Xenteq Profline TBC 600 User manual

TBC 600
Software V1.3.1
Gebruiksaanwijzing
-
NL
Blz. 2
Users manual - GB
Pag e 14
Gebrauchsanweisung – DE
Sei te 26

2
Nederlands
NTRODUCT E
De vermelde spanningen in deze gebrui saanwijzing zijn gebasseerd op een 12Volts
systeem. De spanningen dienen te worden vermenigvuldigd met: x2 bij 24Volt, x3 bij
36Volt en x4 bij 48Volt. In de bijlagen vindt u de technische specificaties van de TBC
600.
De TBC 600 is een volledig automatische acculader en druppellader in één en kan
daarom permanent aan de netspanning en aan de accu aangesloten blijven. De
microprocessor controleert continu de accu en het laadproces zodat een zeer veilig en
nauwkeurig laadproces gewaarborgd wordt. De TBC 600 bevat verschillende laad
programma’s. Door middel van de ‘mode’ knop aan de voorzijde van de lader wordt het
laadprogramma eenvoudig gekozen. De lader kan zo optimaal afgestemd worden op het
betreffende accu type en de toepassing. Dit komt uiteraard de capaciteit en levensduur
van de accu ten goede.
Het is voor de TBC 600 geen probleem als er gelijktijdig meerdere voedingsbronnen,
zoals een dynamo of zonnepaneel, aangesloten zijn.
Belangrijk
Sluit geen verbrui ers rechtstree s aan op de aansluitbouten van de acculader.
E GENSCHAPPEN
De TBC 600 heeft een groot aantal eigenschappen en beveiligingen ter bevordering van
de gebruiksvriendelijkheid, maar uiteraard ook om u evan te verzekeren dat het
laadproces veilig verloopt.
Ompoling
Bij ompoling zijn de aansluitdraden voor de plus en de min met elkaar verwisseld, op de
accu of op de lader. Ompoling wordt aangegeven d.m.v. een error indicatie.
Kortsluiting op de uitgang
Als er géén accu is aangesloten op de lader, is deze beveiligd tegen kortsluiting, ook als
de netspanning aanwezig is.
Accu’s unnen daarentegen niet tegen ortsluiting! Maa daarom nooit een ortsluiting
op de accu. Maa oo nooit een ortsluiting als de lader is aangesloten op de accu,
ongeacht of de netspanning aanwezig is. Als een accu wordt ortgesloten bestaat er de
ans dat de accu explodeert!!! Oo de lader loopt dan ernstige beschadigingen op.
Uitgangsspanning
De lader wordt pas geactiveerd als er een accu aangesloten is. Zonder aanwezigheid van
een accu zal er dus geen spanning gemeten worden.
Ingangsspanning
De ingang van de lader is beveiligd d.m.v. een glaszekering. Deze zekering is intern
ingebouwd om de spatwaterdicht te waarborgen. Indien deze defect is dient u een
nieuwe zekering te laten plaatsen door uw dealer. Raadpleeg de probleemoplosser om te
constateren of de zekering defect is. Bij vervanging dient er altijd een zekering geplaatst
te worden met dezelfde waarde. In de technische specificaties kunt u deze waarde
opzoeken.

3
Nederlands
Stroombegrenzing
De lader is voorzien van een stroombegrenzing.
Compensatie spanningsverlies
De acculader compenseert automatisch de spanningsval over de aansluitkabels. Hierdoor
is het mogelijk op de aansluitbouten een hogere spanning te meten dan de ingestelde
waarde. De juiste spanning is daarom alleen te meten op de accupolen.
Soft start
De TBC 600 bevat een soft start, zodat de lader geen invloed heeft op de, eventueel,
aangeschakelde verbruikers. Hierdoor kan pas na 3min de juiste lading waargenomen
worden.
Laadtijd bewaking
Bij de laadprogramma’s voor een stand alone toepassing wordt de tijdsduur van het
laadprocess gecontroleerd. Duurt de hoofdlading en nalading tesamen meer dan 14 uur,
dan wordt het laadproces gestopt. Hiermee kan voorkomen worden dat men een kapotte
accu blijft doorladen. Hieruit kan echter ook blijken dat de laadstroom niet in juiste
verhouding staat tot de accucapaciteit (accu loopt schade op als het laadproces te lang
duurt).
Temperatuur
De lader is tegen een te hoge interne temperatuur beveiligd. Als de interne temperatuur
te hoog dreigt te worden schakelt de lader zich geheel uit. Dit wordt aangegeven d.m.v.
een error melding. Als de lader voldoende is afgekoeld wordt het laadproces automatisch
weer vervolgd.
Het verloop van de hierboven genoemde beveiliging is ster afhan elij van de
omgevingstemperatuur en manier van montage.
Bes hermingsgraad
De aanduiding om de beschermingsgraad aan te geven bestaat uit de kenletters ‘IP’
(International Protection), gevolgd door twee of drie kengetallen die aangeven aan welke
voorwaarden er zijn voldaan. Het eerste cijfer heeft betrekking op de beschermingsklasse
stofdichtheid, het tweede cijfer op de vloeistofdichtheid en het derde cijfer heeft
betrekking op de slagvastheid. Aan de TBC 600 kan IP 647 worden toegekend. Dit
betekent:
6 = de lader is geheel beschermd tegen stof
4 = de lader is beschermt tegen besproeiing van water uit alle richtingen
7 = de lader kan een slagkracht verdragen van max. 6,00 Joule (6Nm)
Belangrijk
Vanwege de spatwaterdichtheid is het van belang dat het voor- en achter apje
niet beschadigd ra en. Eventuele reparatie osten vallen dan niet onder de garantie.
HET LAADPROGRAMMA NSTELLEN
Met de drukknop ‘mode’ aan de voorzijde van het apparaat kan het laadprogramma
ingesteld kan worden. Stel de TBC 600 eerst in op het juiste programma voordat u de
lader inbouwt. De accu mag reeds aangesloten zijn, maar is geen vereiste.
Het instellen van de lader bestaat uit 3 fases:

