een andere laadtechniek dan de conventionele
loodaccu’s. Niet alleen wordt het laadproces hierop aangepast. Maar de LBC
500S laders zijn tevens uitgerust met een opstartsysteem om de interne BMS
van de LiFePO4 accu te activeren.
De lader genereerd een opstartsignaal. Zolang de BMS ongeactiveerd blijft zal
de powerled rood lichten omdat de lader geen accu detecteert. Als de BMS
geactiveerd wordt, zal het automatisch laadproces aanvangen.
Beschermingsgraad
De aanduiding om beschermingsgraad aan te geven bestaat uit de kenletters ‘IP’
(International Protection), gevolgd door twee of drie kengetallen die aangeven
aan welke voorwaarde er is voldaan. Het eerste cijfer heeft betrekking op de
beschermingsklasse stofdichtheid, het tweede cijfer op de vloeistofdichtheid en
het derde cijfer heeft betrekking op de slagvastheid. Aan de LBC 500S kan
IP 205 worden toegekend. Dit betekent:
2 = de lader is beschermd tegen vaste stoffen groter dan 12mm.
0 = de lader heeft geen bescherming tegen water/vloeistof e.d.
5 = de lader kan een slagkracht verdragen van max. 2,00 Joule (2Nm)
Belangrijk
Bescherm de lader voor vocht, hoge luchtvochtigheid en vervuiling. Dit kan
intern schade aanbrengen. Eventuele reparatiekosten vallen dan niet onder
de garantie.
DE LAADSPANNING INSTELLEN
De LBC 500S beschikt over verschillende laadspanningen omdat elk accutype
en/of -merk andere voltages benodigd om de langste levensduur te kunnen
garanderen. De best passende laadspanningen dienen daarom vooraf ingesteld
te worden door middel van de power/mode drukknop. De accu mag reeds
aangesloten zijn, maar dit is geen vereiste.
Belangrijk
De lader kan alleen in de instelmodus gezet worden na aansluiting op de net-
spanning. Als de lader bijvoorbeeld uit de stand-by gehaald wordt, is de lader
niet in te stellen.
Sluit de lader aan op de netspanning. Druk direct hierna, binnen 5 seconden,
kort op de ‘power/mode’ knop. De ‘power’LED zal gaan knipperen, betekende
dat de lader in zijn instelmodus staat. Door nu herhaaldelijk te drukken op de
‘power/mode’ knop kunt u bij de 4 ‘settings’ LED’s kiezen tussen de
verschillende instellingen.

7
NL NL
Belangrijk
De hieronder vermelde settings per accu zijn alleen een richtlijn. Controleer
altijd of de geadviseerde laadinstelling overeenkomt met de laadvoorschriften
van uw accu of bepaal aan de hand hiervan welke setting het best passend
is. Zo hebben bijvoorbeeld AGM accu’s een grote diversiteit aan
laadspanningen (voor dit type accu hanteren wij daarom twee adviezen). Stel
de lader nooit naar eigen inzicht in. Dit kan leiden tot onherstelbare schade
aan de accu.
INSTELLING
LAADSPANNINGEN
SUGGESTIE
ACCUTYPE
fabrieksinstelling
14,4V/13,5V
STANDAARD LAADVOLTAGE
(LOODACCU)
14,6V/13,5V
OPEN SEMI-TRACTIE,
VOL-TRACTIE
14,2V/13,8V
AGM, GEL
14,8V/13,8V
AGM, CALCIUM, SPIRAAL
14,4V/14,4V
LiFe-PO4
Als de drukknop voor 10 seconde niet meer is gebruikt zal de lader uit de
instelmodus keren. De ‘power’ LED zal hierbij tweemaal kort knipperen.
De gekozen instelling zal in het geheugen van de lader worden opgeslagen en
oplichten als de lader aan staat.
Extra laadsettings activeren (alleen voor professionele gebruikers)
Voor de kundige professionele gebruikers is het mogelijk om extra
laadinstellingen te activeren. Waaronder de compensatie fase voor zwaar
cyclisch gebruik en uitgebreide laadsettings voor LifePo4 accu’s. Zie hiervoor
pagina 57/58 in de bijlage van deze handleiding

