
ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
- Koplamp „Aan/Uit” 
 (Alleen van toepassing op modellen die zijn voorzien van een 
koplamp die wordt gevoed door de accu. 
 De achterlamp, die wordt gevoed door de accu, wordt met de 
voorlamp aan-/uitgeschakeld.) 
14
2Koplamp „Aan/Uit” (Alleen van toepassing 
op modellen die zijn voorzien van een 
koplamp die wordt gevoed door de accu. De 
achterlamp, die wordt gevoed door de accu, 
wordt met de voorlamp aan-/uitgeschakeld.) 
Iedere keer dat u de lichtschakelaar indrukt, schakelt de 
koplamp tussen „Aan” en „Uit”.
2km-/mijlinstelling
Gebruik de volgende stappen om de km/mijl-instelling in 
te stellen.
1. Zorg ervoor dat de weergave-eenheid wordt ingescha-
keld.
2.  Selecteer  de  kilometertellerweergave  in  de  functie-
weergave.
3.  Druk gelijktijdig op de schakelaar hulpmodus (omhoog) 
en de schakelaar hulpmodus (omlaag) en houd deze 
gedurende 2 seconden of langer ingedrukt.
4. Wanneer „km” of „mile” knippert, laat de schakelaar 
dan los.
5. Gebruik de hulpmodusschakelaars (omhoog en om-
laag) om „km/mile” in te stellen.
6. Wanneer de eenheid die u wilt instellen knippert, drukt 
u op de Schakelaar hulpmodus (omlaag) gedurende 1 
seconde of langer en u laat de schakelaar los wanneer 
het display terugschakelt naar het hoofddisplay dat 
wordt weergegeven tijdens het rijden.
Voor alle instellingsprocedures, moet u de fiets tot 
stilstand laten komen en de vereiste instellingen uit-
voeren op een veilige plek. Anders kan een gebrek 
aan aandacht voor omringend verkeer of ander gevaar 
een ongeluk veroorzaken.
OPMERKING
• De instellingen kunnen niet worden aangepast tijdens 
het rijden.
• Als u het volgende doet tijdens het instellen, zal de 
eenheid die u aan het instellen was worden geannu-
leerd en het display zal terugkeren naar het hoofddis-
play dat tijdens het rijden wordt weergegeven.
• De zwengel (pedaal) in de rijrichting draaien
• Het achterwiel draaien wanneer u met een snelheid 
van 2 km/h of meer rijdt
• Het indrukken van de drukschakelaar duwhulp 
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd   14 2018/04/25   10:06:05
Iedere keer dat je de lichtschakelaar indrukt, schakelt de koplamp
tussen „Aan” en „Uit”.
- km-/mijlinstelling
Gebruik de volgende stappen om de km/mijl-instelling in te stellen.
1. Zorg ervoor dat de weergave-eenheid wordt ingeschakeld.
2. Selecteer de kilometertellerweergave in de functieweergave.
3. Druk gelijktijdig op de schakelaar hulpmodus (omhoog)
 en de schakelaar hulpmodus (omlaag) en houd deze gedurende 
2 seconden of langer ingedrukt.
4. Wanneer „km” of „mile” knippert, laat de schakelaar dan los.
5. Gebruik de hulpmodusschakelaars (omhoog en omlaag) om 
„km/mile” in te stellen.
6. Wanneer de eenheid die je wilt instellen knippert, druk je op de 
Schakelaar hulpmodus (omlaag) gedurende 1 seconde of langer 
en je laat de schakelaar los wanneer het display terugschakelt 
naar het hoofddisplay dat wordt weergegeven tijdens het rijden.
Voor alle instellingsprocedures, moet je de fiets tot stilstand laten 
komen en de vereiste instellingen uitvoeren op een veilige plek. 
Anders kan een gebrek aan aandacht voor omringend verkeer of 
ander gevaar een ongeluk veroorzaken.
OPMERKING
• De instellingen kunnen niet worden aangepast tijdens het rijden.
• Als je het volgende doet tijdens het instellen, zal de eenheid die 
je aan het instellen was worden geannuleerd en het display zal 
terugkeren naar het hoofddisplaydat tijdens het rijden wordt 
weergegeven.
• De zwengel (pedaal) in de rijrichting draaien
• Het achterwiel draaien wanneer je met een snelheid van 2 km/h 
of meer rijdt
• Het indrukken van de drukschakelaar duwhulp
14
2Koplamp „Aan/Uit” (Alleen van toepassing 
op modellen die zijn voorzien van een 
koplamp die wordt gevoed door de accu. De 
achterlamp, die wordt gevoed door de accu, 
wordt met de voorlamp aan-/uitgeschakeld.) 