4
Nederlands
Allereerst dient de toepassing bepaald te worden, nl. ‘on board’ gebruik of ‘stand
alone’gebruik.
Als tweede stap wordt het type accu bepaald.
Als laatste moet worden bepaald of er een temperatuur sensor aanwezig is.
De combinatie van deze 3 instellingen bepaald het laadprogramma.
Als de lader voor het eerst ingesteld wordt zal een ‘2’ in het display verschijnen en de
groene led gaan branden onder ‘charge process’. Dit laadprogramma is de
fabrieksinstelling.
Belangrijk
Onder geen beding mag het laadprogramma naar eigen inzicht ge ozen worden.
Dit an leiden tot onherstelbare schade aan accu en/of eventuele gebrui ers.
Aangezien el type en mer accu eigen laadvoorschriften heeft, zijn de vermelde
Laadprogramma’s puur advies. Controleer altijd of het geadviseerde laadprogramma
overeen omt met de laadvoorschriften van uw accu. Zie hiervoor de bijlagen. Zo niet,
neem dan contact op met uw acculeverancier voor een andere passende instelling.
Gebruikte termen
On board
Er zijn verbruikers aanwezig tijdens het laadproces. De lader zal tevens indirect als
voeding dienen voor de aangesloten apparatuur. Bij het laden van een (gedeeltelijk) lege
accu gaat de stroomafname van de verbruikers dus wel ten koste van de laadstroom
voor het laden van de accu.
Stand alone:
De tegenhanger van on board gebruik. Er zijn geen verbruikers aanwezig tijdens het
laadproces. De accu wordt na de ontlading aangesloten op de lader (of lader wordt aan
gezet) en vol geladen. Als de accu weer gebruikt gaat worden, is de lader afgekoppeld of
staat uit.
Zwaar cyclisch gebrui
Zwaar cylisch gebruik wil dat zeggen dat de accu op regelmatige basis diep ontladen
(>30%) en daarna geladen wordt. Omdat er meer sulfatering van de accu plaatsvindt
door de diepere ontladingen benodigen sommige accu’s een andere lading.
Instelpro edure:
Bepaal voordat u de instellingsprocedure start, waar u de lader op in dient te stellen
(uw toepassing: on board of stand alone, welk accutype u heeft en of er een
temp.sensor aanwezig is).
Druk de ‘mode’ knop in en sluit de lader gelijktijdig aan op de netspanning.
Blijf de knop indrukken tot rechtsonder in het display een punt oplicht. Dit wil zeggen
dat de lader in de instellingsprocedure staat.
Vervolg de stappen onder de betreffende toepassing (onboard pagina 5, stand alone
pagina 6).
+

5
Nederlands
ON BOARD
(verbrui ers aanwezig tijdens laadproces)
Zet de lader in de instellings procedure, zoals eerder omschreven.
Er verschijnt een ‘0’ in het display. D.m.v. het drukken op de ‘mode’ knop kunt u
nu wisselen tussen de groene en de rode led. Stel de lader in op de groene led
(= fabrie s-instelling).
Wacht hierna 10 seconden. Er verschijnt nu een cijfer in het display wat het
laadprogramma weer geeft. D.m.v. het herhaaldelijk drukken van de ‘mode’ knop kunt
u het juiste laadprogramma ingeven, behorende bij het accutype.
Voorgesteld
Accutype laadprogramma
GEL, AGM¹
NAT (fabrie sinstelling)
SEM TRACT E
VOL-TRACT E
CALC UM, AGM², SP RAL
Wacht hierna 10 seconden. Er verschijnt een ‘t’ in het display. Nu kan bepaald worden of
de optionele temperatuur sensor aangesloten is. D.m.v. het drukken
van de ‘mode’ knop kunt u wederom wisselen tussen de groene en de rode led.
Temperatuursensor Laat de groene led
aanwezig oplichten
Temperatuursensor
niet aanwezig Laat de rode led
(fabrie sinstelling) oplichten