8
NL NL
OPTIONELE TEMPERATUURSENSOR
Temperatuur gecompenseerd laden is mogelijk door
aansluiting van de optionele temperatuursensor T-Sense1.
Als u gebruik wilt maken van de deze temperatuur sensor,
dan dient deze geactiveerd te worden. Op deze manier moet men bewust kiezen
voor het al dan niet temperatuur gecompenseerd laden en zal deze keuze
bewaakt worden. Zo kan het langdurig onbedoeld fout laden voorkomen worden.
De compensatie die wordt uitgevoerd vindt u terug in de bijlage (pag. 59).
Tijdens de instelmodus wordt bepaald of de temperatuurcompensatie doorlopen
moet gaan worden of niet. Is de T-Sense tijdens de instelmodus aanwezig, dan
zal de temperatuur-compensatie automatisch geactiveerd worden. Voelt de
lader tijdens de instelmodus de temperatuursensor niet, dan zal het ingestelde
laadprogramma normaal doorlopen worden.
De sensor activeren
Plaats de temperatuursensor in de daarvoor bestemde connector aan de
voorzijde van de lader. Zet daarna de lader in de instelmodus (zie hoofdstuk De
laadspanning instellen. Dit kan overigens gelijktijdig met het kiezen van de
laadsetting). De oranje LED bij ‘charge process’ zal oplichten, betekende dat de
lader de aanwezigheid van de temperatuursensor bemerkt en de
temperatuurcompensatie op de laadspanning zal gaan toepassen. De
aanwezigheid van de temperatuursensor zal in het geheugen van de lader blijven
staan.
Als u geen gebruik meer wilt maken van de T-sense, dan dient u de
temperatuursensor te verwijderen en de lader weer door zijn instelmodus te
laten lopen. De lader neemt dan geen sensor waar, oranje LED blijft uit.
ACCULADER ALS DIRECTE VOEDING
De LBC 500S is tevens bruikbaar als directe voeding zodat de verbruikers
rechtstreeks op de lader aangesloten kunnen worden. Hiervoor dient de lader in
de voedingstand gezet te worden. Schakel de lader in zijn instelmodus, zoals
beschreven in hoofdstuk ‘De laadspanning instellen’. Druk herhaaldelijk op de
‘power/mode’ knop totdat alle 4 de setting led’s zijn gedoofd. De lader zal nu
één constante spanning afgeven.
VOEDINGSTAND
De kortsluitingsbeveiliging op de uitgang is niet werkzaam bij de
instelling als voeding!
Als de lader ingesteld staat als voeding, dan worden de 3 laadindicatie LED’s
gebruikt om de stroomafname weer te geven. Zo kan bepaald worden hoeveel
stroom de lader aan het leveren is. Zie volgende pagina.


9
NL NL
LED
Stroomafname
LED
Stroomafname
Groen, knippert
0%
Oranje + rood
61% - 80%
Groen
1% - 20%
Rood
81% - 100%
Groen + oranje
21% - 40%
Rood, knippert
> 100%
Oranje
41% - 60%
INSTALLATIE
De laadomgeving
Het laden van de accu moet in een geventileerde ruimte geschieden, daar er
explosieve gassen (knalgas) vrij kunnen komen uit de accu. Er dient altijd
voldoende vrije ruimte rondom de lader aanwezig te zijn (eventuele
ventilatieopeningen mogen niet geblokkeerd zijn). Dit is belangrijk voor voldoende
luchtcirculatie, t.b.v. de koeling van de lader en de afvoer van vrij gekomen
gassen. De LBC 500S is niet geschikt voor buitenshuis gebruik.
Belangrijk
Tijdens lekken of verdampen van brandstof niet laden.
Montage
Met de geïntegreerde bevestigingsvoet aan de onderzijde van de acculader kan
de lader in verschillende posities gemonteerd worden (bij voorkeur verticaal).
Plaats de lader op een stabiele, vlakke ondergrond.
Met de optioneel verkrijgbare montage beugels
PC1 kunt u de lader eenvoudig plaatsen en
uitnemen zonder steeds de schroeven te verwijderen.
Aansluiting met accu
In verband met de spanningscompensatie raden wij ten zeerste aan om de
bestaande kabellengte te houden. Mocht u toch de kabels willen verkorten, dan
is het belangrijk dat de lengte niet minder wordt als 0,7 meter. De kabels
kunnen verlengt worden, maar dat zal wel ten kosten gaan van de
spanningscompensatie.
Als extra beveiliging kunt u een zekering monteren in de + kabel. Gebruik
hiervoor een zekering die een stap zwaarder is dan de laadstroom van de lader.
Gebruik bij een vaste montage op de accu de reeds
bevestigde kabelogen. Voor flexibel gebruik kunt u op
eenvoudige wijze de meegeleverde krokodillenklemmen
gebruiken. Dit door de klemmen op de kabelogen te
bevestigen d.m.v. de schroefverbinding.


