DITEC entrematic TRAFFIC C User guide

DITEC S.p.A.
Via Mons. Banfi , 3 - 21042 Caronno Pertusella (VA) - ITALY
Tel. +39 02 963911 - Fax +39 02 9650314
www.ditec.it - ditec@ditecva.com
ISO 9001
Cert. n°0957
TRAFFIC C - TRAFFIC CM
0DT829 - rev. 14-09-2011
Handleiding voor installatie,
onderhoud, gebruik
(Originele instructies)
Installation manual,
main te nance, use.
(Original instructions)
NL
EN

- 2 -
0DT829 14/09/2011
1. ALGEMENE WAARSCHUWINGEN M.B.T. DE VEILIGHEID
Deze installatiehandleiding is uitsluitend bedoeld voor vakkundig competent personeel.
De installatie, de elektrische aansluitingen en de afstellingen moeten uitgevoerd worden met inachtneming van Goed
Vakmanschap en de geldende voorschriften.
Lees de instructies aandacht voordat u begint met de installatie van het product. Een onjuiste installatie kan een bron van
gevaar vormen. De verpakkingsmaterialen (kunststof, polystyrol, enz.) mogen niet in het milieu worden achtergelaten en
moeten buiten bereik van kinderen worden gehouden aangezien deze een mogelijke bron van gevaar kunnen zijn.
Controleer, voor de installatie, of het product intact is. Installeer het product niet in een explosieve omgeving en atmosfeer:
aanwezigheid van gas of ontvlambare dampen vormen een groot gevaar voor de veiligheid. Voordat u de deur installeert,
alle structurele wijzigingen met betrekking tot een veilige doorgang en de bescherming of afscherming van alle gebieden
waar risico bestaat van beknelling, het afsnijden of meesleuren van ledematen en gevaar in het algemeen.
Controleer of de bestaande structuur voldoet aan de noodzakelijke vereisten voor stevigheid en stabiliteit. De
veiligheidsvoorzieningen (fotocellen, gevoelige randen, noodstop, enz.) moeten geïnstalleerd worden rekening houdend
met: de geldende voorschriften en richtlijnen, de criteria van Goed Vakmanschap, de installatie-omgeving, de werkingslogica
van het systeem en de krachten die ontwikkeld worden door gemotoriseerde deuren of hekken.
De veiligheidsvoorzieningen moeten eventuele gebieden van de deur beschermen waar risico op beknelling, het afsnijden of
afrukken van ledematen en gevaar in het algemeen bestaat. Bevestig de waarschuwingen die door de geldende voorschriften
voorzien zijn om de gevaarlijke zones aan te geven.
Bij elke installatie moet de indicatie van de identifcatiegegevens van de deur zichtbaar blijven.
Voordat de elektrische voeding wordt aangesloten moet u zich ervan verzekeren dat de gegevens op het plaatje overeenkomen
met die van het elektriciteitsnet. Zorg op het voedingsnet voor een omnipolaire schakelaar/scheidingsvoorziening met
een opening tussen de contacten van 3 mm of meer. Controleer of er bovenstrooms van de elektrische installatie een
geschikte differentieelschakelaar en een beveiliging tegen overspanning. Sluit de deur aan op een effectieve aardingsinstallatie
uitgevoerd volgens de geldende veiligheidsvoorschriften. De fabrikant van de deur kan niet aansprakelijk gesteld worden als er
onderdelen geïnstalleerd worden die niet compatibel zijn met de doelstellingen van de veiligheid en de goede werking. Voor de
eventuele reparatie of vervanging van onderdelen mogen uitsluitend orginele DITEC vervangingsonderdelen gebruikt worden.
De installateur moet alle informatie verschaffen met betrekking tot de automatische en handmatige werking en de noodbediening
van de gemotoriseerde deur of hek, en de gebruiker van het systeem de gebruiksaanwijzing geven.
INHOUDSOPGAVE VAN DE ONDERWERPEN
Hoofdst. Onderwerp ............................................................................................................................ Pag.
1. ALGEMENE WAARSCHUWINGEN M.B.T. DE VEILIGHEID ..................................................... 2
2. TECHNISCHE KENMERKEN ..................................................................................................... 3
3. MECHANISCHE INSTALLATIE
3.1 Eerste controles ......................................................................................................................4
3.2 Bevestiging van de verticale stijlen ......................................................................................... 4
3.3 Montage van de dwarsbalk ....................................................................................................4
3.4 Plaatsing van de dwarsbalk .................................................................................................... 4
3.5 Montage van het doek ............................................................................................................ 4
3.6 Montage van de tegenwichten ...............................................................................................4
3.7 Montage van de noodontgrendelhendel (optioneel) ............................................................... 4
3.8 Installatie van de fotocellen ..................................................................................................... 4
3.9 Installatie van de veiligheidsbalk ............................................................................................. 4
4. ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
4.1 Elektrisch schakelpaneel ........................................................................................................ 5
4.2 Aansluitingen elektrisch schakelpaneel / motor / beveiligingen .............................................. 5
4.3 Veiligheidsfotocellen ............................................................................................................... 5
5. ELEKTRONISCH BEDIENINGSPANEEL
5.1 49E - aansluitingen ................................................................................................................. 6
5.2 47E (inverter) - aansluitingen ................................................................................................ 10
6. INSTELLINGEN EN START
6.1 Controle van de bewegingsrichting ...................................................................................... 14
6.2 Regeling van de balk ............................................................................................................ 14
7. OPSPOREN VAN STORINGEN ................................................................................................. 15
8. ONDERHOUDSSCHEMA ......................................................................................................... 16
Alle rechten voorbehouden
Alle gegevens en specificaties werden met grote zorg opgesteld en gecontroleerd. De fabrikant is echter niet aansprakelijk
voor eventuele vergissingen, weglatingen of onvolledige gegevens te wijten aan technische redenen of redenen in verband
met illustraties.
Optioneel accessoire Safety Confort
CSafety Top
T