6
Nederlands
STAND-ALONE
(géén verbrui ers aanwezig tijdens laadproces)
Zet de lader in de instellings procedure, zoals eerder omschreven.
Er verschijnt een ‘0’ in het display. D.m.v. het drukken op de ‘mode’ knop kunt u
nu wisselen tussen de groene en de rode led. Stel de lader in op de rode led.
Wacht hierna 10 seconden. Er verschijnt nu een cijfer in het display wat het
laadprogramma weer geeft. D.m.v. het herhaaldelijk drukken van de ‘mode’ knop kunt u
het juiste laadprogramma ingeven, behorende bij het accutype.
Accutype Voorgesteld laadprogramma
GEL, AGM¹
CALC UM, AGM², SP RAL
Zwaar cyclisch gebruik?
(comp. fase aan?)
SEM TRACT E
VOL-TRACT E
Wacht hierna 10 seconden.
Er verschijnt een ‘t’ in het display. Nu kan bepaald worden of de optionele temperatuur
sensor aangesloten is. D.m.v. het drukken van de ‘mode’ knop kunt u wederom wisselen
tussen de groene en de rode led.
Temperatuursensor Laat de groene
ledaanwezig oplichten
Temperatuursensor
niet aanwezig Laat de rode led
(fabrieksinstelling) oplichten
Ja Nee

7
Nederlands
Als na het instellen van de temperatuursensor de ‘mode’ knop voor 10 seconden niet
meer is gebruikt, zal de de lader uit de instelmode keren. Indien reeds een accu is
aangesloten zal het laadproces beginnen volgens het ingestelde programma.
De gekozen instellingen zullen bij het aanzetten van de lader altijd kortstondig oplichten.
In de bijlagen vindt u per laadprogramma een korte opsomming van de laadinstellingen.
Als de netspanning verwijderd wordt, blijft het laatst gekozen laadprogramma in het
geheugen van de acculader staan. Gaat de lader echter voor een andere toepassing en/of
accutype ingezet worden, dan dient het laadprogramma aangepast te worden.
NSTALLAT E
De laadomgeving
Het laden van de accu moet in een geventileerde ruimte geschieden, daar er explosieve
gassen (knalgas) vrij kunnen komen uit de accu. Er dient altijd voldoende vrije ruimte
rondom de lader aanwezig te zijn (eventuele ventilatie openingen mogen niet
geblokkeerd zijn). Dit is belangrijk voor voldoende luchtcirculatie, t.b.v. de koeling van
de lader en de afvoer van vrij gekomen gassen.
De TBC 600 is geschikt voor buitenshuis gebruik, maar niet direct aan regen of
waterstralen blootstellen.
Belangrijk
Tijdens le en of verdampen van brandstof niet laden.
Montage
De TBC 600 dient bij voorkeur verticaal gemonteerd te worden met de aansluitbouten
naar boven.
Belangrijk
Als u de lader op een staal of aluminium schip gaat monteren, dient u de lader
geïsoleerd op te hangen. Dit wil zeggen, het huis van de lader mag geen contact
ma en met het schip, om ele trolyse te voor omen. Een andere mogelij heid is om
een scheidingstrafo te installeren.
Kabeldikte
Om de juiste kabeldikte te bepalen kunt u onderstaande formule aanhouden. Probeer de
aansluitkabels zo kort mogelijk te houden. Gebruik bij voorkeur een rode (+) en een
zwarte ( ) kabel.
Max. stroom x afstand x 0,2 = abeldi te mmq.
Accu lader
Bijvoorbeeld:
Een TBC 624 1 20 is op een afstand van 2 meter van de accu gemonteerd. De kabeldikte
wordt dan: 20 (stroom) x 2 (meter) x 0,2 = 8mmq
Als de uitkomst geen bestaande kabeldikte is, neem dan de dichtstbijzijnde dikte bij de
uitkomst.