10
NL NL
Plaats de rode kabel op de pluspool van de accu en de zwarte kabel op de
minpool.
Belangrijk
▪ De accu aansluiting die niet verbonden is met het chassis, moet als eerste
aangesloten worden. Sluit de andere verbinding aan op het chassis.
▪ Als u de lader op een stalen of aluminium schip gaat monteren, dient u de
lader geïsoleerd op te hangen. Dit wil zeggen, het huis van de lader mag
geen contact maken met het schip, om elektrolyse te voorkomen.
▪ Sluit de lader aan op de accu op een afstand van de brandstofinstallatie.
Na installatie en het instellen, is de lader klaar voor gebruik.
IN GEBRUIK
Wordt de lader op de netspanning aangesloten en maakt men geen gebruik van
de instelprocedure dan zal na 5 seconden de lader éénmaal kort knipperen. Als
de temperatuursensor is geactiveerd dan zal in de oranje LED in deze 5 sec.
oplichten. Hierna zal, bij aanwezigheid van een accu, het laadproces aanvangen.
Het laadproces
De LBC 500S heeft standaard een viertal laadfases om de accu op een juiste
manier te laden en te onderhouden. De lader zal altijd in de hoofdlading (rode
LED) starten. Deze eerste laadfase heeft bij een loodaccu een minimale tijdsduur
van 30 minuten, dus ook bij aansluiting van een volle accu. In de tweede fase,
de nalading (LED oranje), wordt de accu tot 100% volgeladen. De duur van het
totale laadproces is afhankelijk van de accukwaliteit, accucapaciteit, diepte van
ontlading en van de eventuele aanwezigheid van verbruikers die nog stroom
vragen. Verder kunnen eventuele foutmeldingen het laadproces ook vertragen.
Als het laadproces is voltooid zal de lader naar de druppellaadfase (LED groen)
schakelen en de accu van een zogenaamde onderhoudslading voorzien. Mocht
de lader voor 24 uur in de druppelstand blijven bij een zeer geringe stroom, dan
schakelt de lader naar de ‘Jogging’ functie. Deze jogging functie is speciaal voor
accu’s die voor langere tijd weggezet worden, bijvoorbeeld tijdens een
winterstalling.
Indien nodig zal de lader automatisch vanuit de druppellaadfase ofwel de jogging
fase weer terugkeren naar de hoofdlading.
Belangrijk
Indien de lading tussentijds wordt onderbroken kan een loodaccu zijn spanning
en zuur verhouding verliezen. Als dit structureel gebeurt zal er schade
ontstaan aan de accu. Het is dus van belang om de lader alleen uit te
schakelen/af te koppelen als de groene LED van het laadproces oplicht of
knippert.

11
NL NL
Als de accu losgekoppeld wordt, de netspanning verbroken wordt of als de lader
in de stand-by stand geschakeld wordt, dan zal het huidige laadproces stoppen.
Indien er weer een accu aansloten wordt, de netspanning weer aanwezig is of
de lader weer geactiveerd wordt, dan zal in alle gevallen een nieuw laadproces
gestart worden.
Mocht er bij de start of tijdens van het laadproces een fout geconstateerd
worden, dan zal de ‘power’ indicatie LED rood oplichten. Raadpleeg de
probleemoplosser voor de eventuele handelingen.
Stand by functie
De lader kan eventueel handmatig uit- en aangeschakeld worden met de
drukknop ‘power/mode’ aan de voorzijde van de lader, Als deze knop 2
seconden ingedrukt wordt, schakelt de lader in de stand-by functie. In deze
stand-by modus zal de “Power” indicatie LED telkens om de 10 seconden 2x kort
oplichten. Tijdens de stand-by periode zal de lader in zijn energie zuinige stand
staan. Om de lader weer te activeren dient de power/mode knop kort ingedrukt
te worden. De ‘power’ LED zal weer groen oplichten. Bij aanwezigheid van een
accu zal direct een nieuw laadproces gestart worden.
WEERGAVE (LAAD)STATUS
Met de indicatie LED’s onder ‘charge process’ en ‘power’ is de status van de
lader af te lezen. Hierbij hebben de LED’s de volgende betekenis:
‘Charge process’LED’s:
‘Power’LED:
Rood
Hoofdlading
Licht groen op
Lader aan
Oranje
Nalading
Knippert om 10sec
2x groen
Lader
gedeactiveerd
(stand-by stand)
Groen
Druppellading
Licht rood op
Foutmelding*
Groen, knippert
Jogging
* = zie probleemoplosser

