FAAC DOMOGLIDE-B7 User manual

carta riciclata 100%
per la natura for nature
recycled paper 100%
ist umweltfreundlich
100% Altpapier
para la naturaleza
100% papel reciclado
papier recyclé 100%
pour la nature voor de natuur
100% kringlooppapier
DOMOGLIDE-B7
DOMOGLIDE-B7

91
EG VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING VOOR MACHINES
(RICHTLIJN 98/37/EG)
Fabrikant: FAAC S.p.A.
Adres: Via Benini, 1 - 40069 Zola Predosa BOLOGNA - ITALIE
verklaart dat: de aandrijving mod. DOMOGLIDE-B7,
• is gebouwd voor opname in een machine of voor assemblage met andere machines, met het doel een machine te
vormen in de zin van de Richtlijn 98/37/EG;
• in overeenstemming is met de fundamentele veiligheidseisen van de volgende EEG-richtlijnen:
73/23/EEG en latere wijziging 93/68/EEG.
89/336/EEG en latere wijziging 92/31/EEG en 93/68/EEG
en verklaart bovendien dat het niet is toegestaan de machine in bedrijf te stellen voordat de machine waarin zij wordt
opgenomen of waarvan zij onderdeel wordt, geïdentificeerd is, en de overeenkomstigheid ervan verklaard is volgens
de voorwaarden van de Richtlijn 98/37/EG.
Bologna, 01-07-2005
De President-directeur
A. Bassi
WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
1) LET OP! Het is belangrijk voor de veiligheid dat deze hele instructie
zorgvuldig wordt opgevolgd. Een onjuiste installatie of foutief gebruik
van het product kunnen ernstig persoonlijk letsel veroorzaken.
2) Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie
van het product.
3) De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet binnen het
bereik van kinderen worden gelaten, want zij vormen een mogelijke bron
van gevaar.
4) Bewaar de instructies voor raadpleging in de toekomst.
5) Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het doel dat in deze
documentatie wordt aangegeven. Elk ander gebruik, dat niet uitdrukkelijk
wordt vermeld, zou het product kunnen beschadigen en/of een bron van
gevaar kunnen vormen.
6) FAAC aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die ontstaat
uit oneigenlijk gebruik of ander gebruik dan waarvoor het automatische
systeem is bedoeld.
7) Installeer het apparaat niet in een explosiegevaarlijke omgeving: de
aanwezigheid van ontvlambare gassen of dampen vormt een ernstig gevaar
voor de veiligheid.
8) De mechanische bouwelementen moeten in overeenstemming zijn met de
bepalingen van de normen EN 12604 en EN 12605. Voor niet-EEG landen
moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken, behalve de nationale
voorschriften ook de bovenstaande normen in acht worden genomen.
9) FAAC is niet aansprakelijk als de regels der goede techniek niet in acht
genomen zijn bij de bouw van het sluitwerk dat gemotoriseerd moet worden,
noch voor vervormingen die zouden kunnen ontstaan bij het gebruik.
10) De installatie dient te geschieden in overeenstemming met de normen EN
12453 en EN 12445. Voor niet-EEG landen moeten, om een goed
veiligheidsniveau te bereiken, behalve de nationale voorschriften ook de
ovenstaande normen in acht worden genomen.
11) Alvorens ingrepen te gaan verrichten op de installatie moet de elektrische
voeding worden weggenomen en moeten de batterijen worden
afgekoppeld.
12) Zorg op het voedingsnet van het automatische systeem voor een meerpolige
schakelaar met een opening tussen de contacten van 3 mm of meer. Het
wordt geadviseerd een magnetothermische schakelaar van 6A te gebruiken
met meerpolige onderbreking.
13) Controleer of er bovenstrooms van de installatie een differentieelschakelaar
is geplaatst met een limiet van 0,03 A.
14) Controleer of de aardingsinstallatie vakkundig is aangelegd en sluit er de
metalen delen van het sluitsysteem op aan.
15) Het automatische systeem beschikt over een intrinsieke beveiliging tegen
inklemming, bestaande uit een condient echter te worden gecontroleerd
volgens de bepalingen van de normen die worden vermeld onder punt 10.
16) De veiligheidsvoorzieningen (norm EN 12978) maken het mogelijk eventuele
gevaarlijke gebieden te beschermen tegen Mechanische gevaren door
beweging, zoals bijvoorbeeld inklemming, meesleuren of amputatie.
17) Het wordt voor elke installatie geadviseerd minstens één lichtsignaal te
gebruiken (b.v. FAACLIGHT 12 VDC) alsook een waarschuwingsbord dat goed
op deconstructie van het hang- en sluitwerk dient te worden bevestigd,
afgezien nog van de voorzieningen die genoemd zijn onder punt “16”.
18) FAAC aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor wat betreft de
veiligheid en de goede werking van het automatische systeem, als er in de
installatie gebruik gemaakt wordt van componenten die niet door FAAC zijn
geproduceerd.
19) Gebruik voor het onderhoud uitsluitend originele FAAC-onderdelen.
20) Verricht geen wijzigingen op componenten die deel uitmaken van het
automatische systeem.
21) De installateur dient alle informatie te verstrekken over de handbediening
van het systeem in noodgevallen, en moet de gebruiker van de installatie
het bij het product geleverde boekje met aanwijzingen overhandigen.
22) Sta het niet toe dat kinderen of volwassenen zich ophouden in de buurt van
het product terwijl dit in werking is.
23) Houd radio-afstandsbedieningen of alle andere impulsgevers buiten het
bereik van kinderen, om te voorkomen dat het automatische systeem
onopzettelijk kan worden aangedreven.
24) Men mag alleen passeren wanneer het automatische systeem helemaal
stilstaat
25) De gebruiker mag geen pogingen tot reparatie doen of directe ingrepen
plegen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd personeel.
26) Veroorzaak nooit kortsluiting in de batterijpolen en probeer hen niet op te
laden met andere voeders dan de apparatuur zelf.
27) Gooi lege batterijen niet weg bij het gewone afval, maar maak gebruik van
de speciale verzamelbakken om recycling mogelijk te maken. De kosten
voor afvalverwerking zijn al betaald door de fabrikant.
28) Onderhoud: de werking van de installatie dient minstens eenmaal per half
jaar te worden gecontroleerd. Hierbij dient bijzondere aandacht te worden
besteed aan de veiligheidsvoorzieningen (inclusief, waar voorzien, de
duwkracht van de aandrijving) en de ontgrendelmechanismen.
29) Alles wat niet uitdrukkelijk in deze instructies wordt aangegeven, is niet
toegestaan.