8
Nederlands
Aansluiting
1. Monteer een rode draad op de + bout en
een zwarte draad op de – bout van de
acculader dmv. een M6 kabeloog.
2. Bevestig eerst de andere zijde van de rode
draad op de + pool van de accu (dmv
krokodillenklem, accuklem of kabeloog).
Monteer daarna op dezelfde wijze de zwarte
draad op de pool van de accu.
3. Steek de stekker in een werkend, geaard
stopcontact. Het laadproces zal gaan beginnen.
Als u de verbinding tussen de accu en de lader wilt verwijderen, dient u eerst de lader af
te koppelen van de netspanning.
Belangrijk
De accu aansluiting die niet verbonden is met het chassis, moet als eerste aange-
sloten worden. De andere verbinding moet gemaa t worden met het chassis.
Sluit de lader aan op de accu op een afstand van de brandstofinstallatie
Controleer of de netspanning van de spanningsbron overeen omt met de
benodigde netspanning van de lader.
Verder is het bij de montage belangrijk dat u de volgende punten opvolgt:
Gebruik voor de bevestiging van de kabels en de lader altijd de bijgeleverde moeren
en sluitringen (messingnikkel)! Als er een andere materiaalsoort wordt gebruikt
kunnen de bouten zo warm worden dat ze uit de print branden.
Zorg er ook voor dat de aansluiting van de kabel goed contact maakt, anders worden
de bouten te warm met kans dat ze uit de print branden.
Draai de moeren niet te vast aan, vast=vast. Als deze te vast aangedraaid worden
kunnen de bouten zich losdraaien van de print. De lader zal dan niet meer juist
functioneren.
Er wordt geen garantie verleend als de lader defect is geraa t doordat bovenstaande
punten niet zijn opgevolgd.
AANSLU TEN VAN EEN LAADSTROOMVERDELER
U kunt twee of drie accusets gelijktijdig laden/onderhouden d.m.v. een
laadstroomverdeler. Belangrijk is dan wel dat de D+ aansluiting op de lader aangesloten
wordt. Deze D+ aansluiting bevindt zich aan de voorzijde van de lader in de vorm van
een schroefverbinding. Wordt deze niet aangesloten, dan zal het geheel niet werken.
Verbind de D+ aansluiting van de lader met de D+ aansluiting op de laadstroomverdeler
met een dunne kabel (+/ 1,5mmq ). Monteer tevens een diode tussen de D+ van de
dynamo en de D+ van de laadstroomverdeler. Het aansluitschema is tevens te
downloaden op www.xenteq.nl Om een juiste werking te kunnen garanderen adviseren
wij de verliesarme DB 180 (2 uitgangen) of DB 270 (3 uitgangen) uit ons assortiment te
nemen.

9
Nederlands
N GE BR U K
Bij inschakeling geeft de lader kortstondig het ingestelde laadprogramma weer d.m.v.
een cijfer in het display en één of meerdere led’s onder ‘charge process’. Bij start van het
laadproces controleert de TBC 600 eerst de accuspanning. Mocht de accuspanning niet
akkoord zijn dan wordt dit aangegeven met een error indicatie.
Het laadproces bestaat uit max. 5 fases, afhankelijk van het ingestelde laadprogramma.
De duur van het totale laadsproces is afhankelijk van de accukwaliteit, accucapaciteit,
diepte van ontlading, de aanwezigheid van gebruikers die nog stroom vragen en van het
ingestelde laadprogramma. Verder kunnen eventuele foutmeldingen het laadproces
vertragen. Een korte beschrijving van elke laadfase:
1. Hoofdlading (boost) = T1
Elke lading begint in deze fase, ongeacht of de accu vol is of niet. De laadstroom
bedraagt 100% en de spanning loopt op tot dat de ingestelde spanning is bereikt. De
hoofdlading heeft altijd een minimale tijdsduur van 30min. Als een volle accu wordt
aangesloten duurt deze fase dan ook maar 30 minuten.
Tijdens deze fase brandt de rode led onder ‘charge process’.
2. Nalading (equalize) = T2
In deze fase blijft de lader doorladen op de ingestelde waarde. Doordat de accu vol raakt
neem de laadstroom af. Het omslagpunt naar de volgende fase is afhankelijk van het
laadprogramma (gebaseerd op tijd of op een percentage van de laadstroom). Deze fase
heeft echter altijd een maximum tijdsduur van 4 uur. Thermische stops worden hierin
niet meegerekend.
Tijdens deze fase brandt de gele led onder ‘charge process'.
3. Compensatie ( ompensate) = T3
Dit is een speciale en extra laadfase om het sulvaat af te breken wat ontstaat bij
regelmatige (diepe) ontlading. De spanning kan hierbij oplopen naar 16Volt. Deze fase
komt dan ook alleen voor bij de laadprogramma’s onder een stand alone toepassing
(géén gebruikers tijdens het laadproces). Voor het merendeel van de gesloten, onder
houdsvrije accu’s is deze fase niet geschikt. De comp. fase duurt maximaal 4 uur.
Thermische stops worden hierin niet meegerekend.
Tijdens deze fase nippert de gele led onder ‘charge process’.
4. Druppellading (float) = T4
De accu is vol en wordt in deze fase onderhouden door middel van een lagere, stabiele
spanning van 13,5Volt of 13,8Volt, afhankelijk het laadprogamma. In deze fase kan de
lader nog zijn maximale stroom leveren zonder dat de lader weer naar de hoofdlading
gaat. Hierdoor kan de TBC 600 indirect als voeding dienen voor eventuele gebruikers.
Indien de accuspanning voor langere tijd onder 12,65Volt daalt, schakelt de lader
automatisch terug op de hoofdlading (T1).
Tijdens deze fase brandt de groene led onder ‘charge process’.
5. Jogging = T5
Als tijdens de druppellading de laadstroom langer dan 24 uur onder de 10% is gebleven
schakelt de lader over naar jogging. D.m.v. deze fase wordt voorkomen dat een accu die
lange tijd onder druppellading staat ‘lui’ wordt. In deze fase wordt er geen laadstroom
afgegeven, maar staat de lader in een wacht stand. Als de accuspanning tot 12,65Volt
gedaald is, schakelt de lader automatisch terug naar de hoofdlading (T1).
Tijdens deze fase nippert de groene led onder ‘charge process’.