- 3 - 0DT829 14/09/2011
Ref. Beschrijving
1Bak
2Reductiemotor K10
3Oprolas
4Aandrijfketting
5Trommel riem tegenwicht
6Manuele ontgrendelgreep
7Aluminiumprofi el veiligheidsbalk
8Rubberprofi el veiligheidsbalk
9Verdeelkast balk
10 Verbindingskabel balk
11 Riem tegenwicht
12 Modulair tegenwicht
13 Afdekplaat rechterstijl
Ref. Beschrijving
14 Afdekplaat linkerstijl
15 Rechterstijl
16 Linkerstijl
17 Aluminiumprofi elen doek
18 Versterkingsbuis doek
19 Elektronisch bedieningspaneel
20 Fotocel LAB4
21 Riem heffen doek
22 Bevestiging doekriem
23 Doorzichtige sector
24 Sector in polyester
25 Tas bekleding balk
NL
15
20
13
21
3
4
5
1
2
7
8
14
18
9
16
10
25
24
23
22
12
11
6
17
19
2. TECHNISCHE KENMERKEN
ELEKTRONISCH BEDIENINGSPANEEL DRIEFASE (49E)
Voedingsspanning .............................. 400 V, 50/60 Hz
Absorptie ................................................................. 6 A
Voeding hulpbedieningselementen .................24V
Vermogen motor ............................................0,75 KW
Beschermingsgraad bedieningspaneel .............. IP 55
Bedrijfstemperatuur ................................... - 5 + 50 °C
ELEKTRONISCH PANEEL 47E (INVERTER)
Voedingsspanning ................. 230 V eenfase 50/60 Hz
Absorptie ............................................................... 10 A
Voeding hulpbedieningselementen .................24V
Vermogen motor ............................................0,75 KW
Beschermingsgraad bedieningspaneel .............. IP 55
Bedrijfstemperatuur ................................... - 5 + 50 °C