92
Opmerkingen m.b.t. de werkbatterijen van de DOMOGLIDE-B7
DebijdeDOMOGLIDE-B7aandrijvinggeleverdebatterijiseenWERKBATTERIJ diehetautomatischesysteemrechtstreeksvoedt.Het
is geen back-up batterij.
Het opladen van de batterij wordt verzekerd door de elektronische kaart waarmee hij verbonden is, via een transformator en een
speciaal hiervoor bestemd, geïntegreerd circuit. Houd er rekening mee dat er een oplaadtijd van circa 10 tot 20 minuten nodig is
om de gedurende een openings/sluitingscyclus gebruikte energie te recupereren (deze waarde kan variëren op grond van de
omgevingstemperatuur, de bedrijfsduur van de batterijen en het soort systeem).
Op het moment van installatie kan het gebeuren dat de batterijen, als gevolg van het verblijf in het magazijn, niet volledig zijn
opgeladen,waardoorslechtsenkelemanoeuvresmetdepoort kunnen worden uitgevoerd, waarnadebatterijen volledig leeg zijn.
Omdezeredenwordtaangeradenom,alvorensmetdeinstallatievaneennieuwsysteemtebeginnen,debijgeleverdebatterijen
volledig op te laden of tenminste twee identieke, reeds opgeladen batterijen bij de hand te hebben. Op deze manier kunnen de
manoeuvres die nodig zijn voor de programmering van het systeem en de controles van de werking ervan in elk geval worden
uitgevoerd. DE BATTERIJEN VOOR DE EERSTE KEER OPLADEN
Hetopladenkan rechtstreeks op de werkbank gebeuren, voordat het systeem geïnstalleerd wordt. Volg de aanwijzingen en houd
de figuur hieronder aan als referentie:
1) verbind de secundaire van de transformator 12V ac (apart geleverd) met de connector J2 van de kaart, en de primaire met de
netvoeding;
Opmerking: als u een andere dan de door de FAAC geleverde transformator gebruikt, verzeker u er dan van dat de secundair
12Vac - 16VA is.
2) sluit de batterij aan op de hiervoor bestemde connector J4 op de kaart, en laat hem ongeveer 12 uur opladen.
OPMERKING: Tijdens het opladen van de batterijen kan de led P van de kaart (zie fig. 19 en par. 8.2) overgaan van snel knipperend
(ongeveer één knippering per 250 msec, batterij leeg) naar permanent brandend licht (batterij opgeladen). Ook als de led reeds
korte tijd na het begin van het opladen permanent gaat branden, de batterijen toch voor de gehele aangegeven tijdsduur
aangesloten laten.

93
Automatisch systeem DOMOGLIDE-B7
Deze instructies zijn geldig voor het volgende model:
FAACDOMOGLIDE-B7
Met het automatische systeem DOMOGLIDE-B7 kunnen
schuifpoorten bij woonhuizen met vleugels met een lengte van
max. 5 m. en een gewicht van max. 300 kg worden
geautomatiseerd.
Hetsysteem bestaatuit eenonomkeerbareelektromechanische
motorvertragingdie via een werkbatterijgevoedwordtmet 12V
dc,engecombineerd is met elektronische apparatuur die voor
opladingdaarvan zorgt.De kaartisprogrammeerbaar enmaakt
hetmogelijkde bedrijfslogica’s, de werktijden (met zelfleren) en
de pauzetijden, de snelheid van de vleugels, de gevoeligheid
van de beveiliging tegen inklemming en de omvang van de
gedeeltelijkeopening in te stellen.
Het onomkeerbare systeem waarborgt de mechanische
blokkering van de poort wanneer de motor niet in werking is.
Dankzij de handbediende ontgrendeling kan de poort ook
worden ontgrendeld als het systeem niet goed werkt.
Het automatische systeem DOMOGLIDE-B7 is ontworpen en
gebouwd om de toegang van voertuigen te controleren. Leder
ander gebruik moet worden vermeden.
1. BESCHRIJVING EN TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN
Tab.1- Technische eigenschappenDOMOGLIDE-B7aandrijving
(1) Bij lage temperaturen (< 0°C) kan het aantal
achtereenvolgende cycli met meer dan 50% dalen.
햲햲
햲
햲햲 gnivjirdnaa7B-EDILGOMOD
햳햳
햳
햳햳 nekkutsjizednemrehcseB
햴햴
햴
햴햴 nongiP
햵햵
햵
햵햵 gnilednergtnoegitamdnaH
햶햶
햶
햶햶 ta
alpsgnirednuF
햷햷
햷
햷햷 traakehcsinortkelE
햸햸
햸
햸햸 traakehcsinortkelEnejirettabroovnuetS
햹햹
햹
햹햹 jirettabkreW
햺햺
햺
햺햺 g
nimrehcsebdnaH
햻햻
햻
햻햻 )eitpO(ennetnA
)drevelegkjilrednozfA(rotamrofsnarT
ledoM7B-EDILGOMOD
gnideoV )jirettab(cdV21
)W(emanpomoortselanimoN 84
tsalebnodiehlenseriaenil.xaM
).nim/m( 51
)N(thcarkehcsita
tS 051
)N(thcarkehcsitatS 03~
)1(
djitletsreH odazilaerolcicadacrop'01~
)C°(ruutarepmetsgnivegmO 55+÷02-
)gK(gnivjirdnaathciweG 3,5
daargsgni
mrehcseB 44PI
)m(etgnelleguelv.xaM 5
)gK(thciwegleguelv.xaM 003
)mm(DxHxLgnivjirdnaagalsebetmiuR 2.gifeiz
2. AFMETINGEN
•mateninmm
Fig. 1 Fig. 2

94
2 x 0,5 3 x 0,5
3 x 0,5
2 x 0,75
3 x 0,5
3. BESCHRIJVING VAN HET SYSTEEM - ELEKTRISCHE
AANSLUITINGEN (standaard systeem)
Opmerkingen:
1) Gebruik voor de plaatsing van de elektriciteitskabels geschikte starre en/of buigzame leidingen.
2) Om interferentie te voorkomen altijd de laagspanningskabels scheiden van de 230 Vac voedingskabel.
3) De transformator kan tot op een afstand van 100m van de apparatuur worden gemonteerd.
Knipperlicht12Vdc Ontvanger
Geleiderbovenzijde
Knopmetsleutel
FotocelTx
DOMOGLIDE-B7
aandrijving
Stopbijopening
Magnetothermische
differentieelschakelaar
FotocelRx
Stopbijsluiting
3 x 1,5 (2 + T) voor 230Vac of 2 x
0,75voor 12Vac
(afstandtransformator)
Fig. 3
Fig. 4