12
NL NL
PROBLEEMOPLOSSER
Probleem
(Mogelijke) Oorzaak
Reden/Handeling
Er is een accu op de lader
aangesloten maar de lader
werkt geheel niet.
Er branden géén LED’s.
Geen ingangsspanning
aanwezig.
Controleer de netspanning.
Ingangszekering defect.
Vervang de ingangs-
zekering. Of retourneer de
lader naar de dealer/
fabrikant.
Laadstatus geeft rood aan
(hoofdlading) maar de lader
levert niet zijn maximale
stroom.
Lader voelt warm.
Laadstroom is gereduceerd
i.v.m. interne temperatuur.
Laadstroom wordt hersteld
als de interne temperatuur
voldoende gedaald is.
Accu neemt geen stroom
meer op.
Accu gesulfateerd.
Controleer de accu.
Accu was reeds vol bij
inschakeling van de lader en
deze zal snel naar de
volgende laadfase
omschakelen (led oranje).
Het laadproces is voltooid,
maar de accu is niet vol.
Accu gesulfateerd.
Controleer de accu.
Er is een accu aangesloten,
maar de lader werkt niet
goed (eventueel vertonen
ook de LED’s onjuist
gedrag).
Lader staat in de voeding
functie.
Raadpleeg hoofdstuk ‘De
laadspanning instellen’ voor
de juiste setting.
Powerled licht rood op
Probleem geconstateerd
Roep de foutcode op. Zie
volgende alinea. Raadpleeg
eventueel tevens het
hoofdstuk ‘Eigenschappen en
beveiligingen’.
Powerled rood: foutcode oproepen
Als de lader tijdens het laadproces een fout constateert, dan zal de powerled
rood oplichten. De betreffende fout is op te roepen zodat na kan gaan waar het
probleem zit. Druk kort op de ‘power/mode’ knop. De 4 LED’s bij ‘settings’
zullen al knipperend een foutcode weergeven. Zie volgende tabel.

13
NL NL
Aansluit probleem:
- Geen accu aanwezig.
- Slechte verbinding
tussen lader en accu
- Ompoling.
- Kortsluiting.
Controleer de verbinding naar de
accu op fouten.
Waarschuwing voor een te
diep ontladen accu.
Indicatie blijft gedurende 3min.
oplichten. Het laadproces zal wel
gewoon opstarten.
Accuspanning te hoog.
Lading gestaakt.
Controleer of de systeem-spanning
overeen komt met de
uitgangspanning van de lader.
Kortsluiting op de uitgang
Controleer het systeem.
De hoofdlading duurt langer
dan 14uur.
De accu is stuk/slecht. Vervang
de accu indien nodig.
Er staan zware verbruikers
aangesloten op de accu. Schakel
zo veel mogelijk verbruikers uit
tijdens het laden of sluit een
zwaardere lader aan.
De lader heeft onvoldoende
laadstroom voor de betreffende
accucapaciteit.
AC ingang te laag
(<180VAC)
Controleer de netspanning
De lader staat in een
thermische stop.
Lading gepauzeerd.
Lader hervat het laadproces
automatisch als deze voldoende is
afgekoeld. Controleer de
ventilatiemogelijkheden van de
lader.
Temperatuursensor error:
- Onjuiste setting sensor
- Geen of onjuiste temp
metingen.
Controleer de instelling,
verbindingen en omgeving.
Software probleem
Stuur de lader retour naar
de leverancier/ fabrikant.
Hardware probleem
Stuur de lader retour naar
de leverancier/ fabrikant.
1 2 3 4
1 2 3 4
1 2 3 4
1 2 3 4
1 2 3 4
1 2 3 4
1 2 3 4
1 2 3 4
1 2 3 4
1 2 3 4