- 4 -
0DT829 14/09/2011
3.1 Eerste controles (fig.1)
• Controleer de afmetingen van de ruimte en of ze overeenkomen met de maten van de deur, rekening houdend met de
noodzakelijke tolerantie indien de installatie binnen de spanwijdte plaats moet vinden. Controleer of er geen obstakels
zijn die de montage belemmeren.
• Verzeker u ervan dat de steunvlakken waterpas zijn en pas deze eventueel aan met behulp van geschikte wiggen.
• Controleer de stevigheid van de structuur van de ruimte: een stevige verankering met behulp van beugels of pluggen moet
gegarandeerd zijn. In geval van onvoldoende of twijfelachtige stevigheid moet er gezorgd worden voor een geschikte
zelfdragende metalen structuur.
3.2 Bevestiging van de verticale stijlen (fig.2)
• Meet de totale lengte van de dwarsbalk (LT) en merk op de vloer de positie van de verticale stijlen.
• Verwijder de afdekplaten van de stijlen en bevestig de bases ervan op de merktekens met pluggen maat M8 (fig.4).
• Plaats de verticale stijlen loodrecht en bevestig ze (A) voor externe beugels of (B) voor bevestiging binnenin de kolom.
Maat van pluggen M8. Controleer de diagonalen.
Maak geen boringen in de verticale stijl ter hoogte van de zone waar het tegenwicht loopt (C).
3.3 Montage van de dwarsbalk
• Verwijder de bouten M8 die vooraf op de uiteinden van de dwarsbalk gemonteerd zijn.
• Hef de dwarsbalk met een geschikt hefmiddel.
• Leg de dwarsbalk op de verticale stijlen, breng de bevestigingsbouten terug in en haal ze aan (fig.3).
• In geval van deuren met PL > 4000 raden we aan om de dwarsbalk in het midden vast te maken (om een onesthetische
doorbuiging van het bouwstaal te voorkomen).
3.4 Plaatsing van de dwarsbalk
• Raadpleeg de afbeeldingen (fig.5A-5B-5C) en positioneer het riemoverbrengingswiel in functie van de positie van het
doek, de standaardplaatsing is die op (fig.5A).
• In het geval dat het riemoverbrengingswiel niet in de positie “5A” dient te blijven staan, schroef dan de bout M8 los, verplaats
het wiel en zet het in de gewenste positie. Controleer na de bevestiging van het wiel of het vrij ronddraait. Herhaal de
werkzaamheid voor elke steun
3.5 Montage van het doek
• Breng het doek aan in de verticale stijlen en til het op, controleer of de riemringen de juiste stand hebben.
• Bevestig met de bijgeleverde bouten M8 de mof voor doekbevestiging op de dwarsbalk (fig.6).
• Laat het doek zakken totdat het helemaal afgerold is. Voor Traffic C met modulair doek:regel de doeklengte, wikkel het zo
nodig op de bevestigingsbuis op.
• Rol de hefriemen van het doek af en laat tenminste twee wikkelingen als reserve op de liertrommel liggen. (fig.9)
• Steek de riemen door de riemringen op het doek. (fig.7)
• Bevestig de uiteinden van de riemen door middel van de beugels op de 1ste buis. (fig.7)
• Bevestig de buizen door middel van de plastic afdekdoppen om te voorkomen dat ze zijdelings wegschuiven (fig.8) op de
1ste buis zijn de afdekdoppen al vastgemaakt.
3.6 Montage van de tegenwichten
• Hef het tegenwicht met een geschikt middel (heftruck).
• Wikkel de riemen los en doe ze over de leirollen lopen. Trek de riem rond de bovenste pen, bevestig hem met het speciale
plaatje en houd daarbij het tegenwicht op een afstand van ongeveer 200 mm van de bovenste eindaanslag. (fig.9)
• Voer de fijnregeling van de balans uit met de 4 onderste elementen van het tegenwicht. (fig.9)
3.7 Montage van de noodontgrendelhendel (optioneel)
• De noodontgrendelhendel dient gemonteerd te worden op een hoogte van tenminste 1,8 m ten opzichte van de vloer
(fig.10, 11).
• Plaats de aandrijfkabel in de gleuven en sluit hem aan op de rem van de reductiemotor (fig.12, 13).
• Controleer of de inrichting correct werkt; als u de hendel bedient, moet het doek kunnen worden opgetild.
• Op Traffic CM met dubbele motor worden de ontgrendelingen aangesloten via de inrichting op afbeelding 14.
3.8 Installatie van de fotocellen
• Installeer de behuizingen op de stijl (fig.15). Volg voor de aansluitingen de instructies in het pak van de fotocellen.
3.9 Installatie van de veiligheidsbalk
• Positioneer het doek op een hoogte van ongeveer 1m.
• Steek de veiligheidsbalk in de onderste tas van het doek (fig.16).
• Doe de balk over de gehele lengte van het doek schuiven en centreer hem goed ten opzichte van het doek.
3. MECHANISCHE INSTALLATIE
Zie de tekeningen van de mechanische installatie op pagina 22 - 23 (uit te nemen blad in het midden)

