Xenteq ProMax 200 User manual

Gebruiksaanwijzing
NL
P a g . 2
Users manual EN
Pag e 14
Gebrauchsanweisung DE
Seite 26
ProMax 200
S o f tw a r e V 1 . 3 . 1

2
NL
INTRODUCTIE
De vermelde spanningen in deze gebruiksaanwijzing zijn gebasseerd op een 12Volts
systeem. De spanningen dienen te worden vermenigvuldigd met: x2 bij 24Volt, x bij
6Volt en x4 bij 48Volt. In de bijlagen staan de technische specificaties van de Promax
200.
De Promax 200 is een volledig automatische acculader en druppellader in één en kan
daarom permanent aan de netspanning en aan de accu aangesloten blijven. De
microprocessor controleert continu de accu en het laadproces zodat een zeer veilig en
nauwkeurig laadproces gewaarborgd wordt. De ProMax bevat verschillende
laadprogramma s. Door middel van de ‘mode knop aan de voorzijde van de lader wordt
het laadprogramma eenvoudig gekozen. De lader kan zo optimaal afgestemd worden op
het betreffende accu type en de toepassing. Dit komt uiteraard de capaciteit en
levensduur van de accu ten goede.
Het is voor de ProMax 200 geen probleem als er gelijktijdig meerdere voedingsbronnen,
zoals een dynamo of zonnepaneel, aangesloten zijn.
Belangrijk
Sluit geen verbruikers rechtstreeks aan op de aansluitbouten van de acculader.
EIGENSCHAPPEN
De ProMax 200 heeft een groot aantal eigenschappen en beveiligingen ter bevordering
van de gebruiksvriendelijkheid, maar uiteraard ook om u evan te verzekeren dat het
laadproces veilig verloopt.
Ompoling
Bij ompoling zijn de aansluitdraden voor de plus en de min met elkaar verwisseld, op de
accu of op de lader. Ompoling wordt aangegeven d.m.v. een error indicatie.
Kortsluiting op de uitgang
De lader is beveiligd tegen kortsluiting als er géén accu op aangesloten is, ook als de
lader aan staat (netspanning aanwezig).
Accu’s kunnen daarentegen niet tegen kortsluiting!
Maak daarom nooit een kortsluiting op de accu. Maak ook nooit een kortsluiting als de
lader is aangesloten op de accu, ongeacht of de netspanning aanwezig is. Als een accu
wordt kortgesloten bestaat er de kans dat de accu explodeert!!!
Uitgangsspanning
De lader wordt pas geactiveerd als er een accu aangesloten is. Zonder aanwezigheid van
een accu zal er dus geen spanning gemeten worden.
Ingangsspanning
De ingang van de lader is beveiligd d.m.v. een glaszekering. Deze is bereikbaar op de
achterzijde van de lader. Bij vervanging dient er altijd een zekering geplaatst te worden
met dezelfde waarde. In de technische specificaties in de bijlage kunt u deze waardes
opzoeken.
Stroombegrenzing
De lader is voorzien van een stroombegrenzing.

3
NL
Laadtijd bewaking
Bij de laadprogramma s voor een stand alone toepassing wordt de tijdsduur van het
laadprocess gecontroleerd. Duurt de hoofdlading en nalading tesamen meer dan 14 uur,
dan wordt het laadproces gestopt. Hiermee kan voorkomen worden dat men een kapotte
accu blijft doorladen. Hieruit kan echter ook blijken dat de laadstroom niet in juiste
verhouding staat tot de accucapaciteit (accu loopt schade op als het laadproces te lang
duurt).
Compensatie spanningsverlies
De acculader compenseert automatisch de spanningsval over de aansluitkabels. Hierdoor
is het mogelijk op de aansluitbouten een hogere spanning te meten dan de ingestelde
waarde. De juiste spanning is daarom alleen op de accupolen te meten.
Soft start
De Promax 200 bevat een soft start, zodat de lader geen invloed heeft op de, eventueel,
aangeschakelde verbruikers. Hierdoor kan pas na 3min de juiste lading waargenomen
worden.
Temperatuur
De lader is d.m.v. een ventilator tegen een te hoge interne temperatuur beveiligd. Mocht
de koeling van de ventilator nog niet voldoende zijn, dan schakelt de lader zich geheel
uit. Deze thermische stop wordt aangegeven d.m.v. een error indicatie. Als de lader weer
voldoende is afgekoeld wordt het laadproces automatisch weer vervolgd.
Het verloop van de hierboven genoemde beveiligingen is sterk afhankelijk van de
omgevingstemperatuur en manier van montage.
Bes hermingsgraad
De aanduiding om beschermingsgraad aan te geven bestaat uit de kenletters ‘IP
(International Protection), gevolgd door twee of drie kengetallen die aangeven aan welke
voorwaarden er zijn voldaan. Het eerste cijfer heeft betrekking op de beschermingsklasse
stofdichtheid, het tweede cijfer op de vloeistofdichtheid en
het derde cijfer heeft betrekking op de slagvastheid. Aan de Promax 200 kan IP 205
worden toegekend. Dit betekent:
2= de lader is beschermd tegen vaste stoffen groter dan 12mm.
0= de lader heeft geen bescherming tegen water/vloeistof e.d.
5= de lader kan een slagkracht verdragen van max. 2,00 Joule (2Nm)
Belangrijk
Bescherm de lader voor vocht en vervuiling. Dit kan aangezogen worden door de
ventilator en kan intern schade aanbrengen. Eventuele reparatiekosten vallen dan
niet onder de garantie.
HET LAADPROGRAMMA INSTELLEN
Met de drukknop ‘mode aan de voorzijde van het apparaat kan het laadprogramma
ingesteld kan worden. Stel de ProMax 200 eerst in op het juiste programma voordat u de
lader inbouwt. De accu mag reeds aangesloten zijn, maar is geen vereiste.
Het instellen van de lader bestaat uit 3 stappen:
Allereerst dient de toepassing bepaald te worden, nl. ‘on-board gebruik of ‘stand-
alone gebruik (zie onderstaande uitleg).