95
4. INSTALLATIE VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM
4.1. Voorbereidende controles
Uithet oogpunt vandeveiligheid en omeengoede werking van
hetautomatische systeemte verzekeren,dient aandevolgende
vereisten te worden voldaan:
• De constructie van de poort moet geschikt zijn voor
automatisering. Controleer met name of de poort voldoende
stevig en rigide is en of de afmetingen en het gewicht in
overeenstemming zijn met hetgeen vermeld wordt onder de
technische eigenschappen.
• Controleer of de poort niet tegen een helling moet schuiven.
• Controleer of de poort soepel, gelijkmatig verschuift, zonder
onregelmatige wrijvingen over zijn hele beweging.
• De eigenschappen van de ondergrond moeten waarborgen
dat de verankeringspluggen van de funderingsplaat goed
houden.
• Controleer of er een bovenrail en mechanische
eindaanslagen aanwezig zijn.
• Verwijder eventuele sluitingen en grendels. Het wordt
geadviseerd eventuele smeedwerkzaamheden te laten
verrichten vóór installatie van het automatische systeem.
4.2. Voorbereiding funderingsplaat
• Steek de 4 bijgeleverde kooimoeren in de 4 vierkante gaten
van de plaat, zoals op fig. 5.
4.3. Bevestiging funderingsplaat
1) De funderingsplaat moet worden geplaatst zoals op fig. 6
(sluiting naar rechts) of fig. 7 (sluiting naar links) om te
verzekeren dat pignon en tandheugel goed in elkaar grijpen.
2) Bevestig de funderingsplaat aan de grond met daarvoor
bestemde pluggen (fig. 8), en breng hierbij één of meer
hulzen aan om de elektriciteitskabels door de plaat te leiden
(fig. 6-7, ref.a ). Controleer met een waterpas of de plaat
perfect horizontaal is.
Sluitingsrichting
*Gebruikdematenovereenkomstig het type tandheugel
Verzinktetandheugel30x6=36,5mm
Verzinktetandheugel30x12=39,5mm
Nylontandheugel30x20=41,5mm
Sluitingsrichting
*Gebruikdematenovereenkomstig het type tandheugel
Verzinktetandheugel30x6=36,5mm
Verzinktetandheugel30x12=39,5mm
Nylontandheugel30x20=41,5mm
Fig. 5
Fig. 7
Fig. 6
Fig. 8

96
4.4. Plaatsing aandrijving
• Leg de elektriciteitskabels aan voor verbinding met de
accessoires en voor de elektrische voeding, zoals op fig. 4.
Om de aansluitingen gemakkelijk tot stand te kunnen
brengen, moeten de kabels met de nodige lengte uitsteken,
om hen te kunnen aansluiten op het klemmenbord, de
transformator en de decodeerkaart (indien aanwezig).
• Plaats de aandrijving met de bijgeleverde schroeven op de
plaat, zoals op fig. 9.
4.5. Regeling aandrijving
• Stel de afstand van de aandrijving tot de poort af aan de
hand van fig. 10.
4.6. Bevestiging aandrijving
• Zet de aandrijving voorlopig vast met de schroeven, zoals op
fig. 11.
4.7. Ontgrendeling van de aandrijving
Stel de aandrijving in op handbediening, zoals hieronder wordt
aangegeven:
• Open het beschermluikje met een munt.
• Haal de bijgeleverde sleutel die achter het luikje zit weg;
steek deze in het ontgrendelsysteem en draai hem met de
klok mee tot de mechanische aanslag (fig. 12).
Gebruikdematenovereenkomstighet type tandheugel:
Verzinktetandheugel30x6 ⇒A=46,5mmenB=146mm
Verzinktetandheugel30x12 ⇒A=49,5mmenB=146mm
Nylontandheugel30x20 ⇒A=51,5mmenB=112,5mm
Fig. 9
Fig. 10
Fig. 11
Fig. 12

97
4.8 Montage van de tandheugel
4.8.1. Stalen tandheugel - lassen (fig. 13)
1) Monteer drie palletjes met schroefdraad op het element van de tandheugel door hen boven in
de uitsparing te plaatsen. Op deze manier zal de speling van de uitsparing in de loop der tijd
eventuele bijstellingen mogelijk maken.
2) Breng de poort met de hand terug in gesloten positie.
3) Leg het eerste stuk van de tandheugel vlak op de pignon, en las de pal met schroefdraad op de
poort zoals aangegeven op fig. 16.
4) Beweeg de poort met de hand, controleer of de tandheugel zich tegen de pignon bevindt, en
las de tweede en derde pal.
5) Plaats een ander tandheugelelement tegen het vorige, en gebruik een stuk tandheugel om de
vertanding van de twee elementen in fase te brengen, zoals op fig. 17.
6) Beweeg de poort met de hand en las de drie pallen met schroefdraad, en ga zo verder totdat de
hele poort is gedekt.
4.8.2. Stalen tandheugel - vastschroeven (fig. 14)
1) Breng de poort met de hand terug in gesloten positie.
2) Leg het eerste stuk van de tandheugel vlak op de pignon en plaats het afstandstuk tussen
tandheugel en poort, boven in de uitsparing.
3) Teken het punt dat geboord moet worden af op de poort. Boor een gat met Ø 6,5 mm en maak
mannelijk schroefdraad Ø 8 mm. Schroef de bout vast.
4) Beweeg de poort met de hand, en ga na of de tandheugel tegen de pignon steunt; herhaal de
handelingen van punt 3.
5) Plaats een ander tandheugelelement tegen het vorige, en gebruik een stuk tandheugel om de
vertanding van de twee elementen in fase te brengen, zoals op fig. 17.
6) Beweeg de poort met de hand en ga verder met de bevestiging zoals bij het eerste element; ga
door tot de hele poort gedekt is.
4.8.3. Nylon tandheugel - vastschroeven (fig. 15)
1) Breng de poort met de hand terug in gesloten positie.
2) Plaats het eerste stuk tandheugel tegen de pignon en teken het punt dat geboord moet
worden af op de poort; boor een gat met een boorpunt Ø 4 mm en schroef de zelftappende
schroef 6x20 mm vast met het bijbehorende verstevigingsplaatje.
3) Beweeg de poort met de hand, en ga na of de tandheugel tegen de pignon steunt; herhaal de
handelingen van punt 2.
4) Plaats een ander tandheugelelement tegen het vorige, en gebruik een stuk tandheugel om de
vertanding van de twee elementen in fase te brengen, zoals op fig. 17.
5) Beweeg de poort met de hand en ga verder met de bevestiging zoals bij het eerste element; ga
door tot de hele poort gedekt is.
Fig. 13
Fig. 14
Fig. 15
Fig. 17Fig. 16