14
NL NL
ONDERHOUD
De LBC lader zelf behoeft geen specifiek onderhoud. Als u de lader schoon wilt
maken, gebruik dan enkel een (droog gewrongen) doek.
Belangrijk
▪ Controleer regelmatig de status van de acculader.
▪ Controleer regelmatig de verbinding tussen lader en accu. Vervang
beschadigde kabels direct.
▪ Controleer de ventilatie openingen regelmatig.
▪ Volg de instructies van de fabrikant voor gebruik van en omgang met de
accu. WAARSCHUWING: een accu bevat bijtend zwavelzuur.
GARANTIE EN SERVICE
De LBC 500S laders worden geleverd met het ‘Smart Value’
servicelabel. Dit label geeft u voordelen en zekerheden op gebied
van service. Lees meer hierover op onze website
Raadplaag altijd eerst de probleemoplosser en de overige uitleg in deze
gebruiksaanwijzing voordat u de lader retourneert. Indien een defect/probleem
door middel van deze gebruiksaanwijzing opgelost had kunnen worden, dan zijn
wij genoodzaakt om de gemaakte kosten door te berekenen.
In geval van een defect kunt u de lader terug brengen naar uw leverancier of
rechtstreeks retourneren naar het adres op de achterzijde. De lader dient
gefrankeerd op gestuurd te worden. Op de LBC 500S serie wordt 5 jaar
garantie verleend vanaf verkoopdatum en alleen op de onderdelen en
arbeidsloon van de reparatie. Garantieduur is alleen van kracht als bij reparatie
de (kopie) aankoopbon overhandigd is. De garantie vervalt bij reparatiewerken
door derden, alsook door foutief gebruik of aansluiting van de lader. Er mogen
alleen werkzaamheden uitgevoerd worden om de interne (ingangs-) glaszekering
te vervangen. Probeer onder geen geding de lader zelf te repareren.
Xenteq stelt zich niet aansprakelijk voor de (geadviseerde) laadspanninginstel-
lingen of schade als gevolg van gebruik van de LBC 500S.

15
EN NL
QUICK GUIDE
This Quick Guide contains only basic instructions for use of this battery charger.
Always read the complete manual so that the charger's operation and features
are clearly understood to ensure proper use of the charger.
For initial use, set the charger to the correct charging voltages. See the
manual.
If you are using the optional temperature sensor T-Sense1, this must first be
activated. See the manual.
Fit and install the charger according to the instructions
The charger may feel warm during the charging process, this is normal.
Charging the battery
Connect the charger to the battery: the red cable to the + pole and the black
cable to the - pole.
Plug the power cord into a working mains power socket, or connect 230Vac to
the system which the LBC is part of. The green power LED illuminates.
The charger will now start a new charging process. The red LED under ‘charge
process’ will illuminate. If the green light under ‘charge process’ illuminates or
flashes, then the charging process has finished.
If an error occurs during the charging process, the red ‘power’ LED will
illuminate. Finding the problem is easy. To do this, please refer to the
troubleshooter in the manual. In the event of other errors or malfunctions, also
consult the troubleshooter.
✓ The battery charger can remain permanently connected to the 230VAC and
to the battery. The charger will automatically start a new charging process
when necessary.
✓ Starting a new charge or terminating the charge is possible by either
connecting/disconnecting the battery or by switching the mains power on/off.
✓ If necessary, the charger can be switched off manually (standby) by pressing
and holding the power/mode button on the front for 2 seconds. For more
information, please see the manual.