- 5 - 0DT829 14/09/2011
0 1
Tx1 Rx1
0 1
0 1
Tx2Rx2
0 1
A935G/E
A935L
7982
7982
A451L
A934E/L
A933A - 7823B
A931C - 7824B
7825A - C
7823A
7824A
7824A
7825A
A935E/F
7823C/D
7824C/D
7824C/D
Zwart
Blauw
Zwart
Blauw
Oranje
Rode
Zwart
Blauw
Oranje
Rode
Zwart
Blauw
C T
19
1817
4. ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
4.1 Elektrisch schakelpaneel
• Plaats in de behuizing de kabels met de voorbedrade klemmenborden en sluit ze aan op de kaarten (fi g.17). Leg de kabels
in de kabelgoot en sluit de connectors die op de motor zijn voorbereid aan (fi g.18).
4.2 Aansluitingen elektrisch schakelpaneel / motor / beveiligingen
• In fi guur 19 zijn de geleverde bedradingen schematisch afgebeeld en hun plaatsing in de deur; elke bedrading wordt
geïdentifi ceerd door een speciale code op een sticker.
4.3 Veiligheidsfotocellen
• Voer de aansluitingen uit zoals aangegeven in (fi g.19).
• Maak de aansluitingen in het elektrisch schakelpaneel zoals aangegeven in de schema's.
NL

- 6 -
0DT829 14/09/2011
17 14 12 11 0 0 0 1 1 2 3 4 6 8 9 20 41
17 14 12 11 0 0 0 1 1 2 3 4 6 8 9 20 41
49E
INGANGEN
Commando Functie Beschrijving
1 2 N.O Automatische sluiting
De permanente sluiting van het contact maakt de automatische sluiting mogelijk.
1 3 N.O Opening Met DIP1=ON activeert de sluiting van het contact de openingsmanoeuvre.
Geleidelijk Met DIP1=OFF activeert de sluiting van het contact een manoeuvre van
opening of sluiting in volgorde: opent-stop-sluit-opent.
NB.: als de automatische sluiting geactiveerd is, is de stop niet permanent
maar duurt deze gedurende de tijd die is ingesteld door TC.
1 4 N.O Sluiting De sluiting van het contact activeert het sluitingsmanoeuvre.
1 6 N.C Veiligheidsomkering De opening van het veiligheidscontact veroorzaakt de omkering van de
beweging (heropening) tijdens de sluitingsfase.
41 8 N.C Veiligheidsomkering De opening van het veiligheidscontact veroorzaakt de omkering van de
beweging (heropening) tijdens de sluitingsfase.
1 9 N.C Stop
De opening van het veiligheidscontact veroorzaakt het stoppen van de beweging.
1 9 N.O Niet-puls commando De permanente opening van het veiligheidscontact maakt de werking van
een niet-puls commando mogelijk.
In deze omstandigheid werken de bedieningsknoppen openen (1-3/1-20) en
sluiten (1-4) alleen als ze ingedrukt gehouden worden, zodra ze losgelaten
worden stopt de automatische werking.
De eventueel aanwezige veiligheidsvoorzieningen, de bedieningsknop
geleidelijke en automatische sluiting zijn buiten werking gesteld.
1 20 N.O Gedeeltelijke
opening
De sluiting van het contact activeert een gedeeltelijk openingsmanoeuvre
gedurende de tijd die is ingesteld met behulp van de trimmer RP.
Als de automatische werking stopt, voert het commando gedeeltelijke opening
een manoeuvre uit die tegengesteld is aan die van voor het stoppen.
0 11 N.C Eindaanslag sluit De opening van het contact van de eindaanslag stopt de sluitingsbeweging.
0 12 N.C Eindaanslag opent De opening van het contact van de eindaanslag stopt de openingsbeweging.
0 17 Niet gebruiken Laat de ingang niet aangesloten
UITGANGEN
Kaart Uitgang Waarde Beschrijving
EL07L
1 +
0 – 24 V= / 0,5 A
Voeding accessoires.
Uitgang voor voeding externe accessoires met inbegrip van de
lampjes status automatische werking.
0 14 24V= / 50 W
(2 A)
Knipperend (LAMPH).
Treedt in werking tijdens de openings- en sluitingsmanoeuvres.
EL07PW1
- LK + 24 V= / 0,5 A Uitgang is actief tijdens de beweging van de deur.
400 V~ / 4 A
Driefase motor.
NB.: als de rotatie van de motor niet overeenkomt met de juiste
bewegingsrichting, de fasen U - W omkeren
U W V
M
3 ~
5.1 ELEKTRONISCH BEDIENINGSPANEEL 49E - AANSLUITINGEN
Werking met niet-pulscommando Werking met pulscommando