98
Opmerkingen over de installatie van de tandheugel
• Controleer of alle elementen van de tandheugel over de
hele beweging van de poort goed in de pignon grijpen.
• Las beslist geen tandheugelelementen aan de
afstandstukken of aan elkaar.
• Nadat de tandheugel geïnstalleerd is, moet de afstand tussen
de tanden van de pignon en de groef van de tandheugel
worden geregeld, waarbij gecontroleerd moet worden of
de afstand 2,5 mm bedraagt (fig. 18) over de hele beweging,
door de uitsparingen in de tandheugel te benutten.
• Controleer met de hand of de poort de mechanische
eindaanslagen soepel bereikt, en of er geen sprake is van
wrijving tijdens de beweging.
• Gebruik geen vet of andere smeermiddelen tussen pignon
en tandheugel.
Fig. 18

99
J2
J1
J5
J4
F1
PP1
P2
LED
J3
J10
ELEKTRONISCHE APPARATUUR
WAARSCHUWINGEN
Let op : alvorens werkzaamheden op de apparatuur te verrichten (verbindingen, onderhoud) moeten altijd eerst de elektrische
voeding en de batterij worden losgekoppeld.
-Breng vóór installatie een magnetothermische differentieelschakelaar met een geschikte inschakellimiet aan.
-Scheid de 230VAC voedingskabel altijd van de bedienings- en veiligheidskabel (drukknoppen, ontvanger, fotocellen etc.). Om
elektrische storingen te vermijden dienen gescheiden hulzen of afgeschermde kabels te worden gebruikt (met de afscherming
verbonden met de aarde).
5. LAY-OUT KAART
DEL s’delreemmargorP
PkeitsongaidnegninnapsdiehgizewnaadeL
1P ponkreemmargorp”eitcnuF“
2P ponkreemmargorp”e
draaW“
1F A02F-rotomnejirettabgnirekeZ
1J seriosseccadrobnemmelK
2J rotamrofsnartdrobnemmelK
3J gnitiulsnaaro
tomdrobnemmelK
4J jirettabgnitiulsnaarotcennoC
5J PRregnavtnO/cediniMrotcennoC
01J rosnesteengamdrobnemmelK
6. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN ELEKTRONISCHE KAART
Tab. 2 - Technische eigenschappen
gnideoV caV21
nejirettaB 59x56x051negnitemfa-hA7cdV21jirettabdoolnetolseghcsitemreh
rotamrofsnartneppahcs
negiE AV61-caV21eriadnuceS-ZH06-05~caV032eriamirP
moortsrotom.xaM A51
ruutarepmetsgnivegmO C°55+÷C°02-
negn
irekezsdiehgilieV A02-1°N
gnimmelkninegetgnigilieveB elortnocmoortS/redocnE
cdV42poseriosseccagnitsaleb.x
aM Am051
gnileppoklensgnitsaleb.xaM Am05
s’acigolsfjirdeB hcsitamotuaflaH/diehgilieV/”patsroovpats“hcsitam
otuA/hcsitamotuA
djittiuls/-nepO nerelflezrood
djitezuaP .ces03,02,01,5raabreemmargorP
gninepoekjiletleede
gednavgnavmO .mc081,051,021,09
diehlenS suaevin4poraabletsnI
thcarkehcsitatsgnilegeR suaevin4poraabletsnI
g
nimazgnalreV hcsinortkelE
drobnemmelkponegnagnI rosneS-.lsjibnedehgilieV-.pojibnedehgilieV-nepokjiletlee
deG-nepO
drobnemmelkponegnagtiU cdV21-cdV42seriosseccagnideoV-ejpmalelortnoC-pmalsgniwuhcsraaW-rotoM
sro
tcennoC jirettaB-PRnetraak/cedinimnetraaK
seitcnuferabreemmargorP -gnimmelkninegetthcark-gninepoekjiletl
eedeggnavmo-djitezuap-acigoL
gnivjirdnaadiehlens
Positiebruggen
niet wijzigen
Fig. 19

100
**
*
7. ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
Voer de bekabelingen uit zoals is aangegeven op fig. 20
7.1 Beschrijving klemmenbord J1
Tab.3-Beschrijvingaansluiting accessoires
melK gnivjirhcseB eriosseccanetolsegnaA
1ANEPO)gninepoegidellovodnammoc( .vjiB(tcatnocdnepoeglaamrontemgnineizrooV
)ponklet
uels
2BNEPO)gninepoekjiletleedegodnammoc( .vjiB(tcatnocdnepoeglaamrontemgnineizrooV
)ponkletuels
3POTS)troo
pgnirekkolbodnammoc( tcatnocnetolseglaamrontemgnineizrooV
)1(
4POWSF)gnineporoovnedehgilievtcatnoc( )MAEBEFAS.vjiB(nellecotoF
)1(
5LCWSF)gnitiulsroovnedehgilievtcatnoc( )MAEBEFAS.vjiB(nellecotoF
)1(
6TKIURBEGTEIN/
8-7 +)V42gnideovfeitisop( Am051seriosseccaemanpoelatotXAM
11-9 .L.W)ejpmalelortnocgnideov( W5,0
-V21navejpmaL
11-01 PMAL)thcilreppinkgnideov( V21THGILCAAFthcilreppinK
51÷21 -)cdV42gnideovfeitagen( /
(1) Als geen accessoires worden gemonteerd, dienen deze klemmen met massa te worden verbonden (klemmen 12 ÷ 15).
Opmerking: bij stilstaand automatisch systeem is de voeding van de accessoires (+24V) gedeactiveerd.
Magneetsensor
* Als u een andere dan de door FAAC geleverde transformator gebruikt,
verzeker u er dan van dat de secundair 12Vac - 16VA is.
** Zie voor de aansluiting van de fotocellen par. 7.4 Fig. 20