10
Nederlands
Belangrijk
Het is van belang dat een laadproces altijd geheel wordt afgerond. Het laadproces
mag daarom alleen gestopt worden als de groene LED onder ‘charge process’
oplicht of nippert. Indien de lading tussentijds wordt afgebro en is het gevolg dat
de accu zijn spanning- en zuur verhouding verliest. Hierdoor an schade ontstaan
aan de accu.
Als de accu losgekoppeld wordt of als de netspanning verbroken wordt, dan zal het
huidige laadproces stoppen. Indien er weer een accu aangesloten wordt of de
netspanning weer aanwezig is, dan zal in beide gevallen een nieuw laadproces gestart
worden.
Mocht er bij de start van of tijdens het laadproces een fout geconstateerd worden, dan
zal er in het display het cijfer van de betreffende fout verschijnen. Zie ‘weergave
laadstatus’ en de probleemoplosser.
WEERGAVE LAADSTATUS
Het laadproces is te volgen met de rode, gele en groene LED. Indien tijdens de lading
een foutmelding onstaat zal dit weergegeven worden in het display.
Raadpleeg de probleemoplosser bij de foutmeldingen.
Rode
LED
Gele LED Groene LED Error melding
display
brandt knippert brandt knippert
Hoofdlading X
Nalading X
Comp. Lading X
Druppellading X
Jogging X
Accupolariteit of
Geen accu aanwezig 1
Te lage accuspanning
2
14 uurs limiet 3
Thermische stop 4
Accu gesulfateerd 5
Temp.sensor error 6

11
Nederlands
PROBLEEMOPLOSSER
Probleem (mogelij e) oorzaa Handeling
Error indicatie 1
(Wisselt steeds af met
het weergeven van het
ingestelde laadprogramma)
Aansluitdraden omgepoold.
Verwijder de verbinding en
sluit de kabels op de juiste
manier aan (+ op +, op ).
Geen batterij spanning
aanwezig.
Verbinding en zekering con
troleren tussen accu en
lader.
Er is een laadstroomverdeler
aangesloten die de accu
spanning spert waardoor de
lader niet kan inschakelen.
Gebruik de D+ aansluiting,
zie hoofdstuk ‘Het aansluiten
van een laadstroomverdeler’
Error indicatie 2 De accu heeft een spanning
tussen de 1,0 11,0Volt
Deze indicatie blijft gedu
rende 5 min. branden. Geen
handeling onder nemen en
het laadproces afmaken.
Let op! Bij meerdere te
diepe ontladingen gaat de
accu snel defect.
Error indicatie 3
De boostfase (T1) + de
equalizefase (T2) duurt
langer dan 14 uur. Het
laadproces is stopgezet.
controleer of de laadstroom
in een juiste verhouding
staat tot de accucapaciteit.
Controleer of er een zware
verbruiker aan staat tijdens
het laden. Wijzig het
laadprogramma.
Controleer de accu.
Error indicatie 4 Lader staat in een
thermische stop.
Het laadproces zal automa
tisch weer vervolgt worden
als de lader voldoende is
afgekoeld.
probeer de lader in een zo
koel mogelijke omgeving te
plaatsen
controleer of de lader
genoeg kan ventileren.
Error indicatie 5 Accu gesulfateerd.
Houdt deze error aanduiding
bij de volgende ladingen in
de gaten. Blijft deze error
voor
komen laat dan de accu
controleren/ vervangen.

12
Nederlands
Error indicatie 6
Temperatuursensor defect
Vervang de temperatuur
sensor en reset de lader
door de netspanning te
verwijderen.
Lader staat ingesteld voor
een temperatuursensor
maar deze is niet aanwezig.
Wijzig het laadprogramma.
Lader werkt geheel niet. Geen netspanning aanwezig.
Controleer de netspan
ning, deze dient hoger te
zijn als 180VAC (95VAC bij
115VAC ingang)
Laat de interne zekering
door uw dealer controleren.
Alleen het power LED
je licht
op. Te lage netspanning.
Controleer de netspanning,
deze dient hoger te zijn als
180VAC (95VAC bij 115VAC
ingang).
De lader geeft de juiste
indicatie aan, maar de accu
wordt niet bijgeladen. De
lader geeft niet de juiste
spanning (en stroom) af.
De lader is bezig met de soft
start.
3 minuten na inschakeling
van de lader is de juiste
lading waar te nemen.
Oxidatie van connectors/
verbindingen tussen lader en
accu.
Controleer de connectors en
vervang indien nodig.
Lader levert niet zijn
maximale laadstroom. Te lage netspanning.
Controleer de netspanning.
Onder een spanning van
200VAC (100VAC bij 115VAC
ingang) zal de lader niet zijn
volledige laadstroom kunnen
leveren.
Accu komt niet vol, de rode
of gele led blijft, na verloop
van tijd, oplichten.
De accu is stuk.
Meet de zuurgraad van alle
cellen en vervang de accu
indien nodig.
Er staan zware verbruikers/
belasters aangesloten op de
accu.
Schakel zo veel mogelijk
verbruikers uit.
De lader is te licht voor de
accu. Raadpleeg uw leverancier.
U meet een te hoge
spanning op de
aansluitbouten.
De acculader compenseert
automatisch de spanningsval
over de aansluitkabels.
Meet de spanning op de
accupolen.

