88
9. Model invliegen
Om de prestaties van uw model geheel te kunnen benutten is het noodzakelijk, dat u uw model invliegt. En dat betekent niet, dat u aan de eigenheden van uw
model moet wennen. Veelmeer moet u hiervoor verschillende vliegmanoeuvres doelgericht uitvoeren en hierbij precies het gedrag van uw model in de gaten
houden. Vlieg de figuren steeds meerdere keren, alleen zo kunnen stuurfouten of het onjuiste invliegen in de figuur uitgesloten worden. Voert u veranderingen
bij uw model uit, verander dan altijd maar één parameter en controleer de veranderingen tijdens het vliegen.
Te controlerende functie
Uitslagen van de stuurknuppels
Positie van het zwaartepunt
(Deze instelling is afhankelijk van
het gewenste vlieggedrag.
Zwaartepunt naar achteren zorgt
voor slechtere stabiliteit maar
betere vliegprestaties)
Motor zijneiging naar rechts
Motorneiging omlaag
Differentiatie
Uitvoering
Gebruik voor de betreffende
roerfunctie de volledige uitslag
Trim het model in voldoende hoogte
horizontaal en druk het dan met
gesmoorde motor verticaal naar
beneden. (Voorzichtig bij te hoge
snelheid en te enge afvangradiussen)
Vlieg van u weg en let op, dat uw
model niet een draagvlak laat
"hangen". Trek het model nu bij max.
snelheid verticaal naar boven.
Vlieg meerdere keren met vol
motorvermogen in een hoek van 90°
graden ten opzichte van uw
gezichtspunt heen en terug. Telkens
wanneer het model direct voor u is,
neemt u plotseling het gas weg.
Vlieg meerdere rollen met uw model
Vlieggedrag
Controleer de reactie op elke
stuurknuppel.
A: Het model vliegt kaarsrecht naar
beneden verder.
B: Het model verandert zijn vlieg-
richting in de richting “omhoog”.
C: Het model ondersnijdt en duikt in
de richting “omlaag” weg.
A: Het model stijgt recht.
B: Het model draait bij het stijgen naar
links.
C: Het model draait bij het stijgen naar
rechts.
A: Het model vliegt recht verder.
B: Het model vliegt in de richting
“omhoog” weg.
C: Het model vliegt in de richting
“omlaag” weg.
A: Het model rolt zoals “aan de kabel
getrokken”.
B: De rol-as wordt kurkentrekker-
vorming in de rolrichting getrokken.
C: De rol-as wordt kurkentrekker-
vorming tegen de rolrichting in
getrokken.
Veranderingen bij het model
- Voor het hoogte- en het rolroer
stelt u de door uw gewenste
uitslagen in.
- Het richtingsroer stelt u op de
maximale uitslag in.
A: Geen verandering noodzakelijk.
B: Zwaartepunt verder naar
achteren leggen resp. lood in de
staart van de romp lijmen.
C: Zwaartepunt verder naar voren
leggen resp. lood in de punt van
de romp lijmen.
A: Geen verandering noodzakelijk.
B: Motor zijneiging verhogen.
C: Motor zijneiging verlagen.
A: Geen verandering noodzakelijk.
B: Motorneiging verkleinen.
C: Motorneiging verhogen.
A: Geen verandering noodzakelijk.
B: Differentiatie verhogen (het naar
onder lopende rolroer krijgt minder
uitslag).
C: Differentiatie verlagen (het naar
onder lopende rolroer krijgt meer
uitslag).
Let op, dat de afzonderlijke instelwaarden zich onderling kunnen beïnvloeden. Daarom is voor het exacte invliegen de perfecte beheersing van het
model, een zekere hoeveelheid ervaring en ook het nodige geduld noodzakelijk, zodat het modelvliegtuig een kunstvliegmodel wordt.
5
Zum Aufbau und Betrieb ist folgendes Zubehör erforderlich:
Aufbau:
Balsamesser, Schere, Minibohrmaschine mit unterschiedlichen Bohrern, Schraubendreher, Folienstift, 5-min Epoxyd-Harz, evtl. Thixotropiermittel (Micro-Ballon
oder Baumwollflocken) zum Eindicken des Harzes, dünnflüssiger Sekundenkleber, Schleifpapier, Bügeleisen und Klettband.
Achtung!
Beim Umgang mit Klebstoffen und beim Tränken von Balsaholz mit Sekundenkleber, z.B. bei Bohrlöchern für Befestigungsschrauben, können
gesundheitsschädliche Dämpfe entstehen. Achten Sie deshalb auf eine ausreichende Belüftung des Arbeitsraumes. Überschüssiger Sekunden-
kleber kann mit Aceton aus der Apotheke wieder entfernt werden.
Fertigstellung:
4 hochwertige Micro-Servos (z.B. Conrad Best.-Nr.: 230500 oder 223145)
1 Brushless Außenläufer-Elektromotor (z.B. Conrad Best.-Nr.: 233999)
1 Brushless Regler (z.B. Conrad Best.-Nr.: 234020)
1 Propeller für Elektromotoren (z.B. Conrad Best.-Nr.: 231431)
1 LiPo-Flugakku (z.B. Conrad Best.-Nr.: 231812)
4 Servo-Verlängerungskabel (z.B. Conrad Best.-Nr.: 223733)
1 geeigneter Propellerspinner nach Wahl
Betrieb:
Zum Fliegen ist eine geeignete Fernsteueranlage ab 4 Kanäle erforderlich.
5. Symbol-Erklärung
Das Symbol mit dem Ausrufezeichen weist Sie auf besondere Gefahren bei Handhabung, Betrieb oder Bedienung hin.
Das „Pfeil“-Symbol steht für spezielle Tipps und Bedienhinweise.