- 7 - 0DT829 14/09/2011
49E
17 14 12 11 0 0 0 1 1 2 3 4 6 8 9 20 41
L3 L2 L1
F
U
S
E
F4
U W V
- LK +
RP TC ON
ON
1 2 3 4 5 6
11 12 17 IN SA POWER
NIO
SO EO
PRG
COM
EL07L
00000000000
www.ditec.it
17 14 12 11 0 0 0 1 1 2 3 4 6 8 9 20 41
1
3
9
4
LDV
LDR
20
J7
A931C - 7824B
LK
A
CM
A933A - 7823B
0 1
A935L A935G / E
0 1
RX2
TX1
A451L
0 1
A935C A935G / E
0 1
RX2
TX1
A451L
41 1 IN1
OUT1
EL07PW1
00000000000
M LKLS
A934E/L
A934E/L
7825A-C
LS
0 1
RX1
0 1
TX2
7982
7982
0 1
RX1
0 1
TX2
7982
7982
7825A-C
Rode
Wit
Bruin
Oranje
Zwart
Blauw
Oranje
Zwart
Blauw
Oranje
Rode
Zwart
Blauw
Bruin
Wit
Oranje
Rode
Blauw
Zwart
Zwart
Blauw
Wit
Bruin
Bruin
Blauw
Zwart
Blauw
Oranje
Rode
Zwart
Blauw
Oranje
Rode
Bruin
Blauw
Zwart
Blauw
Oranje
Rode
Zwart
Blauw
Oranje
Rode
C
TT
C
Rode
0
1
8
41
0
1
Zwart
Blauw
Oranje
Rode
Zwart
Blauw
T
Rode
Oranje
Blauw
Zwart
Blauw
Zwart
1
6
1
0
1
0
0
1
SOF
SOF
0
1
TAansluiting uit te voeren door
de monteur
Standaardaansluiting met
voorbedrading
C
C
Rode
Oranje
Blauw
Zwart
1
6
1
0
Blauw
Zwart
1
0
NL

- 8 -
0DT829 14/09/2011
49E
Trimmer Beschrijving
TC
Instelling automatische sluitingstijd. Van 0 tot 30 s.
NB.: na de activering van het stopcommando, bij het opnieuw sluiten van het contact 1-9, wordt de
automatische sluiting alleen in werking gesteld na een commando van volledige, gedeeltelijke of
geleidelijke opening.
RP Instelling motor gedeeltelijke opening. Van 0 tot 30 s.
0 s 30 s
0 s 30 s
1 2 3 4 5 6
ON
SIGNALEN EN INSTELLINGEN
Voor Traffic
positioneer
de Dip-switch als
volgt:
Dip-switch Beschrijving OFF ON
DIP 1 Werking commando 1-3. Geleidelijk. Opening.
DIP 2 Herstel automatische
sluitingstijd. Niet gebruiken. 100 %
DIP 3 Voorflits vast op 3 s. Gedesactiveerd bij
opening.
Geactiveerd zowel bij
opening als sluiting.
DIP 4 Type toepassing. Niet gebruiken. Flexibele deur.
DIP 5 Dynamische rem bij
sluiting. Gedesactiveerd. Niet gebruiken.
DIP 6 Dubbele snelheid. Gedesactiveerd. Niet gebruiken.
Tijdelijke
verbindings-draden Beschrijving OFF ON
SO Werking
veiligheidsomkering
Als de automatische werking gestopt
is, als het contact 41-8 geopend is, kan
de handmatige openingsmanoeuvre
geactiveerd worden.
Als de automatische werking gestopt
is, als het contact 41-8 geopend is,
wordt willekeurig welk manoeuvre
verhinderd.
EO Elektrische rem. Niet gebruiken. Normaal.
Knop LED
Activeert het
openingsmanoeuvre. De brandende groene led geeft de aanwezigheid aan van voeding 24 V=.
Activeert het manoeuvre van
gedeeltelijke opening.
Stelt de functie STOP in en
buiten werking.
De brandende rode led geeft de in werking stelling van STOP aan.
De knipperende rode led geeft de in werking stelling van de veiligheidsvoorzieningen aan.
Activeert het
sluitingsmanoeuvre.
ON
LED Brandt Knippert
POWER Aanwezigheid van voeding 24 V=. /
SA Geeft aan dat minstens een van de
veiligheidscontacten open is. ( 6 - 8 - 9 )
- Geeft de functie STOP aan die geactiveerd is door het
knoppenpaneel PT4 (indien aanwezig).
- Indien de voorziening SOFA1 wordt gebruikt, geeft dit
aan dat de veiligheidstest mislukt is (klem 41).
- Bij inschakeling knippert de LED waarmee het tellen
van de uitgevoerde manoeuvres wordt aangegeven:
elke snelle knippering = 10000 manoeuvres
elke langzame knippering = 100000 manoeuvres
IN
Gaat branden bij elk commando en bij elke wijziging
van dip-switch en tijdelijke verbindingsdraden.
/
11 Geeft aan dat het contact van de eindschakelaar
voor sluiting in bedrijf is 0-11 open is. /
12 Geeft aan dat het contact van de eindschakelaar
voor opening in bedrijf is 0-12 open is. /
17 Geeft aan dat het contact van de eindaanslag 0-17
geopend is. (Niet gebruiken) /