13
Nederlands
ACCESSO RES
Temperatuur sensor BTC 100
Meet tijdens het gehele laadproces de temperatuur van de accu. Afhankelijk van de
gemeten temperatuur wordt er een compensatie toegepast op de eindspanning. Om de
spatwaterdichtheid te waarborgen wordt deze optie af fabriek ingebouwd en dient bij
bestelling opgegeven te worden. Achteraf is dit niet meer mogelijk. Let op: als er
gebruik gemaakt wordt van deze temperatuursensor dan dient het laadprogramma
hierop ingesteld te worden. Zie hoofdstuk ‘Het laadprogramma instellen’.
LCD-monitor PCM 100
Hiermee is het mogelijk om op afstand het laadproces te volgen. Op de monitor kunnen
gegevens afgelezen worden zoals accuspanning, laadstroom, ladingsfase en eventuele
errors. Om de spatwaterdichtheid te waarborgen wordt deze optie af fabriek ingebouwd
en dient daarom bij bestelling opgegeven te worden.
ONDER HOU D
De TBC acculader behoeft geen specifiek onderhoud. Als u de lader schoon wilt maken,
gebruik dan enkel een (droog geknepen) doek. Volg de instructies van de fabrikant voor
gebruik van en omgang met de accu.
Belangrijk
Controleer regelmatig de status van de acculader.
Controleer regelmatig de abels en verbindingen.
Controleer ventilatie openingen regelmatig.
Controleer het vloeistofniveau bij een niet onderhoudsvrije accu regelmatig.
GARANT E EN SERV CE
De TBC 600 acculaders worden geleverd met het Smart Value Servicelabel
van Xenteq. Dit label geeft u extra voordelen en zekerheden op gebied van
service. Lees meer hierover op onze website.
Raadplaag eerst de probleemoplosser en de overige uitleg in deze gebruiksaanwijzing
voordat u de lader retourneert. Indien een defect/probleem d.m.v. van de gebruiks
aanwijzing opgelost had kunnen worden, dan zijn wij genoodzaakt om de gemaakte
kosten door te berekenen. In geval van een defect kunt u de lader terug brengen naar
uw leverancier of rechtstreeks retourneren naar het adres op de achterzijde. De lader
dient gefrankeerd op gestuurd te worden. Op de TBC 600 serie wordt 5 jaar garantie
verleend vanaf verkoopdatum en alleen op de onderdelen en arbeidsloon van de
reparatie. Garantieduur is alleen van kracht als de (kopie) aankoopbon overhandigd is.
De garantie vervalt bij reparatiewerken door derden, alsook door foutief gebruik of
aansluiting van de lader. Probeer onder geen geding de lader zelf te repareren.
Het gebrui van deze acculader is de verantwoordelij heid van de lant. De fabri ant
stelt zich niet aanspra elij voor de (voorgestelde) laadprogramma’s of schade als gevolg
van gebrui van de TBC 600.

14
English
NT RODUCT ON
The voltages mentioned in this user manual are based on a 12V system. The voltages
must be multiplied as follows: x2 for 24 Volt, x3 for 36 Volt and x4 for 48Volt. On the last
pages you will find the technical specifications of the TBC 600.
The TBC 600 is a fully automatic battery charger and floatcharger in one and can be left
connected to the mains power supply keeping the battery in a good condition. The
microprocessor measures and checks the battery and charge process continuously, wich
results in a very safe and reliable charging process.
The ProMax contains different charging programs. By means of the ‘mode’ button on the
front the charger the charging program is set easily. This way the charger can be
adjusted optimally for each battery type and specific application.
You can use multiple powersources, like solar panels or a dynamo, together with the TBC
600.
mportant
Don’t connect devices directly to the connection terminals on the battery charger.
FE A TU RES
The TBC 600 contains a wide variety of features and protections to promote the usability
and of course also to ensure that the charge process progresses extremely safe.
Reverse polarisation
Reverse polarisation means that the plus and minus connection wires are inadvertently
reversed on the battery or on the charger. Reverse polarisation is indicated by an error
indication. Disconnect, and connect the battery and the charger properly.
Automati voltage ompensation
The battery charger automatically compensates for the voltage drop over the connection
cables. Because of this, it’s possible that a voltage reading on the connection terminals
will be higher than the set value.
Short ir uit (output)
The charger is protected from short circuit when no battery is connected, even in the
presence of the mains voltage. Batteries on the other hand cannot withstand short
circuit. Never short circuit the battery, irrespective of whether the charger is connected
or if the mains voltage is present. When a battery is short circuited there is a danger that
it will explode!!!
Output voltage
The charger can only be activated if a battery has been connected to it. Without the
presence of a battery no voltage readings will be measured.
Soft Start
The TBC 600 features a soft start, so that the charger has no influence on any power
users which may be turned on. Because of this the correct charge level can only be
indicated 3 min after start up.