Iedere keer dat u de lichtschakelaar indrukt, schakelt de 
koplamp tussen „Aan” en „Uit”.
2km-/mijlinstelling
Gebruik de volgende stappen om de km/mijl-instelling in 
te stellen.
1. Zorg ervoor dat de weergave-eenheid wordt ingescha-
keld.
2.  Selecteer  de  kilometertellerweergave  in  de  functie-
weergave.
3.  Druk gelijktijdig op de schakelaar hulpmodus (omhoog) 
en de schakelaar hulpmodus (omlaag) en houd deze 
gedurende 2 seconden of langer ingedrukt.
4. Wanneer „km” of „mile” knippert, laat de schakelaar 
dan los.
5. Gebruik de hulpmodusschakelaars (omhoog en om-
laag) om „km/mile” in te stellen.
6. Wanneer de eenheid die u wilt instellen knippert, drukt 
u op de Schakelaar hulpmodus (omlaag) gedurende 1 
seconde of langer en u laat de schakelaar los wanneer 
het display terugschakelt naar het hoofddisplay dat 
wordt weergegeven tijdens het rijden.
Voor alle instellingsprocedures, moet u de fiets tot 
stilstand laten komen en de vereiste instellingen uit-
voeren op een veilige plek. Anders kan een gebrek 
aan aandacht voor omringend verkeer of ander gevaar 
een ongeluk veroorzaken.
OPMERKING
• De instellingen kunnen niet worden aangepast tijdens 
het rijden.
• Als u het volgende doet tijdens het instellen, zal de 
eenheid die u aan het instellen was worden geannu-
leerd en het display zal terugkeren naar het hoofddis-
play dat tijdens het rijden wordt weergegeven.
• De zwengel (pedaal) in de rijrichting draaien
• Het achterwiel draaien wanneer u met een snelheid 
van 2 km/h of meer rijdt
• Het indrukken van de drukschakelaar duwhulp 
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd   14 2018/04/25   10:06:05
14
2Koplamp „Aan/Uit” (Alleen van toepassing 
op modellen die zijn voorzien van een 
koplamp die wordt gevoed door de accu. De 
achterlamp, die wordt gevoed door de accu, 
wordt met de voorlamp aan-/uitgeschakeld.) 
Iedere keer dat u de lichtschakelaar indrukt, schakelt de 
koplamp tussen „Aan” en „Uit”.
2km-/mijlinstelling
Gebruik de volgende stappen om de km/mijl-instelling in 
te stellen.
1. Zorg ervoor dat de weergave-eenheid wordt ingescha-
keld.
2.  Selecteer  de  kilometertellerweergave  in  de  functie-
weergave.
3.  Druk gelijktijdig op de schakelaar hulpmodus (omhoog) 
en de schakelaar hulpmodus (omlaag) en houd deze 
gedurende 2 seconden of langer ingedrukt.
4. Wanneer „km” of „mile” knippert, laat de schakelaar 
dan los.
5. Gebruik de hulpmodusschakelaars (omhoog en om-
laag) om „km/mile” in te stellen.
6. Wanneer de eenheid die u wilt instellen knippert, drukt 
u op de Schakelaar hulpmodus (omlaag) gedurende 1 
seconde of langer en u laat de schakelaar los wanneer 
het display terugschakelt naar het hoofddisplay dat 
wordt weergegeven tijdens het rijden.
Voor alle instellingsprocedures, moet u de fiets tot 
stilstand laten komen en de vereiste instellingen uit-
voeren op een veilige plek. Anders kan een gebrek 
aan aandacht voor omringend verkeer of ander gevaar 
een ongeluk veroorzaken.
OPMERKING
• De instellingen kunnen niet worden aangepast tijdens 
het rijden.
• Als u het volgende doet tijdens het instellen, zal de 
eenheid die u aan het instellen was worden geannu-
leerd en het display zal terugkeren naar het hoofddis-
play dat tijdens het rijden wordt weergegeven.
• De zwengel (pedaal) in de rijrichting draaien
• Het achterwiel draaien wanneer u met een snelheid 
van 2 km/h of meer rijdt
• Het indrukken van de drukschakelaar duwhulp 
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd   14 2018/04/25   10:06:05
• Duwhulp
Wanneer je op de fiets zit of ernaast loopt en de fiets begint te duwen, 
kun je duwhulp gebruiken zonder dat je hoeft te trappen. Om duwhulp 
te gebruiken, houd de drukschakelaar duwhulp ingedrukt.