- 9 - 0DT829 14/09/2011
ZEKERINGEN
ID Waarden Afmetingen Circuit
F1 - F2 - F3 8A - 500V 10.3 x 38 Driefasenleiding
F4 3.15A - 230V 5 x 20 Transformator
INSTELLING EINDAANSLAG
1. Stel de deur in werking, door op de bijbehorende knoppen te drukken, en
controleer of de deur in de juiste richting beweegt en keer, indien nodig,
de bewegingsrichting om door de volgorde van de fases te veranderen,
doe dat met de lijndraden die voor de hoofdschakelaar zitten.
2. Zet de deur in de sluitingsstand.
3 Draai, met behulp van een schroevendraaier, de nok “C” totdat de
bijbehorende microschakelaar inschakelt.
4 Doe hetzelfde voor de eindaanslag voor het openen: breng het doek in
de stand van geopende deur en stel de nok “A” af.
5 Controleer de kalibratie met de automatische werking effectief, ga, indien
nodig over tot een “fi jne” kalibratie.
49E NL
F2F1 F3
L3 L2 L1
F
U
S
E
F4
U W V
- LK +
RP TC ON
ON
1 2 3 4 5 6
11 12 17 IN SA POWER
NIO
SO EO
PRG
COM
EL07L
00000000000
www.ditec.it
17 14 12 11 0 0 0 1 1 2 3 4 6 8 9 20 41
1
3
9
4
LDV
LDR
20
EL07PW1
00000000000
ON
C
A
C
A

- 10 -
0DT829 14/09/2011
47E 4.2 ELEKTRONISCH PANEEL 47E (INVERTER) - AANSLUITINGEN
INGANGEN
Commando Functie Beschrijving
1 2 N.O Automatische
sluiting
De permanente sluiting van het contact maakt de automatische sluiting
mogelijk.
1 3 N.O Opening De sluiting van het contact activeert het openingsmanoeuvre.
1 4 N.O Sluiting De sluiting van het contact activeert het sluitingsmanoeuvre.
41 40 N.C Veiligheidsomkering De opening van het veiligheidscontact veroorzaakt de omkering van de
beweging (heropening) tijdens de sluitingsfase.
1 8 N.C Veiligheidsomkering De opening van het veiligheidscontact veroorzaakt de omkering van de
beweging (heropening) tijdens de sluitingsfase.
1 9 N.C Stop De opening van het veiligheidscontact veroorzaakt het stoppen van de
beweging.
1 9 N.O Niet-puls commando De permanente opening van het veiligheidscontact maakt de werking van
een niet-puls commando mogelijk.
In deze omstandigheid werken de bedieningsknoppen openen (1-3/1-20)
en sluiten (1-4) alleen als ze ingedrukt gehouden worden, zodra ze
losgelaten worden stopt de automatische werking.
De eventueel aanwezige veiligheidsvoorzieningen, de bedieningsknop
geleidelijk en de automatische sluiting zijn buiten werking gesteld.
1 20 N.O Gedeeltelijke
opening
De sluiting van het contact activeert een gedeeltelijk openingsmanoeuvre
gedurende de tijd die is ingesteld met behulp van de trimmer RP.
1 11 N.C Eindaanslag sluit De opening van het contact van de eindaanslag stopt de sluitingsbeweging.
1 12 N.C Eindaanslag
vertraging
De opening van het contact van de eindaanslag activeert de vertraging
tijdens het openen.
1 13 N.C Eindaanslag opent De opening van het contact van de eindaanslag stopt de openingsbeweging.
UITGANGEN
Uitgang Waarde Beschrijving
1 +
0 - 24 V= / 0,5 A
Voeding accessoires.
Uitgang voor voeding externe accessoires met inbegrip van de lampjes status
automatische werking.
LAMP 230 V~ / 50 W
Knipperend (LAMP).
Treedt in werking tijdens de openings- en sluitingsmanoeuvres.
CNT
Activering van impulsenteller
Wordt geactiveerd bij elk sluiting.
-F +F 24 V= / 0,5 A
Elektrische rem motor.
De uitgang is actief gedurende de hele tijdsduur van de beweging, zowel
tijdens het openen als tijdens het sluiten.
230 V~ / 6 A Driefase motor.
U W V
M
3 ~