4
NL
Als tweede stap wordt het type accu bepaald.
Als laatste moet worden bepaald of er een temperatuur sensor aanwezig is.
De combinatie van deze 3 instellingen bepaalt het laadprogramma.
Als de lader voor het eerst ingesteld wordt zal een ‘2 in het display verschijnen en de
groene led gaan branden onder ‘charge process . Dit laadprogramma is de
fabrieksinstelling.
Belangrijk
Onder geen beding mag het laadprogramma naar eigen inzicht gekozen worden. Dit
kan leiden tot onherstelbare schade aan accu en/of gebruikers. Aangezien elk merk en
type accu eigen laadvoorschriften heeft, zijn de vermelde laadprogramma’s puur
advies. Controleer altijd of het geadviseerde laadprogramma overeenkomt met de
laadvoorschriften van uw accu. Zie hiervoor de bijlage. Zo niet, neem dan contact op
met uw acculeverancier voor een passende instelling.
Gebruikte termen:
-On board
Er zijn verbruikers aanwezig tijdens het laadproces. De lader zal tevens indirect als
voeding dienen voor de aangesloten apparatuur. Bij het laden van een (gedeeltelijk) lege
accu gaat de stroomafname van de verbruikers dus wel ten koste van de laadstroom
voor het laden van de accu.
-Stand alone:
De tegenhanger van on board gebruik. Er zijn geen verbruikers aanwezig tijdens het
laadproces. De accu wordt na de ontlading aangesloten op de lader (of lader wordt
aangezet) en vol geladen. Als de accu weer gebruikt gaat worden, is de lader
afgekoppeld of staat uit.
-Zwaar cyclisch gebruik
Zwaar cylisch gebruik wil dat zeggen dat de accu op regelmatige basis diep ontladen
(>30%) en geladen wordt. Omdat er meer sulfatering van de accu plaatsvindt door de
diepere ontladingen benodigen sommige accu s een andere lading.
Instelpro edure:
Bepaal voordat u de instellingsprocedure start, waar u de lader op in dient te stellen
(uw toepassing: on-board of stand-alone, welk accutype u heeft en of er een
temp.sensor aanwezig is).
Sluit de lader aan op de netspanning.
Druk op de ‘mode knop en schakel de lader gelijktij ig aan d.m.v. de aan/uit
schakelaar aan de achterzijde van het apparaat.
Blijf de knop indrukken tot rechtsonder in het display een punt oplicht. Dit wil
zeggen dat de lader in de instellingsprocedure staat.
Vervolg de stappen onder de betreffende toepassing (onboard pag. 5, stand alone
pag 6).
+

5
NL
ON BOARD
(verbruikers aanwezig tijdens laadproces)
Zet de lader in de instellings procedure, zoals eerder omschreven.
Er verschijnt een ‘0 in het display. D.m.v. het drukken op de ‘mode knop kunt u
wisselen tussen de groene en de rode led. Stel de lader in op de groene led (= fabrieks-
instelling).
Wacht hierna 10 seconden. Er verschijnt nu een cijfer in het display wat het
laadprogramma weer geeft. D.m.v. het herhaaldelijk drukken van de ‘mode knop kunt
u het juiste laadprogramma ingeven, behorende bij het accutype.
Accutype Voorgesteld laadprogramma
GEL, AGM(1)
NAT (fabrieksinstelling)
OPEN SEMI TRACTIE
VOL-TRACTIE
CALCIUM, AGM(2), SPIRAL
Wacht hierna 10 seconden.
Er verschijnt een ‘t in het display. Nu kan bepaald worden of de optionele
temperatuur sensor aangesloten is. D.m.v. het drukken van de ‘mode knop kunt u
wederom wisselen tussen de groene en de rode led.
Temperatuursensor Laat de groene led
aanwezig oplichten
Temperatuursensor
niet aanwezig Laat de ro e led
(fabrieksinstelling) oplichten
Table of contents
Languages:
Other Xenteq Batteries Charger manuals

Xenteq
Xenteq Avena 100 User manual

Xenteq
Xenteq LBC 500XTR Series User manual

Xenteq
Xenteq LBC 500S Series User manual

Xenteq
Xenteq Profline TBC 600 User manual

Xenteq
Xenteq LBC 500XTR Series User manual

Xenteq
Xenteq ProMax 200 Series User manual

Xenteq
Xenteq Econline EBC AT Series User manual

Xenteq
Xenteq HDC Series User manual

Xenteq
Xenteq TBC 600 Series User manual

Xenteq
Xenteq LBC 500S Series User manual