16
EN NL
INTRODUCTION
On page 56 you will find the technical specifications of the LBC 500S.
The LBC 500S is a fully automatic battery charger and float charger in one and
can be left connected to the mains power supply permanently. The
microprocessor supervises the battery and the charge process continuously so
that a very safe and accurate process can be guaranteed. Within the LBC 500S
series different models are available, depending on the system voltage and
charging current.
The chargers can be used for a large diversity of battery types, such as
Starting, semi-traction, traction, GEL, AGM, Calcium, Spiral and LifoPo4. The
charger is suitable for many battery types because the charging voltages can be
set. See chapter ‘SETTING THE CHARGING VOLTAGES’. In this way, the battery
charger can be optimized for the respective battery. This is important for
battery life and performance.
During the charge process, and also when the charger is in its float stage,
potential users may be turned on. The charger will indirectly supply the present
consumers and the battery is spared. Keep in mind that when charging a
(partially) empty battery, the current draw of the present consumers comes at
the expense of the charge current for the battery. If you only want to use the
charger as a power supply, then put the charger in its power supply mode, see
chapter ‘SETTING THE CHARGER’ section ‘charger as power supply’.
2 functions:
- Overview charge setting
- Display error message
Charger status
Charge status
3 functions:
Setting the charger
Turning charger on/off
Request error
Connection to battery
Connector for (optional)
temperature sensor
S

17
EN NL
You can use multiple power sources, like solar panels or a dynamo, together
with the LBC 500S battery charger.
For conventional open lead batteries (semi-traction and traction) that will be
heavily discharged on a regular base, an extra charge phase can be activated.
Contact us for this possibility.
FEATURES AND PROTECTIONS
The LBC 500S contains a wide variety of features and protections to promote
the usability, but off course also to ensure that the charge process progresses
extremely safe.
Reverse polarisation
Reverse polarisation means that the plus and minus connection wires are
inadvertently reversed on the battery. The LBC 500S is protected against
reverse polarisation for both lead acid as LiFePO4 batteries. The charger will
not activate and the ‘power’ LED will light red. Disconnect the battery and
connect correctly.
Short circuit (output)
The charger is protected from short circuit when no battery is connected, even
in the presence of the main voltage.
Batteries on the other hand cannot withstand short circuit!
You should for this reason never short circuit the battery. Never short circuit
when the charger is connected to the battery, irrespective of whether the main
voltage is present. When a battery is short circuited there is a danger that it will
explode!!! The charger too will then incur serious damage.
Fan
The models LBC 512-15S, LBC 512-20S and LBC 524-10S have a fan. The
engagement and rotation speed is temperature controlled.
Temperature
If the internal temperature rises too high, the charger will reduce the charge
current. Isn’t this sufficient and the temperature keeps on rising, the charge will
shut down totally. The ‘power’ LED will light up red. When the charger has
cooled down, the charger is reactivated (Power LED green again) and the
charge process will continue.
How this temperature protection progresses will strongly depend on the
ambient temperature.
Temperature measurement monitoring
The temperature protection as described above, is monitored. If the charger
can’t carry out internal temperature measurements due to a broken
temperature sensor, the charger shuts down. The ‘power’ LED will light up red.
This way the charger is maximally protected against overheating.
Soft start
The input and the output of the charger contains a soft start. This way the
charger has no influence on the DC and AC systems.


18
EN NL
Input voltage protection
If a fault may occur on the input, the charger is protected by means of a fuse.
This fuse can be reached by removing the bottom plate of the charger. It is
located at the input side, where the power cord enters the charger. For
replacement, always use a fuse with the same value as the original one. See
specifications on page 56.
Input voltage monitoring
If the input voltage drops below 180VAC, the charger will protect itself and
pauses the charge process. The ‘power’ will light up red. The charge process
will be continued automatically if the input voltage has risen to 190VAC again.
Automatic voltage compensation
The charger automatically compensates for the voltage drop over the
connection cables. This compensation is optimized for the standard cable length
of 1 meters. To secure the correct working of the voltage compensation, it is
preferred not to change the length of the cables.
Current limitation
The charger incorporates a current limitation feature.
Charge time monitoring
All phases of the charge process are time monitored, but in particular the first
stage, the bulk phase. If this phase lasts longer than 14 hours with a lead-acid
battery, the charge will stop and the 'power' indicator will light up red. With a
LiFePO4 setting, this time limit is 24 hours. Most important requisite of this
feature is that this way is prevented that the charger keeps on charging a
broken battery. But with this feature it also can become clear that the charger
doesn’t fit the specific situation. For instance that the charge current isn’t in the
correct proportion to the battery capacity (the battery can become damaged
when the charge process takes too long) or due to the presence of users there
is insufficient current left for charging the battery.
Battery voltage protection
After switching on, the charger first monitors the battery voltage. If the charger
doesn’t detect a battery, the power led will light up red. If the charger measures
a battery voltage that is too low, so the battery is discharged too deeply, the
power led will light up red for 3 minutes as a warning. The charging process will
not start when the battery voltage is too high. Then the power led will also light
up red.
Temperature-compensated charging
By connecting the optional temperature sensor T-Sense1, it is possible to adjust
charging process based on the battery temperature. Read more about this in
the relevant chapter.
Temperature sensor protection
If the charger is set for the T-Sense1, but during use the charger fails to detect
the sensor, then the charger will stop charging and the red ‘power’ LED will
illuminate.
If the temperature sensor has not been activated, but while in use the charger
detects the temperature sensor, then the charging process will stop and the