- 11 - 0DT829 14/09/2011
47E
J1
1
L N
GND
CNT
T2
T4
T6
T1
T3
T5
DL1011 9 8 7 6 5 4 3 2 1
12
15
1617
13
14
41 40 20 9 8 4 3 2 1 1 0 LAMP1 11 12 13
+F -F U V W
ON
OFF 1 2 3 4
U24
J2
A931C - 7824B
F2F1
230 V 50/60 Hz
LS
LK
A
C
M
B
M LKLS
41 40 20 9 8 4 3 2 1 1 0 LAMP1 11 12 13
SOFA1
EWO
PR
IN1
OUT1
P
2.0
1 11 4 N
I
7825A-C
0 1
A935L A935G / E
0 1
RX2
TX1
0 1
A935L A935G / E
0 1
A934E/L
RX2
TX1
A451L
7825A-C
A933A - 7823B
A934E/L
A451L
0 1
RX1
0 1
TX2
7982
7982
0 1
RX1
0 1
TX2
7982
7982
Wit
Rode
Blauw
Zwart
Bruin
Oranje
Bruin
Wit
Oranje
Rode
Zwart
Blauw
Rode
Oranje
Wit
Bruin
Blauw
Zwart
Bruin
Blauw
Zwart
Blauw
Oranje
Rode
Zwart
Blauw
Oranje
Rode
Bruin
Blauw
Zwart
Blauw
Oranje
Rode
Zwart
Blauw
Oranje
Rode
C
TT
C
Zwart
Blauw
Oranje
Rode
0
1
SOF
SOF
Zwart
Blauw
0
1
Zwart
Blauw
Oranje
Rode
0
1
40
41
Zwart
Blauw
0
1
TAansluiting uit te voeren door
de monteur
Standaardaansluiting met
voorbedrading
C
T
Rode
Oranje
Blauw
Zwart
1
8
1
0
Blauw
Zwart
1
0
C
Rode
Oranje
Blauw
Zwart
1
8
1
0
Blauw
Zwart
1
0
NL

- 12 -
0DT829 14/09/2011
47E
Trimmer Beschrijving
T1 Instelling automatische sluitingstijd. Van 0 tot 30 s.
T2 Instelling gedeeltelijke opening. Van 0 tot 10 s.
T3 Instelling snelheid opening.
T4 Instelling snelheid sluiting.
T5 Instelling vertraging tijdens opening.
T6 Instelling vertraging tijdens sluiting.
0 s 30 s
0 s 10 s
0 MAX
0 MAX
0 MAX
0 MAX
Dip-switch Beschrijving OFF ON
DIP 1 Maakt instelling met trimmer
mogelijk Gedesactiveerd. Geactiveerd.
DIP 2 Voorflits opening Gedesactiveerd. Geactiveerd.
DIP 3 Toekomstige gebruik Niet gebruiken. Niet gebruiken.
DIP 4 Toekomstige gebruik Niet gebruiken. Niet gebruiken.
J2 Voeding rem Niet onderbreken Rem 24 V
LED Input Brandt
DL1 (2) Automatische sluiting
DL2 (3) Opening
DL3 (4) Sluiting
DL4 (9) Stop
DL5 (20) Gedeeltelijke opening
DL6 (40) Veiligheidsbalk
DL7 Stopknop
DL8 (8) Veiligheidsvoorziening tijdens sluiting
DL9 (13) Eindaanslag opening
LED Input Brandt
DL10 (12) Eindaanslag vertraging
DL11 (11) Eindaanslag sluiting
DL12 Knippert
DL13 RUN OK
DL14 Fault
DL15 Autotest
DL16 Rem
DL17 Manoeuvreteller
INSTELLINGEN ET SIGNALEN
Knop LED
Activeert het
openingsmanoeuvre. De brandende groene led geeft de aanwezigheid aan van voeding 24 V=.
Activeert het manoeuvre van
gedeeltelijke opening.
Stelt de functie STOP in en
buiten werking.
De brandende rode led geeft de in werking stelling van STOP aan.
De knipperende rode led geeft de in werking stelling van de veiligheidsvoorzieningen aan.
Activeert het
sluitingsmanoeuvre.
ON