101
7.2 Bekabeling van de motor
Bekabelde motor van de DOMOGLIDE-B7 zoals aangegeven op onderstaande figuur, al naar gelang de richting waarin de poort
sluit.
7.3 Aansluiting fotocellen en veiligheidsvoorzieningen
Alvorensdefotocellen (of andere voorzieningen) aan te sluiten,
is het goed het bedrijfstype ervan te kiezen op basis van de
bewegingszonedie beschermd moet worden (zie fig. 22).
Opmerking: als twee veiligheidsvoorzieningen met normaal
gesloten contact dezelfde functie hebben, moeten ze
onderling in serie worden aangesloten (fig. 23).
Opmerking: als twee veiligheidsvoorzieningen met normaal
geopend contact dezelfde functie hebben, moeten ze
onderling parallel worden aangesloten (fig. 24).
Batterij
Sluitingsrichting
BLAUW
BRUIN
Batterij
Sluitingsrichting
BLAUW
BRUIN
Veiligheden bij sluiting Veiligheden bij opening
of opening/sluiting
Veiligheden bij opening
Serieaansluitingvan twee normaal gesloten contacten
Parallelaansluiting van twee normaal geopende contacten
Fig. 21
Fig. 23
Fig. 24
Fig. 22

102
Let op: er kunnen maximaal 2 paar fotocellen van het type SAFEBEAM worden aangesloten op de elektronische kaart
Aansluitvoorbeelden van fotocellen
7.4 Aansluiting kaarten MINIDEC, RP
Steekde decodeerkaart MINIDEC of RP in de kamconnector J5
(fig.19)zoalsaangegeven opfig. 26,waar deaansluiting vaneen
MINIDECwordt afgebeeld.
Voor de programmering van de decodeerkaarten volgt u de
afzonderlijkeinstructies.
8. INBEDRIJFSTELLING
8.1 Inschakeling van het systeem
Nadatalleeerder beschreven bekabelingen zijn aangebracht,
moetde installatiewordengevoed omde diagnostiektekunnen
verrichten,de eindaanslagmagneten teplaatsen,de status van
de ingangen te verifiëren en de aandrijving te programmeren.
8.2 Diagnostiek
Deled “P” (zie fig.19),alleenzichtbaar vanaf de binnenzijdevan
dehouder,heeftde diagnostiekfunctie. De led kent 4 statussen,
zoals blijkt uit onderstaande tabel.
Tab. 4 - Beschrijving status led P
naatnenamreP
maazgnaL
navdiehgizewnaaedpotdiuD
.jirettabnedalegponegninnapsten
snee(nereppink
)ednocesrep
s
dnisgninnapstenedtadnaatfeeG
tadne,nellavegtiusinetunim5nadrednim
.nedalegposijirettabed
tfjilb,treekgur
etreewmoortsedreennaW
.nednarbtsavdeled
edtaag,tmokguretteingninnapstenedslA
.)sudomPEELS(tiudel
nereppin
klenS
052repsnee(
).cesm
edtadnesigninnapstenretadnaatfeeG
.)dreekkolbegtroop(sigeeljirettab
jirettabedtot
nereppinklenstfjilbdeleD
.nedalegposiedneodlovreew
tiudeledtaag,tlavtiugninnapstenedslA
.)sudomPEELS(
tiU signinnapstenneegretadnaatfeeG
.)sudomPEELS(
Opmerking: in de SLEEP modus voldoet een OPEN impuls om
de poort te laten bewegen (met lege batterij).
1 paar fotocellen voor
SLUITING geenenkel mechanisme
wordtaangesloten 1 paar fotocellen voor
OPENING
2 paren fotocellen voor
SLUITING
1 paar fotocellen voor SLUITING
en1 voor OPENING/SLUITING
Fig. 25
Fig. 26

103
햲햳햴
!
8.3 Plaatsing van de eindaanslagmagneten
8.3.1 Voorbereiding
DeDOMOGLIDE-B7 aandrijvingisvoorzien vaneensensor, diede
poortin geopende of gesloten positie laat stoppen wanneer hij
depassagevan twee magneten waarneemt, die bevestigd zijn
aan de bovenkant van de tandheugel.
Ga als volgt te werk om de bijgeleverde magneten correct te
plaatsen:
• Monteer de magneten afhankelijk van de tandheugel die
gebruikt wordt:
1) Verzinkte tandheugel 30x6 module 4 (fig. 27 - ref.햲햲
햲햲
햲)
2) Verzinkte tandheugel 30x12 module 4 (fig. 27 - ref.햳햳
햳햳
햳)
3) Verstevigde nylon tandheugel 30x20 module 4 (fig. 27 -
ref.햴햴
햴햴
햴)
8.3.2 Plaatsing
• Plaats de magneten op de tandheugel zoals aangegeven
op fig. 28 ref.햲햲
햲햲
햲. Ga na of de afstand tussen de magneet en
het huis van de aandrijving maximaal 5 mm bedraagt (fig.
28, ref.햳햳
햳햳
햳).
• Haal de bevestigingsschroeven van de aandrijving definitief
aan (fig. 11).
8.3.3 Regeling en bevestiging
• Roep de functie Status van de ingangen op door op de
knop P2 te drukken (fig. 29 en par. 8.4).
• Breng de poort met de hand in geopende positie, op 2 cm
afstand tot de mechanische eindaanslag.
• Verschuif de magneet over de tandheugel (fig. 30) totdat u
ziet dat led 1 op de elektronische kaart uitgaat (fig. 29).
• Haal de bevestigingsschroeven van de magneet aan.
• Breng de poort met de hand in gesloten positie, op 2 cm
afstand tot de mechanische eindaanslag.
• Verschuif de magneet over de tandheugel (fig. 31) totdat u
ziet dat led 1 op de elektronische kaart uitgaat (fig. 29).
• Haal de bevestigingsschroeven van de magneet aan.
8.3.4 Vergrendeling van de aandrijving
• Verzeker u ervan dat de poort gesloten is.
• Draai de ontgrendelsleutel tegen de klok in (fig. 32).
• Haal de ontgrendelsleutel weg en berg hem op zijn plaats
op; sluit het beschermluikje weer.
• Beweeg de poort totdat de ontgrendeling aangrijpt.
diodo 1
Fig. 27
Fig. 28
Fig. 29
Fig. 31
Fig. 30
Fig. 32