Duwhulp zal niet werken in de volgende situaties:
• Wanneer je de drukschakelaar duwhulp loslaat.
• Wanneer je op hetzelfde moment op een andere schakelaar drukt.
• Wanneer je begint te trappen.
• Als de snelheid van je fiets 6 km/h overschrijdt.
• Als je Uitstand selecteert.
• Als de wielen niet draaien (wanneer je remt of in aanraking
komt met een obstakel, enz.).
OPMERKING
De maximale snelheid varieert afhankelijk van de geselecteerde
versnelling. De maximale snelheid wordt lager in een lagere
versnelling.
• Diagnosemodus
De e-Bike Systeem zijn uitgerust met een diagnosemodus. Als een 
storing of defect in het e-Bike systeem optreedt, dan zullen het 
hoofddisplay dat wordt weergegeven tijdens het rijden en „Er” 
afwisselend worden weergegeven terwijl een foutbeschrijving je 
op de hoogte houdt van het type fout dat in de functieweergave is 
opgetreden. Raadpleeg „Problemen oplossen” over symptomen 
en oplossingen voor abnormale weergaven en abnormaal knipperen.
Als het probleem niet kan worden opgelost, laat je fiets dan zo snel 
mogelijk inspecteren door een dealer.
15
2Duwhulp 
Wanneer u op de fiets zit of ernaast loopt en de fiets be-
gint te duwen, kunt u duwhulp gebruiken zonder dat u 
hoeft te trappen.
Om duwhulp te gebruiken, houd de drukschakelaar duw-
hulp ingedrukt.
Duwhulp zal niet werken in de volgende situaties:
• Wanneer u de drukschakelaar duwhulp loslaat.
• Wanneer u op hetzelfde moment op een andere scha-
kelaar drukt.
• Wanneer u begint te trappen.
• Als de snelheid van uw fiets 6 km/h overschrijdt.
• Als u Uitstand selecteert.
• Als de wielen niet draaien (wanneer u remt of in aanra-
king komt met een obstakel, enz.).
OPMERKING
De maximale snelheid varieert afhankelijk van de geselec-
teerde versnelling. De maximale snelheid wordt lager in 
een lagere versnelling.
2Diagnosemodus
De e-Bike Systeem zijn uitgerust met een diagnosemo-
dus.
Als een storing of defect in het e-Bike systeem optreedt, 
dan zullen het hoofddisplay dat wordt weergegeven tij-
dens het rijden en „Er” afwisselend worden weergegeven 
terwijl een foutbeschrijving u op de hoogte houdt van het 
type fout dat in de functieweergave is opgetreden. Raad-
pleeg „Problemen oplossen” over symptomen en oplos-
singen voor abnormale weergaven en abnormaal knippe-
ren.
Als het probleem niet kan worden opgelost, laat uw 
fiets dan zo snel mogelijk inspecteren door een dea-
ler.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd   15 2018/04/25   10:06:05
15
2Duwhulp 
Wanneer u op de fiets zit of ernaast loopt en de fiets be-
gint te duwen, kunt u duwhulp gebruiken zonder dat u 
hoeft te trappen.
Om duwhulp te gebruiken, houd de drukschakelaar duw-
hulp ingedrukt.
Duwhulp zal niet werken in de volgende situaties:
• Wanneer u de drukschakelaar duwhulp loslaat.
• Wanneer u op hetzelfde moment op een andere scha-
kelaar drukt.
• Wanneer u begint te trappen.
• Als de snelheid van uw fiets 6 km/h overschrijdt.
• Als u Uitstand selecteert.
• Als de wielen niet draaien (wanneer u remt of in aanra-
king komt met een obstakel, enz.).
OPMERKING
De maximale snelheid varieert afhankelijk van de geselec-
teerde versnelling. De maximale snelheid wordt lager in 
een lagere versnelling.
2Diagnosemodus
De e-Bike Systeem zijn uitgerust met een diagnosemo-
dus.
Als een storing of defect in het e-Bike systeem optreedt, 
dan zullen het hoofddisplay dat wordt weergegeven tij-
dens het rijden en „Er” afwisselend worden weergegeven 
terwijl een foutbeschrijving u op de hoogte houdt van het 
type fout dat in de functieweergave is opgetreden. Raad-
pleeg „Problemen oplossen” over symptomen en oplos-
singen voor abnormale weergaven en abnormaal knippe-
ren.
Als het probleem niet kan worden opgelost, laat uw 
fiets dan zo snel mogelijk inspecteren door een dea-
ler.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd   15 2018/04/25   10:06:05
1514