19
EN NL
red ‘power’ LED will illuminate. In the event of any other errors, such as
incorrect measurements, etc., the charging process will stop and the red
‘power’ LED will illuminate.
If the fault is settled, the charger must be reset (by means of the main power or
stand by function)
LIFEPO4 batteries: BMS auto start system
LiFePO4 batteries require a different charging technique than conventional lead-
acid batteries. Not only is the charging process adapted to this. But the LBC
500S chargers are also equipped with a start-up system to activate the internal
BMS of the LiFePO4 battery.
The charger generates a start-up signal. As long as the BMS remains inactive,
the power LED will light up red because the charger does not detect a battery.
When the BMS is activated, the automatic charging process will start.
Level of protection
The indication for the degree of protection contains the character ‘IP’
(International Protection) followed by two or three digits that stipulates the
conditions that it complies with.
The first digit refers to the class of protection for density, the second digit to
the fluid density and the last digit refers to the impact resistance. The LBC
500S can be assigned IP 205, which means:
2 = the charger is protected against solid particulate larger than 12mm.
0 = the charger is not protected against water/liquid etc.
5 = the charger can bear an impact force of 2.00 Joule (2Nm) max.
Important
Protect the charger from moisture, high humidity and pollution. This can
damage the charger internally. The cost for this repair is not covered by
warranty.
SETTING THE CHARGING VOLTAGES
Charge voltages
The LBC 500S has different charging voltages because each battery type
and/or brand needs other voltages to ensure the longest duration of life.
Therefore, the best charging voltages need to be set beforehand by means of
the ‘power/mode’ button. The battery may be connected, but is not required.
Important
The charger can only run the set-up mode after connection with the mains.
So when the charger for instance is reactivated from its stand-by mode, it
can’t be set.
Connect the charger to the mains. Push directly afterwards, within 5 seconds,
shortly on the ‘power/mode’ button. The green ‘Power’ LED starts flashing,
which means that the charger is in its setup-mode. By way of pressing the

20
EN NL
button repeatedly, you can choose between the ‘setting’ LED’s. Each different
LED combination stands for a voltage setting.
Important
The settings listed below per battery are only a guideline. Always check
whether the recommended charging setting corresponds to the charging
regulations of your battery or determine which setting is most suitable on
the basis of this. For example, AGM batteries have a wide variety of charging
voltages (we therefore use two recommendations for this type of battery).
Never adjust the charger according to your own insight. This can lead to
irreparable damage to the battery.
*= factory setting
The charger will leave the setup-mode if the button isn’t used for 10 seconds. In
this case the ‘ power’ LED will flash two times. The chosen setting will remain in
the memory of the charger and the setting LED lights when the charger is on.
Activate additional charging settings (for professional users only)
For the skilled professional users it is possible to activate additional charging
settings. Including the equalize phase for heavy cyclic use and extensive charging
settings for LifePo4 batteries. See page 57/58 in the appendix of this manual.
SETTING
CHARGING VOLTAGES
SUGGESTED
BATTERY
14,4V/13,5V
STANDARD CHARGING
VOLTAGE (LEAD ACID)
14,6V/13,5V
OPEN SEMI-TRACTION,
TRACTION
14,2V/13,8V
AGM, GEL
14,8V/13,8
AGM, CALCIUM, SPIRAL
14,4V/14,4V
LiFePO4
*