104
P1
P2
P1
P2
!
!
P1
P2
P1
P2
!
!
P1
P2
!
!
!
!
!
P1
P2
P1
P2
!
!
!
!
8.4 Status van de ingangen
Dekaart heeft een functie waarmee de statusvandeingangen
op het klemmenbord kan worden nagegaan.
Bij de status met alle led’s uit (zowel die met letters als die met
cijfers) drukt u op de knop P2.
Deinschakelingvan deled’ssignaleertdestatus vandeingangen
zoals beschreven in Tab. 5.
Tab. 5 - Beschrijving led’s status ingangen
deL naA
)tcatnocnetolseg(
tiU
tcatnocdnepoeg()
A= AnepO feitcaodnammoCfeitcateinodnammoC
B= BnepO feitcaodnammoCfeitcateinodnammoC
C= potS feitcateinodnammoCfeitcaod
nammoC
D= powsF teinnedehgilieV
dreevitcaeg
nedehgilieV
dreevitcaeg
E= lcwsF teinnedehgilieV
dreevitcaeg
nedehgilieV
dreevitcaeg
1= rosneS teinnedehgilieV
dreevitcaeg dreevitcaegrosneS
Opmerkingen:
• zwartgedrukt zijn de condities van de led’s met de poort
gesloten in ruststand.
• In de functie status van de ingangen geeft de knop P1 het
commando voor OPEN A.
Na afloop van de controles drukt u opnieuw op de knop P2 om
de functie status van de ingangen te verlaten.
8.5 Programmering
De kaart heeft de volgende basisinstellingen:
Bedrijfslogica: A4
Pauzetijden: B1
Omvang gedeeltelijke opening: C2
Statische kracht: D3
Snelheid: E3
Als men een op de individuele wensen afgestemd programma
wil uitvoeren (zie par. 8.5.1 tot en met 8.5.5) en om de tijden te
leren (zie par. 8.5.6), moeten de volgende stappen worden
uitgevoerd.
8.5.1 Bedrijfslogica
Statusalleled’suit:druk op de knop
P1.
DeledA en de led 4 gaan branden.
Door op de knop P2 te drukken kan
gekozenwordenuit4verschillende
bedrijfslogica’s.
A1 automatisch
A2 veiligheid
A3 automatisch stap voor stap
A4 halfautomatisch stap voor
stap (default)
8.5.2 Pauzetijden
Wanneer u nogmaals op de knop
P1 drukt, gaan de led B en de led 1
branden.
Door op de knop P2 te drukken kan
gekozenwordenuit4verschillende
pauzetijden.
B1 5 seconden (default)
B2 10 seconden
B3 20 seconden
B4 30 seconden
8.5.3 Omvang van de gedeeltelijke opening
Wanneer u nogmaals op de knop
P1 drukt, gaan de led C en de led 2
branden.
Door op de toets P2 te drukken
kunnen4verschillende gedeeltelijke
openingenwordengekozen.
C1 90 cm
C2 120 cm (default)
C3 150 cm
C4 180 cm

105
P1
P2
P1
P2
!
!
P1
P2
P1
P2
!
!
P1
P2
P1
P2
P1
P2
!
!
!
!
!
!
!
8.5.4 Statische kracht
Wanneer u nogmaals op de knop
P1 drukt, gaan de led D en de led 3
branden.
Door op de knop P2 te drukken kan
gekozenwordenuit4verschillende
statische krachten.
D1 laag
D2 middellaag
D3 middelhoog (default)
D4 hoog
8.5.5 Snelheid
Wanneer u nogmaals op de knop
P1 drukt, gaan de led E en de led 3
branden.
Door op de knop P2 te drukken kan
gekozenwordenuit4verschillende
snelheden.
E1 laag
E2 middellaag
E3 middelhoog (default)
E4 hoog
8.5.6 Eenvoudige zelfleerprocedure
Wanneerunogmaalsop de knop
P1 drukt, gaan alle 5 de led’s, van
A tot E branden.
(controleerofde poort gesloten is
en de aandrijving vergrendeld).
Door de toets P2 1 seconde
ingedrukt te houden, begint de
poort te bewegen totdat de
magneet, die de eindaanslag bij
opening geeft, de sensor op de
aandrijving in werking stelt.
Gedurende deze fase knipperen
de 5 led’s. Na afloop van de
zelfleerprocedureblijvende 5led’s
vast branden.
Druknogmaalsop de knop P1 om
af te sluiten (alle led’s uit). Geef
een impuls OPEN A met de
radioafstandsbedieningofmetde
sleutelschakelaar, om de poort
weertesluiten.
8.6 Status controlelamp
Voor een controlelamp van 12V-0,5W (klem 9 - 11 op J1, zie fig.
20) wordt in de volgende tabel de status van deze lamp
beschreven naar gelang van de stand van de poort.
Tab. 6 - Status van de controlelamp
pmalelortnocsutatS troopsutatS
tiUnetolseG
naAezuapninepO-nepO
treppinKgnitiulsnI
naAgnineponI
naAdreekkolbeG
8.7 Test der automatische systeem
Na afloop van de programmering moet de werking van het
automatischesysteemenvanalleermee verbondenaccessoires,
met name de veiligheidsvoorzieningen, nauwkeurig worden
gecontroleerd.

106
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○○
9. HANDBEDIENDE WERKING
Als het nodig is de poort met de hand te bedienen omdat het
automatische systeem niet goed werkt, dient u het
ontgrendelsysteemalsvolgtte gebruiken:
• Open het beschermluikje met een munt.
• Haal de bijgeleverde sleutel die achter het luikje zit weg;
steek deze in het ontgrendelsysteem en draai hem met de
klok mee tot de mechanische aanslag (fig. 33).
• Voer de manoeuvre voor opening of sluiting met de hand uit.
10. HERSTEL VAN DE NORMALE WERKING
Als u de poort weer wenst te blokkeren, doet u dit als volgt:
• Breng de poort met de hand terug in gesloten positie.
• Draai de ontgrendelsleutel tegen de klok in tot aan de
mechanische aanslag (fig. 33).
• Haal de ontgrendelsleutel weg en berg hem op zijn plaats
op; sluit het beschermluikje weer.
• Beweeg de poort totdat de ontgrendeling aangrijpt.
11. ONDERHOUD
Verricht de volgende werkzaamheden minstens eenmaal per
zes maanden:
•Controle van de juiste afstelling van de beveiliging tegen
inklemming.
•Controle van de werking van het ontgrendelsysteem.
•Controle van de werking van de veiligheidsvoorzieningen en
van de accessoires.
12. REPARATIES
Neem voor eventuele reparaties contact op met erkende
reparatiecentra.
13. NOTAS
BLOKKEREN
DEBLOKKEREN
Fig. 33