15
English
Charge time monitoring
At the charge programs for a stand alone application, the duration of the charge process
is monitored. Is the duration of the boost phase and equalizing phase more than 14
hours, then the charging process will be stopped. This way it can be prevented a broken
battery will be charged continuously. But with this feature it also can become clear that
the charge current isn’t in the correct proportion to the battery capacity (the battery can
become damaged when the charge process takes too long).
Input voltage
The input of the charger is protected by means of a fuse. This fuse is built in internally to
ensure the splash waterthigtness. Consult the problem solver to determine whether the
fuse is defective.
Current limitation
The charger incorporates a current limitation feature. This limit is set to 110% of the
maximum charging current.
Temperature
If the internal temperature becomes to high, the charger shuts down automatically. This
thermal stop is indicated by an error indication. When the charger has cooled down it will
continue the charging process. How the temperature protective devices operate will
depend strongly on the ambient temperature.
Level of prote tion
The indication for the degree of protection contains the character ‘IP’ (International
Protection) followed by two or three digits that stipulates the conditions that it complies
with. The first digit refers to the class of protection for density, the second digit to the
fluid density and the last digit refers to the impact resistance. The TBC 600 can be
assigned IP 647, which means:
6 = the charger is protected against dust.
4 = the charger is protected against spraying of water from all directions.
7 = the charger can bear a n impact force of 6.00 Joule (6Nm) max.
mportant
It is important that the plastic coating of the front panel doesn’t get damaged,
because otherwise the charger will not be waterproof anymore. The cost for this
repair is not covered by warranty.
SE TT NG T H E C HARG NG PR O GR A M
The charging program can be set by pressing the ‘mode’ pushbutton on the front of the
charger. Set the TBC 600 to the correct program before mounting the case. The battery
may be connected already but this is not a requirement.
The set up of the charger consists out of three phases.
First the application needs to be determined; ‘on board’ use or ‘stand alone’ use.
In the second step the type of battery is determined.
As last step the determination whether a temperature sensor is present needs to be
made.
The combination of these three adjustments determines the charging program.

16
English
If the charger is being set for the first time a ‘2’ will appear in the display screen and the
green led located under ‘charge process’ will come on. This charging program is the
default factory setting.
mportant
Under no circumstances must the charge program be set arbitrarily. This can lead
to irreparable damage of the battery and any devices which may be connected.
Since each battery type and –brand has its own charge requirements, the
mentioned charging programs are purely suggestions. Always chec if the
recommended charging program matches the charging guides of your battery. See
page 38. If not, please contact your battery supplier for another suitable setting.
Used terms
On-board
There are users connected during the charging process. The charger will indirectly supply
the present consumers. When charging a (partially) empty battery, the current draw of
the consumers comes at the expense of the charge current for the battery.
Stand-alone:
The opposite of on board use. There are no users present during the charging process.
After discharging, the battery is connected to the charger (or charger turned on) and
fullycharged. When the battery is going to be used again, the charger is disconnected or
turned off.
Heavy cyclic use
Heavy cyclic use means that the battery on a regular basis is discharged deeply (>30%)
and then recharged. Because more sulphation occurs, deeply, some batteries require a
different charging program.
A tivating set-up mode
Make sure you know the correct charger settings before you begin with the
adjustment procedure (your application: on board or stand alone, which battery type
you have and if a temperature sensor is present).
Press and hold the ‘mode’ button and, at the same time, plug the mains cable into
the socket.
Keep the button pressed down until a dot lights up in the lower right corner of the
display screen.
Continue with the steps appropriate for the particular application (on board page 18,
stand alone page 19).
+

17
English
ON BOARD
(users present during the charge proces)
Activate the set up mode, as described earlier.
A ‘0’ will appear in the display screen. By way of pressing on the ‘mode’ button it
is possible to switch between the green and the red led. Adjust the charger as per the
green led (= factory setting).
After this wait for 10 seconds. A number will now appear in the display screen which
indicates the charging program. By way of repeatedly pressing the ‘mode’ button it is
possible to enter the correct charging program which corresponds to the battery type.
Battery type Suggested charge program
GEL, AGM¹
WET (factory setting)
SEM TRACT ON
TRACT ON
CALC UM, AGM², SP RAL
After this wait for 10 seconds.
A ‘t’ will appear in the display screen. Now it is possible to determine if the optional
temperature sensor has been connected. By way of pressing the ‘mode’ button it is once
again possible to switch between the green and red led.
Temperature sensor Set the LED to green.
present
Temperature sensor
isn’t present Set the LED to red.
(factory setting)

