Babboe Curve Mountain User manual

Gebruikershandleiding • User Manual • Gebrauchsanleitung • Manuel d’utilisation
Yamaha Midmotor

ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
INHOUDSOPGAVE
Gefeliciteerd 3
Instructie Yamaha middenmotor
Werking Yamaha aandrijving 4
Elektrische componenten 5
A. Locatie van de waarschuwings- en specificatielabels 5
B. Beschrijving 6
C. E-Bike Systeem 6
D. Veiligheidsinformatie 8
E. Instrument- en besturingsfuncties 11
F. Accu en laadprocedure 15
G. Weergave van de resterende accucapaciteit 22
H. Controle vóór gebruik 25
I. Reiniging, onderhoud en opslag 25
J. Transport 26
K. Consumenteninformatie 27
L. Vereenvoudigde verklaring van overeenstemming 27
M. Problemen oplossen 28
N. Specificaties 35
Instructie NuVinci versnellingen
NuVinci versnelling 36
Richtlijnen onderhoud en verzorging 37
Garantie NuVinci versnellingen 37
GEFELICITEERD,
met de aankoop van jouw elektrische Babboe Mountain bakfiets. De Babboe Mountain wordt geleverd in
verschillende varianten. Alle modellen worden in deze handleiding behandeld.
Om op de juiste manier gebruik te kunnen maken van de elektrische Yamaha middenmotor in combinatie met
de traploze Enviolo (Nuvinci) versnelling, willen we je adviseren deze gebruikershandleiding goed door te lezen
voordat je met de Babboe bakfiets op pad gaat.
De gebruikershandleiding geeft informatie over het gebruik en de bediening van de accu en trapondersteuning.
Daarnaast geven wij uitleg over de garantie en onderhoud.
Heel veel bakfietsplezier gewenst!
Meer informatie?
Voor verdere tips over het fietsen op een Babboe bakfiets, meer informatie en het laatste nieuws kun je terecht
op onze website, of volg ons via Facebook.
www.babboe.com
www.facebook.com/Babboe
LET OP
Je Babboe bakfiets kan afwijken van de afbeeldingen in deze handleiding.
2 3
NL
DE
FR
Inleiding
Hartelijk gefeliciteerd met de aankoop van een Babboe Mountain, het
ulti eme fi etsplezier voor elk terrein.
Heeft u de twee-wiel City variant of de drie-wiel Curve variant? Beide
varianten worden in deze gebruikers-handleiding behandeld.
Lees vooraf de handleiding zorgvuldig door, zodat u weer hoe de elektrische
trapondersteuning met middenmotor van Yamaha werkt en de traploze
versnelling van NuVinci.
Veel fi etsplezier!
s
lay
splay
and
id
an ondersteuning
%)
p de ets
ik
anger)
NO ANPASSEN
NOG ANPASSEN
opslag
NOG AANPASSEN opslag
et baerijpakket
NOG AANPASSEN et baerijpakket
2 3
NL
DE
FR
Inleiding
Hartelijk gefeliciteerd met de aankoop van een Babboe Mountain, het
ulti eme fi etsplezier voor elk terrein.
Heeft u de twee-wiel City variant of de drie-wiel Curve variant? Beide
varianten worden in deze gebruikers-handleiding behandeld.
Lees vooraf de handleiding zorgvuldig door, zodat u weer hoe de elektrische
trapondersteuning met middenmotor van Yamaha werkt en de traploze
versnelling van NuVinci.
Veel fi etsplezier!
s
lay
splay
and
id
an ondersteuning
%)
p de ets
ik
anger)
NO ANPASSEN
NOG ANPASSEN
opslag
NOG AANPASSEN opslag
et baerijpakket
NOG AANPASSEN et baerijpakket
32

ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
ELEKTRISCHE FIETSCOMPONENTEN
A. LOCATIE VAN DE WAARSCHUWINGS- EN SPECIFICATIELABELS
Lees en begrijp alle labels op de accu en accu-oplader. Deze labels bevatten belangrijke informatie voor veilig en
juist gebruik. Verwijder nooit een label van de accu en accu-oplader:
Accu
Accu-oplader
WERKING YAMAHA AANDRIJVING
De Babboe Mountain bakfietsen hebben een middenmotor van Yamaha. De aandrijving vindt plaats op de
trapas, waardoor de trapondersteuning heel natuurlijk aanvoelt. De combinatie met de traploze Nuvinci
versnelling die later in deze handleiding wordt behandeld, zorgt voor een heerlijke fietservaring!
Hier volgen de originele instructies zoals die door Yamaha wordt gegeven:
ALGEMENE WAARSCHUWING
Het niet in acht nemen van de waarschuwingen in deze handleiding kunnen ernstig letsel of de
dood tot gevolg hebben.
Bijzonder belangrijke informatie worden in deze handleiding onderscheiden door de volgende aanduidingen:
* Producten en specificaties kunnen zonder voorafgaande aankondiging worden gewijzigd.
Dit is het Safety Alert-symbool. Het wordt gebruikt om je te waarschuwen voor
risico’s op persoonlijk letsel. Volg alle veiligheidsaanwijzingen bij dit symbool op
om mogelijk letsel of overlijden te voorkomen.
Een WAARSCHUWING duidt een gevaarlijke situatie aan die, indien niet
vermeden, kan resulteren in ernstig letsel of overlijden.
LET OP De aanduiding LET OP staat bij speciale voorzorgen die moeten worden genomen
om schade aan de machine of andere eigendommen te voorkomen.
OPMERKING De aanduiding OPMERKING staat bij belangrijke informatie die procedures kan
vergemakkelijken of verhelderen.
3
B.Locatievandewaarschuwings-enspecicatielabels
Lees en begrijp alle labels op uw accu en accu-oplader. Deze labels bevatten belangrijke informa-
tie voor veilig en juist gebruik. Verwijder nooit een label van uw accu en accu-oplader:
How to disconnect the plug.
1.GRASP
2.PULL
Maak uzelf vertrouwd met de volgende pictogrammen en lees de verklarende tekst, en controleer
vervolgens de pictogrammen die van toepassing zijn op uw model.
Lees de handleiding
Gooi de accu niet in het vuur
Demonteer de accu niet
Gebruik niet met natte handen
Accu-oplader
Accu
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 3 2018/04/25 10:06:02
3
B.Locatievandewaarschuwings-enspecicatielabels
Lees en begrijp alle labels op uw accu en accu-oplader. Deze labels bevatten belangrijke informa-
tie voor veilig en juist gebruik. Verwijder nooit een label van uw accu en accu-oplader:
How to disconnect the plug.
1.GRASP
2.PULL
Maak uzelf vertrouwd met de volgende pictogrammen en lees de verklarende tekst, en controleer
vervolgens de pictogrammen die van toepassing zijn op uw model.
Lees de handleiding
Gooi de accu niet in het vuur
Demonteer de accu niet
Gebruik niet met natte handen
Accu-oplader
Accu
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 3 2018/04/25 10:06:02
3
B.Locatievandewaarschuwings-enspecicatielabels
Lees en begrijp alle labels op uw accu en accu-oplader. Deze labels bevatten belangrijke informa-
tie voor veilig en juist gebruik. Verwijder nooit een label van uw accu en accu-oplader:
How to disconnect the plug.
1.GRASP
2.PULL
Maak uzelf vertrouwd met de volgende pictogrammen en lees de verklarende tekst, en controleer
vervolgens de pictogrammen die van toepassing zijn op uw model.
Lees de handleiding
Gooi de accu niet in het vuur
Demonteer de accu niet
Gebruik niet met natte handen
Accu-oplader
Accu
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 3 2018/04/25 10:06:02
Maak jezelf vertrouwd met de volgende pictogrammen
en lees de verklarende tekst, en controleer vervolgens de
pictogrammen die van toepassing zijn op jouw model.
54

ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
4
C. Beschrijving
123
456
a
bc
a
b
789
10
1. Aandrijfunit (PWseries SE)
2. Aandrijfunit (PW-X)
3. Aandrijfunit (PWseries TE)
4. Snelheidssensor set
a) Magneetsensor spaaktype
b) Pick up
5. Weergave-eenheid (Weergave
A)
6. Weergave-eenheid (Weergave
X)
a) Weergave
b) Klem
c) Schakelaar
7. Accu (bagagedragertype 400
Wh/500 Wh)
8. Accu (onderbuistype 400
Wh/500 Wh)
9. Accu (type multi-locatie 600
Wh)
10.
Accu-oplader
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 4 2018/04/25 10:06:03
4
C. Beschrijving
123
456
a
b
c
a
b
789
10
1. Aandrijfunit (PWseries SE)
2. Aandrijfunit (PW-X)
3. Aandrijfunit (PWseries TE)
4. Snelheidssensor set
a) Magneetsensor spaaktype
b) Pick up
5. Weergave-eenheid (Weergave
A)
6. Weergave-eenheid (Weergave
X)
a) Weergave
b) Klem
c) Schakelaar
7. Accu (bagagedragertype 400
Wh/500 Wh)
8. Accu (onderbuistype 400
Wh/500 Wh)
9. Accu (type multi-locatie 600
Wh)
10.
Accu-oplader
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 4 2018/04/25 10:06:03
4
C. Beschrijving
123
456
a
bc
a
b
789
10
1. Aandrijfunit (PWseries SE)
2. Aandrijfunit (PW-X)
3. Aandrijfunit (PWseries TE)
4. Snelheidssensor set
a) Magneetsensor spaaktype
b) Pick up
5. Weergave-eenheid (Weergave
A)
6. Weergave-eenheid (Weergave
X)
a) Weergave
b) Klem
c) Schakelaar
7. Accu (bagagedragertype 400
Wh/500 Wh)
8. Accu (onderbuistype 400
Wh/500 Wh)
9. Accu (type multi-locatie 600
Wh)
10.
Accu-oplader
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 4 2018/04/25 10:06:03
4
C. Beschrijving
123
456
a
bc
a
b
789
10
1. Aandrijfunit (PWseries SE)
2. Aandrijfunit (PW-X)
3. Aandrijfunit (PWseries TE)
4. Snelheidssensor set
a) Magneetsensor spaaktype
b) Pick up
5. Weergave-eenheid (Weergave
A)
6. Weergave-eenheid (Weergave
X)
a) Weergave
b) Klem
c) Schakelaar
7. Accu (bagagedragertype 400
Wh/500 Wh)
8. Accu (onderbuistype 400
Wh/500 Wh)
9. Accu (type multi-locatie 600
Wh)
10.
Accu-oplader
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 4 2018/04/25 10:06:03
4
C. Beschrijving
123
456
a
bc
a
b
789
10
1. Aandrijfunit (PWseries SE)
2. Aandrijfunit (PW-X)
3. Aandrijfunit (PWseries TE)
4. Snelheidssensor set
a) Magneetsensor spaaktype
b) Pick up
5. Weergave-eenheid (Weergave
A)
6. Weergave-eenheid (Weergave
X)
a) Weergave
b) Klem
c) Schakelaar
7. Accu (bagagedragertype 400
Wh/500 Wh)
8. Accu (onderbuistype 400
Wh/500 Wh)
9. Accu (type multi-locatie 600
Wh)
10.
Accu-oplader
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 4 2018/04/25 10:06:03
1. 2. 3.
4. 5.
B. BESCHRIJVING
C. E-BIKE SYSTEEM
Dit e-Bike Systeem is ontworpen om je de optimale hoeveelheid ondersteuning te geven.
Het assisteert je binnen een standaard bereik gebaseerd op factoren zoals trapkracht, fietssnelheid en
huidige versnelling.
Het e-Bike Systeem werkt niet in de volgende situaties:
• Wanneer de stroom van de weergave-eenheid uit is geschakeld.
• Wanneer je 25 km/h of sneller rijdt.
• Wanneer je niet trapt en de drukschakelaar duwhulp wordt vrijgegeven.
• Wanneer de accu leeg is.
• Wanneer de automatische uitschakelfunctie* in werking treedt.
* De stroom schakelt automatisch uit wanneer je het e-Bike
• Wanneer de hulpmodus is ingesteld op de Uitstand.
1. Aandrijfunit (PWseries SE)
2. Snelheidssensor set
a) Magneetsensor spaaktype
b) Pick up
3. Weergave-eenheid
4. Accu (onderbuistype 400 Wh/500 Wh)
5. Accu-oplader
Meerdere stroom-hulpmodi zijn beschikbaar
Kies uit (Geavanceerde) High modus, Standaardmodus, Eco modus, +Eco modus,
Uitstand overeenkomstig jouw rijomstandigheden.
Zie „Weergaven en schakelen van de hulpmodus” voor informatie over schakelen tussen hulpmodi.
Condities die de resterende hulpafstand verminderen
De resterende hulpafstand zal afnemen wanneer je rijdt in de volgende situaties:
• Herhaaldelijk starten en stoppen
• Veel steile hellingen
• Slecht wegdek
• Wanneer je ook een of meerdere kinderen vervoerd
• Wanneer je tegen een sterke wind in rijdt
• Lage temperatuur van de lucht
• Versleten accu
• Bij gebruik van de voorlamp (alleen van toepassing op modellen uitgerust met lampen die door de accu van
stroom worden voorzien)
• Frequente versnelling
• Zwaardere rijder en bagagegewicht
• Hogere Hulpmodus
• Hogere rijsnelheid
Resterende hulpafstand neemt ook af als de fiets niet goed wordt onderhouden. Voorbeelden van onvoldoende
onderhoud die de resterende hulpafstand doen afnemen:
• Lage bandenspanning
• Ketting draait niet soepel
• Rem constant ingeschakeld
(Geavanceerde)
High modus
Gebruik deze stand als je comfortabler wilt rijden, bijvoorbeeld wanneer je een
steile heuvel op rijdt.
Standaard-modus Gebruik deze stand wanneer je op vlakke wegen of flauwe heuvels rijdt.
Eco modus
+Eco modus Gebruik deze stand als je zo ver mogelijk wilt rijden.
Uitstand Gebruik deze stand als je wilt rijden zonder bekrachtiging. Je kunt nog steeds de
andere functies van de weergave-eenheid gebruiken.
76

ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
D. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Gebruik deze accu-oplader nooit om andere elektrische apparaten op te laden.
Gebruik geen andere oplader of oplaadmethode om de speciale accu’s op te laden. Gebruik van een andere
oplader kan brand, explosie of schade aan de accu’s veroorzaken.
Deze accu-oplader kan worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en ouder en personen met verminderde
fysieke, zintuiglijke of mentale capaciteiten of gebrek aan ervaring en kennis als zij onder toezicht staan of
instructies over veilig gebruik van de accu-oplader hebben gehad en de mogelijke gevaren begrijpen.
Kinderen mogen niet met de accu-oplader spelen. Reiniging en onderhoud mogen niet worden uitgevoerd door
kinderen zonder toezicht.
Hoewel de accu-oplader waterbestendig is, zorg dat deze nooit in water of andere vloeistoffen wordt
ondergedompeld. Ook mag de accu-oplader nooit gebruikt worden als de stekkers nat zijn.
Pak de stekker, oplaadstekker of de polen van de oplader nooit met natte handen vast. Dit kan leiden tot een
elektrische schok.
Raak de polen van de oplader nooit aan met metalen objecten. Zorg dat vreemde materialen geen kortsluiting
van de polen veroorzaken. Dit kan leiden tot een elektrische schok, brand of de accu-oplader beschadigen.
Verwijder regelmatig stof van de stekker. Anders kunnen vochtigheid of andere problemen de effectiviteit van de
isolatie verminderen, wat kan leiden tot brand.
Demonteer of modificeer de accu-oplader nooit. Dit kan leiden tot brand of een elektrische schok.
Gebruik de lader niet met een stekkerdoos of verlengsnoer. Gebruik van een stekkerdoos of vergelijkbare
methoden kan de nominale stroom overschrijden en brand veroorzaken.
Gebruik de oplader niet met de kabel samengebonden of opgerold, en sla niet op of met de kabel om de oplader
heen gewikkeld. Schade aan de kabel kan leiden tot brand of een elektrische schok.
Steek de stekker en de oplaadstekker stevig in het stopcontact. Als de stekker en de oplaadstekker niet volledig
worden ingestoken, kan dit resulteren in brand door een elektrische schock of oververhitting.
Gebruik de accu-oplader nooit in de buurt van brandbaar materiaal of gas. Dit kan leiden tot brand of een explosie.
Bedek de accu-oplader nooit en plaats nooit andere objecten op de accu-oplader tijdens het opladen. Dit kan
leiden tot interne oververhitting wat brand kan veroorzaken.
Laat de accu-oplader niet vallen en stel het niet bloot aan sterke schokken. Anders zou dit kunnen leiden tot
brand of een elektrische schok.
Bewaar de accu-oplader en de accu uit de buurt van kinderen. Raak de accu of accu-oplader nooit aan tijdens
het opladen. Als de accu of de accu-oplader tijdens het opladen een temperatuur van 40–70 °C bereiken,
kan aanraking leiden tot brandwonden.
Niet gebruiken wanneer de behuizing van de accu is beschadigd, gebarsten of als je een ongewone geur ruikt.
Lekkende accuvloeistof kan serieus letsel veroorzaken.
Veroorzaak geen kortsluiting tussen de polen van de accu. Hierdoor kan de accu heet worden of in brand vliegen,
wat kan leiden tot ernstig letsel of schade aan eigendommen.
Demonteer of modificeer de accu nooit. Hierdoor kan de accu heet worden of in brand vliegen, wat kan leiden tot
ernstig letsel of schade aan eigendommen.
Als de stroomkabel is beschadigd, stop het gebruik van de accu-oplader dan en laat deze inspecteren door Babboe.
Wanneer de accu-oplader is aangesloten mogen de pedalen of de fiets niet bewogen worden. Hierdoor kan de
stroomkabel verstrikt raken tussen de pedalen, wat kan leiden tot schade aan de accu-oplader, stroomkabel en/
of stekker.
Ga voorzichtig met de stroomkabel om. Wanneer je de accu-oplader binnen aansluit terwijl de fiets zich buiten
bevindt, kan de stroomkabel tussen een deur of raam bekneld raken en beschadigen.
Rijd niet met de wielen van de fiets over de stroomkabel of stekker. Hierdoor kunnen de stroomkabel of de
stekker beschadigd raken.
Zorg dat de accu niet valt of wordt aangestoten. Hierdoor kan de accu heet worden of in brand vliegen, wat kan
leiden tot ernstig letsel of schade aan eigendommen.
Werp de accu niet in een vuur en stel niet bloot aan een warmtebron. Hierdoor kan brand of een explosie
ontstaan, wat kan leiden tot ernstig letsel of schade aan eigendommen.
Modificeer of demonteer het e-Bike Systeem niet. Installeer niks anders dan originele onderdelen en
accessoires. Anders kan het product beschadigd of defect raken, of het risisco op letsel wordt verhoogd.
Wanneer je stilstaat, zorg dan dat je de voor- en achterrem ingedrukt houdt en houd beide voeten op de grond.
Door je voet op het pedaal te zetten wanneer je stilstaat kan de hulpfunctie per ongeluk worden ingeschakeld,
waardoor je de controle kunt verliezen en ernstig letsel kunt oplopen.
Rij niet op de fiets in geval van een onregelmatigheid van de accu of e-Bike Systeem. Hierdoor kun je de controle
verliezen en ernstig letsel oplopen.
Zorg dat je de resterende accucapaciteit controleert voordat je in het donker rijdt. De voorlamp die door de
accu wordt gevoed schakelt uit vlak nadat de resterend accucapaciteit is afgenomen tot waar het rijden met de
hulpfunctie niet langer mogelijk is. Rijden zonder een werkende voorlamp kan het risico op letsel verhogen.
Begin niet met één voet op het pedaal en één voet op de grond om vervolgens op de fiets te springen als deze een
bepaalde snelheid heeft bereikt. Hierdoor kun je de controle verliezen en ernstig letsel oplopen. Begin pas met
fietsen wanneer je goed op het zadel zit.
Druk niet op de drukschakelaar duwhulp wanneer het achterwiel van de grond is. Anders zal het wiel op hoge
snelheid omhoog schieten en kun je hierdoor letsel oplopen.
Maak geen gebruik van de draadloze Bluetooth technologie met laag energieverbruik op plaatsen zoals
98

ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
ziekenhuizen of medische instituten waar het gebruik van elektronische of draadloze apparatuur verboden is.
Anders zou dit invloed kunnen hebben op de medische apparatuur, enz., met een ongeval tot gevolg.
Bij gebruik van de draadloze functie met Bluetooth lage energietechnologie, moet je er op letten dat je het display
op een veilige afstand van pacemakers houdt. Anders kunnen de radiogolven van invloed zijn op de pacemaker-
functie.
Gebruik de draadloze functie met Bluetooth lage energietechnologie niet in de buurt van automatische
controleapparatuur, zoals automatische deuren, brandmelders, enz. Anders kunnen de radiogolven invloed
uitoefenen op de apparatuur en een ongeval veroorzaken door middel van eventuele storingen of onbedoeld gebruik.
E. INSTRUMENT- EN BESTURINGSFUNCTIES
Weergave-eenheid
OPMERKING
De USB-aansluiting is bestemd voor het aansluiten van de YAMAHA-tool; het kan niet worden gebruikt als een
stroomaansluiting.
10
F. Instrument- en besturingsfuncties
Weergave-eenheid (Weergave A)
Schakelaar
hulpmodus
(omlaag)
USB-aansluiting Indicator
hulpmodus
Snelheidsmeter
Aan/uit-schakelaar
Indicator
accuvermogen
Functieweergave
Drukschakelaar
duwhulp
Lichtschakelaar
Schakelaar
hulpmodus
(omhoog)
OPMERKING
De USB-aansluiting is bestemd voor het aansluiten van de YAMAHA-tool; het kan niet worden ge-
bruikt als een stroomaansluiting.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 10 2018/04/25 10:06:04
Weergave-eenheid
De weergave-eenheid biedt de volgende bedienings- en
informatieweergaven.
• Stroom „Aan/Uit”
Iedere keer wanneer je op de aan/uit-schakelaar drukt,
schakelt de stroom „Aan” of „Uit”.
Wanneer je de stroom inschakelt, gaan alle displays aan.
Daarna schakelt het naar het hoofddisplay dat wordt getoond
tijdens het rijden.
OPMERKING
• Wanneer je de stroom inschakelt, wordt de hulpmodus
automatisch ingesteld op standaardmodus of (Geavanceerde)
High modus.
• Houd je voeten van de pedalen wanneer je de weergave-
eenheid inschakelt. Ga ook niet onmiddellijk na het inschakelen
van de weergave-eenheid fietsen. Hierdoor kan de hulpstroom
verzwakken. (Een zwakke hulpstroom duidt in deze gevallen
niet op een storing.) Als een van de bovenstaande voorbeelden
per ongeluk voorkomt, haal je voeten dan van de pedalen,
schakel de stroom opnieuw in en wacht even (ongeveer twee
seconden) voordat je begint te fietsen.
• Weergaven en schakelen van de hulpmodus
Je kunt de hulpmodus selecteren door gebruik te maken van de
hulpmodusschakelaars (omhoog en omlaag). De geselecteerde
hulpmodus wordt weergegeven door de indicator hulpmodus.
• Wanneer je de schakelaar hulpmodus (omhoog) indrukt,
wijzigt de modus van „OFF” naar „+ECO”, of van „+ECO” naar
„ECO”, of van „ECO” naar „STD”, of van „STD”, naar „HIGH”.
• Wanneer je de schakelaar hulpmodus (omlaag) indrukt, wijzigt
de modus van „HIGH”, of van „HIGH” naar „STD”, of „STD” naar
„ECO” of „ECO” naar „+ECO”, of „+ECO” naar „OFF”.
OPMERKING
• Verder indrukken van de schakelaar hulpmodus verandert
de hulpmodusselecties niet.
11
Weergave-eenheid (Weergave A)
De weergave-eenheid biedt de volgende bedienings- en
informatieweergaven.
2Stroom „Aan/Uit”
Iedere keer wanneer u op de aan/uit-schakelaar drukt,
schakelt de stroom „Aan” of „Uit”.
Wanneer u de stroom inschakelt, gaan alle displays aan.
Daarna schakelt het naar het hoofddisplay dat wordt ge-
toond tijdens het rijden.
OPMERKING
• Wanneer u de stroom inschakelt, wordt de hulpmodus
automatisch ingesteld op standaardmodus of (Geavan-
ceerde) High modus.
• Houd uw voeten van de pedalen wanneer u de weer-
gave-eenheid inschakelt. Ga ook niet onmiddellijk na
het inschakelen van de weergave-eenheid fietsen.
Hierdoor kan de hulpstroom verzwakken. (Een zwakke
hulpstroom duidt in deze gevallen niet op een storing.)
Als een van de bovenstaande voorbeelden per ongeluk
voorkomt, haal uw voeten dan van de pedalen, schakel
de stroom opnieuw in en wacht even (ongeveer twee
seconden) voordat u begint te fietsen.
2Weergaven en schakelen van de hulpmodus
U kunt de hulpmodus selecteren door gebruik te maken
van de hulpmodusschakelaars (omhoog en omlaag).
De geselecteerde hulpmodus wordt weergegeven door de
indicator hulpmodus.
• Wanneer u de schakelaar hulpmodus (omhoog) in-
drukt, wijzigt de modus van „OFF” naar „+ECO”, of van
„+ECO” naar „ECO”, of van „ECO” naar „STD”, of van
„STD”, naar „HIGH” of van „HIGH” naar „EXPW”.
• Wanneer u de schakelaar hulpmodus (omlaag) indrukt,
wijzigt de modus van „EXPW” naar „HIGH”, of van
„HIGH” naar „STD”, of „STD” naar „ECO” of „ECO”
naar „+ECO”, of „+ECO” naar „OFF”.
OPMERKING
• Fietsen die zijn uitgerust met de PWseries SE of PW-
series TE-aandrijfunit hebben geen Extra Power-mo-
dus.
• Verder indrukken van de schakelaar hulpmodus veran-
dert de hulpmodusselecties niet.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 11 2018/04/25 10:06:04
11
Weergave-eenheid (Weergave A)
De weergave-eenheid biedt de volgende bedienings- en
informatieweergaven.
2Stroom „Aan/Uit”
Iedere keer wanneer u op de aan/uit-schakelaar drukt,
schakelt de stroom „Aan” of „Uit”.
Wanneer u de stroom inschakelt, gaan alle displays aan.
Daarna schakelt het naar het hoofddisplay dat wordt ge-
toond tijdens het rijden.
OPMERKING
• Wanneer u de stroom inschakelt, wordt de hulpmodus
automatisch ingesteld op standaardmodus of (Geavan-
ceerde) High modus.
• Houd uw voeten van de pedalen wanneer u de weer-
gave-eenheid inschakelt. Ga ook niet onmiddellijk na
het inschakelen van de weergave-eenheid fietsen.
Hierdoor kan de hulpstroom verzwakken. (Een zwakke
hulpstroom duidt in deze gevallen niet op een storing.)
Als een van de bovenstaande voorbeelden per ongeluk
voorkomt, haal uw voeten dan van de pedalen, schakel
de stroom opnieuw in en wacht even (ongeveer twee
seconden) voordat u begint te fietsen.
2Weergaven en schakelen van de hulpmodus
U kunt de hulpmodus selecteren door gebruik te maken
van de hulpmodusschakelaars (omhoog en omlaag).
De geselecteerde hulpmodus wordt weergegeven door de
indicator hulpmodus.
• Wanneer u de schakelaar hulpmodus (omhoog) in-
drukt, wijzigt de modus van „OFF” naar „+ECO”, of van
„+ECO” naar „ECO”, of van „ECO” naar „STD”, of van
„STD”, naar „HIGH” of van „HIGH” naar „EXPW”.
• Wanneer u de schakelaar hulpmodus (omlaag) indrukt,
wijzigt de modus van „EXPW” naar „HIGH”, of van
„HIGH” naar „STD”, of „STD” naar „ECO” of „ECO”
naar „+ECO”, of „+ECO” naar „OFF”.
OPMERKING
• Fietsen die zijn uitgerust met de PWseries SE of PW-
series TE-aandrijfunit hebben geen Extra Power-mo-
dus.
• Verder indrukken van de schakelaar hulpmodus veran-
dert de hulpmodusselecties niet.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 11 2018/04/25 10:06:04
11
Weergave-eenheid (Weergave A)
De weergave-eenheid biedt de volgende bedienings- en
informatieweergaven.
2Stroom „Aan/Uit”
Iedere keer wanneer u op de aan/uit-schakelaar drukt,
schakelt de stroom „Aan” of „Uit”.
Wanneer u de stroom inschakelt, gaan alle displays aan.
Daarna schakelt het naar het hoofddisplay dat wordt ge-
toond tijdens het rijden.
OPMERKING
• Wanneer u de stroom inschakelt, wordt de hulpmodus
automatisch ingesteld op standaardmodus of (Geavan-
ceerde) High modus.
• Houd uw voeten van de pedalen wanneer u de weer-
gave-eenheid inschakelt. Ga ook niet onmiddellijk na
het inschakelen van de weergave-eenheid fietsen.
Hierdoor kan de hulpstroom verzwakken. (Een zwakke
hulpstroom duidt in deze gevallen niet op een storing.)
Als een van de bovenstaande voorbeelden per ongeluk
voorkomt, haal uw voeten dan van de pedalen, schakel
de stroom opnieuw in en wacht even (ongeveer twee
seconden) voordat u begint te fietsen.
2Weergaven en schakelen van de hulpmodus
U kunt de hulpmodus selecteren door gebruik te maken
van de hulpmodusschakelaars (omhoog en omlaag).
De geselecteerde hulpmodus wordt weergegeven door de
indicator hulpmodus.
• Wanneer u de schakelaar hulpmodus (omhoog) in-
drukt, wijzigt de modus van „OFF” naar „+ECO”, of van
„+ECO” naar „ECO”, of van „ECO” naar „STD”, of van
„STD”, naar „HIGH” of van „HIGH” naar „EXPW”.
• Wanneer u de schakelaar hulpmodus (omlaag) indrukt,
wijzigt de modus van „EXPW” naar „HIGH”, of van
„HIGH” naar „STD”, of „STD” naar „ECO” of „ECO”
naar „+ECO”, of „+ECO” naar „OFF”.
OPMERKING
• Fietsen die zijn uitgerust met de PWseries SE of PW-
series TE-aandrijfunit hebben geen Extra Power-mo-
dus.
• Verder indrukken van de schakelaar hulpmodus veran-
dert de hulpmodusselecties niet.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 11 2018/04/25 10:06:04
11
Weergave-eenheid (Weergave A)
De weergave-eenheid biedt de volgende bedienings- en
informatieweergaven.
2Stroom „Aan/Uit”
Iedere keer wanneer u op de aan/uit-schakelaar drukt,
schakelt de stroom „Aan” of „Uit”.
Wanneer u de stroom inschakelt, gaan alle displays aan.
Daarna schakelt het naar het hoofddisplay dat wordt ge-
toond tijdens het rijden.
OPMERKING
• Wanneer u de stroom inschakelt, wordt de hulpmodus
automatisch ingesteld op standaardmodus of (Geavan-
ceerde) High modus.
• Houd uw voeten van de pedalen wanneer u de weer-
gave-eenheid inschakelt. Ga ook niet onmiddellijk na
het inschakelen van de weergave-eenheid fietsen.
Hierdoor kan de hulpstroom verzwakken. (Een zwakke
hulpstroom duidt in deze gevallen niet op een storing.)
Als een van de bovenstaande voorbeelden per ongeluk
voorkomt, haal uw voeten dan van de pedalen, schakel
de stroom opnieuw in en wacht even (ongeveer twee
seconden) voordat u begint te fietsen.
2Weergaven en schakelen van de hulpmodus
U kunt de hulpmodus selecteren door gebruik te maken
van de hulpmodusschakelaars (omhoog en omlaag).
De geselecteerde hulpmodus wordt weergegeven door de
indicator hulpmodus.
• Wanneer u de schakelaar hulpmodus (omhoog) in-
drukt, wijzigt de modus van „OFF” naar „+ECO”, of van
„+ECO” naar „ECO”, of van „ECO” naar „STD”, of van
„STD”, naar „HIGH” of van „HIGH” naar „EXPW”.
• Wanneer u de schakelaar hulpmodus (omlaag) indrukt,
wijzigt de modus van „EXPW” naar „HIGH”, of van
„HIGH” naar „STD”, of „STD” naar „ECO” of „ECO”
naar „+ECO”, of „+ECO” naar „OFF”.
OPMERKING
• Fietsen die zijn uitgerust met de PWseries SE of PW-
series TE-aandrijfunit hebben geen Extra Power-mo-
dus.
• Verder indrukken van de schakelaar hulpmodus veran-
dert de hulpmodusselecties niet.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 11 2018/04/25 10:06:04
1110

ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
12
Fietsen die zijn uitgerust met de PWseries TE-aandrijfunit
kunnen de automatische modus gebruiken.
OPMERKING
De automatische modus is een functie die het mogelijk
maakt dat er automatisch wordt gewisseld naar de geopti-
maliseerde hulpmodus afhankelijk van de rijomstandigheden.
• Om gebruik te maken van de automatische modus,
drukt u gedurende 1 seconde of langer op de schake-
laar hulpmodus (omhoog). De indicator automatische
modus gaat branden en de modus zal worden veran-
derd naar de automatische modus.
• Om de automatische modus te annuleren, drukt u ge-
durende 1 seconde of langer op de schakelaar hulpmo-
dus (omhoog). De indicator automatische modus gaat
uit en de automatische modus wordt geannuleerd.
OPMERKING
• Zelfs wanneer u de schakelaar hulpmodus (omhoog en
omlaag) indrukt terwijl u in de automatische modus zit,
kan de hulpmodus niet worden gewijzigd.
• De automatische modus wordt opgeslagen wanneer
het apparaat uit staat. Wanneer u de stroom opnieuw
inschakelt, wordt de hulpmodus ingesteld op de auto-
matische modus.
EXPW
Assist
mode Assist mode
indicator
HIGH
STD
ECO
+ECO
OFF
Assist
mode Assist mode
indicator
HIGH
STD
ECO
+ECO
OFF
Assist
mode Assist mode
indicator
Automatic
mode
1 seconds
or longer
1 seconds
or longer
PW-X- aandrijfunit PWseries SE
aandrijfunit
PWseries TE
aandrijfunit
Hulp-
modus Hulp-
modus Hulp-
modus
Indicator
hulpmodus Indicator
hulpmodus Indicator
hulpmodus
HIGH
EXPW
STD
ECO
+ECO
OFF
HIGH
STD
ECO
+ECO
OFF
Automa-
tische
modus
1
seconde
of langer
1
seconde
of langer
2Snelheidsmeter
De snelheidsmeter geeft de snelheid van uw fiets weer (in
kilometer per uur of mijl per uur). Om km/mijl te selecte-
ren, raadpleegt u „km-/mijlinstelling”.
OPMERKING
Als de snelheid van uw fiets minder is dan 2,0 km/h of 1,2
MPH, geeft de snelheidsmeter „0 km/h or 0 MPH” weer.
Indicator automatische
modus
Snelheidsmeter
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 12 2018/04/25 10:06:04
• Functieweergave
De functieweergave kan de volgende functies weergeven.
• Kilometerteller
• Dagteller
• Bereik (Resterende hulpafstand)
Druk op de schakelaar hulpmodus (omlaag) gedurende 1 seconde
of langer en het display verandert als volgt:
Kilometerteller Dagteller Bereik Kilometerteller
Je kunt de gegevens voor de dagteller resetten.
- Kilometerteller
Dit geeft de totale rijafstand weer (in kilometer of mijl) terwijl de
stroom was ingeschakeld. De kilometerteller kan niet worden gereset.
- Dagteller
Dit geeft de totale rijafstand weer (in kilometer of mijl) sinds de
laatste keer werd gereset. Wanneer je de stroom uitschakelt,
blijven de gegevens tot aan dat punt weergegeven op het display.
Om de dagteller te resetten en opnieuw te beginnen met tellen,
druk je tegelijkertijd op de schakelaar hulpmodus (omhoog) en
schakelaar hulpmodus (omlaag) gedurende 2 seconden of langer
wanneer de dagteller wordt weergegeven.
-Bereik(Resterende hulpafstand)
Dit geeft een schatting van de afstand weer (in kilometer of
mijl) die kan worden gereden met hulp op de resterende
accucapaciteit van de geïnstalleerde accu. Als je de hulpmodus
schakelt wanneer de resterende hulpafstand wordt weergegeven,
verandert de schatting van de afstand die kan worden gereden.
De resterende hulpafstandschatting kan niet worden gereset.
OPMERKING
• De resterende hulpafstand verandert afhankelijk van de rijsituatie
(heuvels, tegenwind, enz.) en als de accucapaciteit afneemt.
• Wanneer in uitstand, wordt „- - - -” weergegeven.
13
2Indicator accuvermogen
De indicator accuvermogen geeft een schatting weer van
de resterende capaciteit in de accu.
2Functieweergave
De functieweergave kan de volgende functies weergeven.
• Kilometerteller
• Dagteller
• Bereik (Resterende hulpafstand)
Druk op de schakelaar hulpmodus (omlaag) gedurende 1 se-
conde of langer en het display verandert als volgt:
Kilometerteller → Dagteller → Bereik → Kilometerteller
U kunt de gegevens voor de dagteller resetten.
7Kilometerteller
Dit geeft de totale rijafstand weer (in kilometer of mijl) ter-
wijl de stroom was ingeschakeld.
De kilometerteller kan niet worden gereset.
7Dagteller
Dit geeft de totale rijafstand weer (in kilometer of mijl)
sinds de laatste keer werd gereset.
Wanneer u de stroom uitschakelt, blijven de gegevens tot
aan dat punt weergegeven op het display.
Om de dagteller te resetten en opnieuw te beginnen met
tellen, drukt u tegelijkertijd op de schakelaar hulpmodus
(omhoog) en schakelaar hulpmodus (omlaag) gedurende
2 seconden of langer wanneer de dagteller wordt weerge-
geven.
7Bereik (Resterende hulpafstand)
Dit geeft een schatting van de afstand weer (in kilometer
of mijl) die kan worden gereden met hulp op de resteren-
de accucapaciteit van de geïnstalleerde accu. Als u de
hulpmodus schakelt wanneer de resterende hulpafstand
wordt weergegeven, verandert de schatting van de af-
stand die kan worden gereden.
De resterende hulpafstandschatting kan worden gereset.
OPMERKING
• De resterende hulpafstand verandert afhankelijk van
de rijsituatie (heuvels, tegenwind, enz.) en als de accu-
capaciteit afneemt.
• Wanneer in uitstand, wordt „- - - -” weergegeven.
Indicator accuvermogen
Functieweergave
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 13 2018/04/25 10:06:05
13
2Indicator accuvermogen
De indicator accuvermogen geeft een schatting weer van
de resterende capaciteit in de accu.
2Functieweergave
De functieweergave kan de volgende functies weergeven.
• Kilometerteller
• Dagteller
• Bereik (Resterende hulpafstand)
Druk op de schakelaar hulpmodus (omlaag) gedurende 1 se-
conde of langer en het display verandert als volgt:
Kilometerteller → Dagteller → Bereik → Kilometerteller
U kunt de gegevens voor de dagteller resetten.
7Kilometerteller
Dit geeft de totale rijafstand weer (in kilometer of mijl) ter-
wijl de stroom was ingeschakeld.
De kilometerteller kan niet worden gereset.
7Dagteller
Dit geeft de totale rijafstand weer (in kilometer of mijl)
sinds de laatste keer werd gereset.
Wanneer u de stroom uitschakelt, blijven de gegevens tot
aan dat punt weergegeven op het display.
Om de dagteller te resetten en opnieuw te beginnen met
tellen, drukt u tegelijkertijd op de schakelaar hulpmodus
(omhoog) en schakelaar hulpmodus (omlaag) gedurende
2 seconden of langer wanneer de dagteller wordt weerge-
geven.
7Bereik (Resterende hulpafstand)
Dit geeft een schatting van de afstand weer (in kilometer
of mijl) die kan worden gereden met hulp op de resteren-
de accucapaciteit van de geïnstalleerde accu. Als u de
hulpmodus schakelt wanneer de resterende hulpafstand
wordt weergegeven, verandert de schatting van de af-
stand die kan worden gereden.
De resterende hulpafstandschatting kan worden gereset.
OPMERKING
• De resterende hulpafstand verandert afhankelijk van
de rijsituatie (heuvels, tegenwind, enz.) en als de accu-
capaciteit afneemt.
• Wanneer in uitstand, wordt „- - - -” weergegeven.
Indicator accuvermogen
Functieweergave
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 13 2018/04/25 10:06:05
13
2Indicator accuvermogen
De indicator accuvermogen geeft een schatting weer van
de resterende capaciteit in de accu.
2Functieweergave
De functieweergave kan de volgende functies weergeven.
• Kilometerteller
• Dagteller
• Bereik (Resterende hulpafstand)
Druk op de schakelaar hulpmodus (omlaag) gedurende 1 se-
conde of langer en het display verandert als volgt:
Kilometerteller → Dagteller → Bereik → Kilometerteller
U kunt de gegevens voor de dagteller resetten.
7Kilometerteller
Dit geeft de totale rijafstand weer (in kilometer of mijl) ter-
wijl de stroom was ingeschakeld.
De kilometerteller kan niet worden gereset.
7Dagteller
Dit geeft de totale rijafstand weer (in kilometer of mijl)
sinds de laatste keer werd gereset.
Wanneer u de stroom uitschakelt, blijven de gegevens tot
aan dat punt weergegeven op het display.
Om de dagteller te resetten en opnieuw te beginnen met
tellen, drukt u tegelijkertijd op de schakelaar hulpmodus
(omhoog) en schakelaar hulpmodus (omlaag) gedurende
2 seconden of langer wanneer de dagteller wordt weerge-
geven.
7Bereik (Resterende hulpafstand)
Dit geeft een schatting van de afstand weer (in kilometer
of mijl) die kan worden gereden met hulp op de resteren-
de accucapaciteit van de geïnstalleerde accu. Als u de
hulpmodus schakelt wanneer de resterende hulpafstand
wordt weergegeven, verandert de schatting van de af-
stand die kan worden gereden.
De resterende hulpafstandschatting kan worden gereset.
OPMERKING
• De resterende hulpafstand verandert afhankelijk van
de rijsituatie (heuvels, tegenwind, enz.) en als de accu-
capaciteit afneemt.
• Wanneer in uitstand, wordt „- - - -” weergegeven.
Indicator accuvermogen
Functieweergave
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 13 2018/04/25 10:06:05
1312
•Snelheidsmeter
De snelheidsmeter geeft de snelheid van je fiets weer
(in kilometer per uur of mijl per uur). Om km/mijl te selecteren,
raadpleeg je „km-/mijlinstelling”.
OPMERKING
Als de snelheid van je fiets minder is dan 2,0 km/h of 1,2 MPH,
geeft de snelheidsmeter „0 km/h or 0 MPH” weer.
• Indicator accuvermogen
De indicator accuvermogen geeft een schatting weer van de
resterende capaciteit in de accu.
12
Fietsen die zijn uitgerust met de PWseries TE-aandrijfunit
kunnen de automatische modus gebruiken.
OPMERKING
De automatische modus is een functie die het mogelijk
maakt dat er automatisch wordt gewisseld naar de geopti-
maliseerde hulpmodus afhankelijk van de rijomstandigheden.
• Om gebruik te maken van de automatische modus,
drukt u gedurende 1 seconde of langer op de schake-
laar hulpmodus (omhoog). De indicator automatische
modus gaat branden en de modus zal worden veran-
derd naar de automatische modus.
• Om de automatische modus te annuleren, drukt u ge-
durende 1 seconde of langer op de schakelaar hulpmo-
dus (omhoog). De indicator automatische modus gaat
uit en de automatische modus wordt geannuleerd.
OPMERKING
• Zelfs wanneer u de schakelaar hulpmodus (omhoog en
omlaag) indrukt terwijl u in de automatische modus zit,
kan de hulpmodus niet worden gewijzigd.
• De automatische modus wordt opgeslagen wanneer
het apparaat uit staat. Wanneer u de stroom opnieuw
inschakelt, wordt de hulpmodus ingesteld op de auto-
matische modus.
EXPW
Assist
mode Assist mode
indicator
HIGH
STD
ECO
+ECO
OFF
Assist
mode Assist mode
indicator
HIGH
STD
ECO
+ECO
OFF
Assist
mode Assist mode
indicator
Automatic
mode
1 seconds
or longer
1 seconds
or longer
PW-X- aandrijfunit PWseries SE
aandrijfunit
PWseries TE
aandrijfunit
Hulp-
modus
Hulp-
modus
Hulp-
modus
Indicator
hulpmodus
Indicator
hulpmodus
Indicator
hulpmodus
HIGH
EXPW
STD
ECO
+ECO
OFF
HIGH
STD
ECO
+ECO
OFF
Automa-
tische
modus
1
seconde
of langer
1
seconde
of langer
2Snelheidsmeter
De snelheidsmeter geeft de snelheid van uw fiets weer (in
kilometer per uur of mijl per uur). Om km/mijl te selecte-
ren, raadpleegt u „km-/mijlinstelling”.
OPMERKING
Als de snelheid van uw fiets minder is dan 2,0 km/h of 1,2
MPH, geeft de snelheidsmeter „0 km/h or 0 MPH” weer.
Indicator automatische
modus
Snelheidsmeter
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 12 2018/04/25 10:06:04
12
Fietsen die zijn uitgerust met de PWseries TE-aandrijfunit
kunnen de automatische modus gebruiken.
OPMERKING
De automatische modus is een functie die het mogelijk
maakt dat er automatisch wordt gewisseld naar de geopti-
maliseerde hulpmodus afhankelijk van de rijomstandigheden.
• Om gebruik te maken van de automatische modus,
drukt u gedurende 1 seconde of langer op de schake-
laar hulpmodus (omhoog). De indicator automatische
modus gaat branden en de modus zal worden veran-
derd naar de automatische modus.
• Om de automatische modus te annuleren, drukt u ge-
durende 1 seconde of langer op de schakelaar hulpmo-
dus (omhoog). De indicator automatische modus gaat
uit en de automatische modus wordt geannuleerd.
OPMERKING
• Zelfs wanneer u de schakelaar hulpmodus (omhoog en
omlaag) indrukt terwijl u in de automatische modus zit,
kan de hulpmodus niet worden gewijzigd.
• De automatische modus wordt opgeslagen wanneer
het apparaat uit staat. Wanneer u de stroom opnieuw
inschakelt, wordt de hulpmodus ingesteld op de auto-
matische modus.
EXPW
Assist
mode Assist mode
indicator
HIGH
STD
ECO
+ECO
OFF
Assist
mode Assist mode
indicator
HIGH
STD
ECO
+ECO
OFF
Assist
mode Assist mode
indicator
Automatic
mode
1 seconds
or longer
1 seconds
or longer
PW-X- aandrijfunit
PWseries SE
aandrijfunit
PWseries TE
aandrijfunit
Hulp-
modus Hulp-
modus Hulp-
modus
Indicator
hulpmodus Indicator
hulpmodus Indicator
hulpmodus
HIGH
EXPW
STD
ECO
+ECO
OFF
HIGH
STD
ECO
+ECO
OFF
Automa-
tische
modus
1
seconde
of langer
1
seconde
of langer
2Snelheidsmeter
De snelheidsmeter geeft de snelheid van uw fiets weer (in
kilometer per uur of mijl per uur). Om km/mijl te selecte-
ren, raadpleegt u „km-/mijlinstelling”.
OPMERKING
Als de snelheid van uw fiets minder is dan 2,0 km/h of 1,2
MPH, geeft de snelheidsmeter „0 km/h or 0 MPH” weer.
Indicator automatische
modus
Snelheidsmeter
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 12 2018/04/25 10:06:04

ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
- Koplamp „Aan/Uit”
(Alleen van toepassing op modellen die zijn voorzien van een
koplamp die wordt gevoed door de accu.
De achterlamp, die wordt gevoed door de accu, wordt met de
voorlamp aan-/uitgeschakeld.)
14
2Koplamp „Aan/Uit” (Alleen van toepassing
op modellen die zijn voorzien van een
koplamp die wordt gevoed door de accu. De
achterlamp, die wordt gevoed door de accu,
wordt met de voorlamp aan-/uitgeschakeld.)
Iedere keer dat u de lichtschakelaar indrukt, schakelt de
koplamp tussen „Aan” en „Uit”.
2km-/mijlinstelling
Gebruik de volgende stappen om de km/mijl-instelling in
te stellen.
1. Zorg ervoor dat de weergave-eenheid wordt ingescha-
keld.
2. Selecteer de kilometertellerweergave in de functie-
weergave.
3. Druk gelijktijdig op de schakelaar hulpmodus (omhoog)
en de schakelaar hulpmodus (omlaag) en houd deze
gedurende 2 seconden of langer ingedrukt.
4. Wanneer „km” of „mile” knippert, laat de schakelaar
dan los.
5. Gebruik de hulpmodusschakelaars (omhoog en om-
laag) om „km/mile” in te stellen.
6. Wanneer de eenheid die u wilt instellen knippert, drukt
u op de Schakelaar hulpmodus (omlaag) gedurende 1
seconde of langer en u laat de schakelaar los wanneer
het display terugschakelt naar het hoofddisplay dat
wordt weergegeven tijdens het rijden.
Voor alle instellingsprocedures, moet u de fiets tot
stilstand laten komen en de vereiste instellingen uit-
voeren op een veilige plek. Anders kan een gebrek
aan aandacht voor omringend verkeer of ander gevaar
een ongeluk veroorzaken.
OPMERKING
• De instellingen kunnen niet worden aangepast tijdens
het rijden.
• Als u het volgende doet tijdens het instellen, zal de
eenheid die u aan het instellen was worden geannu-
leerd en het display zal terugkeren naar het hoofddis-
play dat tijdens het rijden wordt weergegeven.
• De zwengel (pedaal) in de rijrichting draaien
• Het achterwiel draaien wanneer u met een snelheid
van 2 km/h of meer rijdt
• Het indrukken van de drukschakelaar duwhulp
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 14 2018/04/25 10:06:05
Iedere keer dat je de lichtschakelaar indrukt, schakelt de koplamp
tussen „Aan” en „Uit”.
- km-/mijlinstelling
Gebruik de volgende stappen om de km/mijl-instelling in te stellen.
1. Zorg ervoor dat de weergave-eenheid wordt ingeschakeld.
2. Selecteer de kilometertellerweergave in de functieweergave.
3. Druk gelijktijdig op de schakelaar hulpmodus (omhoog)
en de schakelaar hulpmodus (omlaag) en houd deze gedurende
2 seconden of langer ingedrukt.
4. Wanneer „km” of „mile” knippert, laat de schakelaar dan los.
5. Gebruik de hulpmodusschakelaars (omhoog en omlaag) om
„km/mile” in te stellen.
6. Wanneer de eenheid die je wilt instellen knippert, druk je op de
Schakelaar hulpmodus (omlaag) gedurende 1 seconde of langer
en je laat de schakelaar los wanneer het display terugschakelt
naar het hoofddisplay dat wordt weergegeven tijdens het rijden.
Voor alle instellingsprocedures, moet je de fiets tot stilstand laten
komen en de vereiste instellingen uitvoeren op een veilige plek.
Anders kan een gebrek aan aandacht voor omringend verkeer of
ander gevaar een ongeluk veroorzaken.
OPMERKING
• De instellingen kunnen niet worden aangepast tijdens het rijden.
• Als je het volgende doet tijdens het instellen, zal de eenheid die
je aan het instellen was worden geannuleerd en het display zal
terugkeren naar het hoofddisplaydat tijdens het rijden wordt
weergegeven.
• De zwengel (pedaal) in de rijrichting draaien
• Het achterwiel draaien wanneer je met een snelheid van 2 km/h
of meer rijdt
• Het indrukken van de drukschakelaar duwhulp
14
2Koplamp „Aan/Uit” (Alleen van toepassing
op modellen die zijn voorzien van een
koplamp die wordt gevoed door de accu. De
achterlamp, die wordt gevoed door de accu,
wordt met de voorlamp aan-/uitgeschakeld.)
Iedere keer dat u de lichtschakelaar indrukt, schakelt de
koplamp tussen „Aan” en „Uit”.
2km-/mijlinstelling
Gebruik de volgende stappen om de km/mijl-instelling in
te stellen.
1. Zorg ervoor dat de weergave-eenheid wordt ingescha-
keld.
2. Selecteer de kilometertellerweergave in de functie-
weergave.
3. Druk gelijktijdig op de schakelaar hulpmodus (omhoog)
en de schakelaar hulpmodus (omlaag) en houd deze
gedurende 2 seconden of langer ingedrukt.
4. Wanneer „km” of „mile” knippert, laat de schakelaar
dan los.
5. Gebruik de hulpmodusschakelaars (omhoog en om-
laag) om „km/mile” in te stellen.
6. Wanneer de eenheid die u wilt instellen knippert, drukt
u op de Schakelaar hulpmodus (omlaag) gedurende 1
seconde of langer en u laat de schakelaar los wanneer
het display terugschakelt naar het hoofddisplay dat
wordt weergegeven tijdens het rijden.
Voor alle instellingsprocedures, moet u de fiets tot
stilstand laten komen en de vereiste instellingen uit-
voeren op een veilige plek. Anders kan een gebrek
aan aandacht voor omringend verkeer of ander gevaar
een ongeluk veroorzaken.
OPMERKING
• De instellingen kunnen niet worden aangepast tijdens
het rijden.
• Als u het volgende doet tijdens het instellen, zal de
eenheid die u aan het instellen was worden geannu-
leerd en het display zal terugkeren naar het hoofddis-
play dat tijdens het rijden wordt weergegeven.
• De zwengel (pedaal) in de rijrichting draaien
• Het achterwiel draaien wanneer u met een snelheid
van 2 km/h of meer rijdt
• Het indrukken van de drukschakelaar duwhulp
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 14 2018/04/25 10:06:05
14
2Koplamp „Aan/Uit” (Alleen van toepassing
op modellen die zijn voorzien van een
koplamp die wordt gevoed door de accu. De
achterlamp, die wordt gevoed door de accu,
wordt met de voorlamp aan-/uitgeschakeld.)
Iedere keer dat u de lichtschakelaar indrukt, schakelt de
koplamp tussen „Aan” en „Uit”.
2km-/mijlinstelling
Gebruik de volgende stappen om de km/mijl-instelling in
te stellen.
1. Zorg ervoor dat de weergave-eenheid wordt ingescha-
keld.
2. Selecteer de kilometertellerweergave in de functie-
weergave.
3. Druk gelijktijdig op de schakelaar hulpmodus (omhoog)
en de schakelaar hulpmodus (omlaag) en houd deze
gedurende 2 seconden of langer ingedrukt.
4. Wanneer „km” of „mile” knippert, laat de schakelaar
dan los.
5. Gebruik de hulpmodusschakelaars (omhoog en om-
laag) om „km/mile” in te stellen.
6. Wanneer de eenheid die u wilt instellen knippert, drukt
u op de Schakelaar hulpmodus (omlaag) gedurende 1
seconde of langer en u laat de schakelaar los wanneer
het display terugschakelt naar het hoofddisplay dat
wordt weergegeven tijdens het rijden.
Voor alle instellingsprocedures, moet u de fiets tot
stilstand laten komen en de vereiste instellingen uit-
voeren op een veilige plek. Anders kan een gebrek
aan aandacht voor omringend verkeer of ander gevaar
een ongeluk veroorzaken.
OPMERKING
• De instellingen kunnen niet worden aangepast tijdens
het rijden.
• Als u het volgende doet tijdens het instellen, zal de
eenheid die u aan het instellen was worden geannu-
leerd en het display zal terugkeren naar het hoofddis-
play dat tijdens het rijden wordt weergegeven.
• De zwengel (pedaal) in de rijrichting draaien
• Het achterwiel draaien wanneer u met een snelheid
van 2 km/h of meer rijdt
• Het indrukken van de drukschakelaar duwhulp
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 14 2018/04/25 10:06:05
• Duwhulp
Wanneer je op de fiets zit of ernaast loopt en de fiets begint te duwen,
kun je duwhulp gebruiken zonder dat je hoeft te trappen. Om duwhulp
te gebruiken, houd de drukschakelaar duwhulp ingedrukt.
Duwhulp zal niet werken in de volgende situaties:
• Wanneer je de drukschakelaar duwhulp loslaat.
• Wanneer je op hetzelfde moment op een andere schakelaar drukt.
• Wanneer je begint te trappen.
• Als de snelheid van je fiets 6 km/h overschrijdt.
• Als je Uitstand selecteert.
• Als de wielen niet draaien (wanneer je remt of in aanraking
komt met een obstakel, enz.).
OPMERKING
De maximale snelheid varieert afhankelijk van de geselecteerde
versnelling. De maximale snelheid wordt lager in een lagere
versnelling.
• Diagnosemodus
De e-Bike Systeem zijn uitgerust met een diagnosemodus. Als een
storing of defect in het e-Bike systeem optreedt, dan zullen het
hoofddisplay dat wordt weergegeven tijdens het rijden en „Er”
afwisselend worden weergegeven terwijl een foutbeschrijving je
op de hoogte houdt van het type fout dat in de functieweergave is
opgetreden. Raadpleeg „Problemen oplossen” over symptomen
en oplossingen voor abnormale weergaven en abnormaal knipperen.
Als het probleem niet kan worden opgelost, laat je fiets dan zo snel
mogelijk inspecteren door een dealer.
15
2Duwhulp
Wanneer u op de fiets zit of ernaast loopt en de fiets be-
gint te duwen, kunt u duwhulp gebruiken zonder dat u
hoeft te trappen.
Om duwhulp te gebruiken, houd de drukschakelaar duw-
hulp ingedrukt.
Duwhulp zal niet werken in de volgende situaties:
• Wanneer u de drukschakelaar duwhulp loslaat.
• Wanneer u op hetzelfde moment op een andere scha-
kelaar drukt.
• Wanneer u begint te trappen.
• Als de snelheid van uw fiets 6 km/h overschrijdt.
• Als u Uitstand selecteert.
• Als de wielen niet draaien (wanneer u remt of in aanra-
king komt met een obstakel, enz.).
OPMERKING
De maximale snelheid varieert afhankelijk van de geselec-
teerde versnelling. De maximale snelheid wordt lager in
een lagere versnelling.
2Diagnosemodus
De e-Bike Systeem zijn uitgerust met een diagnosemo-
dus.
Als een storing of defect in het e-Bike systeem optreedt,
dan zullen het hoofddisplay dat wordt weergegeven tij-
dens het rijden en „Er” afwisselend worden weergegeven
terwijl een foutbeschrijving u op de hoogte houdt van het
type fout dat in de functieweergave is opgetreden. Raad-
pleeg „Problemen oplossen” over symptomen en oplos-
singen voor abnormale weergaven en abnormaal knippe-
ren.
Als het probleem niet kan worden opgelost, laat uw
fiets dan zo snel mogelijk inspecteren door een dea-
ler.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 15 2018/04/25 10:06:05
15
2Duwhulp
Wanneer u op de fiets zit of ernaast loopt en de fiets be-
gint te duwen, kunt u duwhulp gebruiken zonder dat u
hoeft te trappen.
Om duwhulp te gebruiken, houd de drukschakelaar duw-
hulp ingedrukt.
Duwhulp zal niet werken in de volgende situaties:
• Wanneer u de drukschakelaar duwhulp loslaat.
• Wanneer u op hetzelfde moment op een andere scha-
kelaar drukt.
• Wanneer u begint te trappen.
• Als de snelheid van uw fiets 6 km/h overschrijdt.
• Als u Uitstand selecteert.
• Als de wielen niet draaien (wanneer u remt of in aanra-
king komt met een obstakel, enz.).
OPMERKING
De maximale snelheid varieert afhankelijk van de geselec-
teerde versnelling. De maximale snelheid wordt lager in
een lagere versnelling.
2Diagnosemodus
De e-Bike Systeem zijn uitgerust met een diagnosemo-
dus.
Als een storing of defect in het e-Bike systeem optreedt,
dan zullen het hoofddisplay dat wordt weergegeven tij-
dens het rijden en „Er” afwisselend worden weergegeven
terwijl een foutbeschrijving u op de hoogte houdt van het
type fout dat in de functieweergave is opgetreden. Raad-
pleeg „Problemen oplossen” over symptomen en oplos-
singen voor abnormale weergaven en abnormaal knippe-
ren.
Als het probleem niet kan worden opgelost, laat uw
fiets dan zo snel mogelijk inspecteren door een dea-
ler.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 15 2018/04/25 10:06:05
1514

ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
F. ACCU EN LAADPROCEDURE
De meegeleverde accu voor het Yamaha e-Bike Systeem is een
lithium-ion accu. De lithium-ion accu is licht en biedt een superieure
capaciteit. Het heeft echter wel de volgende kenmerken.
• De prestaties nemen af bij extreem warme of koude
omstandigheden.
• Het verliest van nature zijn lading.
De accu voor het Yamaha e-Bike Systeem heeft ook een ingebouwde computer die je een schatting geeft van de
resterende accucapaciteit en verwachtte fouten via het indicatorlampje accuvermogen.
Door het indrukken van de indicatorknop accuvermogen kun je de resterende accucapaciteit ongeveer 5
seconden weergeven.
Raadpleeg „Weergave van de resterende accucapaciteit” voor de schatting van de resterende accucapaciteit.
Raadpleeg „Problemen oplossen” voor informatie over knipperende fouten.
Gebruik geen andere oplader of oplaadmethode om de speciale accu’s op te laden. Gebruik van een andere
oplader kan brand, explosie of schade aan de accu’s veroorzaken.
Belangrijke veiligheidsinstructies — bewaar deze instructies om het risico op brand of electrische schokken
te verkleinen, volg je deze instructies aandachtig. Deze handleiding bevat belangrijke veiligheids- en
bedieningsinstructies voor de accu-oplader Type PASC5. Voordat je de accu-oplader gebruikt, lees je alle
instructies en waarschuwingsopschriften op de accu- oplader, de accu, en het product dat de accu gebruikt.
Gebruik het alleen voor het opladen van de type PASB2-, PASB4- en PASB5-batterijen voor het Yamaha e-Bike
Systeem. Andere typen batterijen kunnen barsten, wat kan leiden tot letsel aan personen en beschadiging.
LET OP
Breng geen vet aan op de pool van de accu.
Geschikte oplaadomgevingen
Voor veilig en efficiënt opladen, gebruik je de accu-oplader op een locatie die:
• Vlak en stabiel is (op de fiets)
• Vrij is van regen of vocht
• Buiten direct zonlicht is
• Goed geventileerd en droog is
• Niet toegangkelijk is voor kinderen en huisdieren
• Temperatuur tussen 15–25 °C
32
De meegeleverde accu voor het Yamaha e-Bike Systeem
is een lithium-ion accu. De lithium-ion accu is licht en biedt
een superieure capaciteit. Het heeft echter wel de volgen-
de kenmerken.
• De prestaties nemen af bij extreem warme of koude
omstandigheden.
• Het verliest van nature zijn lading.
De accu voor het Yamaha e-Bike Systeem heeft ook een
ingebouwde computer die u een schatting geeft van de
resterende accucapaciteit en verwachtte fouten via het in-
dicatorlampje accuvermogen.
Door het indrukken van de indicatorknop accuvermogen
kunt u de resterende accucapaciteit ongeveer 5 seconden
weergeven.
Raadpleeg „Weergave van de resterende accucapaciteit”
voor de schatting van de resterende accucapaciteit. Raad-
pleeg „Problemen oplossen” voor informatie over knippe-
rende fouten.
Gebruik geen andere oplader of oplaadmethode om
de speciale accu’s op te laden. Gebruik van een ande-
re oplader kan brand, explosie of schade aan de ac-
cu’s veroorzaken.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES — BE-
WAAR DEZE INSTRUCTIES
OM HET RISICO OP BRAND OF ELECTRISCHE
SCHOKKEN TE VERKLEINEN, VOLGT U DEZE IN-
STRUCTIES AANDACHTIG
Deze handleiding bevat belangrijke veiligheids- en be-
dieningsinstructies voor de accu-oplader Type PASC5.
Voordat u de accu-oplader gebruikt, leest u alle in-
structies en waarschuwingsopschriften op de ac-
cu-oplader, de accu, en het product dat de accu ge-
bruikt.
Gebruik het alleen voor het opladen van de type
PASB2-, PASB4- en PASB5-batterijen voor het Yamaha
e-Bike Systeem. Andere typen batterijen kunnen bar-
sten, wat kan leiden tot letsel aan personen en be-
schadiging.
Breng geen vet aan op de pool van de accu.
G. Accu en laadprocedure
Indicatorlampje
accuvermogen Lamp accu-oplader
Oplaad-
weergave
Indicator
accuver-
mogen
Indicatorknop
accuvermogen
Laadconnector
Oplaadstekker
Stekker
Indicator
accuver-
mogen
Indicatorlampje
accuvermogen
Indicatorknop
accuvermogen
Laadconnector
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 32 2018/04/25 10:06:21
Ongeschikte oplaadomgevingen en oplossingen
De hieronder beschreven warme en koude omgevingen kunnen er toe leiden dat het opladen op stand-by
overgaat of wordt opgeheven zonder dat de accu volledig is opgeladen.
• Stand-by opladen/opheffen tijdens de zomer
Bij opladen op een locatie in direct zonlicht tijdens de zomer of onmiddellijk na het fietsen, gaat de
accu-oplader misschien over in stand-by opladen (alle vier de indicatorlampjes accuvermogen knipperen
langzaam). Raadpleeg „Aflezen van de oplaadstatus van de accu”. Dit is om het opladen automatisch te
stoppen om te voorkomen dat de accu de gespecificeerde temperatuur overschrijdt tijdens het opladen.
Je kunt het opheffen van het opladen voorkomen door het opladen te beginnen wanneer de accu koud is of bij
een kamertemeratuur van 15–25 °C. Als opheffen van het opladen optreedt, verplaats de accu-oplader dan
naar een koele locatie om de tijd stand-by opladen te verminderen.
• Stand-by opladen/opheffen tijdens de winter
Stand-by opladen vindt plaats wanneer de temperatuur minder is dan 0 °C. Als het opladen is gestart en de
temperatuur daalt tot onder dit niveau doordat het ‘s avonds afkoelt of door andere factoren, wordt het opladen
opgeheven en wordt overgegaan naar de stand-bymodus om de accu te beschermen. Herstart het opladen in
dergelijke gevallen op een binnenlocatie met een temperatuur van 15–25 °C.
• Storing op televisies/radio’s/computers
Opladen naast televisies, radio’s of vergelijkbare apparaten kan storing, flikkerende beelden en andere
interferentie veroorzaken. Als dit zich voordoet, laad dan opnieuw op een locatie verderweg van de televisie of
radio (bijvoorbeeld in een andere ruimte).
Als er een fout optreedt tijdens het opladen, trek de stekker van de accu-oplader dan uit het stopcontact en
wacht tot de accu/accu-oplader is afgekoeld.
LET OP
• Verbind oplaadstekker van de accu-oplader niet met de laadconnector van de batterij indien deze nat is.
• Zorg dat je de oplaadstekker alleen aansluit wanneer de laadconnector op de accu volledig droog is.
Anders kunnen de accu-oplader en de accu niet goed functioneren.
• Oefen geen excessieve druk uit op de oplaadstekker en trek niet aan de kabel terwijl de oplaadstekker is
verbonden met de accu.
Anders kunnen de stekker of connector beschadigd raken.
• Gebruik de pedalen niet wanneer de oplaadstekker is aangesloten.
Pak de stekker, oplaadstekker of de polen van de oplader nooit met natte handen vast. Dit kan leiden tot een
elektrische schok.
1716

ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
OPMERKING
• Het opladen start automatisch.
• Als de weergave-eenheid wordt ingeschakeld terwijl de accu
aan het opladen is, worden alle normale weergaven getoond,
inclusief de indicator accuvermogen, maar het hulpsysteem
zal niet functioneren.
• Wanneer de accu op de accu-oplader is aangesloten,
zalde lamp accu-oplader knipperen met tussenpozen van
ongeveer 0,2 seconden om aan te geven dat de accu wordt
voorbereidom op te laden. Laat het met rust en het opladen
zal normaal starten.
Indien tijdens het opladen van het batterijpakket
een storing optreedt, trek dan de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact en laat het batterijpakket en de lader afkoelen.
Batterijpakket opladen met batterijpakket los van de fiets
1. Schakel het systeem uit met de aan/uit schakelaar.
2. Gebruik voor het openen van het slot van het batterijpakket
de sleutel van het ringslot van je fiets. Je kunt deze uit het
ringslot halen door je fiets op slot te zetten.
Voor het batterijpakket in de bak geldt:
3. Steek de sleutel in het slot van het batterijpakket en draai
de sleutel rechtsom om het slot te ontgrendelen.
4. Verwijder het batterijpakket door deze aan de bovenkant
(bij de handgreep) zijwaarts naar links te trekken en daarna
omhoog uit de stekkerhouder te tillen.
5. Je kunt de sleutel weer uit het slot van het batterijpakket
halen door deze linksom te draaien en terug in het ringslot
van de fiets te steken.
6. Haal de dop van het laadcontact van het batterijpakket,
en sluit de stekker van het laadsnoer van de lader op het
laadcontact aan.
LET OP
De stekker van het laadsnoer van de lader niet aansluiten op het laadcontact van het batterijpakket als dit nat is.
Dit kan leiden tot ernstige beschadiging van het batterijpakket. Sluit de stekker van het laadsnoer van de lader
alleen aan als alle verbindingen helemaal droog zijn. Oefen geen bovenmatige kracht uit op de stekker, en trek
niet aan het snoer van de lader terwijl de stekker op het laadcontact is aangesloten, aangezien je hierdoor de
stekker of het snoer kunt beschadigen.
7. Raadpleeg „Aflezen van de oplaadstatus van de accu” en
controleer of de accu-oplader de accu oplaadt.
8. De indicatorlampjes accuvermogen zullen één voor één gaan
branden totdat ze alle vier aan zijn. Vervolgens zullen,
wanneer het opladen is voltooid, alle lampjes uit gaan.
9. Controleer of het opladen is voltooid, en koppel vervolgens
de oplaadstekker los van de accu. Hoe de stekker los te
koppelen (zie de linker afbeelding)
1. Pak de ring vrijgave vergrendeling vast.
2. Trek het recht naar buiten.
10. Plaats het klepje op de laadconnector van de accu.
11. Bevestig de accu weer op de fiets.
• Raak de polen van de oplader nooit aan met metalen objecten. Zorg dat vreemde materialen geen kortsluiting
van de polen veroorzaken. Dit kan leiden tot een elektrische schok, brand of de accu-oplader beschadigen.
• Verwijder regelmatig stof van de stekker. Anders kunnen vochtigheid of andere problemen de effectiviteit van
de isolatie verminderen, wat kan leiden tot brand.
• Demonteer of modificeer de accu-oplader nooit. Dit kan leiden tot brand of een elektrische schok.
• Gebruik de lader niet met een stekkerdoos of verlengsnoer.
Gebruik van een stekkerdoor of vergelijkbare methoden kan de nominale stroom overschrijden en brand
veroorzaken.
• Gebruik de oplader niet met de kabel samengebonden of opgerold, en sla niet op of met de kabel om de
oplader heen gewikkeld. Schade aan de kabel kan leiden tot brand of een elektrische schok.
• Steek de stekker en de oplaadstekker stevig in het stopcontact. Als de stekker en de oplaadstekker niet
volledig worden ingestoken, kan dit resulteren in brand door een elektrische schock of oververhitting.
• Gebruik de accu-oplader nooit in de buurt van brandbaar materiaal of gas. Dit kan leiden tot brand of een explosie.
• Bedek de accu-oplader nooit en plaats nooit andere objecten op de accu-oplader tijdens het opladen. Dit kan
leiden tot interne oververhitting wat brand kan veroorzaken.
• Veroorzaak geen kortsluiting tussen de polen van de accu. Hierdoor kan de accu heet worden of in brand
vliegen, wat kan leiden tot ernstig letsel of schade aan eigendommen.
• Demonteer of modificeer de accu nooit. Hierdoor kan de accu heet worden of in brand vliegen, wat kan leiden
tot ernstig letsel of schade aan eigendommen.
• Werp de accu niet in een vuur en stel niet bloot aan een warmtebron. Hierdoor kan een explosie ontstaan,
wat kan leiden tot ernstig letsel of schade aan eigendommen.
• Zorg dat de accu niet valt of wordt aangestoten. Hierdoor kan de accu heet worden of in brand vliegen, wat kan
leiden tot ernstig letsel of schade aan eigendommen.
LET OP
Zorg dat er zich geen vreemd materiaal op de polen van de accu bevindt voordat je de accu plaatst.
38
6. Raadpleeg „Aflezen van de oplaadstatus van de accu”
en controleer of de accu-oplader de accu oplaadt.
7. De indicatorlampjes accuvermogen zullen één voor
één gaan branden totdat ze alle vier aan zijn. Vervol-
gens zullen, wanneer het opladen is voltooid, alle lamp-
jes uit gaan.
8. Controleer of het opladen is voltooid, en koppel vervol-
gens de oplaadstekker los van de accu.
Hoe de stekker los te koppelen (zie de linker afbeel-
ding)
Pak de ring vrijgave vergrendeling vast.
Trek het recht naar buiten.
9. Plaats het klepje op de laadconnector van de accu.
10. Bevestig de accu weer op de fiets.
• Raak de polen van de oplader nooit aan met meta-
len objecten. Zorg dat vreemde materialen geen
kortsluiting van de polen veroorzaken. Dit kan lei-
den tot een elektrische schok, brand of de accu-op-
lader beschadigen.
• Verwijder regelmatig stof van de stekker. Anders
kunnen vochtigheid of andere problemen de effec-
tiviteit van de isolatie verminderen, wat kan leiden
tot brand.
• Demonteer of modificeer de accu-oplader nooit. Dit
kan leiden tot brand of een elektrische schok.
• Gebruik de lader niet met een stekkerdoos of ver-
lengsnoer. Gebruik van een stekkerdoor of verge-
lijkbare methoden kan de nominale stroom over-
schrijden en brand veroorzaken.
• Gebruik de oplader niet met de kabel samengebon-
den of opgerold, en sla niet op of met de kabel om
de oplader heen gewikkeld. Schade aan de kabel
kan leiden tot brand of een elektrische schok.
• Steek de stekker en de oplaadstekker stevig in het
stopcontact. Als de stekker en de oplaadstekker
niet volledig worden ingestoken, kan dit resulteren
in brand door een elektrische schock of oververhit-
ting.
• Gebruik de accu-oplader nooit in de buurt van
brandbaar materiaal of gas. Dit kan leiden tot brand
of een explosie.
• Bedek de accu-oplader nooit en plaats nooit ande-
re objecten op de accu-oplader tijdens het opladen.
Dit kan leiden tot interne oververhitting wat brand
kan veroorzaken.
OPMERKING
Plaatsingsmethode van de accu (bagagedragertype)
De accu wordt geïnstalleerd van achter de bagagedrager.
• Plaats het uiteinde van de accu bovenop de geleider.
• Schuif de accu in de richting van de pijl totdat u een
klik hoort.
Lock-release ring
Accu-uiteindeGeleider
Ring vrijgave vergrendeling
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 38 2018/04/25 10:06:22
1918

ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
Aflezen van de oplaadstatus van de accu
Lamp
accuoplader Indicatorlampjes accuvermogen Huidige status Details
Aan
Brandende lampjes duiden op de voltooide
hoeveelheid opladen. Een knipperend
lampje duidt de huidige voortgang aan.
(Voorbeeld:
accu is ongeveer 50–75 % opgeladen.)
Opladen
Tijdens het opladen
gaan de indicatorlampjes
accuvermogen één
voor één branden.
Uit
Uit
Opladen
voltooid
Wanneer het
opladen is voltooid,
gaan het lampje voor
opladen op de accuoplader
en het indicatorlampje
accuvermogen op de
accu uit.
Vier lampjes knipperen tegelijk.
Accu is in
standbymodus.
* De interne
temperatuur van
de accu is te hoog
of te laag.
Het opladen zal
automatisch
herstarten wanneer
een temperatuur
wordt bereikt waarbij
opladen mogelijk is.
(Raadpleeg
„Geschikte
oplaadomgevingen”.)
Laad indien mogelijk
altijd op bij een
optimale temperatuur
van 15–25 °C.
40
Aflezen van de oplaadstatus van de accu
Lamp
accu-
oplader
Indicatorlampjes accuvermogen Huidige
status Details
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
Aan
Brandende lampjes duiden op de voltooide
hoeveelheid opladen. Een knipperend lampje
duidt de huidige voortgang aan.
Opladen
Tijdens het opladen
gaan de
indicatorlampjes
accuvermogen één
voor één branden.
(Voorbeeld: accu is ongeveer 50–75 %
opgeladen.)
Uit
Opladen
voltooid
Wanneer het
opladen is voltooid,
gaan het lampje voor
opladen op de accu-
oplader en het
indicatorlampje
accuvermogen op de
accu uit.
Uit
Accu is in
stand-
bymodus.
* De interne
temperatuur
van de accu
is te hoog of
te laag.
Het opladen zal
automatisch
herstarten wanneer
een temperatuur
wordt bereikt waarbij
opladen mogelijk is.
(Raadpleeg
„Geschikte
oplaadomgevingen”.)
Laad indien mogelijk
altijd op bij een
optimale temperatuur
van 15–25 °C.
Vier lampjes knipperen gelijktijdig.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 40 2018/04/25 10:06:23
40
Aflezen van de oplaadstatus van de accu
Lamp
accu-
oplader
Indicatorlampjes accuvermogen Huidige
status Details
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
Aan
Brandende lampjes duiden op de voltooide
hoeveelheid opladen. Een knipperend lampje
duidt de huidige voortgang aan.
Opladen
Tijdens het opladen
gaan de
indicatorlampjes
accuvermogen één
voor één branden.
(Voorbeeld: accu is ongeveer 50–75 %
opgeladen.)
Uit
Opladen
voltooid
Wanneer het
opladen is voltooid,
gaan het lampje voor
opladen op de accu-
oplader en het
indicatorlampje
accuvermogen op de
accu uit.
Uit
Accu is in
stand-
bymodus.
* De interne
temperatuur
van de accu
is te hoog of
te laag.
Het opladen zal
automatisch
herstarten wanneer
een temperatuur
wordt bereikt waarbij
opladen mogelijk is.
(Raadpleeg
„Geschikte
oplaadomgevingen”.)
Laad indien mogelijk
altijd op bij een
optimale temperatuur
van 15–25 °C.
Vier lampjes knipperen gelijktijdig.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 40 2018/04/25 10:06:23
40
Aflezen van de oplaadstatus van de accu
Lamp
accu-
oplader
Indicatorlampjes accuvermogen Huidige
status Details
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
Aan
Brandende lampjes duiden op de voltooide
hoeveelheid opladen. Een knipperend lampje
duidt de huidige voortgang aan.
Opladen
Tijdens het opladen
gaan de
indicatorlampjes
accuvermogen één
voor één branden.
(Voorbeeld: accu is ongeveer 50–75 %
opgeladen.)
Uit
Opladen
voltooid
Wanneer het
opladen is voltooid,
gaan het lampje voor
opladen op de accu-
oplader en het
indicatorlampje
accuvermogen op de
accu uit.
Uit
Accu is in
stand-
bymodus.
* De interne
temperatuur
van de accu
is te hoog of
te laag.
Het opladen zal
automatisch
herstarten wanneer
een temperatuur
wordt bereikt waarbij
opladen mogelijk is.
(Raadpleeg
„Geschikte
oplaadomgevingen”.)
Laad indien mogelijk
altijd op bij een
optimale temperatuur
van 15–25 °C.
Vier lampjes knipperen gelijktijdig.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 40 2018/04/25 10:06:23
40
Aflezen van de oplaadstatus van de accu
Lamp
accu-
oplader
Indicatorlampjes accuvermogen Huidige
status Details
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
Aan
Brandende lampjes duiden op de voltooide
hoeveelheid opladen. Een knipperend lampje
duidt de huidige voortgang aan.
Opladen
Tijdens het opladen
gaan de
indicatorlampjes
accuvermogen één
voor één branden.
(Voorbeeld: accu is ongeveer 50–75 %
opgeladen.)
Uit
Opladen
voltooid
Wanneer het
opladen is voltooid,
gaan het lampje voor
opladen op de accu-
oplader en het
indicatorlampje
accuvermogen op de
accu uit.
Uit
Accu is in
stand-
bymodus.
* De interne
temperatuur
van de accu
is te hoog of
te laag.
Het opladen zal
automatisch
herstarten wanneer
een temperatuur
wordt bereikt waarbij
opladen mogelijk is.
(Raadpleeg
„Geschikte
oplaadomgevingen”.)
Laad indien mogelijk
altijd op bij een
optimale temperatuur
van 15–25 °C.
Vier lampjes knipperen gelijktijdig.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 40 2018/04/25 10:06:23
40
Aflezen van de oplaadstatus van de accu
Lamp
accu-
oplader
Indicatorlampjes accuvermogen Huidige
status Details
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
Aan
Brandende lampjes duiden op de voltooide
hoeveelheid opladen. Een knipperend lampje
duidt de huidige voortgang aan.
Opladen
Tijdens het opladen
gaan de
indicatorlampjes
accuvermogen één
voor één branden.
(Voorbeeld: accu is ongeveer 50–75 %
opgeladen.)
Uit
Opladen
voltooid
Wanneer het
opladen is voltooid,
gaan het lampje voor
opladen op de accu-
oplader en het
indicatorlampje
accuvermogen op de
accu uit.
Uit
Accu is in
stand-
bymodus.
* De interne
temperatuur
van de accu
is te hoog of
te laag.
Het opladen zal
automatisch
herstarten wanneer
een temperatuur
wordt bereikt waarbij
opladen mogelijk is.
(Raadpleeg
„Geschikte
oplaadomgevingen”.)
Laad indien mogelijk
altijd op bij een
optimale temperatuur
van 15–25 °C.
Vier lampjes knipperen gelijktijdig.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 40 2018/04/25 10:06:23
Het aflezen van de oplaadstatus van de weergave-eenheid
Lamp
accuoplader Indicatorlampjes accuvermogen Huidige status Details
Aan
Opladen
De indicatoraccuvermogen
0% 1-10% 11-99% neemt
langzaam toe.
Uit
Alle segmenten van de indicator
accuvermogen branden.
Opladen
voltooid
Wanneer het opladen
is voltooid, zullen alle
segmenten van de
indicator accuvermogen
van de aandrijfunit uit
gaan en de lamp accu-
oplader van de oplader
zal uit gaan.
Alle functieweergaveitems knipperen.
Accu is in
standbymodus.
* De interne
temperatuur van
de accu is te hoog
of te laag.
Het opladen zal
automatisch herstarten
wanneer een temperatuur
wordt bereikt waarbij
opladen mogelijk is.
(Raadpleeg „Geschikte
oplaadomgevingen”.)
Laad indien mogelijk
altijd op bij een optimale
temperatuur van 15–25 °C.
40
Aflezen van de oplaadstatus van de accu
Lamp
accu-
oplader
Indicatorlampjes accuvermogen Huidige
status Details
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
Aan
Brandende lampjes duiden op de voltooide
hoeveelheid opladen. Een knipperend lampje
duidt de huidige voortgang aan.
Opladen
Tijdens het opladen
gaan de
indicatorlampjes
accuvermogen één
voor één branden.
(Voorbeeld: accu is ongeveer 50–75 %
opgeladen.)
Uit
Opladen
voltooid
Wanneer het
opladen is voltooid,
gaan het lampje voor
opladen op de accu-
oplader en het
indicatorlampje
accuvermogen op de
accu uit.
Uit
Accu is in
stand-
bymodus.
* De interne
temperatuur
van de accu
is te hoog of
te laag.
Het opladen zal
automatisch
herstarten wanneer
een temperatuur
wordt bereikt waarbij
opladen mogelijk is.
(Raadpleeg
„Geschikte
oplaadomgevingen”.)
Laad indien mogelijk
altijd op bij een
optimale temperatuur
van 15–25 °C.
Vier lampjes knipperen gelijktijdig.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 40 2018/04/25 10:06:23
41
Het aflezen van de oplaadstatus van de weergave-eenheid (alleen van
toepassing op modellen met het type accu multi locatie.)
Lamp
accu-
oplader
Weergave-eenheid Huidige
status Details
(Weergave A) (Weergave X)
Aan
11-99%
1-10%
0%
<0,5
seconden
interval>
<0,2
seconden
interval>
Opladen
De indicator
accuvermogen
neemt langzaam toe.
0% 1-10% 11-99%
<0,2
seconden
interval>
<0,5
seconden
interval>
Uit
Alle segmenten van
de indicator
accuvermogen
branden.
Alle segmenten van
de indicator accuver-
mogen branden.
Opladen
voltooid
Wanneer het
opladen is voltooid,
zullen alle
segmenten van de
indicator
accuvermogen van
de aandrijfunit uit
gaan en de lamp
accu-oplader van de
oplader zal uit gaan.
Alle functieweergave-
items knipperen.
Alle functieweergave-
items knipperen.
Accu is in
stand-
bymodus.
* De interne
temperatuur
van de accu
is te hoog of
te laag.
Het opladen zal
automatisch
herstarten wanneer
een temperatuur
wordt bereikt waarbij
opladen mogelijk is.
(Raadpleeg
„Geschikte
oplaadomgevingen”.)
Laad indien mogelijk
altijd op bij een
optimale temperatuur
van 15–25 °C.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 41 2018/04/25 10:06:23
41
Het aflezen van de oplaadstatus van de weergave-eenheid (alleen van
toepassing op modellen met het type accu multi locatie.)
Lamp
accu-
oplader
Weergave-eenheid Huidige
status Details
(Weergave A) (Weergave X)
Aan
11-99%
1-10%
0%
<0,5
seconden
interval>
<0,2
seconden
interval>
Opladen
De indicator
accuvermogen
neemt langzaam toe.
0% 1-10% 11-99%
<0,2
seconden
interval>
<0,5
seconden
interval>
Uit
Alle segmenten van
de indicator
accuvermogen
branden.
Alle segmenten van
de indicator accuver-
mogen branden.
Opladen
voltooid
Wanneer het
opladen is voltooid,
zullen alle
segmenten van de
indicator
accuvermogen van
de aandrijfunit uit
gaan en de lamp
accu-oplader van de
oplader zal uit gaan.
Alle functieweergave-
items knipperen.
Alle functieweergave-
items knipperen.
Accu is in
stand-
bymodus.
* De interne
temperatuur
van de accu
is te hoog of
te laag.
Het opladen zal
automatisch
herstarten wanneer
een temperatuur
wordt bereikt waarbij
opladen mogelijk is.
(Raadpleeg
„Geschikte
oplaadomgevingen”.)
Laad indien mogelijk
altijd op bij een
optimale temperatuur
van 15–25 °C.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 41 2018/04/25 10:06:23
41
Het aflezen van de oplaadstatus van de weergave-eenheid (alleen van
toepassing op modellen met het type accu multi locatie.)
Lamp
accu-
oplader
Weergave-eenheid Huidige
status Details
(Weergave A) (Weergave X)
Aan
11-99%
1-10%
0%
<0,5
seconden
interval>
<0,2
seconden
interval>
Opladen
De indicator
accuvermogen
neemt langzaam toe.
0% 1-10% 11-99%
<0,2
seconden
interval>
<0,5
seconden
interval>
Uit
Alle segmenten van
de indicator
accuvermogen
branden.
Alle segmenten van
de indicator accuver-
mogen branden.
Opladen
voltooid
Wanneer het
opladen is voltooid,
zullen alle
segmenten van de
indicator
accuvermogen van
de aandrijfunit uit
gaan en de lamp
accu-oplader van de
oplader zal uit gaan.
Alle functieweergave-
items knipperen.
Alle functieweergave-
items knipperen.
Accu is in
stand-
bymodus.
* De interne
temperatuur
van de accu
is te hoog of
te laag.
Het opladen zal
automatisch
herstarten wanneer
een temperatuur
wordt bereikt waarbij
opladen mogelijk is.
(Raadpleeg
„Geschikte
oplaadomgevingen”.)
Laad indien mogelijk
altijd op bij een
optimale temperatuur
van 15–25 °C.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 41 2018/04/25 10:06:23
40
Aflezen van de oplaadstatus van de accu
Lamp
accu-
oplader
Indicatorlampjes accuvermogen Huidige
status Details
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
Aan
Brandende lampjes duiden op de voltooide
hoeveelheid opladen. Een knipperend lampje
duidt de huidige voortgang aan.
Opladen
Tijdens het opladen
gaan de
indicatorlampjes
accuvermogen één
voor één branden.
(Voorbeeld: accu is ongeveer 50–75 %
opgeladen.)
Uit
Opladen
voltooid
Wanneer het
opladen is voltooid,
gaan het lampje voor
opladen op de accu-
oplader en het
indicatorlampje
accuvermogen op de
accu uit.
Uit
Accu is in
stand-
bymodus.
* De interne
temperatuur
van de accu
is te hoog of
te laag.
Het opladen zal
automatisch
herstarten wanneer
een temperatuur
wordt bereikt waarbij
opladen mogelijk is.
(Raadpleeg
„Geschikte
oplaadomgevingen”.)
Laad indien mogelijk
altijd op bij een
optimale temperatuur
van 15–25 °C.
Vier lampjes knipperen gelijktijdig.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 40 2018/04/25 10:06:23
2120

ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
OPMERKING
Bijvoorbeeld, zelfs wanneer normaal opladen wordt gestart, als de accutemperatuur of de omgevingstemperatuur
te hoog of te laag is, wordt het opladen mogelijk verlengd of wordt het opladen gestopt zonder dat de accu
voldoende is opgeladen, om de accu te beschermen.
Richtlijnen oplaadtijd
Hoewel oplaadtijd varieert afhankelijk van de resterende accucapaciteit
en externe temperatuur, als de accu is uitgeput, duurt het doorgaans
ongeveer 3,5 uur (bagagedragertype 400 Wh en onderbuistype 400 Wh),
4 uur (bagagedragertype 500 Wh en onderbuistype 500 Wh) of 5 uur
(type multi locatie 600 Wh).
Als de accu overgaat naar de stand-bymodus tijdens het opladen,
neemt de oplaadtijd met een gelijkmatige hoeveelheid toe.
* Bij opladen nadat de accu een lange tijd niet is gebruikt, wordt de oplaadtijd verlengd afhankelijk van
de accustatus. Houd er echter rekening mee dat als de indicatorlampjes accuvermogen niet knipperen in
foutpatroon (Raadpleeg „Aflezen van de oplaadstatus van de accu”), er geen storing is.
G. WEERGAVE VAN DE RESTERENDE ACCUCAPACITEIT
Je kunt controleren hoeveel capaciteit de accu nog ongeveer heeft en in hoeverre de accu is opgeladen.
De controle kan worden uitgevoerd met gebruik van de indicator resterende accuvermogen van de weergave-
eenheid of het indicatorlampjes resterende accuvermogen van de accu.
OPMERKING
• Zelfs wanneer de accucapaciteit 0 (nul) bereikt, kun je de fiets nog steeds op normale manier gebruiken.
• Als je een oude accu gebruikt, kan de indicator resterende accuvermogen plotseling zeer weinig vermogen
weergeven wanneer je begint te bewegen. Dit is geen storing. Zodra het rijden stabiel is en de lading is
verminderd, wordt de juiste waarde weergegeven.
42
Richtlijnen oplaadtijd
Hoewel oplaadtijd varieert afhankelijk van de resterende
accucapaciteit en externe temperatuur, als de accu is uit-
geput, duurt het doorgaans ongeveer 3,5 uur (bagagedra-
gertype 400 Wh en onderbuistype 400 Wh), 4 uur (baga-
gedragertype 500 Wh en onderbuistype 500 Wh) of 5 uur
(type multi locatie 600 Wh).
Als de accu overgaat naar de stand-bymodus tijdens het
opladen, neemt de oplaadtijd met een gelijkmatige hoe-
veelheid toe.
* Bij opladen nadat de accu een lange tijd niet is gebruikt,
wordt de oplaadtijd verlengd afhankelijk van de accusta-
tus. Houd er echter rekening mee dat als de indicator-
lampjes accuvermogen niet knipperen in foutpatroon
(Raadpleeg „Aflezen van de oplaadstatus van de accu”),
er geen storing is.
Opladen
starten
Opladen
voltooid
Stand-by
opladen
Oplaadtijd*
(Uitgezonderd stand-by-tijd)
OPMERKING
Bijvoorbeeld, zelfs wanneer normaal opladen wordt gestart, als de accutemperatuur of de omge-
vingstemperatuur te hoog of te laag is, wordt het opladen mogelijk verlengd of wordt het opladen
gestopt zonder dat de accu voldoende is opgeladen, om de accu te beschermen.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 42 2018/04/25 10:06:23
Weergave van de resterende
accucapaciteit voor de weergave-eenheid
Weergave van
de resterende
accucapaciteit
Toepasbare situatie
100–11 %
Wanneer je de stroom van de weergave-
eenheid inschakelt en continu rijdt nadat
de accu volledig is opgeladen, gaan de
segmenten voor de indicator resterende
accuvermogen één voor één uit iedere keer
dat het resterende accuvermogen met 10 %
wordt verminderd.
<0,5 seconden interval>
10–1 % Er is zeer weinig resterend accuvermogen
over. Laad de accu zo snel mogelijk op.
<0,2 seconden interval>
0 %
Er is geen resterend accuvermogen
meer over. Schakel de stroom uit voor de
weergave-eenheid en laad de accu zo snel
mogelijk op.
* Hulp wordt gestopt, maar je kunt de fiets nog
steeds als een normale fiets gebruiken.
43
H. Weergave van de resterende accucapaciteit
U kunt controleren hoeveel capaciteit de accu nog ongeveer heeft en in hoeverre de accu is opge-
laden. De controle kan worden uitgevoerd met gebruik van de indicator resterende accuvermogen
van de weergave-eenheid of het indicatorlampjes resterende accuvermogen van de accu.
OPMERKING
• Zelfs wanneer de accucapaciteit 0 (nul) bereikt, kunt u de fiets nog steeds op normale manier
gebruiken.
• Als u een oude accu gebruikt, kan de indicator resterende accuvermogen plotseling zeer weinig
vermogen weergeven wanneer u begint te bewegen. Dit is geen storing. Zodra het rijden stabiel
is en de lading is verminderd, wordt de juiste waarde weergegeven.
Weergave indicator resterende accuvermogen en schatting van reste-
rende accuvermogen voor weergave-eenheid
Het resterende accuvermogen kan worden weergegeven als een numerieke waarde op het
LCD-display.
Weergave van de resterende
accucapaciteit voor de weergave-eenheid
(Weergave A) (Weergave X)
Weergave van
de resterende
accucapaciteit
Toepasbare situatie
100–11 %
Wanneer u de stroom van de
weergave-eenheid inschakelt en
continu rijdt nadat de accu
volledig is opgeladen, gaan de
segmenten voor de indicator
resterende accuvermogen één
voor één uit iedere keer dat het
resterende accuvermogen met 10
% wordt verminderd.
<0,5 seconden interval>
10–1 %
Er is zeer weinig resterend
accuvermogen over. Laad de
accu zo snel mogelijk op.
<0,2 seconden interval>
0 %
Er is geen resterend
accuvermogen meer over.
Schakel de stroom uit voor de
weergave-eenheid en laad de
accu zo snel mogelijk op.
* Hulp wordt gestopt, maar u kunt
de fiets nog steeds als een
normale fiets gebruiken.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 43 2018/04/25 10:06:23
43
H. Weergave van de resterende accucapaciteit
U kunt controleren hoeveel capaciteit de accu nog ongeveer heeft en in hoeverre de accu is opge-
laden. De controle kan worden uitgevoerd met gebruik van de indicator resterende accuvermogen
van de weergave-eenheid of het indicatorlampjes resterende accuvermogen van de accu.
OPMERKING
• Zelfs wanneer de accucapaciteit 0 (nul) bereikt, kunt u de fiets nog steeds op normale manier
gebruiken.
• Als u een oude accu gebruikt, kan de indicator resterende accuvermogen plotseling zeer weinig
vermogen weergeven wanneer u begint te bewegen. Dit is geen storing. Zodra het rijden stabiel
is en de lading is verminderd, wordt de juiste waarde weergegeven.
Weergave indicator resterende accuvermogen en schatting van reste-
rende accuvermogen voor weergave-eenheid
Het resterende accuvermogen kan worden weergegeven als een numerieke waarde op het
LCD-display.
Weergave van de resterende
accucapaciteit voor de weergave-eenheid
(Weergave A) (Weergave X)
Weergave van
de resterende
accucapaciteit
Toepasbare situatie
100–11 %
Wanneer u de stroom van de
weergave-eenheid inschakelt en
continu rijdt nadat de accu
volledig is opgeladen, gaan de
segmenten voor de indicator
resterende accuvermogen één
voor één uit iedere keer dat het
resterende accuvermogen met 10
% wordt verminderd.
<0,5 seconden interval>
10–1 %
Er is zeer weinig resterend
accuvermogen over. Laad de
accu zo snel mogelijk op.
<0,2 seconden interval>
0 %
Er is geen resterend
accuvermogen meer over.
Schakel de stroom uit voor de
weergave-eenheid en laad de
accu zo snel mogelijk op.
* Hulp wordt gestopt, maar u kunt
de fiets nog steeds als een
normale fiets gebruiken.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 43 2018/04/25 10:06:23
43
H. Weergave van de resterende accucapaciteit
U kunt controleren hoeveel capaciteit de accu nog ongeveer heeft en in hoeverre de accu is opge-
laden. De controle kan worden uitgevoerd met gebruik van de indicator resterende accuvermogen
van de weergave-eenheid of het indicatorlampjes resterende accuvermogen van de accu.
OPMERKING
• Zelfs wanneer de accucapaciteit 0 (nul) bereikt, kunt u de fiets nog steeds op normale manier
gebruiken.
• Als u een oude accu gebruikt, kan de indicator resterende accuvermogen plotseling zeer weinig
vermogen weergeven wanneer u begint te bewegen. Dit is geen storing. Zodra het rijden stabiel
is en de lading is verminderd, wordt de juiste waarde weergegeven.
Weergave indicator resterende accuvermogen en schatting van reste-
rende accuvermogen voor weergave-eenheid
Het resterende accuvermogen kan worden weergegeven als een numerieke waarde op het
LCD-display.
Weergave van de resterende
accucapaciteit voor de weergave-eenheid
(Weergave A) (Weergave X)
Weergave van
de resterende
accucapaciteit
Toepasbare situatie
100–11 %
Wanneer u de stroom van de
weergave-eenheid inschakelt en
continu rijdt nadat de accu
volledig is opgeladen, gaan de
segmenten voor de indicator
resterende accuvermogen één
voor één uit iedere keer dat het
resterende accuvermogen met 10
% wordt verminderd.
<0,5 seconden interval>
10–1 %
Er is zeer weinig resterend
accuvermogen over. Laad de
accu zo snel mogelijk op.
<0,2 seconden interval>
0 %
Er is geen resterend
accuvermogen meer over.
Schakel de stroom uit voor de
weergave-eenheid en laad de
accu zo snel mogelijk op.
* Hulp wordt gestopt, maar u kunt
de fiets nog steeds als een
normale fiets gebruiken.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 43 2018/04/25 10:06:23
Weergave indicator resterende accuvermogen en schatting van resterende accuvermogen voor
weergave-eenheid
Het resterende accuvermogen kan worden weergegeven als een numerieke waarde op het LCD-display.
2322

ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
Weergave van de indicatorlampjes
accuvermogen
Schatting van
het resterende
accuvermogen
Toepasbare situatie
100–76 %
Wanneer volledig opgeladen
(100 %), schakelen de
indicatorlampjes accuvermogen
één voor één uit.
75–51 %
50–26 %
25–11 %
Langzaam knipperen
<0,5 seconden interval>
10–1 % Er is zeer weinig
accuvermogen over.
Snel knipperen
<0,2 seconden interval>
0 % Het accuvermogen heeft 0
bereikt (nul). Laad de accu op.
44
Weergave van de indicatorlampjes accuvermogen en de schatting van
het resterende accuvermogen
Bij het controleren van het resterende accuvermogen, drukt u op de indicatorknop accuvermogen
„”.
Weergave van de indicatorlampjes
accuvermogen
Schatting van
het resterende
accuvermogen
Toepasbare situatie
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
100–76 %
Wanneer volledig opgeladen
(100 %), schakelen de
indicatorlampjes
accuvermogen één voor één
uit.
75–51 %
50–26 %
25–11 %
10–1 % Er is zeer weinig
accuvermogen over.
Langzaam knipperen
<0,5 seconden interval>
0 %
Het accuvermogen heeft 0
bereikt (nul). Laad de accu
op.
Snel knipperen
<0,2 seconden interval>
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 44 2018/04/25 10:06:24
44
Weergave van de indicatorlampjes accuvermogen en de schatting van
het resterende accuvermogen
Bij het controleren van het resterende accuvermogen, drukt u op de indicatorknop accuvermogen
„”.
Weergave van de indicatorlampjes
accuvermogen
Schatting van
het resterende
accuvermogen
Toepasbare situatie
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
100–76 %
Wanneer volledig opgeladen
(100 %), schakelen de
indicatorlampjes
accuvermogen één voor één
uit.
75–51 %
50–26 %
25–11 %
10–1 % Er is zeer weinig
accuvermogen over.
Langzaam knipperen
<0,5 seconden interval>
0 %
Het accuvermogen heeft 0
bereikt (nul). Laad de accu
op.
Snel knipperen
<0,2 seconden interval>
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 44 2018/04/25 10:06:24
44
Weergave van de indicatorlampjes accuvermogen en de schatting van
het resterende accuvermogen
Bij het controleren van het resterende accuvermogen, drukt u op de indicatorknop accuvermogen
„”.
Weergave van de indicatorlampjes
accuvermogen
Schatting van
het resterende
accuvermogen
Toepasbare situatie
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
100–76 %
Wanneer volledig opgeladen
(100 %), schakelen de
indicatorlampjes
accuvermogen één voor één
uit.
75–51 %
50–26 %
25–11 %
10–1 % Er is zeer weinig
accuvermogen over.
Langzaam knipperen
<0,5 seconden interval>
0 %
Het accuvermogen heeft 0
bereikt (nul). Laad de accu
op.
Snel knipperen
<0,2 seconden interval>
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 44 2018/04/25 10:06:24
44
Weergave van de indicatorlampjes accuvermogen en de schatting van
het resterende accuvermogen
Bij het controleren van het resterende accuvermogen, drukt u op de indicatorknop accuvermogen
„”.
Weergave van de indicatorlampjes
accuvermogen
Schatting van
het resterende
accuvermogen
Toepasbare situatie
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
100–76 %
Wanneer volledig opgeladen
(100 %), schakelen de
indicatorlampjes
accuvermogen één voor één
uit.
75–51 %
50–26 %
25–11 %
10–1 % Er is zeer weinig
accuvermogen over.
Langzaam knipperen
<0,5 seconden interval>
0 %
Het accuvermogen heeft 0
bereikt (nul). Laad de accu
op.
Snel knipperen
<0,2 seconden interval>
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 44 2018/04/25 10:06:24
44
Weergave van de indicatorlampjes accuvermogen en de schatting van
het resterende accuvermogen
Bij het controleren van het resterende accuvermogen, drukt u op de indicatorknop accuvermogen
„”.
Weergave van de indicatorlampjes
accuvermogen
Schatting van
het resterende
accuvermogen
Toepasbare situatie
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
100–76 %
Wanneer volledig opgeladen
(100 %), schakelen de
indicatorlampjes
accuvermogen één voor één
uit.
75–51 %
50–26 %
25–11 %
10–1 % Er is zeer weinig
accuvermogen over.
Langzaam knipperen
<0,5 seconden interval>
0 %
Het accuvermogen heeft 0
bereikt (nul). Laad de accu
op.
Snel knipperen
<0,2 seconden interval>
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 44 2018/04/25 10:06:24
44
Weergave van de indicatorlampjes accuvermogen en de schatting van
het resterende accuvermogen
Bij het controleren van het resterende accuvermogen, drukt u op de indicatorknop accuvermogen
„”.
Weergave van de indicatorlampjes
accuvermogen
Schatting van
het resterende
accuvermogen
Toepasbare situatie
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
100–76 %
Wanneer volledig opgeladen
(100 %), schakelen de
indicatorlampjes
accuvermogen één voor één
uit.
75–51 %
50–26 %
25–11 %
10–1 % Er is zeer weinig
accuvermogen over.
Langzaam knipperen
<0,5 seconden interval>
0 %
Het accuvermogen heeft 0
bereikt (nul). Laad de accu
op.
Snel knipperen
<0,2 seconden interval>
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 44 2018/04/25 10:06:24
Weergave van de indicatorlampjes accuvermogen en de schatting van het resterende accuvermogen
Bij het controleren van het resterende accuvermogen, druk je op de indicatorknop accuvermogen
44
Weergave van de indicatorlampjes accuvermogen en de schatting van
het resterende accuvermogen
Bij het controleren van het resterende accuvermogen, drukt u op de indicatorknop accuvermogen
„”.
Weergave van de indicatorlampjes
accuvermogen
Schatting van
het resterende
accuvermogen
Toepasbare situatie
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
100–76 %
Wanneer volledig opgeladen
(100 %), schakelen de
indicatorlampjes
accuvermogen één voor één
uit.
75–51 %
50–26 %
25–11 %
10–1 % Er is zeer weinig
accuvermogen over.
Langzaam knipperen
<0,5 seconden interval>
0 %
Het accuvermogen heeft 0
bereikt (nul). Laad de accu
op.
Snel knipperen
<0,2 seconden interval>
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 44 2018/04/25 10:06:24
H. CONTROLE VÓÓR GEBRUIK
Zorg dat je deze inspectie uitvoert voordat je op de fiets rijdt. Als er iets is wat je niet begrijpt of wat je moeilijk
vindt, neem dan contact op met een fietshandel.
LET OP
• Als je een fout vaststelt, laat je fiets dan zo snel mogelijk inspecteren door een dealer.
• Het hulpmechanisme bestaat uit precisieonderdelen. Demonteer dit niet.
Naast het uitvoeren van de standaard inspectie voordat je op de fiets rijdt, voer ook de volgende inspectie uit:
I. REINIGING, ONDERHOUD EN OPSLAG
LET OP
Gebruik geen hogedrukreinigers en dergelijke omdat deze het lekken van water kunnen veroorzaken, wat kan
leiden tot schade aan eigendommen of storing van de aandrijfunit of weergave-eenheid of accu. Mocht er toch
water in een van deze units terechtkomen, laat je fiets dan door een erkende dealer inspecteren.
Onderhoud van de accu
Gebruik een vochtige, stevig uitgewrongen handdoek om vuil van de accu te vegen. Giet geen water direct op de
accu, bijvoorbeeld met een slang.
LET OP
Reinig de polen niet door deze te polijsten met een vijl of met gebruik van een draad, enz. Hierdoor kunnen
storingen ontstaan.
Onderhoud voor de aandrijfunit
LET OP
Omdat een Aandrijfunit een precisieapparaat is, moet je het niet uit elkaar halen of er sterke kracht op
uitoefenen (sla bijvoorbeeld NIET met een hamer op dit apparaat). Vooral omdat de trapas direct is verbonden
met de binnenkant van de aandrijfunit, en grote schade toegebracht aan de trapas kan tot storingen lijden.
Nr. Inspectie-item Inspectie-inhoud
1Resterend accuvermogen Heeft de accu voldoende vermogen?
2Installatiestatus van de accu Is deze correct geïnstalleerd?
3Gebruik van het e-Bike Systeem Werkt het e-Bike Systeem wanneer je begint te bewegen?
2524

ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
Opslag
Bewaar het systeem op een plaats die:
• Vlak en stabiel is
• Goed geventileerd en vochtvrij is
• Beschermd is tegen de elementen en tegen direct zonlicht
Lange opslagperiode (1 maand of langer) en gebruik na lange periode van opslag
• Wanneer je de fiets gedurende een lange periode opslaat (1 maand of langer), verwijder dan de accu en sla
deze op volgens de volgende procedure.
• Verminder het resterende accuvermogen totdat één of twee indicatoren accuvermogen branden, en sla binnen
op een koele,15–25 °C, droge plaats.
• Controleer eenmaal per maand het resterende vermogen, en indien er maar één indicator accuvermogen
knippert, laad de accu dan ongeveer 10 minuten op. Zorg dat het resterende accuvermogen niet te laag wordt.
OPMERKING
• Als je de accu „volledig opgeladen” of „leeg” laat, verzwakt deze sneller.
• Door zelfontlading verliest de accu tijdens opslag langzaam zijn lading.
• Het vermogen van de accu neemt na verloop van tijd af maar correcte opslag maximaliseert de levensduur.
• Wanneer je de accu na lange tijd weer gebruikt, zorg dan dat je de accu voor gebruik oplaad. En als je de accu na
6 maanden opslag of langer weer gebruikt, laat dan je fiets inspecteren en onderhouden bij een dealer.
J. TRANSPORT
De accu’s zijn onderhevig aan de vereisten van de regelgeving voor gevaarlijke goederen. Wanneer de accu door
derde partijen wordt vervoerd (bijv. via luchttransport of een transportbedrijf), moet rekening worden gehouden
met speciale vereisten voor verpakking en labels. Raadpleeg een expert van gevaarlijke stoffen om het item voor
transport voor te bereiden. De klant kan de accu’s over de weg vervoeren zonder enige aanvullende vereisten.
Vervoer geen beschadigde accu’s. Plak open polen af en verpak de accu zodoende dat deze niet kan bewegen
tijdens vervoer. Zorg dat je alle lokale en nationale regelgeving in acht neemt. Als je vragen hebt over het vervoer
van de accu’s, raadpleeg een erkende fietshandel.
K. CONSUMENTENINFORMATIE
Weggooien
De aandrijfunit, accu, accu-oplader, weergave-eenheid,
snelheidssensor set, accessoires en verpakking dienen te worden
gesorteerd voor milieuvriendelijk recyclen. Gooi de fiets of de
componenten niet weg met het huishoudelijk afval.
Werp de accu niet in een vuur en stel niet bloot aan een warmtebron.
Hierdoor kan brand of een explosie ontstaan, wat kan leiden tot ernstig
letsel of schade aan eigendommen.
Voor EU-landen:
Volgens de Europese richtlijn 2012/19/EU dienen elektrische
apparaten/gereedschappen die niet langer te gebruiken
zijn, en volgens Europese richtlijn 2006/66/EC dienen
defecte of gebruikte accu’s/batterijen afzonderlijk te worden
verzameld en op milieuvriendelijke wijze worden weggegooid.
Breng niet langer te gebruiken accu’s terug naar een
erkende fietshandel.
L. VEREENVOUDIGDE VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
Hierbij verklaart YAMAHA MOTOR CO., LTD. dat de radioapparatuur Type [X0P10] in overeenstemming is met
Richtlijn 2014/53/EU. De volledige tekst van de EU-conformiteitsverklaring is beschikbaar op het volgende
internetadres: https://global.yamaha-motor.com/business/e-bike-systems/document/
47
L. Information du consommateur
Mise au rebut
Lʼunité dʼentraînement, le bloc-batterie, le chargeur de
batterie, lʼunité dʼaffichage, lʼensemble de capteur de vi-
tesse, les accessoires et lʼemballage doivent être triés
pour permettre un recyclage respectueux de lʼenvironne-
ment.
Ne jetez pas le vélo ou ses composants dans les déchets
ménagers.
Ne jetez pas le bloc-batterie au feu ou ne lʼexposez
pas à une source de chaleur. En faisant cela, vous
pouvez provoquer un incendie, ou une explosion, et
causer des blessures graves ou des dommages maté-
riels.
Pour les pays de lʼUE :
Selon la directive européenne 2012/19/UE, les appareils
électriques/outils qui ne sont plus utilisables, et selon la
directive européenne 2006/66/EC, les blocs-batteries/piles
qui sont défectueux ou usagés, doivent être collectés sé-
parément et éliminés dʼune manière respectueuse de lʼen-
vironnement.
Veuillez retourner les blocs-batteries qui ne sont plus utili-
sables à un revendeur agréé vélo.
M. Déclaration de conformité simpliée
Par la présente, YAMAHA MOTOR CO., LTD. déclare que le type dʼéquipement radio [X0P10] est
conforme à la directive 2014/53/UE.
Le texte intégral de la déclaration de conformité UE est disponible à lʼadresse internet suivante :
https://global.yamaha-motor.com/business/e-bike-systems/document/
*Sʼapplique uniquement à lʼécran X.
X0S7_EPAC欧州向け仏語_MY19.indd 47 2018/04/24 13:56:24
2726

ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
M. PROBLEMEN OPLOSSEN
E-Bike Systeem
Symptomen Controleer Actie
Trappen is
moeilijk
Is de stroom van de
eergaveeenheid ingeschakeld?
Druk op de aan/uitschakelaar op de weergave-
eenheid om de stroom in te schakelen.
Is de accu geïnstalleerd? Plaats een opgeladen accu.
Is de accu opgeladen? Laad de accu op.
Is de fiets 5 minuten of
langer stationair geweest? Schakel de stroom opnieuw in.
Fiets je op een lang hellend
wegdek of draag je een zware
lading tijdens de zomer?
Dit is geen storing. Dit is een beveiliging die
wordt ingeschakeld wanneer de temperatuur
van de accu of de aandrijfunit te hoog is.
De hulpfunctie wordt weer geactiveerd
zodra de temperatuur van de accu of de
aandrijfunit is afgenomen. Door naar
een lagere versnelling te schakelen die je
normaal zou gebruiken zal dit minder snel
optreden (bijvoorbeeld, door van de tweede
naar de eerste versnelling te schakelen).
Is de temperatuur van de lucht
laag (ongeveer 10 °C of lager)?
Bewaar de accu tijdens de winter
binnenshuis alvorens te gebruiken.
Laad je de accu op terwijl deze
op de fiets is gemonteerd? Stop met het opladen van de accu.
2928
Symptomen Controleer Actie
De aandrijfunit schakelt in en uit tijdens het
fietsen.
Is de accu
correct
geïnstalleerd?
Controleer of de accu op zijn
plaats is vergrendeld.
Als het probleem zich blijft
voordoen terwijl de accu
stevig op de plaats is
vergrendeld, is er mogelijk
een probleem met de
aansluiting van de polen of
de draden van de accu.
Laat je fiets inspecteren
door een erkende dealer.
De aandrijfunit maakt vreemde geluiden.
Er is mogelijk een probleem
binnenin de aandrijfunit. Laat
je fiets inspecteren door een
erkende dealer.
Er komt rook of een vreemde geur uit de
aandrijfunit.
Er is mogelijk een probleem
binnenin de aandrijfunit. Laat
je fiets inspecteren door een
erkende dealer.
Het hoofddisplay dat wordt weergegeven
tijdens het rijden en „Er” worden afwisselend
weergegeven, en een foutbeschrijving wordt
weergegeven op de functieweergave.
Het probleem doet zich voor in
het e-Bike Systeem. Schakel
de stroom uit en daarna weer
aan. Als het probleem niet
kan worden opgelost, laat je
fiets dan zo snel mogelijk
inspecteren door een dealer.
49
Symptoom Controleer Actie
De aandrijfunit schakelt in en uit tijdens
het fietsen.
Is de accu
correct
geïnstalleerd?
Controleer of de accu op
zijn plaats is vergrendeld.
Als het probleem zich blijft
voordoen terwijl de accu
stevig op de plaats is
vergrendeld, is er mogelijk
een probleem met de
aansluiting van de polen of
de draden van de accu.
Laat uw fiets inspecteren
door een erkende dealer.
De aandrijfunit maakt vreemde geluiden.
Er is mogelijk een probleem
binnenin de aandrijfunit.
Laat uw fiets inspecteren
door een erkende dealer.
Er komt rook of een vreemde geur uit de
aandrijfunit.
Er is mogelijk een probleem
binnenin de aandrijfunit.
Laat uw fiets inspecteren
door een erkende dealer.
(Weergave A)
Het hoofddisplay dat wordt weergegeven
tijdens het rijden en „Er” worden
afwisselend weergegeven, en een
foutbeschrijving wordt weergegeven op de
functieweergave.
(Weergave X)
De Lamp hulpmodus brandt in rood, het
rijden-hoofddisplay en „ER” worden
afwisselend weergegeven en een
foutbeschrijving wordt aangegeven in de
functieweergave.
Wordt afwisselend weergegeven
Foutmeldingen
Het probleem doet zich
voor in het e-Bike Systeem.
Schakel de stroom uit en
daarna weer aan.
Als het probleem niet kan
worden opgelost, laat uw
fiets dan zo snel mogelijk
inspecteren door een
dealer.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 49 2018/04/25 10:06:25

ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
3130
Symptomen Controleer Actie
De rijafstand is afgenomen.
Laad je de accu
volledig op? Laad de accu op totdat deze vol (F) is.
Gebruik je het
systeem bij lage
temperaturen?
De normale reisafstand wordt hersteld
wanneer de omgevingstemperatuur stijgt.
Als je de accu voor gebruik binnenshuis
bewaart (op een warme locatie) neemt het
reisbereik onder koude omstandigheden toe.
Is de accu
versleten? Vervang de accu.
De snelheid wordt niet
weergegeven, zelfs
tijdens het rijden, en de
functieweergave knippert.
De snelheidssensor kan een juist signaal
niet detecteren. Schakel de stroom naar
de weergave-eenheid uit en schakel deze
daarna weer in. Selecteer de hulpmodus in
en fiets dan een klein stukje. Zorg ook dat
de magneet correct gemonteerd is aan de
spaken van de wielen.
50
Symptoom Controleer Actie
De rijafstand is afgenomen.
Laadt u de accu
volledig op?
Laad de accu op totdat
deze vol (F) is.
Gebruikt u het
systeem bij lage
temperaturen?
De normale reisafstand
wordt hersteld wanneer de
omgevingstemperatuur
stijgt. Als u de accu voor
gebruik binnenshuis
bewaart (op een warme
locatie) neemt het
reisbereik onder koude
omstandigheden toe.
Is de accu
versleten? Vervang de accu.
(Weergave A)
De snelheid wordt niet weergegeven, zelfs
tijdens het rijden, en de functieweergave
knippert.
(Weergave X)
Een lamp hulpmodus licht rood op en een
omschrijving van de fout wordt
aangegeven in de functieweergave.
Foutmeldingen
De snelheidssensor kan
een juist signaal niet
detecteren.
Schakel de stroom naar de
weergave-eenheid uit en
schakel deze daarna weer
in.
Selecteer de hulpmodus in
en fiets dan een klein
stukje.
Zorg ook dat de magneet
correct gemonteerd is aan
de spaken van de wielen.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 50 2018/04/25 10:06:25
Symptomen Controleer Actie
De snelheid wordt aangegeven, maar de functie-
weergave knippert. (Hulpstroom is gestopt.)
Dit is geen storing. Het is
in een toestand waarin
de bediening van het
hulpstroomsysteem
normaal is. Deze staat kan
voorkomen afhankelijk van
de trapkracht en rijsnelheid,
maar het keert terug naar de
normale toestand indien er
is bevestigd dat het systeem
normaal is.
Het hoofddisplay dat wordt weergegeven
tijdens het rijden en „Er” worden afwisselend
weergegeven, en een foutbeschrijving wordt
weergegeven op de functieweergave.
Het probleem doet zich
voor in de accu. Schakel de
stroom uit en daarna weer
aan. Als het probleem niet
kan worden opgelost, laat
je accu dan zo snel mogelijk
inspecteren door een dealer.
51
Symptoom Controleer Actie
(Weergave A)
De snelheid wordt aangegeven, maar de
functieweergave knippert. (Hulpstroom is
gestopt.)
(Weergave X)
De indicator hulpmodus en de
functieweergave knipperen. (Hulpstroom
is gestopt.)
Dit is geen storing. Het is in
een toestand waarin de
bediening van het
hulpstroomsysteem
normaal is. Deze staat kan
voorkomen afhankelijk van
de trapkracht en
rijsnelheid, maar het keert
terug naar de normale
toestand indien er is
bevestigd dat het systeem
normaal is.
(Weergave A)
Het hoofddisplay dat wordt weergegeven
tijdens het rijden en „Er” worden
afwisselend weergegeven, en een
foutbeschrijving wordt weergegeven op de
functieweergave.
(Weergave X)
De lamp hulpmodus brandt in rood, het
rijden-hoofddisplay en „ER” worden
afwisselend weergegeven en een
foutbeschrijving wordt aangegeven in de
functieweergave.
Het probleem doet zich
voor in de accu. Schakel de
stroom uit en daarna weer
aan. Als het probleem niet
kan worden opgelost, laat
uw accu dan zo snel
mogelijk inspecteren door
een dealer.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 51 2018/04/25 10:06:26
51
Symptoom Controleer Actie
(Weergave A)
De snelheid wordt aangegeven, maar de
functieweergave knippert. (Hulpstroom is
gestopt.)
(Weergave X)
De indicator hulpmodus en de
functieweergave knipperen. (Hulpstroom
is gestopt.)
Dit is geen storing. Het is in
een toestand waarin de
bediening van het
hulpstroomsysteem
normaal is. Deze staat kan
voorkomen afhankelijk van
de trapkracht en
rijsnelheid, maar het keert
terug naar de normale
toestand indien er is
bevestigd dat het systeem
normaal is.
(Weergave A)
Het hoofddisplay dat wordt weergegeven
tijdens het rijden en „Er” worden
afwisselend weergegeven, en een
foutbeschrijving wordt weergegeven op de
functieweergave.
(Weergave X)
De lamp hulpmodus brandt in rood, het
rijden-hoofddisplay en „ER” worden
afwisselend weergegeven en een
foutbeschrijving wordt aangegeven in de
functieweergave.
Het probleem doet zich
voor in de accu. Schakel de
stroom uit en daarna weer
aan. Als het probleem niet
kan worden opgelost, laat
uw accu dan zo snel
mogelijk inspecteren door
een dealer.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 51 2018/04/25 10:06:26

ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
DUWHULPFUNCTIE
Accu en oplader
3332
Symptomen Controleer Actie
De indicator automatische modus knippert. Er is mogelijk een probleem
binnenin de aandrijfunit.
Schakel de stroom naar de
weergave-eenheid uit en
schakel deze daarna weer
in. Als het probleem niet kan
worden opgelost, laat je
fiets dan zo snel mogelijk
inspecteren door een dealer.
Symptomen Controleer Actie
De duwhulpfunctie schakelt uit.
Werd het wiel een
aantal seconden
geblokkeerd?
Haal je vinger heel even van
de drukschakelaar duwhulp
af en nadat je zeker weet dat
de wielen draaien, druk je de
schakelaar opnieuw in.
Heb je getrapt terwijl
de duwhulpfunctie
ingeschakeld was?
Haal je voeten van de pedalen
en haal je vinger even van de
drukschakelaar duwhulp.
Druk vervolgens opnieuw op
de schakelaar.
52
Symptoom Controleer Actie
(Weergave A)
De indicator automatische modus
knippert.
Er is mogelijk een probleem
binnenin de aandrijfunit.
Schakel de stroom naar de
weergave-eenheid uit en
schakel deze daarna weer
in.
Als het probleem niet kan
worden opgelost, laat uw
fiets dan zo snel mogelijk
inspecteren door een
dealer.
(Weergave X)
„A:####” en „####” op de indicator
hulpmodus worden afwisselend
weergegeven.
Bijvoorbeeld in het geval van
standaardmodus
Duwhulpfunctie
Symptoom Controleer Actie
De duwhulpfunctie schakelt uit.
Werd het wiel
een aantal
seconden
geblokkeerd?
Haal uw vinger heel even
van de drukschakelaar
duwhulp af en nadat u
zeker weet dat de wielen
draaien, drukt u de
schakelaar opnieuw in.
Heeft u getrapt
terwijl de
duwhulpfunctie
ingeschakeld
was?
Haal uw voeten van de
pedalen en haal uw vinger
even van de
drukschakelaar duwhulp.
Druk vervolgens opnieuw
op de schakelaar.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 52 2018/04/25 10:06:27
Symptomen Controleer Actie
Kan niet opladen
Is de stekker goed
aangesloten? Is
de oplaadstekker
stevig in de accu
gestoken?
Sluit opnieuw aan en probeer
nogmaals op te laden. Als de
accu nog steeds niet oplaadt,
functioneert de accu-oplader
mogelijk niet goed.
Branden de
indicatoren
resterend
accuvermogen?
Bekijk de oplaadmethode en
probeer nogmaals op te laden.
Als de accu nog steeds niet
oplaadt, functioneert de accu-
oplader mogelijk niet goed.
Zijn de polen van
de accuoplader of
accu vuil of nat?
Verwijder de accu uit de accu-
oplader en de stekker van de
oplader uit het stopcontact.
Gebruik een droge doek of een
wattenstaafje om de oplader en
de polen van de accu te
reinigen. Sluit vervolgens zowel
de accu en de accu-oplader
opnieuw aan.
Er is een fout
met de polen
opgetreden.
Verwijder de accu van de fiets.
Sluit vervolgens de
oplaadstekker aan op de accu.
(Als de indicator accuvermogen-
lampen afwisselend knipperen,
duidt dit mogelijk op een
storing in de accu). Wanneer
de accu opnieuw op de fiets
wordt gemonteerd en de aan/
uit-schakelaar van de weergave-
eenheid wordt ingedrukt, als
de indicator accuvermogen-
lampen nog steeds afwisselend
knipperen, is er mogelijk een
storing in de aandrijfunit.
55
Accu en oplader
Symptoom Controleer Actie
Kan niet opladen
Is de stekker
goed
aangesloten? Is
de
oplaadstekker
stevig in de
accu gestoken?
Sluit opnieuw aan en
probeer nogmaals op te
laden.
Als de accu nog steeds niet
oplaadt, functioneert de
accu-oplader mogelijk niet
goed.
Branden de
indicatoren
resterend
accuvermogen?
Bekijk de oplaadmethode
en probeer nogmaals op te
laden.
Als de accu nog steeds niet
oplaadt, functioneert de
accu-oplader mogelijk niet
goed.
Zijn de polen
van de accu-
oplader of accu
vuil of nat?
Verwijder de accu uit de
accu-oplader en de stekker
van de oplader uit het
stopcontact. Gebruik een
droge doek of een
wattenstaafje om de
oplader en de polen van de
accu te reinigen. Sluit
vervolgens zowel de accu
en de accu-oplader
opnieuw aan.
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
Er is een fout
met de polen
opgetreden.
Verwijder de accu van de
fiets.
Sluit vervolgens de
oplaadstekker aan op de
accu. (Als de indicator
accuvermogen-lampen
afwisselend knipperen,
duidt dit mogelijk op een
storing in de accu).
Wanneer de accu opnieuw
op de fiets wordt
gemonteerd en de aan/
uit-schakelaar van de
weergave-eenheid wordt
ingedrukt, als de indicator
accuvermogen-lampen nog
steeds afwisselend
knipperen, is er mogelijk
een storing in de
aandrijfunit.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 55 2018/04/25 10:06:27

ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
3534
Symptomen Controleer Actie
Er is een fout
met de polen
opgetreden.
Verwijder de accu uit de
accu-oplader, plaats de accu
op de fiets en druk op de
aan/uit-schakelaar van de
weergave-eenheid. Wanneer de
oplaadstekker weer in de accu
wordt geplaatst, en de indicator
accuvermogen-lampen nog
steeds gelijktijdig knipperen,
duidt dit mogelijk op een defect
in de accu-oplader.
Is de laadconnector
op de accu nat?
Reinig de laadconnector en de
oplaadstekker. Wrijf ze daarna
droog. Sluit de oplaadstekker
daarna aan op de laadconnector.
De indicator accuvermogen-lampen aan beide
zijden knipperen gelijktijdig.
De accubeschermingsfunctie
is ingeschakeld en het systeem
kan niet worden gebruikt.
Vervang de accu zo snel
mogelijk bij een erkende dealer.
De accu-oplader geeft abnormale geluiden,
vieze geuren of rook af.
Trek de oplaadstekker uit en
stop onmiddellijk het gebruik.
Laat je fiets inspecteren door
een erkende dealer.
De accu-oplader wordt heet.
Het is normaal dat
de accu-opladereen
beetje warm wordt
tijdens het opladen.
Als de accu-oplader te warm is
om aan te raken, trek de stekker
van de oplader er dan uit, wacht
tot deze is afgekoeld, en neem
contact op met eenerkendedealer.
56
Symptoom Controleer Actie
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
Er is een fout
met de polen
opgetreden.
Verwijder de accu uit de
accu-oplader, plaats de
accu op de fiets en druk op
de aan/uit-schakelaar van
de weergave-eenheid.
Wanneer de oplaadstekker
weer in de accu wordt
geplaatst, en de indicator
accuvermogen-lampen nog
steeds gelijktijdig
knipperen, duidt dit
mogelijk op een defect in
de accu-oplader.
Is de
laadconnector
op de accu nat?
Reinig de laadconnector en
de oplaadstekker. Wrijf ze
daarna droog. Sluit de
oplaadstekker daarna aan
op de laadconnector.
De indicator accuvermogen-lampen aan
beide zijden knipperen gelijktijdig. De
accubeschermingsfunctie
is ingeschakeld en het
systeem kan niet worden
gebruikt. Vervang de accu
zo snel mogelijk bij een
erkende dealer.
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
De accu-oplader geeft abnormale geluiden,
vieze geuren of rook af.
Trek de oplaadstekker uit
en stop onmiddellijk het
gebruik.
Laat uw fiets inspecteren
door een erkende dealer.
De accu-oplader wordt heet.
Het is normaal
dat de accu-
oplader een
beetje warm
wordt tijdens het
opladen.
Als de accu-oplader te
warm is om aan te raken,
trek de stekker van de
oplader er dan uit, wacht
tot deze is afgekoeld, en
neem contact op met een
erkende dealer.
Na het opladen zullen alle indicatorlampjes
accuvermogen niet branden wanneer de
indicatorknop accuvermogen „ ” wordt
ingedrukt.
Is de
oplaadstekker
losgekoppeld,
of is de accu
verwijderd
tijdens het
opladen?
Laad de accu nogmaals op.
Bent u
begonnen met
opladen toen de
accu warm was,
zoals vlak na
gebruik?
Verplaats de accu naar een
locatie waar de
accutemperatuur de
temperatuur bereikt waarbij
opladen mogelijk is (15–25
°C) en start het opladen
opnieuw.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 56 2018/04/25 10:06:27
56
Symptoom Controleer Actie
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
Er is een fout
met de polen
opgetreden.
Verwijder de accu uit de
accu-oplader, plaats de
accu op de fiets en druk op
de aan/uit-schakelaar van
de weergave-eenheid.
Wanneer de oplaadstekker
weer in de accu wordt
geplaatst, en de indicator
accuvermogen-lampen nog
steeds gelijktijdig
knipperen, duidt dit
mogelijk op een defect in
de accu-oplader.
Is de
laadconnector
op de accu nat?
Reinig de laadconnector en
de oplaadstekker. Wrijf ze
daarna droog. Sluit de
oplaadstekker daarna aan
op de laadconnector.
De indicator accuvermogen-lampen aan
beide zijden knipperen gelijktijdig. De
accubeschermingsfunctie
is ingeschakeld en het
systeem kan niet worden
gebruikt. Vervang de accu
zo snel mogelijk bij een
erkende dealer.
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
De accu-oplader geeft abnormale geluiden,
vieze geuren of rook af.
Trek de oplaadstekker uit
en stop onmiddellijk het
gebruik.
Laat uw fiets inspecteren
door een erkende dealer.
De accu-oplader wordt heet.
Het is normaal
dat de accu-
oplader een
beetje warm
wordt tijdens het
opladen.
Als de accu-oplader te
warm is om aan te raken,
trek de stekker van de
oplader er dan uit, wacht
tot deze is afgekoeld, en
neem contact op met een
erkende dealer.
Na het opladen zullen alle indicatorlampjes
accuvermogen niet branden wanneer de
indicatorknop accuvermogen „ ” wordt
ingedrukt.
Is de
oplaadstekker
losgekoppeld,
of is de accu
verwijderd
tijdens het
opladen?
Laad de accu nogmaals op.
Bent u
begonnen met
opladen toen de
accu warm was,
zoals vlak na
gebruik?
Verplaats de accu naar een
locatie waar de
accutemperatuur de
temperatuur bereikt waarbij
opladen mogelijk is (15–25
°C) en start het opladen
opnieuw.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 56 2018/04/25 10:06:27
N. SPECIFICATIES
Symptomen Controleer Actie
Na het opladen zullen alle indicatorlampjes
accuvermogen niet branden wanneer de
indicatorknop accuvermogen
56
Symptoom Controleer Actie
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
Er is een fout
met de polen
opgetreden.
Verwijder de accu uit de
accu-oplader, plaats de
accu op de fiets en druk op
de aan/uit-schakelaar van
de weergave-eenheid.
Wanneer de oplaadstekker
weer in de accu wordt
geplaatst, en de indicator
accuvermogen-lampen nog
steeds gelijktijdig
knipperen, duidt dit
mogelijk op een defect in
de accu-oplader.
Is de
laadconnector
op de accu nat?
Reinig de laadconnector en
de oplaadstekker. Wrijf ze
daarna droog. Sluit de
oplaadstekker daarna aan
op de laadconnector.
De indicator accuvermogen-lampen aan
beide zijden knipperen gelijktijdig. De
accubeschermingsfunctie
is ingeschakeld en het
systeem kan niet worden
gebruikt. Vervang de accu
zo snel mogelijk bij een
erkende dealer.
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
De accu-oplader geeft abnormale geluiden,
vieze geuren of rook af.
Trek de oplaadstekker uit
en stop onmiddellijk het
gebruik.
Laat uw fiets inspecteren
door een erkende dealer.
De accu-oplader wordt heet.
Het is normaal
dat de accu-
oplader een
beetje warm
wordt tijdens het
opladen.
Als de accu-oplader te
warm is om aan te raken,
trek de stekker van de
oplader er dan uit, wacht
tot deze is afgekoeld, en
neem contact op met een
erkende dealer.
Na het opladen zullen alle indicatorlampjes
accuvermogen niet branden wanneer de
indicatorknop accuvermogen „ ” wordt
ingedrukt.
Is de
oplaadstekker
losgekoppeld,
of is de accu
verwijderd
tijdens het
opladen?
Laad de accu nogmaals op.
Bent u
begonnen met
opladen toen de
accu warm was,
zoals vlak na
gebruik?
Verplaats de accu naar een
locatie waar de
accutemperatuur de
temperatuur bereikt waarbij
opladen mogelijk is (15–25
°C) en start het opladen
opnieuw.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 56 2018/04/25 10:06:27
wordt
ingedrukt.
Is de oplaadstekker
losgekoppeld, of is
de accu verwijderd
tijdens het opladen?
Laad de accu nogmaals op.
Ben je begonnen
met opladen toen
de accu warm
was, zoals vlak na
gebruik?
Verplaats de accu naar een
locatie waar de accutemperatuur
de temperatuur bereikt waarbij
opladen mogelijk is (15–25 °C)
en start het opladen opnieuw.
Na het loskoppelen van de oplaadstekker
op de accu-oplader van de accu, blijven de
indicatorlampjes accuvermogen branden.
Is de
laadconnector
op de accu nat?
Reinig de laadconnector en
de oplaadstekker. Wrijf ze
daarna droog.
Bereik van hulpsnelheid 0 tot minder dan 25 km/h
Elektrische motor Type Borstelloze DC type
Nominaal vermogen 250 W
Hulpstroomregelingsmethode
Besturingsmethode is
afhankelijk van trapsnelheid en
snelheid van de fiets
Accu Onderbuistype
400 Wh/500 Wh
Type PASB5 (Lithium-ion accu)
Spanning 36 V
Capaciteit 11 Ah/13,6 Ah
Aantal accucellen 40
Accu-oplader
Type PASC5
Ingangsspanning AC 220–240 V/50–60 Hz
Maximale uitgangsspanning DC 42 V
Maximale uitgangsspanning DC 4,0 A
Maximaal verbruikte stroom 310 VA/180 W
(Opgeladen bij AC 240 V)
Toepasbare soort accu PASB2/PASB4/PASB5

ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
NUVINCI® VERSNELLING
Naast de middenmotor van Yamaha, hebben de Babboe Mountain bakfietsen een NuVinci® versnelling.
Deze combinatie zorgt voor een heerlijke fietservaring! NuVinci® versnellingen betekent traploos schakelen
– net zo eenvoudig als het draaien aan de volumeknop van de radio. Dit revolutionaire versnellingssysteem
garandeert een ontspannen rit en een soepele, traploze overgang van de ene naar de andere versnelling met
letterlijk niet meer dan een kleine polsbeweging.
NuVinci® technologie betekent: Minder aandacht voor de bediening van de fiets en meer focus op wat echt
belangrijk is. Het verkeer of je kindjes voor in de bak. De basis van de revolutionaire Nuvinci technologie
wordt gevormd door de continu variabele transmissie die heel eenvoudig aan jouw persoonlijke rijstijl kan
worden aangepast. Of je nu voor het stoplicht staat te wachten of hard moet trappen tegen de wind, met
de Nuvinci componenten vindt je altijd de juiste overbrengingsverhouding. Je hebt de mogelijkheid om de
overbrengingsverhouding tussen de pedalen en het achterwiel in een continue beweging te veranderen. Je draait
een klein beetje aan de draaischakelaar op het stuur en de overbrengingsverhouding wordt traploos aangepast.
Dit gaat altijd heel gemakkelijk en comfortabel waarbij het niet uitmaakt of je je benen stilhoudt, de pedalen vol
belast of dat je staat te wachten voor een verkeerslicht.
Het gebruik van de versnelling
De slimme NuVinci versnellingsnaaf maakt schakelen eenvoudiger dan ooit.
Je kunt nu gewoon doortrappen tijdens het schakelen. De tandloze versnelling
garandeert een soepele overgang van de ene versnelling in de ander. En dankzij
de hermetisch afgesloten naaf is deze levenslang onderhoudsvrij.
Je bepaalt zelf in welke versnelling je fietst. Dankzij de tandloze NuVinci
versnellingsnaaf kun je simpelweg schakelen tijdens het trappen. Zo kun je
ongestoord doortrappen terwijl je zelf de weerstand bepaalt.
Draai eenvoudig aan het handvat om van versnelling te wisselen.
Draaischakelaar
Het bedienen van de versnellingsnaaf op de N360 gaat met een eenvoudige
draaischakelaar. Het display van de draaischakelaar toont een eenvoudig
symbool: een berg voor lagere snelheid en een vlak streepje voor hogere
snelheid. Omdat er geen vaste versnellingen zijn, bepaal je zelf exact
de gewenste overbrengingsverhouding waarbij je comfortabel fietst.
Veranderingen in de overbrengingsverhouding kunnen zelfs worden gedaan
als je de pedalen zwaar belast.
EN
THE NUVINCI®N360 SYSTEM
1
NuVinci N360 Shifter
Controlling the ratio of the N360
is simply a matter of rotating the
shifter grip. The shifter display
indicates ratio as a simple
graphic; a hill for slower speeds
and a flat for faster speeds.
Since there are no fixed gears,
the exact ratio is determined by
your comfort level. Ratio changes
can be made even while pedaling
under high torque.
NuVinci N360 CVP
Ratio changes occur within the
hub, smoothly and easily via
internals that are sealed for life
and maintenance-free. The hub is
compatible with rim, disc, or roller
brakes, and has an integrated
high-quality freewheel that is
serviceable.
The NuVinci N360 is the third
generation continuously variable
drivetrain from Fallbrook
Technologies. The N360 is a
light-weight and durable drivetrain
that shifts smoothly and seamlessly
across the full ratio range
without steps or gaps.
40 41
NL
Naast de midden-motor van Yamaha, hebben de Babboe Curve Mountain en de Babboe City Mountain,
variNuVinci® versnellingen. Deze combinatie zorgt voor een heerlijke fietser ng!
NuVinci® versnellingen betekent traploos schakelen – net zo eenvoudig als het draaien aan de volumeknop
van de radio. Dit revolutionaire versnellingssysteem garandeert een ontspannen rit en een soepele, traploze
overgang van de ene naar de andere versnelling met letterlijk niet meer dan een kleine polsbeweging.
NuVinci® technologie betekent: Minder aandacht voor de bediening van de ets en meer focus op wat echt
belangrijk is. Het verkeer of je kindjes voor de in bak. De basis van de revoluonaire Nuvinci technologie wordt
gevormd door de connu variabele transmissie die heel eenvoudig aan uw persoonlijke rijsjl kan worden
aangepast. Of u nu voor het stoplicht staat te wachten of hard moet trappen tegen de wind, met de Nuvinci
componenten vindt u aljd de juiste overbrengingsverhouding. U hee de mogelijkheid om de overbrengings-
verhouding tussen de pedalen en het achterwiel in een connue beweging te veranderen. U draait een klein
beetje aan de draaischakelaar op het stuur en de overbrengingsverhouding wordt traploos aangepast. Dit gaat
aljd heel gemakkelijk en comfortabel waarbij het niet uitmaakt of u uw benen slhoudt, de pedalen vol belast
of dat u staat te wachten voor een stoplicht.
Het gebruik van deversnelling
is
De slimme NuVinci versnellingsnaaf maakt schakelen eenvoudiger dan
ooit. U kunt nu gewoon doortrappen tijdens het schakelen. De tandlo-
ze versnelling garandeert een soepele overgang van de ene versnelling
in de ander. En dankzij de hermetisch afgesloten naaf deze levens-
lang onderhoudsvrij.
U bepaalt zelf in welke versnelling u etst. Dankzij de tandloze NuVinci
versnellingsnaaf kunt u simpelweg schakelen jdens het trappen. Zo
kunt u ongestoord doortrappen terwijl u zelf de weerstand bepaalt.
Draai eenvoudig aan het handvat om van versnelling te wisselen.
Draaischakelaar
Het bedienen van de versnellingsnaaf op de N360 gaat met een een-
voudige draaischakelaar. Het display van de draaischakelaar toont een
eenvoudig symbool: een berg voor lagere snelheid en een vlak streepje
voor hogere snelheid. Omdat er geen vaste versnellingen zijn, bepaalt
u zelf exact de gewenste overbrengingsverhouding waarbij u comforta-
bel etst. Veranderingen in de overbrengingsverhouding kunnen zelfs
worden gedaan als u de pedalen zwaar belast.
14. NuVinci® versnelling
Reiniging
• Uw NuVinci componenten zijn volledig gesloten en goed
beschermd tegen invloeden van buitenaf. Echter, gebruik geen
hogedrukreinigers of waterjets voor het schoonmaken van uw
fiets want daardoor zou water in de naaf kunnen doordringen
hetgeen tot storingen kan leiden.
• Tijdens het winterseizoen kunt u uw fiets beter iets vaker
schoonmaken zodat wegenzout geen schade kan aanbrengen.
• Gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen.
Smering
• De NuVinci is voorzien van een permanente smering en de
interne onderdelen van de CVP zijn tijdens de gehele levensduur
onderhoudsvrij.
•Het NuVinci N360 interne freewheelmechanisme kan wel worden
onderhouden.
•Regelmatige smering zal de levensduur van de ketting verlengen.
Richtlijnen reparaewerkzaamheden
• Onderhoudswerkzaamheden aan de NuVinci N360 CVP en
de draaischakelaar mag alleen worden uitgevoerd door een
gekwaliceerde etsendealer.
• Ondeugdelijke werkzaamheden aan uw NuVinci N360-systeem kan
uzelf in gevaar brengen en uw garane kan komen te vervallen.
• Neem contact op met uw gekwaliceerde etsendealer als u
vragen of problemen hebt. Schoonmaken van slijtagegevoelige
onderdelen
• Schakelkabels, kabel behuizing, draaiversteller, tandwielen en
kengen zijn aan slijtage onderhevig. Controleer deze onderdelen
derhalve regelmag op juiste werking en vervang ze indien
nodig.
Aanvullende informae
• Kijk op onze website voor aanvullende onderhoudsinformae op
www.nuvinci.com
15. Richtlijnen onderhoud en verzorging
EN
THE NUVINCI®N360 SYSTEM
1
NuVinci N360 Shifter
Controlling the ratio of the N360
is simply a matter of rotating the
shifter grip. The shifter display
indicates ratio as a simple
graphic; a hill for slower speeds
and a flat for faster speeds.
Since there are no fixed gears,
the exact ratio is determined by
your comfort level. Ratio changes
can be made even while pedaling
under high torque.
NuVinci N360 CVP
Ratio changes occur within the
hub, smoothly and easily via
internals that are sealed for life
and maintenance-free. The hub is
compatible with rim, disc, or roller
brakes, and has an integrated
high-quality freewheel that is
serviceable.
The NuVinci N360 is the third
generation continuously variable
drivetrain from Fallbrook
Technologies. The N360 is a
light-weight and durable drivetrain
that shifts smoothly and seamlessly
across the full ratio range
without steps or gaps.
1
2
Boss
1
A
B
C
3
1
2
Boss
1
A
B
C
3
Traploos schakelen Moeiteloos schakelen,
zelfs onder belasting
Groter versnellingsbereik
dan vele conventionele
schakelsystemen
RICHTLIJNEN ONDERHOUD EN VERZORGING
Reiniging
• Uw NuVinci N360 componenten zijn volledig gesloten en goed beschermd tegen
invloeden van buitenaf. Echter, gebruik geen hogedrukreinigers of waterjets
voor het schoonmaken van je fiets, want daardoor zou water in de naaf kunnen
doordringen hetgeen tot storingen kan leiden.
• Tijdens het winterseizoen is het raadzaam je fiets iets vaker schoonmaken
zodat wegenzout geen schade kan aanbrengen.
• Gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen.
Smering
• De NuVinci N360 CVP is voorzien van een permanente smering en de interne
onderdelen van de CVP zijn tijdens de gehele levensduur onderhoudsvrij.
• Het NuVinci N360 interne freewheelmechanisme kan wel worden onderhouden.
• Regelmatige smering zal de levensduur van de ketting verlengen.
Richtlijnen reparatiewerkzaamheden
• Onderhoudswerkzaamheden aan de NuVinci N360 CVP en de draaischakelaar mag
alleen worden uitgevoerd door een gekwalificeerde fietsendealer.
• Ondeugdelijke werkzaamheden aan jouw NuVinci N360-systeem kan jezelf in
gevaar brengen en je garantie kan komen te vervallen.
• Schoonmaken van slijtagegevoelige onderdelen. Schakelkabels, kabel behuizing,
draaiversteller, tandwielen en kettingen zijn aan slijtage onderhevig. Controleer
deze onderdelen derhalve regelmatig op juiste werking en vervang ze indien nodig.
• Neem contact op met jouw gekwalificeerde fietsendealer als je vragen of problemen
hebt.
Aanvullende informatie
• Kijk op onze website voor aanvullende onderhoudsinformatie www.enviolo.com
GARANTIE NUVINCI VERSNELLINGEN
NuVinci beperkingen in de garantievoorwaarden voor fietsen
Enviolo garandeert dat zij, naar eigen goeddunken, elke NuVinci® continu variabele planetaire (CVP) aandrijving
die materiaaldefecten of afwerkingsfouten vertoont, zal repareren, vervangen of vergoeden gedurende een
periode van twee jaar vanaf de datum van oorspronkelijke aankoop. Enviolo garandeert op dezelfde manier ook
de draaischakelaar tegen defecten in materiaal en afwerking gedurende een periode van twee jaar vanaf de
datum van oorspronkelijke aankoop.
Deze garantie geldt alleen voor de oorspronkelijke koper en is niet overdraagbaar. Impliciete garanties
(waaronder, zonder beperking, garanties van verkoopbaarheid of geschiktheid voor een bepaald doel) gelden
niet voor het product, behalve als plaatselijke wetgeving de uitsluiting van dergelijke impliciete garanties
1
2
Boss
1
A
B
C
3
1
2
Boss
1
A
B
C
3
3736

ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
verbiedt, in welk geval de duur van deze impliciete garanties beperkt zal zijn tot de duur van de hierboven
beschreven expliciete garantie. In geen geval zal Enviolo aansprakelijk zijn voor enig verlies, ongemak of schade, hetzij
directe, indirecte, incidentele, gevolg of andere schade, als gevolg van schending van enige expliciete of impliciete
garantie met betrekking tot het product, tenzij uitdrukkelijk hierin beschreven. Volgens de wetgeving in sommige
locaties is (i) de uitsluiting van impliciete garanties, (ii) beperkingen op hoe lang een impliciete garantie duurt of (iii)
de uitsluiting of beperking van een bepaalde soort schade niet toegestaan, zodat de bovenstaande beperkingen of
uitsluiting mogelijk niet op jou van toepassing zijn. In zoverre dat deze garantieverklaring niet strookt met plaatselijke
wetgeving, wordt deze garantie geacht te zijn gewijzigd in zoverre dit noodzakelijk is om verenigbaar te zijn met deze
wetgeving. Als je jouw NuVinci-CVP heeft gekocht als onderdeel van een ander product, vervangt deze garantie
geenszins, of is geen uitbreiding van de garantie van de fabrikant van het betreffende product. Die garantie is geheel
de verantwoordelijkheid van de fabrikant van dat betreffende product.
Beperkingen van garantie
Deze garantie geldt niet voor de volgende gevallen:
• Een productdat wordtgebruikt ineenanderetoepassingdaneendoor éénpersoon te berijdenfiets (geentandems).
• Een product dat incorrect geïnstalleerd en/of aangepast is volgens de technische installatiehandleiding
van NuVinci, die kan worden gevonden op www.enviolo.com.
• Een product dat in strijd met de service documentatie gedemonteerd is. (N360 Gebruikers Handleiding en
Technisch Handleiding).
• Tenzij voorafschrifttelijk doorEnviolo geaccepteerd, een productdat gebruiktwordtvoorcommerciëledoeleinden.
• Schade aan het product:
- ter beoordeling van Enviolo als gevolg van een crash, impact, misbruik van het product.
- als gevolg van het gebruik van het product in gevallen waarin Enviolo, en slechts in haar beoordeling,
van mening is dat er sprake is van extreme toepassingen zoals, maar niet beperkt tot downhill, freeride,
‘North Shore’ style, BMX, enzovoort.
- als gevolg van het aandrijven van het product met elektromotoren met meer dan 250 watt vermogen,
of aandrijving van het product met verbrandingsmotoren.
- schade veroorzaakt door het gebruik van onderdelen die niet compatibel, geschikt en/of goedgekeurd zijn
door Enviolo voor gebruik met het product.
- die ontstaan is tijdens het transport van het product.
• Een product dat is gewijzigd of waarvan het serienummer of de datumcode werd gewijzigd, uitgewist of verwijderd.
• Normale slijtage van onderdelen die blootstaan aan slijtage zoals bijvoorbeeld rubber afdichtingen en ringen,
geleidewieltjes op de kettingspanner (indien van toepassing), de rubber draaigreep, schakelkabels.
• Schade aan onderdelen die niet zijn geproduceerd door Enviolo (uitvaleinden, kettingen,
freewheel, etc.).
• Werkzaamheden die vereist zijn om het product te demonteren, opnieuw te monteren of af te stellen tijdens
de fietsassemblage.
Deze beperkte garantie is de enige en exclusieve garantie die Enviolo geeft met betrekking tot het product en wordt verstrekt ter
vervanging van elke andere garantie. In zoverre toegelaten door van toepassing zijnde wetgeving worden alle expliciete of impliciete
garanties die hierin niet zijn beschreven afgewezen, waaronder alle impliciete garanties van verkoopbaarheid of geschiktheid voor
een bepaald doel. De aansprakelijkheid van Enviolo volgens deze beperkte garantie is uitsluitend beperkt tot de hierboven vermelde
aansprakelijkheden. In het geval dat enige bepaling van deze beperkte garantie ongeldig of onafdwingbaar is of wordt, onder de
toepasselijke wetgeving, zullen de resterende voorwaarden ervan volledig van kracht blijven en zullen deze ongeldige of onafdwingbare
bepalingen zodanig worden geïnterpreteerd worden als zijnde geldig en afdwingbaar. Enviolo, NuVinci en hun gestyleerde logo zijn
handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Enviolo. Alle rechten voorbehouden. © 2010
Service onder garantie
Claims die onder deze garantie vallen moeten worden afgehandeld via de dealer waar het voertuig of het
Enviolo-component gekocht werd, of via de erkende NuVinci dealer. Stuur het Enviolo-component naar de
dealer samen met de originele gedateerde factuur of een aankoopbon. De dealer zal contact opnemen met de
klantenservice van Enviolo om je garantieclaim verder af te handelen.
Dealers die een garantieclaim krijgen, moeten contact opnemen met de klantenservice van Enviolo voor een
garantieautorisatie (Warranty Return Authorization). De dealer zal vervolgens het product retourneren aan
Enviolo samen met een toereikend bewijs van de datum van aankoop.
Enviolo behoudt zich het recht voor om de beperkende garantievoorwaarden, afgezien van de garantietermijn,
zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
Dealers die een garantieclaim hebben, dienen contact op te nemen met:
Enviolo
Customer Service
support@enviolo.com
+31(0)85-0498698
www.enviolo.com
3938
Other manuals for Curve Mountain
1
This manual suits for next models
1
Table of contents
Other Babboe Bicycle manuals

Babboe
Babboe Big User manual

Babboe
Babboe Curve Installation guide

Babboe
Babboe BIG-E User manual

Babboe
Babboe City User manual

Babboe
Babboe Mini Mountain User manual

Babboe
Babboe Curve Mountain User manual

Babboe
Babboe Curve User manual

Babboe
Babboe Carve-E User manual

Babboe
Babboe Carve Mountain User manual

Babboe
Babboe Curve Guide