107
a/7.baT
"1A"ACIGOL NESLUPMI
TROOPSUTATSA-NEPOBNEPOPOTSGNINEPONEDEHGILIEVGNITIULSNEDEHGILIEVLS/PONEDEHGILIEV
NETOLSEG djitezuapedanreewtiulsne,troopedtnepO )tkurdrednonepO(tceffeneeGtceffeneeG tceffeneeG
)tkurdrednonepO(
EZUAPniNEPO djitezuapedtdaalreH
gnikrewedtreekkolB
tceffeneeGdjitezuapedtdaalreH
GNITIULSJIB reewkjilledd
imnotroopedtnepO tceffeneeG nemokjilleddimnotreeK
nepotaag
nimotreeknetreekkolB
gnirevitcaedjibgninepo
GNIN
EPOJIB tceffeneeG nemokjilleddimnotreeK
tiuls tceffeneeG temroodtaagnetreekkolB
gnirevitcaedjibnenepo
DREEKK
OLBEG troopedtiulStceffeneeGtceffeneeG)tkurdrednonepO(tceffeneeG
b/7.baT
"2A"ACIGOL NESLUPMI
TROOPSUTATSA-NEPOBNEPOPOTSGNINEPONEDEHGILIEVGNITIULSNEDEHGILIEVLS/PONEDEHGILIEV
NETOLSEG djitezuapedanreewtiulsne,troopedtnepO )tkurdrednonepO(tceffeneeGtceffeneeG nepO(tceffeneeG
)tkurdredno
EZUAPniNEPO reewkjilleddimnotroopedtiulS
gnikrewedtreekkolB
tceffeneeG gnirevitcaedjib)tkurdrednoNEPO("
5antiulS
GNITIULSJIB reewkjilleddimnotroopedtnepO tceffeneeG nemokjilleddimnotreeK
nepotaag
nimotreeknetree
kkolB
gnirevitcaedjibgninepo
GNINEPOJIB reewkjilleddimnotroopedtiulS nemokjilleddimnotreeK
tiuls tceffeneeG temroodtaagnetreekkolB
gnirevitcaedjibnenepo
DREEKKOLBEG troopedtiulStceffeneeGtceffeneeG)tkurdrednonepO(tc
effeneeG
c/7.baT
"3A"ACIGOL NESLUPMI
TROOPSUTATSA-NEPOBNEPOPOTSGNINEPONEDEHGILIEVGNITIULSNEDEHGILIEVLS/PONEDEHGILIEV
NETOLSEG djitezuapedanreewtiulsne,troopedtnepO )tkurdrednonepO(tceffeneeGtceffeneeG nepO(tceffeneeG
)tkurdred
no
EZUAPniNEPO gnikrewedtreekkolB
gnikrewedtreekkolB
tceffeneeGdjitezuapedtdaalreH
GNITIULSJIB reewkjilleddi
mnotroopedtnepO tceffeneeG nemokjilleddimnotreeK
nepotaag
nimotreeknetreekkolB
gnirevitcaedjibgninepo
GNINE
POJIB gnikrewedtreekkolB nemokjilleddimnotreeK
tiuls tceffeneeG temroodtaagnetreekkolB
gnirevitcaedjibnenepo
DREEKKOLBEG troopedtiulStceffeneeGtceffeneeG)tkurdrednonepO(tceffeneeG
d/7.baT
"4A"ACIGOL NESLUPMI
TROOPSUTATSA-NEPOBNEPOPOTSGNINEPONEDEHGILIEVGNITIULSNEDEHGILIEVLS/PONEDEHGILIEV
NET
OLSEG troopedtnepO )tkurdrednonepO(tceffeneeGtceffeneeG nepO(tceffeneeG
)tkurdredno
NEPO reewkjilleddimnotro
opedtiulS
gnikrewedtreekkolB
tceffeneeG
)tkurdrednonepO(tceffeneeG
GNITIULSJIB gnikrewedtreekkolB nemokjill
eddimnotreeK
nepotaag
nimotreeknetreekkolB
gnirevitcaedjibgninepo
GNINEPOJIB gnikrewedtreekkolB nemokjilled
dimnotreeK
tiuls tceffeneeG temroodtaagnetreekkolB
gnirevitcaedjibnenepo
DREEKKOLBEG gnithciredreekegmonign
igewebedtavreH:NEPOaN
reewkjilleddimnotroopedtiulS:POTSaN
nepO(tceffeneeG
)tkurdredno
teomjihsla(tceffene
eG
jihtrednihrev,nenepo
)NEPO
)tkurdrednonepO(tceffeneeG

108
Richtsnoer voor het oplpssen van problemen
gnirotS nekazrooekjilegoM gnissolpO
.tiutraakedpoPdeL
5nadregnalsigninnapsteneD
tem,nellavegtiunedelegnetunim
.jirettabnedalegpo
ett
roopedmotaatslovslupmiNEPOneE
.negewebnetal
aíretabalnocderednóisnetedatlaF
.adagracsed
atsahadaeuqolbáre
cenamrepalecnacaL
aíretabalyderednóisnetalesergereuq
.etnemetneicifusodagracerayahes
.dreekkolbegmeetsys
hcsitamotuA
odnammoclekneneegtemhciztgeeweB
)rlekahcsletuelsfognineidebdnatsfa(
.geelnejirettaB
fositiutr
aakednavPdeledforeelortnoC
ponejirettabedlavegtidnI.treppinklens
.nedalnetal
tein)5ne4(WSFne)3(POTSroovn
emmelK
.netolsegnaa
slaoznegnilebakebedreelortnoC
reelortnocneseitcurtsniedninevegegnaa
edninaagnaatcerro
cE,D,Cs’deledfo
.negnagniednavsutats
.topaktraakgnirekeZ leeutnevenenerelortnocgnirekezeD
.)A02F(negnavre
v
.dreekkolbegmeetsyshcsitamotuA
.gnineidebletuelsaivneellahciztgeeweB
42nadregnallasigninnapsteneD
.nell
avegtiuruu
wueinpotdrowregnavtno-oidareD
gninnapstenedreennawdreevitcaeg
tdrowslupmineereennawfotreekgur
et
tidni;raalekahcsletuelsedtemnevegeg
neidni,regnavtnoedtdrowlaveg
edruu42edneglovporaadedednerudeg
.dre
evitcaedeg,treekguretteingninnaps
.tcefedgnineidebdnatsfA
erednaneetemreelortnoC
tcerrocmeetsystehfognin
eidebdnatsfa
etcefededleeutnevegnavrevnetkrew
.gnineidebdnatsfa
.tcefedtraakregnavtnO
meetsysehcsitamotua
tehneidnI
navrehciznemnetfjilbdreekkolbeg
gnineidebdnatsfaedtadtfeehdgiutrevo
traakregnavtnoed,sitcefedt
ein
.negnavrev
.dlednergrevmeetsyshcsitamotuA
edraam,dlekahcsegnitdrowrotomeD
.teintgeewebtroop
ehcsinahce
medtfeehrotomeD
.tkierebgalsnaadnie
sneglovnetengamgalsnaadnieedstaalP
.eitcurtsnied
tehtreekgnigewebeded
nerudeG
rednozgnigewebedmeetsysehcsitamotua
.moneder
temgniteomtno(thcarkegaleT
.)lekatsbogidleebkned
fone
nets,slekatsboneegreforeelortnoC
,njiztroopednavetuoredpotlafsaneffeno
ednavthcarkehcsitatsedgoohrevne
.
rotom
elehedtreovmeetsysehcsitamotuateH
dgaartrevgnitiuls/gnineporoovgnigeweb
rednozgalsnaadnieedpotpots
fo,tiu
.gnigartrev
.dreovegtiutcerrocteinnerelfleZ .seitcurtsniedsneglovtiunerelfleztehreoV
siteengamgals
naadnieednaveitisopeD
.tcerroctein
ednaveitisopedreelortnoC
ne,eitcurtsniedsneglovnegalsnaadnie
.tiuwuein
ponerelfleztehreov
ednegetdiehlensellovtemtmoktroopeD
.galsnaaehcsinahcem
siteengamgalsnaadnieednaveitis
opeD
.tcerroctein
ednaveitisopedreelortnoC
ne,eitcurtsniedsneglovnegalsnaadnie
.tiuwueinponerelfleztehreo
v