18
English
STAND-ALONE
(no users present during the charge proces)
Put the charger in set up mode, as described earlier.
A ‘0’ will appear in the display screen. By way of pressing on the ‘mode’ button it is
possible to switch between the green and the red led. Adjust the charger as per the
red led.
After this wait for 10 seconds.
A number will now appear in the display screen which indicates the charging program.
By way of repeatedly pressing the ‘mode’ button it is possible to enter the correct
charging program which corresponds to the battery type.
Battery type Suggested charge program
GEL, AGM¹
CALC UM, AGM², SP RAL
Heavy cyclic use?
(comp. phase on?)
SEM TRACT ON
TRACT ON
After this wait for 10 seconds.
A ‘t’ will appear in the display screen. Now it is possible to determine if the optional
temperature sensor has been connected. By way of pressing the ‘mode’ button it is once
again possible to switch between the green and red led.
Temperature sensor Set the LED to green.
present
Temperature sensor
isn’t present Set the LED to red.
(factory setting)
Yes
No

19
English
If after the adjustment of the temperature sensor the ‘mode’ button is not used for a
duration of 10 seconds the charger will exit the set up mode. If at that time a battery
has already been connected then the charging process will start according to the selected
program.
The selected settings will always briefly light up when turning on the charger. In the
appendix you will find a brief list of all the charge settings.
If the mains voltage supply is removed, the last chosen charging program will remain in
the memory of the battery charger. In the case the charger will next be utilized for a
different function than the previous one then the proper adjustments will have to be
made to the charging program.
NS T AL LAT O N
The atmosphere
The battery should be charged in an area with adequate because it may emit explosive
gases. Be sure that there is enough space around the charger. This is important for the
air circulation, for cooling of the charger and release of gases emitted. The TBC 600 may
be used outdoors, however protect the charger against rain.
mportant
Do not charge when there is a fuel lea or fuel is evaporating.
Mounting
The TBC 600 should be mounted vertically with the front side connectors facing upwards.
mportant
When the charger is to be used in an aluminium or steel ship/vessel, it must be
insulated by suspension. That is, in order to avoid electrolysis, the casing of the
charger may not be in contact with the ship.
Wire thi kness
You can use the formula given below to determine the correct cable thickness. If the
result of the calculation is not a standard, existing cable thickness then choose the cable
that is the closed by.
Max. current x distance x 0,2 = cable mm2
battery – charger
Example : a TBC 612 1 25 is connected to the battery on a distance of 2 meters.
25 (current) x 2 (meter) x 0,2 = 10mmq
If the result is not a standard cable thickness, then use the nearest standard cable
thickness.

20
English
Conne tion
1. Connect a red wire on the + bolt and a black
wire on the – bolt of the charger by means
of a M6 terminal ring.
2. Fasten firstly the other side of the red cable
on the + pole of the battery (with an alligator
clip, battery clamp or terminal ring). Repeat
this with the black wire on the pole of the battery.
3. The power plug can be put into a socket. The charging
process will begin.
When you want to disconnect the charger from the battery, the power plug must be
removed from the outlet firstly.
mportant
The battery junction that isn’t lin ed with the frame should be connected firstly.
The other junction must be made with the frame.
The connection between the charger and the battery must be made some distance
from the fuel installation.
Chec whether the mains voltage of the voltage source is the same as the required
input voltage of the charger
It is also very important that you observe the following procedures:
Always use the screw nuts and washers (brass nickel) included. When other materials
are used there is a risk that the bolt will burn out of the print board.
Make sure that the wires make good contact between the charger and the battery. If
this connection is weak, there is a chance that the bolts will burn out of the print
board.
Do not tighten the screws more than necessary. If the screws are tightened too much
the bolts may disconnect from the print board.
If the charger has a malfunction because these procedures are not observed, the
warranty will lapse.
CO N NEC T NG A BAT TERY SO LATOR
You can charge/maintain two or three battery sets simultaneously by using a battery
isolater. It is important to connect the D+ connector of the charger. If the D+ connector
is not connected then the system will not work. Connect the D+ connection on the
charger with the D+ connection on the battery separator by means of a thin cable (+/
1.5mmq). In addition, mount a diode between the D+ of the dynamo and the D+ battery
isolator. We advise you to use the low loss DB 180 (2 outputs) or the DB 270 (3
outputs).
Table of contents
Languages:
Other Xenteq Batteries Charger manuals

Xenteq
Xenteq Avena 100 User manual

Xenteq
Xenteq ProMax 200 User manual

Xenteq
Xenteq ProMax 200 Series User manual

Xenteq
Xenteq TBC 600 Series User manual

Xenteq
Xenteq Econline EBC AT Series User manual

Xenteq
Xenteq HDC Series User manual

Xenteq
Xenteq LBC 500S Series User manual

Xenteq
Xenteq LBC 500S Series User manual

Xenteq
Xenteq LBC 500XTR Series User manual

Xenteq
Xenteq Avena 100 User manual