Babboe Mini Mountain User manual

Gebruikershandleiding • User Manual • Gebrauchsanleitung • Manuel d’utilisation

ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
INHOUDSOPGAVE
Gefeliciteerd 3
Babboe Curve Mountain 4
Babboe Mini Mountain en Babboe City Mountain 5
Babboe Carve Mountain 6
Algemene tips voor gebruik 7
Garantie en onderhoud 8
Instructie Yamaha midden-motor
Werking Yamaha aandrijving 9
1. Elektrische componenten 10
A. Locatie van de waarschuwings- en specificatielabels 10
B. Beschrijving 11
C. E-Bike Systeem 11
D. Veiligheidsinformatie 13
E. Instrument- en besturingsfuncties 15
F. Accu en laadprocedure 20
G. Weergave van de resterende accucapaciteit 27
H. Controle vóór gebruik 30
I. Reiniging, onderhoud en opslag 30
J. Transport 31
K. Consumenteninformatie 32
L. Vereenvoudigde verklaring van overeenstemming 32
M. Problemen oplossen 33
N. Specificaties 34
Instructie NuVinci versnellingen
NuVinci versnelling 41
Richtlijnen onderhoud en verzorging 42
Garantie NuVinci versnellingen 42
GEFELICITEERD,
met de aankoop van uw elektrische Babboe Mountain bakfiets. De Babboe Mountain wordt geleverd in vier
verschillende varianten, de Babboe Mini Mountain, Babboe City Mountain, de Babboe Curve Mountain en de
Babboe Carve Mountain. Alle vier de modellen worden in deze handleiding behandeld.
Om op de juiste manier gebruik te kunnen maken van de elektrische Yamaha middenmotor in combinatie met de
traploze Nuvinci versnelling, willen we u adviseren deze gebruikershandleiding goed door te lezen voordat u met
de Babboe bakfiets op pad gaat.
De gebruikershandleiding geeft informatie over het gebruik en de bediening van de accu en trapondersteuning.
Daarnaast geven wij advies en tips over het fietsen op uw Babboe bakfiets en uitleg over de garantie en onderhoud.
Heel veel bakfietsplezier gewenst!
Meer informatie?
Voor verdere tips over het fietsen op een Babboe bakfiets, meer informatie en het laatste nieuws kunt u terecht
op onze website, of volg ons via Facebook.
www.babboe.nl
www.facebook.com/Babboe
LET OP
Uw Babboe bakfiets kan afwijken van de afbeeldingen in deze handleiding.
2 3
NL
DE
FR
Inleiding
Hartelijk gefeliciteerd met de aankoop van een Babboe Mountain, het
ulti eme fi etsplezier voor elk terrein.
Heeft u de twee-wiel City variant of de drie-wiel Curve variant? Beide
varianten worden in deze gebruikers-handleiding behandeld.
Lees vooraf de handleiding zorgvuldig door, zodat u weer hoe de elektrische
trapondersteuning met middenmotor van Yamaha werkt en de traploze
versnelling van NuVinci.
Veel fi etsplezier!
s
lay
splay
and
id
an ondersteuning
%)
p de ets
ik
anger)
NO ANPASSEN
NOG ANPASSEN
opslag
NOG AANPASSEN opslag
et baerijpakket
NOG AANPASSEN et baerijpakket
2 3
NL
DE
FR
Inleiding
Hartelijk gefeliciteerd met de aankoop van een Babboe Mountain, het
ulti eme fi etsplezier voor elk terrein.
Heeft u de twee-wiel City variant of de drie-wiel Curve variant? Beide
varianten worden in deze gebruikers-handleiding behandeld.
Lees vooraf de handleiding zorgvuldig door, zodat u weer hoe de elektrische
trapondersteuning met middenmotor van Yamaha werkt en de traploze
versnelling van NuVinci.
Veel fi etsplezier!
s
lay
splay
and
id
an ondersteuning
%)
p de ets
ik
anger)
NO ANPASSEN
NOG ANPASSEN
opslag
NOG AANPASSEN opslag
et baerijpakket
NOG AANPASSEN et baerijpakket
3
2

ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
BABBOE MINI MOUNTAIN & CITY MOUNTAIN
Fietsen
Het fietsen op een tweewielbakfiets lijkt op gewoon fietsen. De stuurbeweging is vrijwel hetzelfde, alleen uw voorwiel
beweegt zich verder voor u uit dan bij een normale fiets. Kijk bij het fietsen voor u uit en niet naar het voorwiel.
Standaard
Om Babboe Mini/ City Mountain op de standaard te zetten, gaat u aan de linkerkant van het stuur naast de
fiets staan. Draai het stuur van u af om ruimte te creëren voor uw lichaam, zorg dat u hierbij dichtbij het stuur/
de standaard gaat staan. Zet uw voet tegen het uitstekende gedeelte van de standaard en trek de bakfiets met
twee handen aan het stuur naar u toe. De Babboe bakfiets staat nu stevig op de standaard, zodat kindjes in- en
uitkunnenstappen. Om de Babboe Mini/ City Mountain van de standaard te halen, houdt u het stuur met twee
handen vast en duwt u de Babboe bakfiets naar voren, zodat de standaard omhoog klapt. De standaard blijft
vervolgens bij het fietsen in deze stand.
Stuur verstellen
Het is mogelijk om de hoogte en de hoek van het stuur te wijzigen. Draai hiervoor de stuurpen los en zet het stuur in
de gewenste stand. Zorg dat u het stuur niet te ver uittrekt. Let hierbij op het streepje op de stuurpen die de maximale
toegestane positie bepaald. Wanneer u het stuur in de juiste positie heeft gezet, draait u de stuurpen weer vast.
Verlichting
De Babboe Mini/ City Mountain is zowel aan de voor- als achterkant voorzien van verlichting. Op de voorkant
vindt u de koplamp. Het achterlicht is standaard gemonteerd op de steun onder het zadel, tenzij u de optionele
bagagedrager heeft aangeschaft , dan wordt het achterlicht hierop bevestigd.
BABBOE CURVE MOUNTAIN
Fietsen
Het fietsen op een driewielbakfiets zal vast even wennen zijn, aangezien de stuurbeweging anders is dan bij
een gewone fiets. Het stuur is aan de bak gefixeerd en in feite stuurt u met de bak van links naar rechts en
andersom. Blijf altijd rustig rechtop zitten, ook bij het bochtenwerk. Bij zeer scherpe bochten kunt u de hand aan
de buitenkant los laten (houd deze hand wel in de buurt van de remmen, zodat u direct kunt remmen indien nodig),
zodat u niet overdreven meehangt. Voor een meer informatie verwijzen we u graag naar onze website.
Parkeerrem
De parkeerrem bevindt zich op de linker remgreep. Om de bakfiets op de parkeerrem te kunnen plaatsen,
knijpt u eerst de linker remhendel in. Vervolgens schuift u het metalen draaihendeltje/knopje naar links om de
parkeerrem vast te zetten. Laat vervolgens de remhendel los, zodat de remgreep wordt geborgd. De bakstaat
staat nu op de parkeerrem.
Stuur verstellen
Het is mogelijk om de hoogte en de hoek van het stuur te wijzigen. Draai hiervoor de stuurpen los en zet het stuur
in de gewenste stand. Draai daarna de stuurpen weer vast.
Verlichting
De Babboe Curve Mountain is zowel aan de voor- als achterzijde voorzien van verlichting. De verlichting wordt
gevoed door de accu onder het bankje en is te bedienen op het stuur. De voorkant is voorzien van twee lampjes
die bevestigd zijn onder de opstapjes aan de voorzijde. Het achterlicht is standaard op de steun onder het zadel
gemonteerd, tenzij u de optionele bagagedrager heeft aangeschaft , dan bevindt de achterlamp zich daar.
5
4

ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
BABBOE CARVE MOUNTAIN
Fietsen
Het fietsen op de Babboe Carve Mountain is een unieke fietservaring. De bak beweegt mee tijdens het fietsen
door de bochten, waardoor u op de Babboe Carve Mountain, ondanks de twee wielen aan de voorkant, gewoon
kunt fietsen zoals op een normale fiets of tweewielbakfiets. De stuurbeweging is dan ook vrijwel hetzelfde als bij
een normale fiets of tweewielbakfiets. Deze kantelende beweging wordt ook wel ‘carven’ genoemd. Door middel
van de carve-lock heeft u ook de mogelijkheid om zonder kantelende bak te fietsen. Hieronder vindt u meer
informatie over de carve-lock.
Carve-lock
Met de carve-lock kunt u de bak vastzetten, zodat deze niet meer meebeweegt tijdens het fietsen door de
bochten. De carve-lock bevindt zich aan de stuurzijde van de bak aan de linkerkant. U zet de carve-lock er
eenvoudig op door het hendeltje naar links te schuiven. Om de carve-lock er weer af te halen, schuift u het
hendeltje naar rechts en vervolgens iets naar onderen. Op deze manier is het hendeltje vergrendeld,
zodat het niet meer naar links kan schuiven.
Parkeerrem
De parkeerrem bevindt zich op de linker remgreep. Om de bakfiets op de parkeerrem te kunnen plaatsen, knijpt u eerst
de linker remhendel in. Vervolgens schuift u het metalen draaihendeltje/knopje naar links om de parkeerrem vast
tezetten.Laatvervolgensde remhendel los,zodat de remgreep wordtgeborgd. De bakstaatstaat nu op de parkeerrem.
Stuur verstellen
Het is mogelijk om de hoogte en de hoek van het stuur te wijzigen. Draai hiervoor de stuurpen los en zet het stuur in
de gewenste stand. Zorg dat u het stuur niet te ver uittrekt. Let hierbij op het streepje op de stuurpen die de maximale
toegestane positie bepaald. Wanneer u het stuur in de juiste positie heeft gezet, draait u de stuurpen weer vast.
Verlichting
De Babboe Carve Mountain is zowel aan de voor- als achterzijde voorzien van verlichting. De verlichting wordt
gevoed door de accu onder het bankje en is te bedienen op het stuur. De voorkant is voorzien van twee lampjes
die bevestigd zijn aan de onderkant van de bak. Het achterlicht is standaard op de steun onder het zadel
gemonteerd, tenzij u de optionele bagagedrager heeft aangeschaft , dan bevindt de achterlamp zich daar.
ALGEMENE GEBRUIKSTIPS
Banden- en spaakspanning
Om comfortabel en licht te kunnen blijven fietsen, dient de bandenspanning op peil te zijn. Dit betekent een
bandenspanning van 3,5-4 bar. Hoe harder de banden, hoe lichter en comfortabeler de Babboe bakfiets fietst.
Controleer regelmatig de spanning van de spaken. Wanneer deze ‘los’ zitten, laat ze dan spannen bij een erkende
fietsenmaker of een Babboe-monteur.
Accessoires
Voor de Babboe Mountain bakfietsen zijn verschillende accessoires beschikbaar. Babboe blijft continu op zoek
naar functionele en leuke accessoires. Zodra er nieuwe accessoires beschikbaar zijn, zal dit via de Babboe
nieuwsbrief gecommuniceerd worden.
Check regelmatig het assortiment op onze website. Naast leuke en functionele accessoires, zoals babyschalen,
peuterstoelen, bakfietstasjes en een Maxi-Cosi houder, zijn er ook accessoires die de bakfiets beschermen,
zoals een regendek voor de bak en een bakfietshoes voor over de gehele bakfiets.
Bagagedrager
De Babboe Mountain bakfietsen wordt standaard zonder bagagedrager geleverd. Optioneel is er een
bagagedrager beschikbaar. De totale toegestane belasting is 25 kg.
GARANTIE EN ONDERHOUD
Garantie
De volledige garantievoorwaarden voor de elektrische Babboe Mountain vindt u op onze website (www.babboe.nl).
Voor het behoud van de garantie, bent u verplicht binnen 4-12 weken (of na 100 km) na aanschaf een eerste
controlebeurt uit te laten voeren. De controlebeurt kunt u door een plaatselijke fietsenmaker of door een monteur
van Babboe laten uitvoeren. Een eerste controlebeurt door een Babboe-monteur kunt u via de website bestellen.
Bewaar de gegevens van de controlebeurt zorgvuldig, zodat deze bij het checken van de garantie overlegd
kunnen worden.
Onderhoud
De elektrische Babboe Mountain bevat hoogwaardige onderdelen, maar onderhoud aan uw Babboe bakfiets
is belangrijk. Smeer tijdig bewegende delen en zorg ervoor dat de kabels, bijvoorbeeld bij vorst, soepel
blijven. Bewaar voor de garantie de bonnen van de controle- en onderhoudsbeurten. Kijk voor uitgebreide
onderhoudstips bij het kopje ‘Onderhoud’ op onze website (www.babboe.nl).
Onderhoud houten bak
De bak is bestand tegen het Hollandse klimaat – toch raden we u aan altijd een regendek, regentent of
bakfietshoes te gebruiken. Hiermee beschermt u de bak tegen de verschillende weersinvloeden. Ook kan de
bak beschadigd raken door bijvoorbeeld het in- en uitklimmen van kinderen. Beschadigingen aan de lak maken
het hout mogelijk kwetsbaar voor vocht. Mochten er beschadigingen optreden op de vlakke delen of de kopse
kanten, behandel deze dan met een blanke lak, geschikt voor buiten. Dan kan er geen vocht in het hout dringen.
7
6

ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
WERKING YAMAHA AANDRIJVING
De Babboe Mountain bakfietsen zijn met een middenmotor van Yamaha. De aandrijving vindt plaats op de
trapas, waardoor de trapondersteuning heel natuurlijk aanvoelt. De combinatie met de traploze Nuvinci
versnelling die later in deze handleiding wordt behandeld, zorgt voor een heerlijke fietservaring!
Hier volgen de originele instructies zoals die door Yamaha wordt gegeven:
ALGEMENE WAARSCHUWING
Het niet in acht nemen van de waarschuwingen in deze handleiding kunnen ernstig letsel of de
dood tot gevolg hebben.
Bijzonder belangrijke informatie worden in deze handleiding onderscheiden door de volgende aanduidingen:
* Producten en specificaties kunnen zonder voorafgaande aankondiging worden gewijzigd.
Schoonmaken
U kunt uw Babboe bakfiets schoonmaken door eerst met een zachte borstel het vuil te verwijderen en vervolgens
met warm water de bakfiets te wassen. Zo ziet uw Babboe bakfiets er weer als nieuw uit. Een regelmatige
schoonmaakbeurt van de Babboe bakfiets bevordert de levensduur. Pas op met overvloedig gebruik van water
in de buurt van elektronica en de accu. Zorg ervoor dat ook tussen het sensorplaatje in de sensor (bij de trapas)
geen vuil komt. Bij het schoonmaken van de Babboe bakfiets, kunt u het beste de accu uit de bakfiets halen.
Gebruik nooit een hogedrukreiniger! Veel delen van de Babboe bakfiets hebben vet/olie of vaseline nodig.
Was dit niet weg of breng dit na het wassen meteen weer aan.
Behandelen
Behalve een regelmatige schoonmaakbeurt is het verstandig om bepaalde onderdelen na het schoonmaken
direct te behandelen. Zo adviseren wij om verchroomde delen, ongelakt aluminium en roestvrijstalen onderdelen
in te vetten met zuurvrije vaseline om oxidatie (roest) te voorkomen. Draaiende delen hebben vet/olie nodig.
Het is aan te raden de ketting, tandwielen en assen regelmatig te smeren.
Algemene controle
Controleer regelmatig het volgende:
• Is de accu opgeladen?
• Werken de remmen nog zoals het hoort? Zitten remmen, bouten en moeren nog goed vast? Zijn de kabels
niet beschadigd? Zijn de remoppervlakken schoon en vetvrij? Zijn de remblokken niet versleten?
• Zit de stuurpen goed vast? Zit het zadel goed vast?
• Zitten de handvaten nog goed vast?
• Is de spanning van de spaken nog voldoende? Zit er geen slag in het wiel? Zijn er geen spaken gebroken?
Zit er geen speling in de wielen?
• Hebben de banden de juiste spanning? Zit er nog voldoende profiel op de banden?
• Werken de lichten? Is de fiets goed zichtbaar in het donker? Zijn de reflecterende strippen op de banden
aanwezig en zo ja, zijn ze schoon?
• Werkt de trapondersteuning naar behoren?
• Werken de versnellingen naar behoren?
• Is de kettingspanning juist?
• Is de fiets toe aan een schoonmaakbeurt?
• Heeft de fiets recent een onderhoudsbeurt gekregen?
LET OP
• Spuit uw Babboe bakfiets niet schoon met een harde waterstraal of hogedrukspuit. Een te krachtige
waterstraal kan de elektronica van de bakfiets beschadigen. De garantie vervalt hierbij.
• Bij oneigenlijk gebruik kunt u uzelf en anderen in gevaar brengen. Bovendien vervalt bij oneigenlijk gebruik
de garantie van uw Babboe bakfiets.
Dit is het Safety Alert-symbool. Het wordt gebruikt om u te waarschuwen voor
risico’s op persoonlijk letsel. Volg alle veiligheidsaanwijzingen bij dit symbool op
om mogelijk letsel of overlijden te voorkomen.
Een WAARSCHUWING duidt een gevaarlijke situatie aan die, indien niet
vermeden, kan resulteren in ernstig letsel of overlijden.
LET OP De aanduiding LET OP staat bij speciale voorzorgen die moeten worden genomen
om schade aan de machine of andere eigendommen te voorkomen.
OPMERKING De aanduiding OPMERKING staat bij belangrijke informatie die procedures kan
vergemakkelijken of verhelderen.
9
8

ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
3
B.Locatievandewaarschuwings-enspecicatielabels
Lees en begrijp alle labels op uw accu en accu-oplader. Deze labels bevatten belangrijke informa-
tie voor veilig en juist gebruik. Verwijder nooit een label van uw accu en accu-oplader:
How to disconnect the plug.
1.GRASP
2.PULL
Maak uzelf vertrouwd met de volgende pictogrammen en lees de verklarende tekst, en controleer
vervolgens de pictogrammen die van toepassing zijn op uw model.
Lees de handleiding
Gooi de accu niet in het vuur
Demonteer de accu niet
Gebruik niet met natte handen
Accu-oplader
Accu
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 3 2018/04/25 10:06:02
1. ELEKTRISCHE FIETSCOMPONENTEN
A. LOCATIE VAN DE WAARSCHUWINGS- EN SPECIFICATIELABELS
Lees en begrijp alle labels op uw accu en accu-oplader. Deze labels bevatten belangrijke informatie voor veilig en
juist gebruik. Verwijder nooit een label van uw accu en accu-oplader:
Accu
Accu-oplader
3
B.Locatievandewaarschuwings-enspecicatielabels
Lees en begrijp alle labels op uw accu en accu-oplader. Deze labels bevatten belangrijke informa-
tie voor veilig en juist gebruik. Verwijder nooit een label van uw accu en accu-oplader:
How to disconnect the plug.
1.GRASP
2.PULL
Maak uzelf vertrouwd met de volgende pictogrammen en lees de verklarende tekst, en controleer
vervolgens de pictogrammen die van toepassing zijn op uw model.
Lees de handleiding
Gooi de accu niet in het vuur
Demonteer de accu niet
Gebruik niet met natte handen
Accu-oplader
Accu
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 3 2018/04/25 10:06:02
3
B.Locatievandewaarschuwings-enspecicatielabels
Lees en begrijp alle labels op uw accu en accu-oplader. Deze labels bevatten belangrijke informa-
tie voor veilig en juist gebruik. Verwijder nooit een label van uw accu en accu-oplader:
How to disconnect the plug.
1.GRASP
2.PULL
Maak uzelf vertrouwd met de volgende pictogrammen en lees de verklarende tekst, en controleer
vervolgens de pictogrammen die van toepassing zijn op uw model.
Lees de handleiding
Gooi de accu niet in het vuur
Demonteer de accu niet
Gebruik niet met natte handen
Accu-oplader
Accu
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 3 2018/04/25 10:06:02
Maak uzelf vertrouwd met de volgende pictogrammen en
lees de verklarende tekst, en controleer vervolgens de
pictogrammen die van toepassing zijn op uw model.
4
C. Beschrijving
123
456
a
bc
a
b
789
10
1. Aandrijfunit (PWseries SE)
2. Aandrijfunit (PW-X)
3. Aandrijfunit (PWseries TE)
4. Snelheidssensor set
a) Magneetsensor spaaktype
b) Pick up
5. Weergave-eenheid (Weergave
A)
6. Weergave-eenheid (Weergave
X)
a) Weergave
b) Klem
c) Schakelaar
7. Accu (bagagedragertype 400
Wh/500 Wh)
8. Accu (onderbuistype 400
Wh/500 Wh)
9. Accu (type multi-locatie 600
Wh)
10.
Accu-oplader
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 4 2018/04/25 10:06:03
4
C. Beschrijving
123
456
a
b
c
a
b
789
10
1. Aandrijfunit (PWseries SE)
2. Aandrijfunit (PW-X)
3. Aandrijfunit (PWseries TE)
4. Snelheidssensor set
a) Magneetsensor spaaktype
b) Pick up
5. Weergave-eenheid (Weergave
A)
6. Weergave-eenheid (Weergave
X)
a) Weergave
b) Klem
c) Schakelaar
7. Accu (bagagedragertype 400
Wh/500 Wh)
8. Accu (onderbuistype 400
Wh/500 Wh)
9. Accu (type multi-locatie 600
Wh)
10.
Accu-oplader
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 4 2018/04/25 10:06:03
4
C. Beschrijving
123
456
a
bc
a
b
789
10
1. Aandrijfunit (PWseries SE)
2. Aandrijfunit (PW-X)
3. Aandrijfunit (PWseries TE)
4. Snelheidssensor set
a) Magneetsensor spaaktype
b) Pick up
5. Weergave-eenheid (Weergave
A)
6. Weergave-eenheid (Weergave
X)
a) Weergave
b) Klem
c) Schakelaar
7. Accu (bagagedragertype 400
Wh/500 Wh)
8. Accu (onderbuistype 400
Wh/500 Wh)
9. Accu (type multi-locatie 600
Wh)
10.
Accu-oplader
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 4 2018/04/25 10:06:03
4
C. Beschrijving
123
456
a
bc
a
b
789
10
1. Aandrijfunit (PWseries SE)
2. Aandrijfunit (PW-X)
3. Aandrijfunit (PWseries TE)
4. Snelheidssensor set
a) Magneetsensor spaaktype
b) Pick up
5. Weergave-eenheid (Weergave
A)
6. Weergave-eenheid (Weergave
X)
a) Weergave
b) Klem
c) Schakelaar
7. Accu (bagagedragertype 400
Wh/500 Wh)
8. Accu (onderbuistype 400
Wh/500 Wh)
9. Accu (type multi-locatie 600
Wh)
10.
Accu-oplader
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 4 2018/04/25 10:06:03
4
C. Beschrijving
123
456
a
bc
a
b
789
10
1. Aandrijfunit (PWseries SE)
2. Aandrijfunit (PW-X)
3. Aandrijfunit (PWseries TE)
4. Snelheidssensor set
a) Magneetsensor spaaktype
b) Pick up
5. Weergave-eenheid (Weergave
A)
6. Weergave-eenheid (Weergave
X)
a) Weergave
b) Klem
c) Schakelaar
7. Accu (bagagedragertype 400
Wh/500 Wh)
8. Accu (onderbuistype 400
Wh/500 Wh)
9. Accu (type multi-locatie 600
Wh)
10.
Accu-oplader
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 4 2018/04/25 10:06:03
1. 2. 3.
4. 5.
B. BESCHRIJVING
C. E-BIKE SYSTEEM
Dit e-Bike Systeem is ontworpen om u de optimale hoeveelheid ondersteuning te geven.
Het assisteert u binnen een standaard bereik gebaseerd op factoren zoals trapkracht, fietssnelheid
en huidige versnelling.
Het e-Bike Systeem werkt niet in de volgende situaties:
• Wanneer de stroom van de weergave-eenheid uit is geschakeld.
• Wanneer u 25 km/h of sneller rijdt.
• Wanneer u niet trapt en de drukschakelaar duwhulp wordt vrijgegeven.
• Wanneer de accu leeg is.
• Wanneer de automatische uitschakelfunctie* in werking treedt.
* De stroom schakelt automatisch uit wanneer u het e-Bike
• Wanneer de hulpmodus is ingesteld op de Uitstand.
1. Aandrijfunit (PWseries SE)
2. Snelheidssensor set
a) Magneetsensor spaaktype
b) Pick up
3. Weergave-eenheid
4. Accu (onderbuistype 400 Wh/500 Wh)
5. Accu-oplader
11
10

ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
Meerdere stroom-hulpmodi zijn beschikbaar
Kies uit Extra Stroom modus, (Geavanceerde) High modus, Standaardmodus, Eco modus, +Eco modus,
Uitstand overeenkomstig uw rijomstandigheden.
Zie „Weergaven en schakelen van de hulpmodus” voor informatie over schakelen tussen hulpmodi.
Condities die de resterende hulpafstand verminderen
De resterende hulpafstand zal afnemen wanneer u rijdt in de volgende situaties:
• Herhaaldelijk starten en stoppen
• Veel stijle hellingen
• Slecht wegdek
• Wanneer u ook een of meerdere kinderen vervoerd
• Wanneer u tegen een sterke wind in rijdt
• Lage temperatuur van de lucht
• Versleten accu
• Bij gebruik van de voorlamp (alleen van toepassing op modellen uitgerust met lampen die door de accu van
stroom worden voorzien)
• Frequente versnelling
• Zwaardere rijder en bagagegewicht
• Hogere Hulpmodus
• Hogere rijsnelheid
Resterende hulpafstand neemt ook af als de fiets niet goed wordt onderhouden. Voorbeelden van onvoldoende
onderhoud die de resterende hulpafstand doen afnemen:
• Lage bandenspanning
• Ketting draait niet soepel
• Rem constant ingeschakeld
(Geavanceerde)
High modus
Gebruik deze stand als u comfortabler wilt rijden, bijvoorbeeld wanneer u een stijle
heuvel oprijdt.
Standaard-modus Gebruik deze stand wanneer u op vlakke wegen of flauwe heuvels rijdt.
Eco modus
+Eco modus Gebruik deze stand als u zo ver mogelijk wilt rijden.
Uitstand Gebruik deze stand als u wilt rijden zonder bekrachtiging. U kunt nog steeds de
andere functies van de weergave-eenheid gebruiken.
13
12
D. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Gebruik deze accu-oplader nooit om andere elektrische apparaten op te laden.
Gebruik geen andere oplader of oplaadmethode om de speciale accu’s op te laden. Gebruik van een andere
oplader kan brand, explosie of schade aan de accu’s veroorzaken.
Deze accu-oplader kan worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en ouder en personen met verminderde
fysieke, zintuiglijke of mentale capaciteiten of gebrek aan ervaring en kennis als zij onder toezicht staan of
instructies over veilig gebruik van de accu-oplader hebben gehad en de mogelijke gevaren begrijpen.
Kinderen mogen niet met de accu-oplader spelen. Reiniging en onderhoud mogen niet worden uitgevoerd door
kinderen zonder toezicht.
Hoewel de accu-oplader waterbestendig is, zorg dat deze nooit in water of andere vloeistoffen wordt
ondergedompeld. Ook mag de accu-oplader nooit gebruikt worden als de stekkers nat zijn.
Pak de stekker, oplaadstekker of de polen van de oplader nooit met natte handen vast. Dit kan leiden tot een
elektrische schok.
Raak de polen van de oplader nooit aan met metalen objecten. Zorg dat vreemde materialen geen kortsluiting
van de polen veroorzaken. Dit kan leiden tot een elektrische schok, brand of de accu-oplader beschadigen.
Verwijder regelmatig stof van de stekker. Anders kunnen vochtigheid of andere problemen de effectiviteit van de
isolatie verminderen, wat kan leiden tot brand.
Demonteer of modificeer de accu-oplader nooit. Dit kan leiden tot brand of een elektrische schok.
Gebruik de lader niet met een stekkerdoos of verlengsnoer. Gebruik van een stekkerdoos of vergelijkbare
methoden kan de nominale stroom overschrijden en brand veroorzaken.
Gebruik de oplader niet met de kabel samengebonden of opgerold, en sla niet op of met de kabel om de oplader
heen gewikkeld. Schade aan de kabel kan leiden tot brand of een elektrische schok.
Steek de stekker en de oplaadstekker stevig in het stopcontact. Als de stekker en de oplaadstekker niet volledig
worden ingestoken, kan dit resulteren in brand door een elektrische schock of oververhitting.
Gebruik de accu-oplader nooit in de buurt van brandbaar materiaal of gas. Dit kan leiden tot brand of een explosie.
Bedek de accu-oplader nooit en plaats nooit andere objecten op de accu-oplader tijdens het opladen. Dit kan
leiden tot interne oververhitting wat brand kan veroorzaken.
Laat de accu-oplader niet vallen en stel het niet bloot aan sterke schokken. Anders zou dit kunnen leiden tot
brand of een elektrische schok.
Bewaar de accu-oplader en de accu uit de buurt van kinderen. Raak de accu of accu-oplader nooit aan tijdens
het opladen. Als de accu of de accu-oplader tijdens het opladen een temperatuur van 40–70 °C bereiken, kan
aanraking leiden tot brandwonden.
Niet gebruiken wanneer de behuizing van de accu is beschadigd, gebarsten of als u een ongewone geur ruikt.
Lekkende accuvloeistof kan serieus letsel veroorzaken.

ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
Veroorzaak geen kortsluiting tussen de polen van de accu. Hierdoor kan de accu heet worden of in brand vliegen,
wat kan leiden tot ernstig letsel of schade aan eigendommen.
Demonteer of modificeer de accu nooit. Hierdoor kan de accu heet worden of in brand vliegen, wat kan leiden tot
ernstig letsel of schade aan eigendommen.
Als de stroomkabel is beschadigd, stop het gebruik van de accu-oplader dan en laat deze inspecteren
doorBabboe.
Wanneer de accu-oplader is aangesloten mogen de pedalen of de fiets niet bewogen worden. Hierdoor kan de
stroomkabel verstrikt raken tussen de pedalen, wat kan leiden tot schade aan de accu-oplader, stroomkabel en/
of stekker.
Ga voorzichtig met de stroomkabel om. Wanneer u de accu-oplader binnen aansluit terwijl de fiets zich buiten
bevindt, kan de stroomkabel tussen een deur of raam bekneld raken en beschadigen.
Rijd niet met de wielen van de fiets over de stroomkabel of stekker. Hierdoor kunnen de stroomkabel of de
stekker beschadigd raken.
Zorg dat de accu niet valt of wordt aangestoten. Hierdoor kan de accu heet worden of in brand vliegen, wat kan
leiden tot ernstig letsel of schade aan eigendommen.
Werp de accu niet in een vuur en stel niet bloot aan een warmtebron. Hierdoor kan brand of een explosie
ontstaan, wat kan leiden tot ernstig letsel of schade aan eigendommen.
Modificeer of demonteer het e-Bike Systeem niet. Installeer niks anders dan originele onderdelen en
accessoires. Anders kan het product beschadigd of defect raken, of het risisco op letsel wordt verhoogd.
Wanneer u stilstaat, zorg dan dat u de voor- en achterrem ingedrukt houdt en houd beide voeten op de grond.
Door uw voet op het pedaal te zetten wanneer u stilstaat kan de hulpfunctie per ongeluk worden ingeschakeld,
waardoor u de controle kunt verliezen en ernstig letsel kunt oplopen.
Rij niet op de fiets in geval van een onregelmatigheid van de accu of e-Bike Systeem. Hierdoor kunt u de controle
verliezen en ernstig letsel oplopen.
Zorg dat u de resterende accucapaciteit controleert voordat u in het donker rijdt. De voorlamp die door de accu
wordt gevoed schakelt uit vlak nadat de resterend accucapaciteit is afgenomen tot waar het rijden met de
hulpfunctie niet langer mogelijk is. Rijden zonder een werkende voorlamp kan het risico op letsel verhogen.
Begin niet met één voet op het pedaal en één voet op de grond om vervolgens op de fiets te springen als deze een
bepaalde snelheid heeft bereikt. Hierdoor kunt u de controle verliezen en ernstig letsel oplopen. Begin pas met
fietsen wanneer u goed op het zadel zit.
Druk niet op de drukschakelaar duwhulp wanneer het achterwiel van de grond is. Anders zal het wiel op hoge
snelheid omhoog schieten en kunt u hierdoor letsel oplopen.
Maak geen gebruik van de draadloze Bluetooth technologie met laag energieverbruik op plaatsen zoals
ziekenhuizen of medische instituten waar het gebruik van elektronische of draadloze apparatuur verboden is.
Anders zou dit invloed kunnen hebben op de medische apparatuur, enz., met een ongeval tot gevolg.
Bij gebruik van de draadloze functie met Bluetooth lage energietechnologie, moet u er op letten dat u het display op
een veilige afstand van pacemakers houdt. Anders kunnen de radiogolven van invloed zijn op de pacemaker-functie.
Gebruik de draadloze functie met Bluetooth lage energietechnologie niet in de buurt van automatische
controleapparatuur, zoals automatische deuren, brandmelders, enz. Anders kunnen de radiogolven invloed
uitoefenen op de apparatuur en een ongeval veroorzaken door middel van eventuele storingen of onbedoeld gebruik.
E. INSTRUMENT- EN BESTURINGSFUNCTIES
Weergave-eenheid
OPMERKING
De USB-aansluiting is bestemd voor het aansluiten van de YAMAHA-tool; het kan niet worden gebruikt als een
stroomaansluiting.
10
F. Instrument- en besturingsfuncties
Weergave-eenheid (Weergave A)
Indicator
automatische
modus
Schakelaar
hulpmodus
(omlaag)
USB-aansluiting Indicator
hulpmodus
Snelheidsmeter
Aan/uit-schakelaar
Indicator
accuvermogen
Functieweergave
Drukschakelaar
duwhulp
Lichtschakelaar
Schakelaar
hulpmodus
(omhoog)
OPMERKING
De USB-aansluiting is bestemd voor het aansluiten van de YAMAHA-tool; het kan niet worden ge-
bruikt als een stroomaansluiting.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 10 2018/04/25 10:06:04
15
14

ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
Weergave-eenheid
De weergave-eenheid biedt de volgende bedienings- en
informatieweergaven.
• Stroom „Aan/Uit”
Iedere keer wanneer u op de aan/uit-schakelaar drukt,
schakelt de stroom „Aan” of „Uit”.
Wanneer u de stroom inschakelt, gaan alle displays aan.
Daarna schakelt het naar het hoofddisplay dat wordt getoond
tijdens het rijden.
OPMERKING
• Wanneer u de stroom inschakelt, wordt de hulpmodus
automatisch ingesteld op standaardmodus of (Geavanceerde)
High modus.
• Houd uw voeten van de pedalen wanneer u de weergave-
eenheid inschakelt. Ga ook niet onmiddellijk na het inschakelen
van de weergave-eenheid fietsen. Hierdoor kan de hulpstroom
verzwakken. (Een zwakke hulpstroom duidt in deze gevallen
niet op een storing.) Als een van de bovenstaande voorbeelden
per ongeluk voorkomt, haal uw voeten dan van de pedalen,
schakel de stroom opnieuw in en wacht even (ongeveer twee
seconden) voordat u begint te fietsen.
• Weergaven en schakelen van de hulpmodus
U kunt de hulpmodus selecteren door gebruik te maken van de
hulpmodusschakelaars (omhoog en omlaag). De geselecteerde
hulpmodus wordt weergegeven door de indicator hulpmodus.
• Wanneer u de schakelaar hulpmodus (omhoog) indrukt,
wijzigt de modus van „OFF” naar „+ECO”, of van „+ECO” naar
„ECO”, of van „ECO” naar „STD”, of van „STD”, naar „HIGH” of
van „HIGH” naar „EXPW”.
• Wanneer u de schakelaar hulpmodus (omlaag) indrukt, wijzigt de
modus van „EXPW” naar „HIGH”, of van „HIGH” naar „STD”, of
„STD” naar „ECO” of „ECO” naar „+ECO”, of „+ECO” naar „OFF”.
OPMERKING
• Verder indrukken van de schakelaar hulpmodus verandert
de hulpmodusselecties niet.
11
Weergave-eenheid (Weergave A)
De weergave-eenheid biedt de volgende bedienings- en
informatieweergaven.
2Stroom „Aan/Uit”
Iedere keer wanneer u op de aan/uit-schakelaar drukt,
schakelt de stroom „Aan” of „Uit”.
Wanneer u de stroom inschakelt, gaan alle displays aan.
Daarna schakelt het naar het hoofddisplay dat wordt ge-
toond tijdens het rijden.
OPMERKING
• Wanneer u de stroom inschakelt, wordt de hulpmodus
automatisch ingesteld op standaardmodus of (Geavan-
ceerde) High modus.
• Houd uw voeten van de pedalen wanneer u de weer-
gave-eenheid inschakelt. Ga ook niet onmiddellijk na
het inschakelen van de weergave-eenheid fietsen.
Hierdoor kan de hulpstroom verzwakken. (Een zwakke
hulpstroom duidt in deze gevallen niet op een storing.)
Als een van de bovenstaande voorbeelden per ongeluk
voorkomt, haal uw voeten dan van de pedalen, schakel
de stroom opnieuw in en wacht even (ongeveer twee
seconden) voordat u begint te fietsen.
2Weergaven en schakelen van de hulpmodus
U kunt de hulpmodus selecteren door gebruik te maken
van de hulpmodusschakelaars (omhoog en omlaag).
De geselecteerde hulpmodus wordt weergegeven door de
indicator hulpmodus.
• Wanneer u de schakelaar hulpmodus (omhoog) in-
drukt, wijzigt de modus van „OFF” naar „+ECO”, of van
„+ECO” naar „ECO”, of van „ECO” naar „STD”, of van
„STD”, naar „HIGH” of van „HIGH” naar „EXPW”.
• Wanneer u de schakelaar hulpmodus (omlaag) indrukt,
wijzigt de modus van „EXPW” naar „HIGH”, of van
„HIGH” naar „STD”, of „STD” naar „ECO” of „ECO”
naar „+ECO”, of „+ECO” naar „OFF”.
OPMERKING
• Fietsen die zijn uitgerust met de PWseries SE of PW-
series TE-aandrijfunit hebben geen Extra Power-mo-
dus.
• Verder indrukken van de schakelaar hulpmodus veran-
dert de hulpmodusselecties niet.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 11 2018/04/25 10:06:04
11
Weergave-eenheid (Weergave A)
De weergave-eenheid biedt de volgende bedienings- en
informatieweergaven.
2Stroom „Aan/Uit”
Iedere keer wanneer u op de aan/uit-schakelaar drukt,
schakelt de stroom „Aan” of „Uit”.
Wanneer u de stroom inschakelt, gaan alle displays aan.
Daarna schakelt het naar het hoofddisplay dat wordt ge-
toond tijdens het rijden.
OPMERKING
• Wanneer u de stroom inschakelt, wordt de hulpmodus
automatisch ingesteld op standaardmodus of (Geavan-
ceerde) High modus.
• Houd uw voeten van de pedalen wanneer u de weer-
gave-eenheid inschakelt. Ga ook niet onmiddellijk na
het inschakelen van de weergave-eenheid fietsen.
Hierdoor kan de hulpstroom verzwakken. (Een zwakke
hulpstroom duidt in deze gevallen niet op een storing.)
Als een van de bovenstaande voorbeelden per ongeluk
voorkomt, haal uw voeten dan van de pedalen, schakel
de stroom opnieuw in en wacht even (ongeveer twee
seconden) voordat u begint te fietsen.
2Weergaven en schakelen van de hulpmodus
U kunt de hulpmodus selecteren door gebruik te maken
van de hulpmodusschakelaars (omhoog en omlaag).
De geselecteerde hulpmodus wordt weergegeven door de
indicator hulpmodus.
• Wanneer u de schakelaar hulpmodus (omhoog) in-
drukt, wijzigt de modus van „OFF” naar „+ECO”, of van
„+ECO” naar „ECO”, of van „ECO” naar „STD”, of van
„STD”, naar „HIGH” of van „HIGH” naar „EXPW”.
• Wanneer u de schakelaar hulpmodus (omlaag) indrukt,
wijzigt de modus van „EXPW” naar „HIGH”, of van
„HIGH” naar „STD”, of „STD” naar „ECO” of „ECO”
naar „+ECO”, of „+ECO” naar „OFF”.
OPMERKING
• Fietsen die zijn uitgerust met de PWseries SE of PW-
series TE-aandrijfunit hebben geen Extra Power-mo-
dus.
• Verder indrukken van de schakelaar hulpmodus veran-
dert de hulpmodusselecties niet.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 11 2018/04/25 10:06:04
11
Weergave-eenheid (Weergave A)
De weergave-eenheid biedt de volgende bedienings- en
informatieweergaven.
2Stroom „Aan/Uit”
Iedere keer wanneer u op de aan/uit-schakelaar drukt,
schakelt de stroom „Aan” of „Uit”.
Wanneer u de stroom inschakelt, gaan alle displays aan.
Daarna schakelt het naar het hoofddisplay dat wordt ge-
toond tijdens het rijden.
OPMERKING
• Wanneer u de stroom inschakelt, wordt de hulpmodus
automatisch ingesteld op standaardmodus of (Geavan-
ceerde) High modus.
• Houd uw voeten van de pedalen wanneer u de weer-
gave-eenheid inschakelt. Ga ook niet onmiddellijk na
het inschakelen van de weergave-eenheid fietsen.
Hierdoor kan de hulpstroom verzwakken. (Een zwakke
hulpstroom duidt in deze gevallen niet op een storing.)
Als een van de bovenstaande voorbeelden per ongeluk
voorkomt, haal uw voeten dan van de pedalen, schakel
de stroom opnieuw in en wacht even (ongeveer twee
seconden) voordat u begint te fietsen.
2Weergaven en schakelen van de hulpmodus
U kunt de hulpmodus selecteren door gebruik te maken
van de hulpmodusschakelaars (omhoog en omlaag).
De geselecteerde hulpmodus wordt weergegeven door de
indicator hulpmodus.
• Wanneer u de schakelaar hulpmodus (omhoog) in-
drukt, wijzigt de modus van „OFF” naar „+ECO”, of van
„+ECO” naar „ECO”, of van „ECO” naar „STD”, of van
„STD”, naar „HIGH” of van „HIGH” naar „EXPW”.
• Wanneer u de schakelaar hulpmodus (omlaag) indrukt,
wijzigt de modus van „EXPW” naar „HIGH”, of van
„HIGH” naar „STD”, of „STD” naar „ECO” of „ECO”
naar „+ECO”, of „+ECO” naar „OFF”.
OPMERKING
• Fietsen die zijn uitgerust met de PWseries SE of PW-
series TE-aandrijfunit hebben geen Extra Power-mo-
dus.
• Verder indrukken van de schakelaar hulpmodus veran-
dert de hulpmodusselecties niet.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 11 2018/04/25 10:06:04
12
Fietsen die zijn uitgerust met de PWseries TE-aandrijfunit
kunnen de automatische modus gebruiken.
OPMERKING
De automatische modus is een functie die het mogelijk
maakt dat er automatisch wordt gewisseld naar de geopti-
maliseerde hulpmodus afhankelijk van de rijomstandigheden.
• Om gebruik te maken van de automatische modus,
drukt u gedurende 1 seconde of langer op de schake-
laar hulpmodus (omhoog). De indicator automatische
modus gaat branden en de modus zal worden veran-
derd naar de automatische modus.
• Om de automatische modus te annuleren, drukt u ge-
durende 1 seconde of langer op de schakelaar hulpmo-
dus (omhoog). De indicator automatische modus gaat
uit en de automatische modus wordt geannuleerd.
OPMERKING
• Zelfs wanneer u de schakelaar hulpmodus (omhoog en
omlaag) indrukt terwijl u in de automatische modus zit,
kan de hulpmodus niet worden gewijzigd.
• De automatische modus wordt opgeslagen wanneer
het apparaat uit staat. Wanneer u de stroom opnieuw
inschakelt, wordt de hulpmodus ingesteld op de auto-
matische modus.
EXPW
Assist
mode Assist mode
indicator
HIGH
STD
ECO
+ECO
OFF
Assist
mode Assist mode
indicator
HIGH
STD
ECO
+ECO
OFF
Assist
mode Assist mode
indicator
Automatic
mode
1 seconds
or longer
1 seconds
or longer
PW-X- aandrijfunit PWseries SE
aandrijfunit
PWseries TE
aandrijfunit
Hulp-
modus Hulp-
modus Hulp-
modus
Indicator
hulpmodus Indicator
hulpmodus Indicator
hulpmodus
HIGH
EXPW
STD
ECO
+ECO
OFF
HIGH
STD
ECO
+ECO
OFF
Automa-
tische
modus
1
seconde
of langer
1
seconde
of langer
2Snelheidsmeter
De snelheidsmeter geeft de snelheid van uw fiets weer (in
kilometer per uur of mijl per uur). Om km/mijl te selecte-
ren, raadpleegt u „km-/mijlinstelling”.
OPMERKING
Als de snelheid van uw fiets minder is dan 2,0 km/h of 1,2
MPH, geeft de snelheidsmeter „0 km/h or 0 MPH” weer.
Indicator automatische
modus
Snelheidsmeter
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 12 2018/04/25 10:06:04
12
Fietsen die zijn uitgerust met de PWseries TE-aandrijfunit
kunnen de automatische modus gebruiken.
OPMERKING
De automatische modus is een functie die het mogelijk
maakt dat er automatisch wordt gewisseld naar de geopti-
maliseerde hulpmodus afhankelijk van de rijomstandigheden.
• Om gebruik te maken van de automatische modus,
drukt u gedurende 1 seconde of langer op de schake-
laar hulpmodus (omhoog). De indicator automatische
modus gaat branden en de modus zal worden veran-
derd naar de automatische modus.
• Om de automatische modus te annuleren, drukt u ge-
durende 1 seconde of langer op de schakelaar hulpmo-
dus (omhoog). De indicator automatische modus gaat
uit en de automatische modus wordt geannuleerd.
OPMERKING
• Zelfs wanneer u de schakelaar hulpmodus (omhoog en
omlaag) indrukt terwijl u in de automatische modus zit,
kan de hulpmodus niet worden gewijzigd.
• De automatische modus wordt opgeslagen wanneer
het apparaat uit staat. Wanneer u de stroom opnieuw
inschakelt, wordt de hulpmodus ingesteld op de auto-
matische modus.
EXPW
Assist
mode Assist mode
indicator
HIGH
STD
ECO
+ECO
OFF
Assist
mode Assist mode
indicator
HIGH
STD
ECO
+ECO
OFF
Assist
mode Assist mode
indicator
Automatic
mode
1 seconds
or longer
1 seconds
or longer
PW-X- aandrijfunit PWseries SE
aandrijfunit
PWseries TE
aandrijfunit
Hulp-
modus Hulp-
modus Hulp-
modus
Indicator
hulpmodus Indicator
hulpmodus Indicator
hulpmodus
HIGH
EXPW
STD
ECO
+ECO
OFF
HIGH
STD
ECO
+ECO
OFF
Automa-
tische
modus
1
seconde
of langer
1
seconde
of langer
2Snelheidsmeter
De snelheidsmeter geeft de snelheid van uw fiets weer (in
kilometer per uur of mijl per uur). Om km/mijl te selecte-
ren, raadpleegt u „km-/mijlinstelling”.
OPMERKING
Als de snelheid van uw fiets minder is dan 2,0 km/h of 1,2
MPH, geeft de snelheidsmeter „0 km/h or 0 MPH” weer.
Indicator automatische
modus
Snelheidsmeter
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 12 2018/04/25 10:06:04
11
Weergave-eenheid (Weergave A)
De weergave-eenheid biedt de volgende bedienings- en
informatieweergaven.
2Stroom „Aan/Uit”
Iedere keer wanneer u op de aan/uit-schakelaar drukt,
schakelt de stroom „Aan” of „Uit”.
Wanneer u de stroom inschakelt, gaan alle displays aan.
Daarna schakelt het naar het hoofddisplay dat wordt ge-
toond tijdens het rijden.
OPMERKING
• Wanneer u de stroom inschakelt, wordt de hulpmodus
automatisch ingesteld op standaardmodus of (Geavan-
ceerde) High modus.
• Houd uw voeten van de pedalen wanneer u de weer-
gave-eenheid inschakelt. Ga ook niet onmiddellijk na
het inschakelen van de weergave-eenheid fietsen.
Hierdoor kan de hulpstroom verzwakken. (Een zwakke
hulpstroom duidt in deze gevallen niet op een storing.)
Als een van de bovenstaande voorbeelden per ongeluk
voorkomt, haal uw voeten dan van de pedalen, schakel
de stroom opnieuw in en wacht even (ongeveer twee
seconden) voordat u begint te fietsen.
2Weergaven en schakelen van de hulpmodus
U kunt de hulpmodus selecteren door gebruik te maken
van de hulpmodusschakelaars (omhoog en omlaag).
De geselecteerde hulpmodus wordt weergegeven door de
indicator hulpmodus.
• Wanneer u de schakelaar hulpmodus (omhoog) in-
drukt, wijzigt de modus van „OFF” naar „+ECO”, of van
„+ECO” naar „ECO”, of van „ECO” naar „STD”, of van
„STD”, naar „HIGH” of van „HIGH” naar „EXPW”.
• Wanneer u de schakelaar hulpmodus (omlaag) indrukt,
wijzigt de modus van „EXPW” naar „HIGH”, of van
„HIGH” naar „STD”, of „STD” naar „ECO” of „ECO”
naar „+ECO”, of „+ECO” naar „OFF”.
OPMERKING
• Fietsen die zijn uitgerust met de PWseries SE of PW-
series TE-aandrijfunit hebben geen Extra Power-mo-
dus.
• Verder indrukken van de schakelaar hulpmodus veran-
dert de hulpmodusselecties niet.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 11 2018/04/25 10:06:04
17
16
OPMERKING
De automatische modus is een functie die het mogelijk maakt dat er
automatisch wordt gewisseld naar de geoptimaliseerde hulpmodus
afhankelijk van de rijomstandigheden.
• Om gebruik te maken van de automatische modus, drukt u
gedurende 1 seconde of langer op de schakelaar hulpmodus
(omhoog). De indicator automatische modus gaat branden en
de modus zal worden veranderd naar de automatische modus.
• Om de automatische modus te annuleren, drukt u gedurende
1 seconde of langer op de schakelaar hulpmodus (omhoog).
De indicator automatische modus gaat uit en de automatische
modus wordt geannuleerd.
OPMERKING
• Zelfs wanneer u de schakelaar hulpmodus (omhoog en omlaag)
indrukt terwijl u in de automatische modus zit, kan de
hulpmodus niet worden gewijzigd.
• De automatische modus wordt opgeslagen wanneer het
apparaat uit staat. Wanneer u de stroom opnieuw inschakelt,
wordt de hulpmodus ingesteld op de automatische modus.
•Snelheidsmeter
De snelheidsmeter geeft de snelheid van uw fiets weer
(in kilometer per uur of mijl per uur). Om km/mijl te selecteren,
raadpleegt u „km-/mijlinstelling”.
OPMERKING
Als de snelheid van uw fiets minder is dan 2,0 km/h of 1,2 MPH,
geeft de snelheidsmeter „0 km/h or 0 MPH” weer.
12
Fietsen die zijn uitgerust met de PWseries TE-aandrijfunit
kunnen de automatische modus gebruiken.
OPMERKING
De automatische modus is een functie die het mogelijk
maakt dat er automatisch wordt gewisseld naar de geopti-
maliseerde hulpmodus afhankelijk van de rijomstandigheden.
• Om gebruik te maken van de automatische modus,
drukt u gedurende 1 seconde of langer op de schake-
laar hulpmodus (omhoog). De indicator automatische
modus gaat branden en de modus zal worden veran-
derd naar de automatische modus.
• Om de automatische modus te annuleren, drukt u ge-
durende 1 seconde of langer op de schakelaar hulpmo-
dus (omhoog). De indicator automatische modus gaat
uit en de automatische modus wordt geannuleerd.
OPMERKING
• Zelfs wanneer u de schakelaar hulpmodus (omhoog en
omlaag) indrukt terwijl u in de automatische modus zit,
kan de hulpmodus niet worden gewijzigd.
• De automatische modus wordt opgeslagen wanneer
het apparaat uit staat. Wanneer u de stroom opnieuw
inschakelt, wordt de hulpmodus ingesteld op de auto-
matische modus.
EXPW
Assist
mode Assist mode
indicator
HIGH
STD
ECO
+ECO
OFF
Assist
mode Assist mode
indicator
HIGH
STD
ECO
+ECO
OFF
Assist
mode Assist mode
indicator
Automatic
mode
1 seconds
or longer
1 seconds
or longer
PW-X- aandrijfunit PWseries SE
aandrijfunit
PWseries TE
aandrijfunit
Hulp-
modus
Hulp-
modus
Hulp-
modus
Indicator
hulpmodus
Indicator
hulpmodus
Indicator
hulpmodus
HIGH
EXPW
STD
ECO
+ECO
OFF
HIGH
STD
ECO
+ECO
OFF
Automa-
tische
modus
1
seconde
of langer
1
seconde
of langer
2Snelheidsmeter
De snelheidsmeter geeft de snelheid van uw fiets weer (in
kilometer per uur of mijl per uur). Om km/mijl te selecte-
ren, raadpleegt u „km-/mijlinstelling”.
OPMERKING
Als de snelheid van uw fiets minder is dan 2,0 km/h of 1,2
MPH, geeft de snelheidsmeter „0 km/h or 0 MPH” weer.
Indicator automatische
modus
Snelheidsmeter
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 12 2018/04/25 10:06:04
12
Fietsen die zijn uitgerust met de PWseries TE-aandrijfunit
kunnen de automatische modus gebruiken.
OPMERKING
De automatische modus is een functie die het mogelijk
maakt dat er automatisch wordt gewisseld naar de geopti-
maliseerde hulpmodus afhankelijk van de rijomstandigheden.
• Om gebruik te maken van de automatische modus,
drukt u gedurende 1 seconde of langer op de schake-
laar hulpmodus (omhoog). De indicator automatische
modus gaat branden en de modus zal worden veran-
derd naar de automatische modus.
• Om de automatische modus te annuleren, drukt u ge-
durende 1 seconde of langer op de schakelaar hulpmo-
dus (omhoog). De indicator automatische modus gaat
uit en de automatische modus wordt geannuleerd.
OPMERKING
• Zelfs wanneer u de schakelaar hulpmodus (omhoog en
omlaag) indrukt terwijl u in de automatische modus zit,
kan de hulpmodus niet worden gewijzigd.
• De automatische modus wordt opgeslagen wanneer
het apparaat uit staat. Wanneer u de stroom opnieuw
inschakelt, wordt de hulpmodus ingesteld op de auto-
matische modus.
EXPW
Assist
mode Assist mode
indicator
HIGH
STD
ECO
+ECO
OFF
Assist
mode Assist mode
indicator
HIGH
STD
ECO
+ECO
OFF
Assist
mode Assist mode
indicator
Automatic
mode
1 seconds
or longer
1 seconds
or longer
PW-X- aandrijfunit
PWseries SE
aandrijfunit
PWseries TE
aandrijfunit
Hulp-
modus Hulp-
modus Hulp-
modus
Indicator
hulpmodus Indicator
hulpmodus Indicator
hulpmodus
HIGH
EXPW
STD
ECO
+ECO
OFF
HIGH
STD
ECO
+ECO
OFF
Automa-
tische
modus
1
seconde
of langer
1
seconde
of langer
2Snelheidsmeter
De snelheidsmeter geeft de snelheid van uw fiets weer (in
kilometer per uur of mijl per uur). Om km/mijl te selecte-
ren, raadpleegt u „km-/mijlinstelling”.
OPMERKING
Als de snelheid van uw fiets minder is dan 2,0 km/h of 1,2
MPH, geeft de snelheidsmeter „0 km/h or 0 MPH” weer.
Indicator automatische
modus
Snelheidsmeter
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 12 2018/04/25 10:06:04

ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
• Indicator accuvermogen
De indicator accuvermogen geeft een schatting weer van de
resterende capaciteit in de accu.
• Functieweergave
De functieweergave kan de volgende functies weergeven.
• Kilometerteller
• Dagteller
• Bereik (Resterende hulpafstand)
Druk op de schakelaar hulpmodus (omlaag) gedurende 1 seconde
of langer en het display verandert als volgt:
Kilometerteller Dagteller Bereik Kilometerteller
U kunt de gegevens voor de dagteller resetten.
- Kilometerteller
Dit geeft de totale rijafstand weer (in kilometer of mijl) terwijl de
stroom was ingeschakeld. De kilometerteller kan niet worden gereset.
- Dagteller
Dit geeft de totale rijafstand weer (in kilometer of mijl) sinds de
laatste keer werd gereset. Wanneer u de stroom uitschakelt,
blijven de gegevens tot aan dat punt weergegeven op het display.
Om de dagteller te resetten en opnieuw te beginnen met tellen,
drukt u tegelijkertijd op de schakelaar hulpmodus (omhoog) en
schakelaar hulpmodus (omlaag) gedurende 2 seconden of langer
wanneer de dagteller wordt weergegeven.
-Bereik (Resterende hulpafstand)
Dit geeft een schatting van de afstand weer (in kilometer of
mijl) die kan worden gereden met hulp op de resterende
accucapaciteit van de geïnstalleerde accu. Als u de hulpmodus
schakelt wanneer de resterende hulpafstand wordt weergegeven,
verandert de schatting van de afstand die kan worden gereden.
De resterende hulpafstandschatting kan worden gereset.
OPMERKING
• De resterende hulpafstand verandert afhankelijk van de rijsituatie
(heuvels, tegenwind, enz.) en als de accucapaciteit afneemt.
• Wanneer in uitstand, wordt „- - - -” weergegeven.
- Koplamp „Aan/Uit” (Alleen van toepassing op modellen die zijn
voorzien van een koplamp die wordt gevoed door de accu.
De achterlamp, die wordt gevoed door de accu, wordt met de
voorlamp aan-/uitgeschakeld.)
Iedere keer dat u de lichtschakelaar indrukt, schakelt de koplamp
tussen „Aan” en „Uit”.
- km-/mijlinstelling
Gebruik de volgende stappen om de km/mijl-instelling in te stellen.
1. Zorg ervoor dat de weergave-eenheid wordt ingeschakeld.
2. Selecteer de kilometertellerweergave in de functieweergave.
3. Druk gelijktijdig op de schakelaar hulpmodus (omhoog)
en de schakelaar hulpmodus (omlaag) en houd deze gedurende
2 seconden of langer ingedrukt.
4. Wanneer „km” of „mile” knippert, laat de schakelaar dan los.
5. Gebruik de hulpmodusschakelaars (omhoog en omlaag) om
„km/mile” in te stellen.
6. Wanneer de eenheid die u wilt instellen knippert, drukt u op de
Schakelaar hulpmodus (omlaag) gedurende 1 seconde of langer
en u laat de schakelaar los wanneer het display terugschakelt
naar het hoofddisplay dat wordt weergegeven tijdens het rijden.
Voor alle instellingsprocedures, moet u de fiets tot stilstand laten
komen en de vereiste instellingen uitvoeren op een veilige plek.
Anders kan een gebrek aan aandacht voor omringend verkeer of
ander gevaar een ongeluk veroorzaken.
OPMERKING
• De instellingen kunnen niet worden aangepast tijdens het rijden.
• Als u het volgende doet tijdens het instellen, zal de eenheid die
u aan het instellen was worden geannuleerd en het display zal
terugkeren naar het hoofddisplaydat tijdens het rijden wordt
weergegeven.
• De zwengel (pedaal) in de rijrichting draaien
• Het achterwiel draaien wanneer u met een snelheid van 2 km/h
of meer rijdt
• Het indrukken van de drukschakelaar duwhulp
13
2Indicator accuvermogen
De indicator accuvermogen geeft een schatting weer van
de resterende capaciteit in de accu.
2Functieweergave
De functieweergave kan de volgende functies weergeven.
• Kilometerteller
• Dagteller
• Bereik (Resterende hulpafstand)
Druk op de schakelaar hulpmodus (omlaag) gedurende 1 se-
conde of langer en het display verandert als volgt:
Kilometerteller → Dagteller → Bereik → Kilometerteller
U kunt de gegevens voor de dagteller resetten.
7Kilometerteller
Dit geeft de totale rijafstand weer (in kilometer of mijl) ter-
wijl de stroom was ingeschakeld.
De kilometerteller kan niet worden gereset.
7Dagteller
Dit geeft de totale rijafstand weer (in kilometer of mijl)
sinds de laatste keer werd gereset.
Wanneer u de stroom uitschakelt, blijven de gegevens tot
aan dat punt weergegeven op het display.
Om de dagteller te resetten en opnieuw te beginnen met
tellen, drukt u tegelijkertijd op de schakelaar hulpmodus
(omhoog) en schakelaar hulpmodus (omlaag) gedurende
2 seconden of langer wanneer de dagteller wordt weerge-
geven.
7Bereik (Resterende hulpafstand)
Dit geeft een schatting van de afstand weer (in kilometer
of mijl) die kan worden gereden met hulp op de resteren-
de accucapaciteit van de geïnstalleerde accu. Als u de
hulpmodus schakelt wanneer de resterende hulpafstand
wordt weergegeven, verandert de schatting van de af-
stand die kan worden gereden.
De resterende hulpafstandschatting kan worden gereset.
OPMERKING
• De resterende hulpafstand verandert afhankelijk van
de rijsituatie (heuvels, tegenwind, enz.) en als de accu-
capaciteit afneemt.
• Wanneer in uitstand, wordt „- - - -” weergegeven.
Indicator accuvermogen
Functieweergave
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 13 2018/04/25 10:06:05
14
2Koplamp „Aan/Uit” (Alleen van toepassing
op modellen die zijn voorzien van een
koplamp die wordt gevoed door de accu. De
achterlamp, die wordt gevoed door de accu,
wordt met de voorlamp aan-/uitgeschakeld.)
Iedere keer dat u de lichtschakelaar indrukt, schakelt de
koplamp tussen „Aan” en „Uit”.
2km-/mijlinstelling
Gebruik de volgende stappen om de km/mijl-instelling in
te stellen.
1. Zorg ervoor dat de weergave-eenheid wordt ingescha-
keld.
2. Selecteer de kilometertellerweergave in de functie-
weergave.
3. Druk gelijktijdig op de schakelaar hulpmodus (omhoog)
en de schakelaar hulpmodus (omlaag) en houd deze
gedurende 2 seconden of langer ingedrukt.
4. Wanneer „km” of „mile” knippert, laat de schakelaar
dan los.
5. Gebruik de hulpmodusschakelaars (omhoog en om-
laag) om „km/mile” in te stellen.
6. Wanneer de eenheid die u wilt instellen knippert, drukt
u op de Schakelaar hulpmodus (omlaag) gedurende 1
seconde of langer en u laat de schakelaar los wanneer
het display terugschakelt naar het hoofddisplay dat
wordt weergegeven tijdens het rijden.
Voor alle instellingsprocedures, moet u de fiets tot
stilstand laten komen en de vereiste instellingen uit-
voeren op een veilige plek. Anders kan een gebrek
aan aandacht voor omringend verkeer of ander gevaar
een ongeluk veroorzaken.
OPMERKING
• De instellingen kunnen niet worden aangepast tijdens
het rijden.
• Als u het volgende doet tijdens het instellen, zal de
eenheid die u aan het instellen was worden geannu-
leerd en het display zal terugkeren naar het hoofddis-
play dat tijdens het rijden wordt weergegeven.
• De zwengel (pedaal) in de rijrichting draaien
• Het achterwiel draaien wanneer u met een snelheid
van 2 km/h of meer rijdt
• Het indrukken van de drukschakelaar duwhulp
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 14 2018/04/25 10:06:05
14
2Koplamp „Aan/Uit” (Alleen van toepassing
op modellen die zijn voorzien van een
koplamp die wordt gevoed door de accu. De
achterlamp, die wordt gevoed door de accu,
wordt met de voorlamp aan-/uitgeschakeld.)
Iedere keer dat u de lichtschakelaar indrukt, schakelt de
koplamp tussen „Aan” en „Uit”.
2km-/mijlinstelling
Gebruik de volgende stappen om de km/mijl-instelling in
te stellen.
1. Zorg ervoor dat de weergave-eenheid wordt ingescha-
keld.
2. Selecteer de kilometertellerweergave in de functie-
weergave.
3. Druk gelijktijdig op de schakelaar hulpmodus (omhoog)
en de schakelaar hulpmodus (omlaag) en houd deze
gedurende 2 seconden of langer ingedrukt.
4. Wanneer „km” of „mile” knippert, laat de schakelaar
dan los.
5. Gebruik de hulpmodusschakelaars (omhoog en om-
laag) om „km/mile” in te stellen.
6. Wanneer de eenheid die u wilt instellen knippert, drukt
u op de Schakelaar hulpmodus (omlaag) gedurende 1
seconde of langer en u laat de schakelaar los wanneer
het display terugschakelt naar het hoofddisplay dat
wordt weergegeven tijdens het rijden.
Voor alle instellingsprocedures, moet u de fiets tot
stilstand laten komen en de vereiste instellingen uit-
voeren op een veilige plek. Anders kan een gebrek
aan aandacht voor omringend verkeer of ander gevaar
een ongeluk veroorzaken.
OPMERKING
• De instellingen kunnen niet worden aangepast tijdens
het rijden.
• Als u het volgende doet tijdens het instellen, zal de
eenheid die u aan het instellen was worden geannu-
leerd en het display zal terugkeren naar het hoofddis-
play dat tijdens het rijden wordt weergegeven.
• De zwengel (pedaal) in de rijrichting draaien
• Het achterwiel draaien wanneer u met een snelheid
van 2 km/h of meer rijdt
• Het indrukken van de drukschakelaar duwhulp
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 14 2018/04/25 10:06:05
19
18

ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
• Duwhulp
Wanneer u op de fiets zit of ernaast loopt en de fiets begint te duwen,
kunt u duwhulp gebruiken zonder dat u hoeft te trappen. Om duwhulp
te gebruiken, houd de drukschakelaar duwhulp ingedrukt.
Duwhulp zal niet werken in de volgende situaties:
• Wanneer u de drukschakelaar duwhulp loslaat.
• Wanneer u op hetzelfde moment op een andere schakelaar drukt.
• Wanneer u begint te trappen.
• Als de snelheid van uw fiets 6 km/h overschrijdt.
• Als u Uitstand selecteert.
• Als de wielen niet draaien (wanneer u remt of in aanraking
komt met een obstakel, enz.).
OPMERKING
De maximale snelheid varieert afhankelijk van de geselecteerde
versnelling. De maximale snelheid wordt lager in een lagere
versnelling.
• Diagnosemodus
De e-Bike Systeem zijn uitgerust met een diagnosemodus. Als een
storing of defect in het e-Bike systeem optreedt, dan zullen het
hoofddisplay dat wordt weergegeven tijdens het rijden en „Er”
afwisselend worden weergegeven terwijl een foutbeschrijving u
op de hoogte houdt van het type fout dat in de functieweergave is
opgetreden. Raadpleeg „Problemen oplossen” over symptomen
en oplossingen voor abnormale weergaven en abnormaal knipperen.
Als het probleem niet kan worden opgelost, laat uw fiets dan zo snel
mogelijk inspecteren door een dealer.
F. ACCU EN LAADPROCEDURE
De meegeleverde accu voor het Yamaha e-Bike Systeem is een
lithium-ion accu. De lithium-ion accu is licht en biedt een superieure
capaciteit. Het heeft echter wel de volgende kenmerken.
• De prestaties nemen af bij extreem warme of koude
omstandigheden.
• Het verliest van nature zijn lading.
De accu voor het Yamaha e-Bike Systeem heeft ook een
ingebouwde computer die u een schatting geeft van de resterende
accucapaciteit en verwachtte fouten via het indicatorlampje
accuvermogen.
Door het indrukken van de indicatorknop accuvermogen kunt u de
resterende accucapaciteit ongeveer 5 seconden weergeven.
Raadpleeg „Weergave van de resterende accucapaciteit” voor
de schatting van de resterende accucapaciteit. Raadpleeg
„Problemen oplossen” voor informatie over knipperende fouten.
Gebruik geen andere oplader of oplaadmethode om de speciale
accu’s op te laden. Gebruik van een andere oplader kan brand,
explosie of schade aan de accu’s veroorzaken.
Belangrijke veiligheidsinstructies — bewaar deze instructies om
het risico op brand of electrische schokken te verkleinen, volgt u
deze instructies aandachtig.
Deze handleiding bevat belangrijke veiligheids- en
bedieningsinstructies voor de accu-oplader Type PASC5.
Voordat u de accu-oplader gebruikt, leest u alle instructies en
waarschuwingsopschriften op de accu- oplader, de accu, en het
product dat de accu gebruikt.
Gebruik het alleen voor het opladen van de type PASB2-, PASB4-
en PASB5-batterijen voor het Yamaha e-Bike Systeem. Andere
typen batterijen kunnen barsten, wat kan leiden tot letsel aan
personen en beschadiging.
LET OP
Breng geen vet aan op de pool van de accu.
Geschikte oplaadomgevingen
Voor veilig en efficiënt opladen, gebruikt u de accu-oplader op een
locatie die:
• Vlak en stabiel is (op de fiets)
• Vrij is van regen of vocht
• Buiten direct zonlicht is
• Goed geventileerd en droog is
• Niet toegangkelijk is voor kinderen en huisdieren
• Temperatuur tussen 15–25 °C
15
2Duwhulp
Wanneer u op de fiets zit of ernaast loopt en de fiets be-
gint te duwen, kunt u duwhulp gebruiken zonder dat u
hoeft te trappen.
Om duwhulp te gebruiken, houd de drukschakelaar duw-
hulp ingedrukt.
Duwhulp zal niet werken in de volgende situaties:
• Wanneer u de drukschakelaar duwhulp loslaat.
• Wanneer u op hetzelfde moment op een andere scha-
kelaar drukt.
• Wanneer u begint te trappen.
• Als de snelheid van uw fiets 6 km/h overschrijdt.
• Als u Uitstand selecteert.
• Als de wielen niet draaien (wanneer u remt of in aanra-
king komt met een obstakel, enz.).
OPMERKING
De maximale snelheid varieert afhankelijk van de geselec-
teerde versnelling. De maximale snelheid wordt lager in
een lagere versnelling.
2Diagnosemodus
De e-Bike Systeem zijn uitgerust met een diagnosemo-
dus.
Als een storing of defect in het e-Bike systeem optreedt,
dan zullen het hoofddisplay dat wordt weergegeven tij-
dens het rijden en „Er” afwisselend worden weergegeven
terwijl een foutbeschrijving u op de hoogte houdt van het
type fout dat in de functieweergave is opgetreden. Raad-
pleeg „Problemen oplossen” over symptomen en oplos-
singen voor abnormale weergaven en abnormaal knippe-
ren.
Als het probleem niet kan worden opgelost, laat uw
fiets dan zo snel mogelijk inspecteren door een dea-
ler.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 15 2018/04/25 10:06:05
32
De meegeleverde accu voor het Yamaha e-Bike Systeem
is een lithium-ion accu. De lithium-ion accu is licht en biedt
een superieure capaciteit. Het heeft echter wel de volgen-
de kenmerken.
• De prestaties nemen af bij extreem warme of koude
omstandigheden.
• Het verliest van nature zijn lading.
De accu voor het Yamaha e-Bike Systeem heeft ook een
ingebouwde computer die u een schatting geeft van de
resterende accucapaciteit en verwachtte fouten via het in-
dicatorlampje accuvermogen.
Door het indrukken van de indicatorknop accuvermogen
kunt u de resterende accucapaciteit ongeveer 5 seconden
weergeven.
Raadpleeg „Weergave van de resterende accucapaciteit”
voor de schatting van de resterende accucapaciteit. Raad-
pleeg „Problemen oplossen” voor informatie over knippe-
rende fouten.
Gebruik geen andere oplader of oplaadmethode om
de speciale accu’s op te laden. Gebruik van een ande-
re oplader kan brand, explosie of schade aan de ac-
cu’s veroorzaken.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES — BE-
WAAR DEZE INSTRUCTIES
OM HET RISICO OP BRAND OF ELECTRISCHE
SCHOKKEN TE VERKLEINEN, VOLGT U DEZE IN-
STRUCTIES AANDACHTIG
Deze handleiding bevat belangrijke veiligheids- en be-
dieningsinstructies voor de accu-oplader Type PASC5.
Voordat u de accu-oplader gebruikt, leest u alle in-
structies en waarschuwingsopschriften op de ac-
cu-oplader, de accu, en het product dat de accu ge-
bruikt.
Gebruik het alleen voor het opladen van de type
PASB2-, PASB4- en PASB5-batterijen voor het Yamaha
e-Bike Systeem. Andere typen batterijen kunnen bar-
sten, wat kan leiden tot letsel aan personen en be-
schadiging.
Breng geen vet aan op de pool van de accu.
G. Accu en laadprocedure
Indicatorlampje
accuvermogen Lamp accu-oplader
Oplaad-
weergave
Indicator
accuver-
mogen
Indicatorknop
accuvermogen
Laadconnector
Oplaadstekker
Stekker
Indicator
accuver-
mogen
Indicatorlampje
accuvermogen
Indicatorknop
accuvermogen
Laadconnector
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 32 2018/04/25 10:06:21
15
2Duwhulp
Wanneer u op de fiets zit of ernaast loopt en de fiets be-
gint te duwen, kunt u duwhulp gebruiken zonder dat u
hoeft te trappen.
Om duwhulp te gebruiken, houd de drukschakelaar duw-
hulp ingedrukt.
Duwhulp zal niet werken in de volgende situaties:
• Wanneer u de drukschakelaar duwhulp loslaat.
• Wanneer u op hetzelfde moment op een andere scha-
kelaar drukt.
• Wanneer u begint te trappen.
• Als de snelheid van uw fiets 6 km/h overschrijdt.
• Als u Uitstand selecteert.
• Als de wielen niet draaien (wanneer u remt of in aanra-
king komt met een obstakel, enz.).
OPMERKING
De maximale snelheid varieert afhankelijk van de geselec-
teerde versnelling. De maximale snelheid wordt lager in
een lagere versnelling.
2Diagnosemodus
De e-Bike Systeem zijn uitgerust met een diagnosemo-
dus.
Als een storing of defect in het e-Bike systeem optreedt,
dan zullen het hoofddisplay dat wordt weergegeven tij-
dens het rijden en „Er” afwisselend worden weergegeven
terwijl een foutbeschrijving u op de hoogte houdt van het
type fout dat in de functieweergave is opgetreden. Raad-
pleeg „Problemen oplossen” over symptomen en oplos-
singen voor abnormale weergaven en abnormaal knippe-
ren.
Als het probleem niet kan worden opgelost, laat uw
fiets dan zo snel mogelijk inspecteren door een dea-
ler.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 15 2018/04/25 10:06:05
21
20

ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
Ongeschikte oplaadomgevingen en oplossingen
De hieronder beschreven warme en koude omgevingen kunnen er toe leiden dat het opladen op stand-by
overgaat of wordt opgeheven zonder dat de accu volledig is opgeladen.
• Stand-by opladen/opheffen tijdens de zomer
Bij opladen op een locatie in direct zonlicht tijdens de zomer of onmiddellijk na het fietsen, gaat de
accu-oplader misschien over in stand-by opladen (alle vier de indicatorlampjes accuvermogen knipperen
langzaam). Raadpleeg „Aflezen van de oplaadstatus van de accu”. Dit is om het opladen automatisch te
stoppen om te voorkomen dat de accu de gespecificeerde temperatuur overschrijdt tijdens het opladen.
U kunt het opheffen van het opladen voorkomen door het opladen te beginnen wanneer de accu koud is of bij
een kamertemeratuur van 15–25 °C. Als opheffen van het opladen optreedt, verplaats de accu-oplader dan
naar een koele locatie om de tijd stand-by opladen te verminderen.
• Stand-by opladen/opheffen tijdens de winter
Stand-by opladen vindt plaats wanneer de temperatuur minder is dan 0 °C. Als het opladen is gestart en de
temperatuur daalt tot onder dit niveau doordat het ‘s avonds afkoelt of door andere factoren, wordt het opladen
opgeheven en wordt overgegaan naar de stand-bymodus om de accu te beschermen. Herstart het opladen in
dergelijke gevallen op een binnenlocatie met een temperatuur van 15–25 °C.
• Storing op televisies/radio’s/computers
Opladen naast televisies, radio’s of vergelijkbare apparaten kan storing, flikkerende beelden en andere
interferentie veroorzaken. Als dit zich voordoet, laad dan opnieuw op een locatie verderweg van de televisie of
radio (bijvoorbeeld in een andere ruimte).
Als er een fout optreedt tijdens het opladen, trek de stekker van de accu-oplader dan uit het stopcontact en
wacht tot de accu/accu-oplader is afgekoeld.
LET OP
• Verbind oplaadstekker van de accu-oplader niet met de laadconnector van de batterij indien deze nat is.
• Zorg dat u de oplaadstekker alleen aansluit wanneer de laadconnector op de accu volledig droog is.
Anders kunnen de accu-oplader en de accu niet goed functioneren.
• Oefen geen excessieve druk uit op de oplaadstekker en trek niet aan de kabel terwijl de oplaadstekker is
verbonden met de accu.
Anders kunnen de stekker of connector beschadigd raken.
• Gebruik de pedalen niet wanneer de oplaadstekker is aangesloten.
Pak de stekker, oplaadstekker of de polen van de oplader nooit met natte handen vast. Dit kan leiden tot een
elektrische schok.
OPMERKING
• Het opladen start automatisch.
• Als de weergave-eenheid wordt ingeschakeld terwijl de accu
aan het opladen is, worden alle normale weergaven getoond,
inclusief de indicator accuvermogen, maar het hulpsysteem
zal niet functioneren.
• Wanneer de accu op de accu-oplader is aangesloten, zal
delampaccu-oplader knipperen met tussenpozen van
ongeveer 0,2 seconden om aan te geven dat de accu wordt
voorbereidom op te laden. Laat het met rust en het opladen
zal normaal starten.
Indien tijdens het opladen van het batterijpakket
een storing optreedt, trek dan de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact en laat het batterijpakket en de lader afkoelen.
Batterijpakket opladen met batterijpakket los van de fiets
1. Schakel het systeem uit met de aan/uit schakelaar.
2. Gebruik voor het openen van het slot van het batterijpakket
de sleutel van het ringslot van uw fiets. U kunt deze uit het
ringslot halen door uw fiets op slot te zetten.
Voor het batterijpakket in de bak geldt:
3. Steek de sleutel in het slot van het batterijpakket en draai de
sleutel rechtsom om het slot te ontgrendelen.
4. Verwijder het batterijpakket door deze aan de bovenkant
(bij de handgreep) zijwaarts naar links te trekken en daarna
omhoog uit de stekkerhouder te tillen.
5. U kunt de sleutel weer uit het slot van het batterijpakket halen
door deze linksom te draaien en terug in het ringslot van de
fiets te steken.
6. Haal de dop van het laadcontact van het batterijpakket, en sluit
de stekker van het laadsnoer van de lader op het laadcontact aan.
LET OP
De stekker van het laadsnoer van de lader niet aansluiten
op het laadcontact van het batterijpakket als dit nat is.
Dit kan leiden tot ernstige beschadiging van het batterijpakket.
Sluit de stekker van het laadsnoer van de lader alleen aan als alle
verbindingen helemaal droog zijn. Oefen geen bovenmatige kracht
uit op de stekker, en trek niet aan het snoer van de lader terwijl de
stekker op het laadcontact is aangesloten, aangezien u hierdoor
de stekker of het snoer kunt beschadigen.
23
22

ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
7. Raadpleeg „Aflezen van de oplaadstatus van de accu” en
controleer of de accu-oplader de accu oplaadt.
8. De indicatorlampjes accuvermogen zullen één voor één gaan
branden totdat ze alle vier aan zijn. Vervolgens zullen,
wanneer het opladen is voltooid, alle lampjes uit gaan.
9. Controleer of het opladen is voltooid, en koppel vervolgens
de oplaadstekker los van de accu. Hoe de stekker los te
koppelen (zie de linker afbeelding)
1. Pak de ring vrijgave vergrendeling vast.
2. Trek het recht naar buiten.
10. Plaats het klepje op de laadconnector van de accu.
11. Bevestig de accu weer op de fiets.
• Raak de polen van de oplader nooit aan met metalen objecten. Zorg dat vreemde materialen geen kortsluiting
van de polen veroorzaken. Dit kan leiden tot een elektrische schok, brand of de accu-oplader beschadigen.
• Verwijder regelmatig stof van de stekker. Anders kunnen vochtigheid of andere problemen de effectiviteit van
de isolatie verminderen, wat kan leiden tot brand.
• Demonteer of modificeer de accu-oplader nooit. Dit kan leiden tot brand of een elektrische schok.
• Gebruik de lader niet met een stekkerdoos of verlengsnoer.
Gebruik van een stekkerdoor of vergelijkbare methoden kan de nominale stroom overschrijden en brand
veroorzaken.
• Gebruik de oplader niet met de kabel samengebonden of opgerold, en sla niet op of met de kabel om de
oplader heen gewikkeld. Schade aan de kabel kan leiden tot brand of een elektrische schok.
• Steek de stekker en de oplaadstekker stevig in het stopcontact. Als de stekker en de oplaadstekker niet
volledig worden ingestoken, kan dit resulteren in brand door een elektrische schock of oververhitting.
• Gebruik de accu-oplader nooit in de buurt van brandbaar materiaal of gas. Dit kan leiden tot brand of een explosie.
• Bedek de accu-oplader nooit en plaats nooit andere objecten op de accu-oplader tijdens het opladen. Dit kan
leiden tot interne oververhitting wat brand kan veroorzaken.
• Veroorzaak geen kortsluiting tussen de polen van de accu. Hierdoor kan de accu heet worden of in brand
vliegen, wat kan leiden tot ernstig letsel of schade aan eigendommen.
• Demonteer of modificeer de accu nooit. Hierdoor kan de accu heet worden of in brand vliegen, wat kan leiden
tot ernstig letsel of schade aan eigendommen.
• Werp de accu niet in een vuur en stel niet bloot aan een warmtebron. Hierdoor kan een explosie ontstaan,
wat kan leiden tot ernstig letsel of schade aan eigendommen.
• Zorg dat de accu niet valt of wordt aangestoten. Hierdoor kan de accu heet worden of in brand vliegen, wat kan
leiden tot ernstig letsel of schade aan eigendommen.
LET OP
Zorg dat er zich geen vreemd materiaal op de polen van de accu bevindt voordat u de accu plaatst.
38
6. Raadpleeg „Aflezen van de oplaadstatus van de accu”
en controleer of de accu-oplader de accu oplaadt.
7. De indicatorlampjes accuvermogen zullen één voor
één gaan branden totdat ze alle vier aan zijn. Vervol-
gens zullen, wanneer het opladen is voltooid, alle lamp-
jes uit gaan.
8. Controleer of het opladen is voltooid, en koppel vervol-
gens de oplaadstekker los van de accu.
Hoe de stekker los te koppelen (zie de linker afbeel-
ding)
Pak de ring vrijgave vergrendeling vast.
Trek het recht naar buiten.
9. Plaats het klepje op de laadconnector van de accu.
10. Bevestig de accu weer op de fiets.
• Raak de polen van de oplader nooit aan met meta-
len objecten. Zorg dat vreemde materialen geen
kortsluiting van de polen veroorzaken. Dit kan lei-
den tot een elektrische schok, brand of de accu-op-
lader beschadigen.
• Verwijder regelmatig stof van de stekker. Anders
kunnen vochtigheid of andere problemen de effec-
tiviteit van de isolatie verminderen, wat kan leiden
tot brand.
• Demonteer of modificeer de accu-oplader nooit. Dit
kan leiden tot brand of een elektrische schok.
• Gebruik de lader niet met een stekkerdoos of ver-
lengsnoer. Gebruik van een stekkerdoor of verge-
lijkbare methoden kan de nominale stroom over-
schrijden en brand veroorzaken.
• Gebruik de oplader niet met de kabel samengebon-
den of opgerold, en sla niet op of met de kabel om
de oplader heen gewikkeld. Schade aan de kabel
kan leiden tot brand of een elektrische schok.
• Steek de stekker en de oplaadstekker stevig in het
stopcontact. Als de stekker en de oplaadstekker
niet volledig worden ingestoken, kan dit resulteren
in brand door een elektrische schock of oververhit-
ting.
• Gebruik de accu-oplader nooit in de buurt van
brandbaar materiaal of gas. Dit kan leiden tot brand
of een explosie.
• Bedek de accu-oplader nooit en plaats nooit ande-
re objecten op de accu-oplader tijdens het opladen.
Dit kan leiden tot interne oververhitting wat brand
kan veroorzaken.
OPMERKING
Plaatsingsmethode van de accu (bagagedragertype)
De accu wordt geïnstalleerd van achter de bagagedrager.
• Plaats het uiteinde van de accu bovenop de geleider.
• Schuif de accu in de richting van de pijl totdat u een
klik hoort.
Lock-release ring
Accu-uiteindeGeleider
Ring vrijgave vergrendeling
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 38 2018/04/25 10:06:22
Aflezen van de oplaadstatus van de accu
Lamp
accuoplader Indicatorlampjes accuvermogen Huidige status Details
Aan
Brandende lampjes duiden op de voltooide
hoeveelheid opladen. Een knipperend
lampje duidt de huidige voortgang aan.
(Voorbeeld:
accu is ongeveer 50–75 % opgeladen.)
Opladen
Tijdens het opladen
gaan de indicatorlampjes
accuvermogen één
voor één branden.
Uit
Uit
Opladen
voltooid
Wanneer het
opladen is voltooid,
gaan het lampje voor
opladen op de accuoplader
en het indicatorlampje
accuvermogen op de
accu uit.
Vier lampjes knipperen tegelijk.
Accu is in
standbymodus.
* De interne
temperatuur van
de accu is te hoog
of te laag.
Het opladen zal
automatisch
herstarten wanneer
een temperatuur
wordt bereikt waarbij
opladen mogelijk is.
(Raadpleeg
„Geschikte
oplaadomgevingen”.)
Laad indien mogelijk
altijd op bij een
optimale temperatuur
van 15–25 °C.
40
Aflezen van de oplaadstatus van de accu
Lamp
accu-
oplader
Indicatorlampjes accuvermogen Huidige
status Details
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
Aan
Brandende lampjes duiden op de voltooide
hoeveelheid opladen. Een knipperend lampje
duidt de huidige voortgang aan.
Opladen
Tijdens het opladen
gaan de
indicatorlampjes
accuvermogen één
voor één branden.
(Voorbeeld: accu is ongeveer 50–75 %
opgeladen.)
Uit
Opladen
voltooid
Wanneer het
opladen is voltooid,
gaan het lampje voor
opladen op de accu-
oplader en het
indicatorlampje
accuvermogen op de
accu uit.
Uit
Accu is in
stand-
bymodus.
* De interne
temperatuur
van de accu
is te hoog of
te laag.
Het opladen zal
automatisch
herstarten wanneer
een temperatuur
wordt bereikt waarbij
opladen mogelijk is.
(Raadpleeg
„Geschikte
oplaadomgevingen”.)
Laad indien mogelijk
altijd op bij een
optimale temperatuur
van 15–25 °C.
Vier lampjes knipperen gelijktijdig.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 40 2018/04/25 10:06:23
40
Aflezen van de oplaadstatus van de accu
Lamp
accu-
oplader
Indicatorlampjes accuvermogen Huidige
status Details
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
Aan
Brandende lampjes duiden op de voltooide
hoeveelheid opladen. Een knipperend lampje
duidt de huidige voortgang aan.
Opladen
Tijdens het opladen
gaan de
indicatorlampjes
accuvermogen één
voor één branden.
(Voorbeeld: accu is ongeveer 50–75 %
opgeladen.)
Uit
Opladen
voltooid
Wanneer het
opladen is voltooid,
gaan het lampje voor
opladen op de accu-
oplader en het
indicatorlampje
accuvermogen op de
accu uit.
Uit
Accu is in
stand-
bymodus.
* De interne
temperatuur
van de accu
is te hoog of
te laag.
Het opladen zal
automatisch
herstarten wanneer
een temperatuur
wordt bereikt waarbij
opladen mogelijk is.
(Raadpleeg
„Geschikte
oplaadomgevingen”.)
Laad indien mogelijk
altijd op bij een
optimale temperatuur
van 15–25 °C.
Vier lampjes knipperen gelijktijdig.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 40 2018/04/25 10:06:23
40
Aflezen van de oplaadstatus van de accu
Lamp
accu-
oplader
Indicatorlampjes accuvermogen Huidige
status Details
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
Aan
Brandende lampjes duiden op de voltooide
hoeveelheid opladen. Een knipperend lampje
duidt de huidige voortgang aan.
Opladen
Tijdens het opladen
gaan de
indicatorlampjes
accuvermogen één
voor één branden.
(Voorbeeld: accu is ongeveer 50–75 %
opgeladen.)
Uit
Opladen
voltooid
Wanneer het
opladen is voltooid,
gaan het lampje voor
opladen op de accu-
oplader en het
indicatorlampje
accuvermogen op de
accu uit.
Uit
Accu is in
stand-
bymodus.
* De interne
temperatuur
van de accu
is te hoog of
te laag.
Het opladen zal
automatisch
herstarten wanneer
een temperatuur
wordt bereikt waarbij
opladen mogelijk is.
(Raadpleeg
„Geschikte
oplaadomgevingen”.)
Laad indien mogelijk
altijd op bij een
optimale temperatuur
van 15–25 °C.
Vier lampjes knipperen gelijktijdig.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 40 2018/04/25 10:06:23
40
Aflezen van de oplaadstatus van de accu
Lamp
accu-
oplader
Indicatorlampjes accuvermogen Huidige
status Details
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
Aan
Brandende lampjes duiden op de voltooide
hoeveelheid opladen. Een knipperend lampje
duidt de huidige voortgang aan.
Opladen
Tijdens het opladen
gaan de
indicatorlampjes
accuvermogen één
voor één branden.
(Voorbeeld: accu is ongeveer 50–75 %
opgeladen.)
Uit
Opladen
voltooid
Wanneer het
opladen is voltooid,
gaan het lampje voor
opladen op de accu-
oplader en het
indicatorlampje
accuvermogen op de
accu uit.
Uit
Accu is in
stand-
bymodus.
* De interne
temperatuur
van de accu
is te hoog of
te laag.
Het opladen zal
automatisch
herstarten wanneer
een temperatuur
wordt bereikt waarbij
opladen mogelijk is.
(Raadpleeg
„Geschikte
oplaadomgevingen”.)
Laad indien mogelijk
altijd op bij een
optimale temperatuur
van 15–25 °C.
Vier lampjes knipperen gelijktijdig.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 40 2018/04/25 10:06:23
40
Aflezen van de oplaadstatus van de accu
Lamp
accu-
oplader
Indicatorlampjes accuvermogen Huidige
status Details
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
Aan
Brandende lampjes duiden op de voltooide
hoeveelheid opladen. Een knipperend lampje
duidt de huidige voortgang aan.
Opladen
Tijdens het opladen
gaan de
indicatorlampjes
accuvermogen één
voor één branden.
(Voorbeeld: accu is ongeveer 50–75 %
opgeladen.)
Uit
Opladen
voltooid
Wanneer het
opladen is voltooid,
gaan het lampje voor
opladen op de accu-
oplader en het
indicatorlampje
accuvermogen op de
accu uit.
Uit
Accu is in
stand-
bymodus.
* De interne
temperatuur
van de accu
is te hoog of
te laag.
Het opladen zal
automatisch
herstarten wanneer
een temperatuur
wordt bereikt waarbij
opladen mogelijk is.
(Raadpleeg
„Geschikte
oplaadomgevingen”.)
Laad indien mogelijk
altijd op bij een
optimale temperatuur
van 15–25 °C.
Vier lampjes knipperen gelijktijdig.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 40 2018/04/25 10:06:23
25
24

ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
Het aflezen van de oplaadstatus van de weergave-eenheid
Lamp
accuoplader Indicatorlampjes accuvermogen Huidige status Details
Aan
Opladen
De indicatoraccuvermogen
0% 1-10% 11-99% neemt
langzaam toe.
Uit
Alle segmenten van de indicator
accuvermogen branden.
Opladen
voltooid
Wanneer het opladen
is voltooid, zullen alle
segmenten van de
indicator accuvermogen
van de aandrijfunit uit
gaan en de lamp accu-
oplader van de oplader
zal uit gaan.
Alle functieweergaveitems knipperen.
Accu is in
standbymodus.
* De interne
temperatuur van
de accu is te hoog
of te laag.
Het opladen zal
automatisch herstarten
wanneer een temperatuur
wordt bereikt waarbij
opladen mogelijk is.
(Raadpleeg „Geschikte
oplaadomgevingen”.)
Laad indien mogelijk
altijd op bij een optimale
temperatuur van 15–25 °C.
40
Aflezen van de oplaadstatus van de accu
Lamp
accu-
oplader
Indicatorlampjes accuvermogen Huidige
status Details
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
Aan
Brandende lampjes duiden op de voltooide
hoeveelheid opladen. Een knipperend lampje
duidt de huidige voortgang aan.
Opladen
Tijdens het opladen
gaan de
indicatorlampjes
accuvermogen één
voor één branden.
(Voorbeeld: accu is ongeveer 50–75 %
opgeladen.)
Uit
Opladen
voltooid
Wanneer het
opladen is voltooid,
gaan het lampje voor
opladen op de accu-
oplader en het
indicatorlampje
accuvermogen op de
accu uit.
Uit
Accu is in
stand-
bymodus.
* De interne
temperatuur
van de accu
is te hoog of
te laag.
Het opladen zal
automatisch
herstarten wanneer
een temperatuur
wordt bereikt waarbij
opladen mogelijk is.
(Raadpleeg
„Geschikte
oplaadomgevingen”.)
Laad indien mogelijk
altijd op bij een
optimale temperatuur
van 15–25 °C.
Vier lampjes knipperen gelijktijdig.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 40 2018/04/25 10:06:23
41
Het aflezen van de oplaadstatus van de weergave-eenheid (alleen van
toepassing op modellen met het type accu multi locatie.)
Lamp
accu-
oplader
Weergave-eenheid Huidige
status Details
(Weergave A) (Weergave X)
Aan
11-99%
1-10%
0%
<0,5
seconden
interval>
<0,2
seconden
interval>
Opladen
De indicator
accuvermogen
neemt langzaam toe.
0% 1-10% 11-99%
<0,2
seconden
interval>
<0,5
seconden
interval>
Uit
Alle segmenten van
de indicator
accuvermogen
branden.
Alle segmenten van
de indicator accuver-
mogen branden.
Opladen
voltooid
Wanneer het
opladen is voltooid,
zullen alle
segmenten van de
indicator
accuvermogen van
de aandrijfunit uit
gaan en de lamp
accu-oplader van de
oplader zal uit gaan.
Alle functieweergave-
items knipperen.
Alle functieweergave-
items knipperen.
Accu is in
stand-
bymodus.
* De interne
temperatuur
van de accu
is te hoog of
te laag.
Het opladen zal
automatisch
herstarten wanneer
een temperatuur
wordt bereikt waarbij
opladen mogelijk is.
(Raadpleeg
„Geschikte
oplaadomgevingen”.)
Laad indien mogelijk
altijd op bij een
optimale temperatuur
van 15–25 °C.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 41 2018/04/25 10:06:23
41
Het aflezen van de oplaadstatus van de weergave-eenheid (alleen van
toepassing op modellen met het type accu multi locatie.)
Lamp
accu-
oplader
Weergave-eenheid Huidige
status Details
(Weergave A) (Weergave X)
Aan
11-99%
1-10%
0%
<0,5
seconden
interval>
<0,2
seconden
interval>
Opladen
De indicator
accuvermogen
neemt langzaam toe.
0% 1-10% 11-99%
<0,2
seconden
interval>
<0,5
seconden
interval>
Uit
Alle segmenten van
de indicator
accuvermogen
branden.
Alle segmenten van
de indicator accuver-
mogen branden.
Opladen
voltooid
Wanneer het
opladen is voltooid,
zullen alle
segmenten van de
indicator
accuvermogen van
de aandrijfunit uit
gaan en de lamp
accu-oplader van de
oplader zal uit gaan.
Alle functieweergave-
items knipperen.
Alle functieweergave-
items knipperen.
Accu is in
stand-
bymodus.
* De interne
temperatuur
van de accu
is te hoog of
te laag.
Het opladen zal
automatisch
herstarten wanneer
een temperatuur
wordt bereikt waarbij
opladen mogelijk is.
(Raadpleeg
„Geschikte
oplaadomgevingen”.)
Laad indien mogelijk
altijd op bij een
optimale temperatuur
van 15–25 °C.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 41 2018/04/25 10:06:23
41
Het aflezen van de oplaadstatus van de weergave-eenheid (alleen van
toepassing op modellen met het type accu multi locatie.)
Lamp
accu-
oplader
Weergave-eenheid Huidige
status Details
(Weergave A) (Weergave X)
Aan
11-99%
1-10%
0%
<0,5
seconden
interval>
<0,2
seconden
interval>
Opladen
De indicator
accuvermogen
neemt langzaam toe.
0% 1-10% 11-99%
<0,2
seconden
interval>
<0,5
seconden
interval>
Uit
Alle segmenten van
de indicator
accuvermogen
branden.
Alle segmenten van
de indicator accuver-
mogen branden.
Opladen
voltooid
Wanneer het
opladen is voltooid,
zullen alle
segmenten van de
indicator
accuvermogen van
de aandrijfunit uit
gaan en de lamp
accu-oplader van de
oplader zal uit gaan.
Alle functieweergave-
items knipperen.
Alle functieweergave-
items knipperen.
Accu is in
stand-
bymodus.
* De interne
temperatuur
van de accu
is te hoog of
te laag.
Het opladen zal
automatisch
herstarten wanneer
een temperatuur
wordt bereikt waarbij
opladen mogelijk is.
(Raadpleeg
„Geschikte
oplaadomgevingen”.)
Laad indien mogelijk
altijd op bij een
optimale temperatuur
van 15–25 °C.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 41 2018/04/25 10:06:23
40
Aflezen van de oplaadstatus van de accu
Lamp
accu-
oplader
Indicatorlampjes accuvermogen Huidige
status Details
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
Aan
Brandende lampjes duiden op de voltooide
hoeveelheid opladen. Een knipperend lampje
duidt de huidige voortgang aan.
Opladen
Tijdens het opladen
gaan de
indicatorlampjes
accuvermogen één
voor één branden.
(Voorbeeld: accu is ongeveer 50–75 %
opgeladen.)
Uit
Opladen
voltooid
Wanneer het
opladen is voltooid,
gaan het lampje voor
opladen op de accu-
oplader en het
indicatorlampje
accuvermogen op de
accu uit.
Uit
Accu is in
stand-
bymodus.
* De interne
temperatuur
van de accu
is te hoog of
te laag.
Het opladen zal
automatisch
herstarten wanneer
een temperatuur
wordt bereikt waarbij
opladen mogelijk is.
(Raadpleeg
„Geschikte
oplaadomgevingen”.)
Laad indien mogelijk
altijd op bij een
optimale temperatuur
van 15–25 °C.
Vier lampjes knipperen gelijktijdig.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 40 2018/04/25 10:06:23
OPMERKING
Bijvoorbeeld, zelfs wanneer normaal opladen wordt gestart, als de accutemperatuur of de omgevingstemperatuur
te hoog of te laag is, wordt het opladen mogelijk verlengd of wordt het opladen gestopt zonder dat de accu
voldoende is opgeladen, om de accu te beschermen.
Richtlijnen oplaadtijd
Hoewel oplaadtijd varieert afhankelijk van de resterende accucapaciteit
en externe temperatuur, als de accu is uitgeput, duurt het doorgaans
ongeveer 3,5 uur (bagagedragertype 400 Wh en onderbuistype 400 Wh),
4 uur (bagagedragertype 500 Wh en onderbuistype 500 Wh) of 5 uur
(type multi locatie 600 Wh).
Als de accu overgaat naar de stand-bymodus tijdens het opladen,
neemt de oplaadtijd met een gelijkmatige hoeveelheid toe.
* Bij opladen nadat de accu een lange tijd niet is gebruikt, wordt de oplaadtijd verlengd afhankelijk van
de accustatus. Houd er echter rekening mee dat als de indicatorlampjes accuvermogen niet knipperen in
foutpatroon (Raadpleeg „Aflezen van de oplaadstatus van de accu”), er geen storing is.
G. WEERGAVE VAN DE RESTERENDE ACCUCAPACITEIT
U kunt controleren hoeveel capaciteit de accu nog ongeveer heeft en in hoeverre de accu is opgeladen.
De controle kan worden uitgevoerd met gebruik van de indicator resterende accuvermogen van de weergave-
eenheid of het indicatorlampjes resterende accuvermogen van de accu.
OPMERKING
• Zelfs wanneer de accucapaciteit 0 (nul) bereikt, kunt u de fiets nog steeds op normale manier gebruiken.
• Als u een oude accu gebruikt, kan de indicator resterende accuvermogen plotseling zeer weinig vermogen
weergeven wanneer u begint te bewegen. Dit is geen storing. Zodra het rijden stabiel is en de lading is
verminderd, wordt de juiste waarde weergegeven.
42
Richtlijnen oplaadtijd
Hoewel oplaadtijd varieert afhankelijk van de resterende
accucapaciteit en externe temperatuur, als de accu is uit-
geput, duurt het doorgaans ongeveer 3,5 uur (bagagedra-
gertype 400 Wh en onderbuistype 400 Wh), 4 uur (baga-
gedragertype 500 Wh en onderbuistype 500 Wh) of 5 uur
(type multi locatie 600 Wh).
Als de accu overgaat naar de stand-bymodus tijdens het
opladen, neemt de oplaadtijd met een gelijkmatige hoe-
veelheid toe.
* Bij opladen nadat de accu een lange tijd niet is gebruikt,
wordt de oplaadtijd verlengd afhankelijk van de accusta-
tus. Houd er echter rekening mee dat als de indicator-
lampjes accuvermogen niet knipperen in foutpatroon
(Raadpleeg „Aflezen van de oplaadstatus van de accu”),
er geen storing is.
Opladen
starten
Opladen
voltooid
Stand-by
opladen
Oplaadtijd*
(Uitgezonderd stand-by-tijd)
OPMERKING
Bijvoorbeeld, zelfs wanneer normaal opladen wordt gestart, als de accutemperatuur of de omge-
vingstemperatuur te hoog of te laag is, wordt het opladen mogelijk verlengd of wordt het opladen
gestopt zonder dat de accu voldoende is opgeladen, om de accu te beschermen.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 42 2018/04/25 10:06:23
27
26

ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
Weergave van de resterende
accucapaciteit voor de weergave-eenheid
Weergave van
de resterende
accucapaciteit
Toepasbare situatie
100–11 %
Wanneer u de stroom van de weergave-
eenheid inschakelt en continu rijdt nadat
de accu volledig is opgeladen, gaan de
segmenten voor de indicator resterende
accuvermogen één voor één uit iedere keer
dat het resterende accuvermogen met 10 %
wordt verminderd.
<0,5 seconden interval>
10–1 % Er is zeer weinig resterend accuvermogen
over. Laad de accu zo snel mogelijk op.
<0,2 seconden interval>
0 %
Er is geen resterend accuvermogen
meer over. Schakel de stroom uit voor de
weergave-eenheid en laad de accu zo snel
mogelijk op.
* Hulp wordt gestopt, maar u kunt de fiets nog
steeds als een normale fiets gebruiken.
Weergave van de indicatorlampjes
accuvermogen
Schatting van
het resterende
accuvermogen
Toepasbare situatie
100–76 %
Wanneer volledig opgeladen
(100 %), schakelen de
indicatorlampjes accuvermogen
één voor één uit.
75–51 %
50–26 %
25–11 %
Langzaam knipperen
<0,5 seconden interval>
10–1 % Er is zeer weinig
accuvermogen over.
Snel knipperen
<0,2 seconden interval>
0 % Het accuvermogen heeft 0
bereikt (nul). Laad de accu op.
43
H. Weergave van de resterende accucapaciteit
U kunt controleren hoeveel capaciteit de accu nog ongeveer heeft en in hoeverre de accu is opge-
laden. De controle kan worden uitgevoerd met gebruik van de indicator resterende accuvermogen
van de weergave-eenheid of het indicatorlampjes resterende accuvermogen van de accu.
OPMERKING
• Zelfs wanneer de accucapaciteit 0 (nul) bereikt, kunt u de fiets nog steeds op normale manier
gebruiken.
• Als u een oude accu gebruikt, kan de indicator resterende accuvermogen plotseling zeer weinig
vermogen weergeven wanneer u begint te bewegen. Dit is geen storing. Zodra het rijden stabiel
is en de lading is verminderd, wordt de juiste waarde weergegeven.
Weergave indicator resterende accuvermogen en schatting van reste-
rende accuvermogen voor weergave-eenheid
Het resterende accuvermogen kan worden weergegeven als een numerieke waarde op het
LCD-display.
Weergave van de resterende
accucapaciteit voor de weergave-eenheid
(Weergave A) (Weergave X)
Weergave van
de resterende
accucapaciteit
Toepasbare situatie
100–11 %
Wanneer u de stroom van de
weergave-eenheid inschakelt en
continu rijdt nadat de accu
volledig is opgeladen, gaan de
segmenten voor de indicator
resterende accuvermogen één
voor één uit iedere keer dat het
resterende accuvermogen met 10
% wordt verminderd.
<0,5 seconden interval>
10–1 %
Er is zeer weinig resterend
accuvermogen over. Laad de
accu zo snel mogelijk op.
<0,2 seconden interval>
0 %
Er is geen resterend
accuvermogen meer over.
Schakel de stroom uit voor de
weergave-eenheid en laad de
accu zo snel mogelijk op.
* Hulp wordt gestopt, maar u kunt
de fiets nog steeds als een
normale fiets gebruiken.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 43 2018/04/25 10:06:23
43
H. Weergave van de resterende accucapaciteit
U kunt controleren hoeveel capaciteit de accu nog ongeveer heeft en in hoeverre de accu is opge-
laden. De controle kan worden uitgevoerd met gebruik van de indicator resterende accuvermogen
van de weergave-eenheid of het indicatorlampjes resterende accuvermogen van de accu.
OPMERKING
• Zelfs wanneer de accucapaciteit 0 (nul) bereikt, kunt u de fiets nog steeds op normale manier
gebruiken.
• Als u een oude accu gebruikt, kan de indicator resterende accuvermogen plotseling zeer weinig
vermogen weergeven wanneer u begint te bewegen. Dit is geen storing. Zodra het rijden stabiel
is en de lading is verminderd, wordt de juiste waarde weergegeven.
Weergave indicator resterende accuvermogen en schatting van reste-
rende accuvermogen voor weergave-eenheid
Het resterende accuvermogen kan worden weergegeven als een numerieke waarde op het
LCD-display.
Weergave van de resterende
accucapaciteit voor de weergave-eenheid
(Weergave A) (Weergave X)
Weergave van
de resterende
accucapaciteit
Toepasbare situatie
100–11 %
Wanneer u de stroom van de
weergave-eenheid inschakelt en
continu rijdt nadat de accu
volledig is opgeladen, gaan de
segmenten voor de indicator
resterende accuvermogen één
voor één uit iedere keer dat het
resterende accuvermogen met 10
% wordt verminderd.
<0,5 seconden interval>
10–1 %
Er is zeer weinig resterend
accuvermogen over. Laad de
accu zo snel mogelijk op.
<0,2 seconden interval>
0 %
Er is geen resterend
accuvermogen meer over.
Schakel de stroom uit voor de
weergave-eenheid en laad de
accu zo snel mogelijk op.
* Hulp wordt gestopt, maar u kunt
de fiets nog steeds als een
normale fiets gebruiken.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 43 2018/04/25 10:06:23
43
H. Weergave van de resterende accucapaciteit
U kunt controleren hoeveel capaciteit de accu nog ongeveer heeft en in hoeverre de accu is opge-
laden. De controle kan worden uitgevoerd met gebruik van de indicator resterende accuvermogen
van de weergave-eenheid of het indicatorlampjes resterende accuvermogen van de accu.
OPMERKING
• Zelfs wanneer de accucapaciteit 0 (nul) bereikt, kunt u de fiets nog steeds op normale manier
gebruiken.
• Als u een oude accu gebruikt, kan de indicator resterende accuvermogen plotseling zeer weinig
vermogen weergeven wanneer u begint te bewegen. Dit is geen storing. Zodra het rijden stabiel
is en de lading is verminderd, wordt de juiste waarde weergegeven.
Weergave indicator resterende accuvermogen en schatting van reste-
rende accuvermogen voor weergave-eenheid
Het resterende accuvermogen kan worden weergegeven als een numerieke waarde op het
LCD-display.
Weergave van de resterende
accucapaciteit voor de weergave-eenheid
(Weergave A) (Weergave X)
Weergave van
de resterende
accucapaciteit
Toepasbare situatie
100–11 %
Wanneer u de stroom van de
weergave-eenheid inschakelt en
continu rijdt nadat de accu
volledig is opgeladen, gaan de
segmenten voor de indicator
resterende accuvermogen één
voor één uit iedere keer dat het
resterende accuvermogen met 10
% wordt verminderd.
<0,5 seconden interval>
10–1 %
Er is zeer weinig resterend
accuvermogen over. Laad de
accu zo snel mogelijk op.
<0,2 seconden interval>
0 %
Er is geen resterend
accuvermogen meer over.
Schakel de stroom uit voor de
weergave-eenheid en laad de
accu zo snel mogelijk op.
* Hulp wordt gestopt, maar u kunt
de fiets nog steeds als een
normale fiets gebruiken.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 43 2018/04/25 10:06:23
Weergave indicator resterende accuvermogen en schatting van resterende accuvermogen voor
weergave-eenheid
Het resterende accuvermogen kan worden weergegeven als een numerieke waarde op het LCD-display.
44
Weergave van de indicatorlampjes accuvermogen en de schatting van
het resterende accuvermogen
Bij het controleren van het resterende accuvermogen, drukt u op de indicatorknop accuvermogen
„”.
Weergave van de indicatorlampjes
accuvermogen
Schatting van
het resterende
accuvermogen
Toepasbare situatie
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
100–76 %
Wanneer volledig opgeladen
(100 %), schakelen de
indicatorlampjes
accuvermogen één voor één
uit.
75–51 %
50–26 %
25–11 %
10–1 % Er is zeer weinig
accuvermogen over.
Langzaam knipperen
<0,5 seconden interval>
0 %
Het accuvermogen heeft 0
bereikt (nul). Laad de accu
op.
Snel knipperen
<0,2 seconden interval>
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 44 2018/04/25 10:06:24
44
Weergave van de indicatorlampjes accuvermogen en de schatting van
het resterende accuvermogen
Bij het controleren van het resterende accuvermogen, drukt u op de indicatorknop accuvermogen
„”.
Weergave van de indicatorlampjes
accuvermogen
Schatting van
het resterende
accuvermogen
Toepasbare situatie
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
100–76 %
Wanneer volledig opgeladen
(100 %), schakelen de
indicatorlampjes
accuvermogen één voor één
uit.
75–51 %
50–26 %
25–11 %
10–1 % Er is zeer weinig
accuvermogen over.
Langzaam knipperen
<0,5 seconden interval>
0 %
Het accuvermogen heeft 0
bereikt (nul). Laad de accu
op.
Snel knipperen
<0,2 seconden interval>
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 44 2018/04/25 10:06:24
44
Weergave van de indicatorlampjes accuvermogen en de schatting van
het resterende accuvermogen
Bij het controleren van het resterende accuvermogen, drukt u op de indicatorknop accuvermogen
„”.
Weergave van de indicatorlampjes
accuvermogen
Schatting van
het resterende
accuvermogen
Toepasbare situatie
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
100–76 %
Wanneer volledig opgeladen
(100 %), schakelen de
indicatorlampjes
accuvermogen één voor één
uit.
75–51 %
50–26 %
25–11 %
10–1 % Er is zeer weinig
accuvermogen over.
Langzaam knipperen
<0,5 seconden interval>
0 %
Het accuvermogen heeft 0
bereikt (nul). Laad de accu
op.
Snel knipperen
<0,2 seconden interval>
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 44 2018/04/25 10:06:24
44
Weergave van de indicatorlampjes accuvermogen en de schatting van
het resterende accuvermogen
Bij het controleren van het resterende accuvermogen, drukt u op de indicatorknop accuvermogen
„”.
Weergave van de indicatorlampjes
accuvermogen
Schatting van
het resterende
accuvermogen
Toepasbare situatie
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
100–76 %
Wanneer volledig opgeladen
(100 %), schakelen de
indicatorlampjes
accuvermogen één voor één
uit.
75–51 %
50–26 %
25–11 %
10–1 % Er is zeer weinig
accuvermogen over.
Langzaam knipperen
<0,5 seconden interval>
0 %
Het accuvermogen heeft 0
bereikt (nul). Laad de accu
op.
Snel knipperen
<0,2 seconden interval>
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 44 2018/04/25 10:06:24
44
Weergave van de indicatorlampjes accuvermogen en de schatting van
het resterende accuvermogen
Bij het controleren van het resterende accuvermogen, drukt u op de indicatorknop accuvermogen
„”.
Weergave van de indicatorlampjes
accuvermogen
Schatting van
het resterende
accuvermogen
Toepasbare situatie
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
100–76 %
Wanneer volledig opgeladen
(100 %), schakelen de
indicatorlampjes
accuvermogen één voor één
uit.
75–51 %
50–26 %
25–11 %
10–1 % Er is zeer weinig
accuvermogen over.
Langzaam knipperen
<0,5 seconden interval>
0 %
Het accuvermogen heeft 0
bereikt (nul). Laad de accu
op.
Snel knipperen
<0,2 seconden interval>
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 44 2018/04/25 10:06:24
44
Weergave van de indicatorlampjes accuvermogen en de schatting van
het resterende accuvermogen
Bij het controleren van het resterende accuvermogen, drukt u op de indicatorknop accuvermogen
„”.
Weergave van de indicatorlampjes
accuvermogen
Schatting van
het resterende
accuvermogen
Toepasbare situatie
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
100–76 %
Wanneer volledig opgeladen
(100 %), schakelen de
indicatorlampjes
accuvermogen één voor één
uit.
75–51 %
50–26 %
25–11 %
10–1 % Er is zeer weinig
accuvermogen over.
Langzaam knipperen
<0,5 seconden interval>
0 %
Het accuvermogen heeft 0
bereikt (nul). Laad de accu
op.
Snel knipperen
<0,2 seconden interval>
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 44 2018/04/25 10:06:24
Weergave van de indicatorlampjes accuvermogen en de schatting van het resterende accuvermogen
Bij het controleren van het resterende accuvermogen, drukt u op de indicatorknop accuvermogen
44
Weergave van de indicatorlampjes accuvermogen en de schatting van
het resterende accuvermogen
Bij het controleren van het resterende accuvermogen, drukt u op de indicatorknop accuvermogen
„”.
Weergave van de indicatorlampjes
accuvermogen
Schatting van
het resterende
accuvermogen
Toepasbare situatie
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
100–76 %
Wanneer volledig opgeladen
(100 %), schakelen de
indicatorlampjes
accuvermogen één voor één
uit.
75–51 %
50–26 %
25–11 %
10–1 % Er is zeer weinig
accuvermogen over.
Langzaam knipperen
<0,5 seconden interval>
0 %
Het accuvermogen heeft 0
bereikt (nul). Laad de accu
op.
Snel knipperen
<0,2 seconden interval>
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 44 2018/04/25 10:06:24
29
28

ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
H. CONTROLE VÓÓR GEBRUIK
Zorg dat u deze inspectie uitvoert voordat u op de fiets rijdt. Als er iets is wat u niet begrijpt of wat u moeilijk
vindt, neem dan contact op met een fietshandel.
Let op
• Als u een fout vaststelt, laat uw fiets dan zo snel mogelijk inspecteren door een dealer.
• Het hulpmechanisme bestaat uit precisieonderdelen. Demonteer dit niet.
Naast het uitvoeren van de standaard inspectie voordat u op de fiets rijdt, voer ook de volgende inspectie uit:
I. REINIGING, ONDERHOUD EN OPSLAG
Let op
Gebruik geen hogedrukreinigers en dergelijke omdat deze het lekken van water kunnen veroorzaken, wat kan
leiden tot schade aan eigendommen of storing van de aandrijfunit of weergave-eenheid of accu. Mocht er toch
water in een van deze units terechtkomen, laat uw fiets dan door een erkende dealer inspecteren.
Onderhoud van de accu
Gebruik een vochtige, stevig uitgewrongen handdoek om vuil van de accu te vegen. Giet geen water direct op de
accu, bijvoorbeeld met een slang.
Let op
Reinig de polen niet door deze te polijsten met een vijl of met gebruik van een draad, enz. Hierdoor kunnen
storingen ontstaan.
Onderhoud voor de aandrijfunit
Let op
Omdat een Aandrijfunit een precisieapparaat is, moet u het niet uit elkaar halen of er sterke kracht op uitoefenen
(sla bijvoorbeeld NIET met een hamer op dit apparaat). Vooral omdat de trapas direct is verbonden met de
binnenkant van de aandrijfunit, en grote schade toegebracht aan de trapas kan tot storingen lijden.
Opslag
Bewaar het systeem op een plaats die:
• Vlak en stabiel is
• Goed geventileerd en vochtvrij is
• Beschermd is tegen de elementen en tegen direct zonlicht
Lange opslagperiode (1 maand of langer) en gebruik na lange periode van opslag
• Wanneer u de fiets gedurende een lange periode opslaat (1 maand of langer), verwijder dan de accu en sla
deze op volgens de volgende procedure.
• Verminder het resterende accuvermogen totdat één of twee indicatoren accuvermogen branden, en sla binnen
op een koele,15–25 °C, droge plaats.
• Controleer eenmaal per maand het resterende vermogen, en indien er maar één indicator accuvermogen
knippert, laad de accu dan ongeveer 10 minuten op. Zorg dat het resterende accuvermogen niet te laag wordt.
OPMERKING
• Als u de accu „volledig opgeladen” of „leeg” laat, verzwakt deze sneller.
• Door zelfontlading verliest de accu tijdens opslag langzaam zijn lading.
• Het vermogen van de accu neemt na verloop van tijd af maar correcte opslag maximaliseert de levensduur.
• Wanneer u de accu na lange tijd weer gebruikt, zorg dan dat u de accu voor gebruik oplaad. En als u de accu na
6 maanden opslag of langer weer gebruikt, laat dan uw fiets inspecteren en onderhouden bij een dealer.
J. TRANSPORT
De accu’s zijn onderhevig aan de vereisten van de regelgeving voor gevaarlijke goederen. Wanneer de accu door
derde partijen wordt vervoerd (bijv. via luchttransport of een transportbedrijf), moet rekening worden gehouden
met speciale vereisten voor verpakking en labels. Raadpleeg een expert van gevaarlijke stoffen om het item voor
transport voor te bereiden. De klant kan de accu’s over de weg vervoeren zonder enige aanvullende vereisten.
Vervoer geen beschadigde accu’s. Plak open polen af en verpak de accu zodoende dat deze niet kan bewegen
tijdens vervoer. Zorg dat u alle lokale en nationale regelgeving in acht neemt. Als u vragen heeft over het vervoer
van de accu’s, raadpleeg een erkende fietshandel.
Nr. Inspectie-item Inspectie-inhoud
1Resterend accuvermogen Heeft de accu voldoende vermogen?
2Installatiestatus van de accu Is deze correct geïnstalleerd?
3Gebruik van het e-Bike Systeem Werkt het e-Bike Systeem wanneer u begint te bewegen?
31
30

ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
K. CONSUMENTENINFORMATIE
Weggooien
De aandrijfunit, accu, accu-oplader, weergave-eenheid,
snelheidssensor set, accessoires en verpakking dienen te worden
gesorteerd voor milieuvriendelijk recyclen. Gooi de fiets of de
componenten niet weg met het huishoudelijk afval.
Werp de accu niet in een vuur en stel niet bloot aan een warmtebron.
Hierdoor kan brand of een explosie ontstaan, wat kan leiden tot ernstig
letsel of schade aan eigendommen.
Voor EU-landen:
Volgens de Europese richtlijn 2012/19/EU dienen elektrische
apparaten/gereedschappen die niet langer te gebruiken
zijn, en volgens Europese richtlijn 2006/66/EC dienen
defecte of gebruikte accu’s/batterijen afzonderlijk te worden
verzameld en op milieuvriendelijke wijze worden weggegooid.
Breng niet langer te gebruiken accu’s terug naar een
erkende fietshandel.
L. VEREENVOUDIGDE VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
Hierbij verklaart YAMAHA MOTOR CO., LTD. dat de radioapparatuur Type [X0P10] in overeenstemming is met
Richtlijn 2014/53/EU. De volledige tekst van de EU-conformiteitsverklaring is beschikbaar op het volgende
internetadres: https://global.yamaha-motor.com/business/e-bike-systems/document/
*Alleen van toepassing op de Weergave X.
M. PROBLEMEN OPLOSSEN
E-Bike Systeem
Symptomen Controleer Actie
Trappen is
moeilijk
Is de stroom van de
eergaveeenheid ingeschakeld?
Druk op de aan/uitschakelaar op de weergave-
eenheid om de stroom in te schakelen.
Is de accu geïnstalleerd? Plaats een opgeladen accu.
Is de accu opgeladen? Laad de accu op.
Is de fiets 5 minuten of
langer stationair geweest? Schakel de stroom opnieuw in.
Fietst u op een lang hellend
wegdek of draagt u een zware
lading tijdens de zomer?
Dit is geen storing. Dit is een beveiliging die
wordt ingeschakeld wanneer de temperatuur
van de accu of de aandrijfunit te hoog is.
De hulpfunctie wordt weer geactiveerd
zodra de temperatuur van de accu of de
aandrijfunit is afgenomen. Door naar
een lagere versnelling te schakelen die u
normaal zou gebruiken zal dit minder snel
optreden (bijvoorbeeld, door van de tweede
naar de eerste versnelling te schakelen).
Is de temperatuur van de lucht
laag (ongeveer 10 °C of lager)?
Bewaar de accu tijdens de winter
binnenshuis alvorens te gebruiken.
Laadt u de accu op terwijl deze
op de fiets is gemonteerd? Stop met het opladen van de accu.
47
L. Information du consommateur
Mise au rebut
Lʼunité dʼentraînement, le bloc-batterie, le chargeur de
batterie, lʼunité dʼaffichage, lʼensemble de capteur de vi-
tesse, les accessoires et lʼemballage doivent être triés
pour permettre un recyclage respectueux de lʼenvironne-
ment.
Ne jetez pas le vélo ou ses composants dans les déchets
ménagers.
Ne jetez pas le bloc-batterie au feu ou ne lʼexposez
pas à une source de chaleur. En faisant cela, vous
pouvez provoquer un incendie, ou une explosion, et
causer des blessures graves ou des dommages maté-
riels.
Pour les pays de lʼUE :
Selon la directive européenne 2012/19/UE, les appareils
électriques/outils qui ne sont plus utilisables, et selon la
directive européenne 2006/66/EC, les blocs-batteries/piles
qui sont défectueux ou usagés, doivent être collectés sé-
parément et éliminés dʼune manière respectueuse de lʼen-
vironnement.
Veuillez retourner les blocs-batteries qui ne sont plus utili-
sables à un revendeur agréé vélo.
M. Déclaration de conformité simpliée
Par la présente, YAMAHA MOTOR CO., LTD. déclare que le type dʼéquipement radio [X0P10] est
conforme à la directive 2014/53/UE.
Le texte intégral de la déclaration de conformité UE est disponible à lʼadresse internet suivante :
https://global.yamaha-motor.com/business/e-bike-systems/document/
*Sʼapplique uniquement à lʼécran X.
X0S7_EPAC欧州向け仏語_MY19.indd 47 2018/04/24 13:56:24
33
32

ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
35
34
Symptomen Controleer Actie
De rijafstand is afgenomen.
Laadt u de accu
volledig op? Laad de accu op totdat deze vol (F) is.
Gebruikt u het
systeem bij lage
temperaturen?
De normale reisafstand wordt hersteld
wanneer de omgevingstemperatuur stijgt.
Als u de accu voor gebruik binnenshuis
bewaart (op een warme locatie) neemt het
reisbereik onder koude omstandigheden toe.
Is de accu
versleten? Vervang de accu.
De snelheid wordt niet
weergegeven, zelfs
tijdens het rijden, en de
functieweergave knippert.
De snelheidssensor kan een juist signaal
niet detecteren. Schakel de stroom naar
de weergave-eenheid uit en schakel deze
daarna weer in. Selecteer de hulpmodus in
en fiets dan een klein stukje. Zorg ook dat
de magneet correct gemonteerd is aan de
spaken van de wielen.
Symptomen Controleer Actie
De aandrijfunit schakelt in en uit tijdens het
fietsen.
Is de accu
correct
geïnstalleerd?
Controleer of de accu op zijn
plaats is vergrendeld.
Als het probleem zich blijft
voordoen terwijl de accu
stevig op de plaats is
vergrendeld, is er mogelijk
een probleem met de
aansluiting van de polen of
de draden van de accu.
Laat uw fiets inspecteren
door een erkende dealer.
De aandrijfunit maakt vreemde geluiden.
Er is mogelijk een probleem
binnenin de aandrijfunit. Laat
uw fiets inspecteren door een
erkende dealer.
Er komt rook of een vreemde geur uit de
aandrijfunit.
Er is mogelijk een probleem
binnenin de aandrijfunit. Laat
uw fiets inspecteren door een
erkende dealer.
Het hoofddisplay dat wordt weergegeven
tijdens het rijden en „Er” worden afwisselend
weergegeven, en een foutbeschrijving wordt
weergegeven op de functieweergave.
Het probleem doet zich voor in
het e-Bike Systeem. Schakel
de stroom uit en daarna weer
aan. Als het probleem niet kan
worden opgelost, laat uw fiets
dan zo snel mogelijk
inspecteren door een dealer.
49
Symptoom Controleer Actie
De aandrijfunit schakelt in en uit tijdens
het fietsen.
Is de accu
correct
geïnstalleerd?
Controleer of de accu op
zijn plaats is vergrendeld.
Als het probleem zich blijft
voordoen terwijl de accu
stevig op de plaats is
vergrendeld, is er mogelijk
een probleem met de
aansluiting van de polen of
de draden van de accu.
Laat uw fiets inspecteren
door een erkende dealer.
De aandrijfunit maakt vreemde geluiden.
Er is mogelijk een probleem
binnenin de aandrijfunit.
Laat uw fiets inspecteren
door een erkende dealer.
Er komt rook of een vreemde geur uit de
aandrijfunit.
Er is mogelijk een probleem
binnenin de aandrijfunit.
Laat uw fiets inspecteren
door een erkende dealer.
(Weergave A)
Het hoofddisplay dat wordt weergegeven
tijdens het rijden en „Er” worden
afwisselend weergegeven, en een
foutbeschrijving wordt weergegeven op de
functieweergave.
(Weergave X)
De Lamp hulpmodus brandt in rood, het
rijden-hoofddisplay en „ER” worden
afwisselend weergegeven en een
foutbeschrijving wordt aangegeven in de
functieweergave.
Wordt afwisselend weergegeven
Foutmeldingen
Het probleem doet zich
voor in het e-Bike Systeem.
Schakel de stroom uit en
daarna weer aan.
Als het probleem niet kan
worden opgelost, laat uw
fiets dan zo snel mogelijk
inspecteren door een
dealer.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 49 2018/04/25 10:06:25
50
Symptoom Controleer Actie
De rijafstand is afgenomen.
Laadt u de accu
volledig op?
Laad de accu op totdat
deze vol (F) is.
Gebruikt u het
systeem bij lage
temperaturen?
De normale reisafstand
wordt hersteld wanneer de
omgevingstemperatuur
stijgt. Als u de accu voor
gebruik binnenshuis
bewaart (op een warme
locatie) neemt het
reisbereik onder koude
omstandigheden toe.
Is de accu
versleten? Vervang de accu.
(Weergave A)
De snelheid wordt niet weergegeven, zelfs
tijdens het rijden, en de functieweergave
knippert.
(Weergave X)
Een lamp hulpmodus licht rood op en een
omschrijving van de fout wordt
aangegeven in de functieweergave.
Foutmeldingen
De snelheidssensor kan
een juist signaal niet
detecteren.
Schakel de stroom naar de
weergave-eenheid uit en
schakel deze daarna weer
in.
Selecteer de hulpmodus in
en fiets dan een klein
stukje.
Zorg ook dat de magneet
correct gemonteerd is aan
de spaken van de wielen.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 50 2018/04/25 10:06:25

ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
DUWHULPFUNCTIE
37
36
Symptomen Controleer Actie
De snelheid wordt aangegeven, maar de functie-
weergave knippert. (Hulpstroom is gestopt.)
Dit is geen storing. Het is
in een toestand waarin
de bediening van het
hulpstroomsysteem
normaal is. Deze staat kan
voorkomen afhankelijk van
de trapkracht en rijsnelheid,
maar het keert terug naar de
normale toestand indien er
is bevestigd dat het systeem
normaal is.
Het hoofddisplay dat wordt weergegeven
tijdens het rijden en „Er” worden afwisselend
weergegeven, en een foutbeschrijving wordt
weergegeven op de functieweergave.
Het probleem doet zich
voor in de accu. Schakel de
stroom uit en daarna weer
aan. Als het probleem niet
kan worden opgelost, laat
uw accu dan zo snel mogelijk
inspecteren door een dealer.
Symptomen Controleer Actie
De indicator automatische modus knippert. Er is mogelijk een probleem
binnenin de aandrijfunit.
Schakel de stroom naar de
weergave-eenheid uit en
schakel deze daarna weer
in. Als het probleem niet kan
worden opgelost, laat uw
fiets dan zo snel mogelijk
inspecteren door een dealer.
Symptomen Controleer Actie
De duwhulpfunctie schakelt uit.
Werd het wiel een
aantal seconden
geblokkeerd?
Haal uw vinger heel even van
de drukschakelaar duwhulp
af en nadat u zeker weet dat
de wielen draaien, drukt u de
schakelaar opnieuw in.
Heeft u getrapt terwijl
de duwhulpfunctie
ingeschakeld was?
Haal uw voeten van de
pedalen en haal uw vinger
even van de drukschakelaar
duwhulp. Druk vervolgens
opnieuw op de schakelaar.
51
Symptoom Controleer Actie
(Weergave A)
De snelheid wordt aangegeven, maar de
functieweergave knippert. (Hulpstroom is
gestopt.)
(Weergave X)
De indicator hulpmodus en de
functieweergave knipperen. (Hulpstroom
is gestopt.)
Dit is geen storing. Het is in
een toestand waarin de
bediening van het
hulpstroomsysteem
normaal is. Deze staat kan
voorkomen afhankelijk van
de trapkracht en
rijsnelheid, maar het keert
terug naar de normale
toestand indien er is
bevestigd dat het systeem
normaal is.
(Weergave A)
Het hoofddisplay dat wordt weergegeven
tijdens het rijden en „Er” worden
afwisselend weergegeven, en een
foutbeschrijving wordt weergegeven op de
functieweergave.
(Weergave X)
De lamp hulpmodus brandt in rood, het
rijden-hoofddisplay en „ER” worden
afwisselend weergegeven en een
foutbeschrijving wordt aangegeven in de
functieweergave.
Het probleem doet zich
voor in de accu. Schakel de
stroom uit en daarna weer
aan. Als het probleem niet
kan worden opgelost, laat
uw accu dan zo snel
mogelijk inspecteren door
een dealer.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 51 2018/04/25 10:06:26
52
Symptoom Controleer Actie
(Weergave A)
De indicator automatische modus
knippert.
Er is mogelijk een probleem
binnenin de aandrijfunit.
Schakel de stroom naar de
weergave-eenheid uit en
schakel deze daarna weer
in.
Als het probleem niet kan
worden opgelost, laat uw
fiets dan zo snel mogelijk
inspecteren door een
dealer.
(Weergave X)
„A:####” en „####” op de indicator
hulpmodus worden afwisselend
weergegeven.
Bijvoorbeeld in het geval van
standaardmodus
Duwhulpfunctie
Symptoom Controleer Actie
De duwhulpfunctie schakelt uit.
Werd het wiel
een aantal
seconden
geblokkeerd?
Haal uw vinger heel even
van de drukschakelaar
duwhulp af en nadat u
zeker weet dat de wielen
draaien, drukt u de
schakelaar opnieuw in.
Heeft u getrapt
terwijl de
duwhulpfunctie
ingeschakeld
was?
Haal uw voeten van de
pedalen en haal uw vinger
even van de
drukschakelaar duwhulp.
Druk vervolgens opnieuw
op de schakelaar.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 52 2018/04/25 10:06:27
51
Symptoom Controleer Actie
(Weergave A)
De snelheid wordt aangegeven, maar de
functieweergave knippert. (Hulpstroom is
gestopt.)
(Weergave X)
De indicator hulpmodus en de
functieweergave knipperen. (Hulpstroom
is gestopt.)
Dit is geen storing. Het is in
een toestand waarin de
bediening van het
hulpstroomsysteem
normaal is. Deze staat kan
voorkomen afhankelijk van
de trapkracht en
rijsnelheid, maar het keert
terug naar de normale
toestand indien er is
bevestigd dat het systeem
normaal is.
(Weergave A)
Het hoofddisplay dat wordt weergegeven
tijdens het rijden en „Er” worden
afwisselend weergegeven, en een
foutbeschrijving wordt weergegeven op de
functieweergave.
(Weergave X)
De lamp hulpmodus brandt in rood, het
rijden-hoofddisplay en „ER” worden
afwisselend weergegeven en een
foutbeschrijving wordt aangegeven in de
functieweergave.
Het probleem doet zich
voor in de accu. Schakel de
stroom uit en daarna weer
aan. Als het probleem niet
kan worden opgelost, laat
uw accu dan zo snel
mogelijk inspecteren door
een dealer.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 51 2018/04/25 10:06:26

ENGLISHDEUTSCHFRANÇAIS NEDERLANDS
Accu en oplader
39
38
Symptomen Controleer Actie
Kan niet opladen
Is de stekker goed
aangesloten? Is
de oplaadstekker
stevig in de accu
gestoken?
Sluit opnieuw aan en probeer
nogmaals op te laden. Als de
accu nog steeds niet oplaadt,
functioneert de accu-oplader
mogelijk niet goed.
Branden de
indicatoren
resterend
accuvermogen?
Bekijk de oplaadmethode en
probeer nogmaals op te laden.
Als de accu nog steeds niet
oplaadt, functioneert de accu-
oplader mogelijk niet goed.
Zijn de polen van
de accuoplader of
accu vuil of nat?
Verwijder de accu uit de accu-
oplader en de stekker van de
oplader uit het stopcontact.
Gebruik een droge doek of een
wattenstaafje om de oplader en
de polen van de accu te
reinigen. Sluit vervolgens zowel
de accu en de accu-oplader
opnieuw aan.
Er is een fout
met de polen
opgetreden.
Verwijder de accu van de fiets.
Sluit vervolgens de
oplaadstekker aan op de accu.
(Als de indicator accuvermogen-
lampen afwisselend knipperen,
duidt dit mogelijk op een
storing in de accu). Wanneer
de accu opnieuw op de fiets
wordt gemonteerd en de aan/
uit-schakelaar van de weergave-
eenheid wordt ingedrukt, als
de indicator accuvermogen-
lampen nog steeds afwisselend
knipperen, is er mogelijk een
storing in de aandrijfunit.
Symptomen Controleer Actie
Er is een fout
met de polen
opgetreden.
Verwijder de accu uit de
accu-oplader, plaats de accu
op de fiets en druk op de
aan/uit-schakelaar van de
weergave-eenheid. Wanneer de
oplaadstekker weer in de accu
wordt geplaatst, en de indicator
accuvermogen-lampen nog
steeds gelijktijdig knipperen,
duidt dit mogelijk op een defect
in de accu-oplader.
Is de laadconnector
op de accu nat?
Reinig de laadconnector en de
oplaadstekker. Wrijf ze daarna
droog. Sluit de oplaadstekker
daarna aan op de laadconnector.
De indicator accuvermogen-lampen aan beide
zijden knipperen gelijktijdig.
De accubeschermingsfunctie
is ingeschakeld en het systeem
kan niet worden gebruikt.
Vervang de accu zo snel
mogelijk bij een erkende dealer.
De accu-oplader geeft abnormale geluiden,
vieze geuren of rook af.
Trek de oplaadstekker uit en
stop onmiddellijk het gebruik.
Laat uw fiets inspecteren door
een erkende dealer.
De accu-oplader wordt heet.
Het is normaal dat
de accu-opladereen
beetje warm wordt
tijdens het opladen.
Als de accu-oplader te warm is
om aan te raken, trek de stekker
van de oplader er dan uit, wacht
tot deze is afgekoeld, en neem
contact opmeteenerkendedealer.
55
Accu en oplader
Symptoom Controleer Actie
Kan niet opladen
Is de stekker
goed
aangesloten? Is
de
oplaadstekker
stevig in de
accu gestoken?
Sluit opnieuw aan en
probeer nogmaals op te
laden.
Als de accu nog steeds niet
oplaadt, functioneert de
accu-oplader mogelijk niet
goed.
Branden de
indicatoren
resterend
accuvermogen?
Bekijk de oplaadmethode
en probeer nogmaals op te
laden.
Als de accu nog steeds niet
oplaadt, functioneert de
accu-oplader mogelijk niet
goed.
Zijn de polen
van de accu-
oplader of accu
vuil of nat?
Verwijder de accu uit de
accu-oplader en de stekker
van de oplader uit het
stopcontact. Gebruik een
droge doek of een
wattenstaafje om de
oplader en de polen van de
accu te reinigen. Sluit
vervolgens zowel de accu
en de accu-oplader
opnieuw aan.
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
Er is een fout
met de polen
opgetreden.
Verwijder de accu van de
fiets.
Sluit vervolgens de
oplaadstekker aan op de
accu. (Als de indicator
accuvermogen-lampen
afwisselend knipperen,
duidt dit mogelijk op een
storing in de accu).
Wanneer de accu opnieuw
op de fiets wordt
gemonteerd en de aan/
uit-schakelaar van de
weergave-eenheid wordt
ingedrukt, als de indicator
accuvermogen-lampen nog
steeds afwisselend
knipperen, is er mogelijk
een storing in de
aandrijfunit.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 55 2018/04/25 10:06:27
56
Symptoom Controleer Actie
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
Er is een fout
met de polen
opgetreden.
Verwijder de accu uit de
accu-oplader, plaats de
accu op de fiets en druk op
de aan/uit-schakelaar van
de weergave-eenheid.
Wanneer de oplaadstekker
weer in de accu wordt
geplaatst, en de indicator
accuvermogen-lampen nog
steeds gelijktijdig
knipperen, duidt dit
mogelijk op een defect in
de accu-oplader.
Is de
laadconnector
op de accu nat?
Reinig de laadconnector en
de oplaadstekker. Wrijf ze
daarna droog. Sluit de
oplaadstekker daarna aan
op de laadconnector.
De indicator accuvermogen-lampen aan
beide zijden knipperen gelijktijdig. De
accubeschermingsfunctie
is ingeschakeld en het
systeem kan niet worden
gebruikt. Vervang de accu
zo snel mogelijk bij een
erkende dealer.
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
De accu-oplader geeft abnormale geluiden,
vieze geuren of rook af.
Trek de oplaadstekker uit
en stop onmiddellijk het
gebruik.
Laat uw fiets inspecteren
door een erkende dealer.
De accu-oplader wordt heet.
Het is normaal
dat de accu-
oplader een
beetje warm
wordt tijdens het
opladen.
Als de accu-oplader te
warm is om aan te raken,
trek de stekker van de
oplader er dan uit, wacht
tot deze is afgekoeld, en
neem contact op met een
erkende dealer.
Na het opladen zullen alle indicatorlampjes
accuvermogen niet branden wanneer de
indicatorknop accuvermogen „ ” wordt
ingedrukt.
Is de
oplaadstekker
losgekoppeld,
of is de accu
verwijderd
tijdens het
opladen?
Laad de accu nogmaals op.
Bent u
begonnen met
opladen toen de
accu warm was,
zoals vlak na
gebruik?
Verplaats de accu naar een
locatie waar de
accutemperatuur de
temperatuur bereikt waarbij
opladen mogelijk is (15–25
°C) en start het opladen
opnieuw.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 56 2018/04/25 10:06:27
56
Symptoom Controleer Actie
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
Er is een fout
met de polen
opgetreden.
Verwijder de accu uit de
accu-oplader, plaats de
accu op de fiets en druk op
de aan/uit-schakelaar van
de weergave-eenheid.
Wanneer de oplaadstekker
weer in de accu wordt
geplaatst, en de indicator
accuvermogen-lampen nog
steeds gelijktijdig
knipperen, duidt dit
mogelijk op een defect in
de accu-oplader.
Is de
laadconnector
op de accu nat?
Reinig de laadconnector en
de oplaadstekker. Wrijf ze
daarna droog. Sluit de
oplaadstekker daarna aan
op de laadconnector.
De indicator accuvermogen-lampen aan
beide zijden knipperen gelijktijdig. De
accubeschermingsfunctie
is ingeschakeld en het
systeem kan niet worden
gebruikt. Vervang de accu
zo snel mogelijk bij een
erkende dealer.
(Bagagedragertype)
(Onderbuistype)
(Type multi locatie)
De accu-oplader geeft abnormale geluiden,
vieze geuren of rook af.
Trek de oplaadstekker uit
en stop onmiddellijk het
gebruik.
Laat uw fiets inspecteren
door een erkende dealer.
De accu-oplader wordt heet.
Het is normaal
dat de accu-
oplader een
beetje warm
wordt tijdens het
opladen.
Als de accu-oplader te
warm is om aan te raken,
trek de stekker van de
oplader er dan uit, wacht
tot deze is afgekoeld, en
neem contact op met een
erkende dealer.
Na het opladen zullen alle indicatorlampjes
accuvermogen niet branden wanneer de
indicatorknop accuvermogen „ ” wordt
ingedrukt.
Is de
oplaadstekker
losgekoppeld,
of is de accu
verwijderd
tijdens het
opladen?
Laad de accu nogmaals op.
Bent u
begonnen met
opladen toen de
accu warm was,
zoals vlak na
gebruik?
Verplaats de accu naar een
locatie waar de
accutemperatuur de
temperatuur bereikt waarbij
opladen mogelijk is (15–25
°C) en start het opladen
opnieuw.
X0S7_EPAC欧州向け蘭語_MY19.indd 56 2018/04/25 10:06:27
Other manuals for Mini Mountain
1
This manual suits for next models
3
Table of contents
Languages:
Other Babboe Bicycle manuals

Babboe
Babboe curve-e User manual

Babboe
Babboe Curve User manual

Babboe
Babboe Curve Guide

Babboe
Babboe City User manual

Babboe
Babboe Carve-E User manual

Babboe
Babboe Curve Mountain User manual

Babboe
Babboe Big User manual

Babboe
Babboe Curve User manual

Babboe
Babboe Carve Mountain User manual

Babboe
Babboe City User manual