Gids voor de gebruiker
AUTOMATISCH SYSTEEM DOMOGLIDE
Lees deze instructies aandachtig door alvorens het product te
gebruiken, en bewaar hen voor eventueel gebruik in de
toekomst
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Alshet automatischesysteem DOMOGLIDEcorrectgeïnstalleerd
en gebruikt wordt, garandeert het een hoge veiligheidsgraad.
Enkeleeenvoudige gedragsnormenkunnen verderongewenste
ongemakkenvermijden:
- Passeer de poort niet wanneer deze in beweging is. Wacht
tot de poort helemaal geopend is, alvorens te passeren.
- Blijf beslist niet stilstaan op de route waarover de poort zich
verplaatst.
- Blijf niet in de buurt van het automatische systeem staan en
sta het niet toe dat kinderen, volwassenen en voorwerpen in
de buurt van het systeem blijven staan; dit geldt nog des te
meer wanneer het systeem in werking is.
- Houd de radio-afstandsbediening of alle andere impulsgevers
die de deur kunnen aandrijven buiten bereik van kinderen,
om te voorkomen dat het automatische systeem ongewenst
wordt aangedreven.
- Sta het kinderen niet toe met het automatische systeem te
spelen.
- Houd de beweging van de poort niet opzettelijk tegen.
- Voorkom dat takken of struiken de beweging van de poort
kunnen hinderen.
- Houd de lichtsignaleringssystemen efficiënt en goed zichtbaar.
- Probeer de poort niet met de hand te bewegen als deze niet
eerst ontgrendeld is.
- Bij storingen moet de motorvertraging worden ontgrendeld
om binnen te kunnen en moet een technische ingreep door
gekwalificeerd personeel worden afgewacht.
- De batterijen moeten worden afgekoppeld voordat de
handbediende ontgrendeling wordt gebruikt. - Breng geen
wijzigingen aan op componenten die deel uitmaken van
het automatische systeem.
- Doe geen pogingen tot reparaties of directe ingrepen, en
wendt u zich alleen tot gekwalificeerd personeel.
- Laat de werking van het automatische systeem, de
veiligheidsvoorzieningen en de accessoires minstens eenmaal
per half jaar controleren door gekwalificeerd personeel.
BESCHRIJVING
Deze aanwijzingen zijn geldig voor het volgende model:
FAACDOMOGLIDE
HetautomatischesysteemFAACDOMOGLIDEvoorschuifpoorten
bij woonhuizen bestaat uit een onomkeerbare
elektromechanischeaandrijving die wordt gevoed op 12 V dc,
en gecombineerd is met elektronische apparatuur met een
werkbatterij(dusgeen back-up batterij), die de werking vanhet
automatischesysteemook garandeertalsdenetspanninguitvalt.
Het onomkeerbare systeem garandeert de mechanische
blokkeringvan de poort wanneer de motornietin werking is. Een
handbediende deblokkering maakt het mogelijk de poort ook
temanoeuvreren als hetautomatische systeem nietgoedwerkt.
De werking van de motorvertraging wordt bestuurd door een
elektronische besturingsunit die is ondergebracht in de
motorvertraging, en voldoende beschermd is tegen
weersinvloeden.
Depoort bevindtzichgewoonlijk in geslotenpositie. Wanneer de
elektronischeuniteencommandototopening ontvangt via de
radio-afstandsbedieningofeen willekeurigeandereimpulsgever,
drijfthij de motorvertraging aan diededeurin geopende positie
brengtwaardoortoegang mogelijk wordt.
Alshet automatische bedrijf is ingesteld, gaandevleugelsna de
ingestelde pauzetijd weer uit zichzelf dicht.
Alsdehalfautomatischewerkingisingesteld,moeteentweede
impuls worden gegeven om de poort weer te sluiten.
Eenstop-impuls(indien voorzien)laatdebewegingaltijd stoppen.
Voorhetgedetailleerde gedrag van het automatische systeem
metde verschillende logica’s, vraag de installatietechnicus.
Bijautomatischesystemenzijnveiligheidsvoorzieningenaanwezig
diedebewegingvandedeur verhinderen wanneer er zich een
obstakel in het door hun beschermde gebied bevindt.
Het automatische systeem DOMOGLIDE is voorzien van een
regelbarebeveiliging tegen inklemming, die de beweging van
de poort omkeert indien hij in contact komt met een obstakel.
De lichtsignalering geeft aan dat de poort een beweging aan
het maken is.
HANDBEDIENDE WERKING
Als het nodig is de poort met de hand te bedienen omdat het
automatische systeem buiten werking is, dient u als volgt de
ontgrendelingtegebruiken:
• Open het beschermluikje met een munt.
• Haal de bijgeleverde sleutel die achter het luikje zit weg;
steek deze in het ontgrendelsysteem en draai hem met de
klok mee tot de mechanische aanslag (fig. 1).
• Voer de manoeuvre voor opening of sluiting met de hand uit.
HERVATTING VAN DE NORMALE WERKING
• Breng de poort met de hand terug in gesloten positie.
• Draai de ontgrendelsleutel tegen de klok in tot aan de
mechanische aanslag (fig. 1).
• Haal de ontgrendelsleutel weg en berg hem op zijn plaats
op; sluit het beschermluikje weer.
• Beweeg de poort totdat de ontgrendeling aangrijpt.
BLOKKEREN
DEBLOKKEREN
Fig. 1
Other manuals for DOMOGLIDE-B7
1
Table of contents
Languages:
Other FAAC Garage Door Opener manuals