- 13 - 0DT829 14/09/2011
INSTELLING EINDAANSLAG
1. Kalibreer de vertragingsstappen op nul. (T5 - T6)
2. Kalibreer de eindaanslag (C) op de reductiemotor, zodanig dat de deur zich
sluit op ongeveer 200/300 mm van het sluitingspunt.
3. Kalibreer de eindaanslag voor opening (A), op het punt van opening.
4. Kalibreer de eindaanslag van de vertraging (B) zodanig dat deze in werking
treedt op ongeveer ¾ van de openingsslag.
5. Kalibreer de openingssnelheid met de (T3) en sluiting (T4).
6. Kalibreer de trimmers van de vertragingsstappen (T5) opening en (T6)
sluiting, zodanig dat een stilstand verkregen wordt in de effectieve standen
van deur geopend en deur gesloten.
ZEKERINGEN
ID Waarden Afmetingen Circuit
F1 - F2 12A - 500V 10.3 x 38 Eenfaseleiding
COMMANDO PROBLEEM CONTROLE
O m h e t e v e n w e l k
commando in om het even
welke stand van het doek
Het doek en de motor
worden niet verplaatst
• Test van elektronisch bedieningspaneel faalt (groene led 13
uit en rode led 14 aan)
C o m m a n d o v o o r
opening
De motor wordt moeilijk
verplaatst of bereikt de
ingestelde snelheid niet
(de motorrem wordt niet
geactiveerd)
• Controleer of het brugje J2 niet onderbroken is
Tijdens het sluiten D e m o t o r v o e r t d e
vertragingsramp niet uit
• Regeling van de eindschakelaar voor sluiting (C) op ongeveer
300 mm van de vloer
• Regeling van de vertragingsramp met trimmer T6
NB: zie voor de algemene diagnose ook pag. 15
OPSPOREN VAN STORINGEN
47E
C
B
A
B
C
300
A
¾
ON
J1
1
L N
GND
CNT
T2
T4
T6
T1
T3
T5
DL1011 9 8 7 6 5 4 3 2 1
12
15
16
17
13
14
41 40 20 98432110 LAMP
1 11 12 13
+F -F U V W
ON
OFF 1 2 3 4
U24
J2
F2F1
230 V 50/60 Hz
NL

- 14 -
0DT829 14/09/2011
20
6. CONTROLES EN START
6.1 Controle van de bewegingsrichting
• Zet het doek op ongeveer halverwege de slag.
• Activeer de deur met de betreffende drukknoppen en controleer of de bewegingsrichting juist is.
• Keer, indien nodig, de bewegingsrichting om: wijzig de sequentie van de fasen van de lijndraden vóór de
hoofdschakelaar.
6.2 Regeling van de balk
• Schroef vast totdat de microschakelaar in werking treedt en schroef dan een halve slag los. Vergrendel het contact
(fig.20).

- 15 - 0DT829 14/09/2011
7. OPSPOREN VAN STORINGEN NL
COMMANDO PROBLEEM CONTROLE
O m h e t e v e n w e l k
commando in om het
even welke stand van het
doek
De doek en de motor
worden niet verplaatst
• Voeding van stroomnet of zekeringen F1, F2, F3
• STOP geactiveerd (led “Stop” op knoppenbord blijft
branden)
• Motor aangesloten op de verkeerde aansluitklemmen en/of
Dip-switch in verkeerde stand (zie pag. 8)
• Eindschakelaars voor opening (A) en sluiting (C) zijn gelijktijdig
actief (leds 11 en 12 branden)
• Motor met thermische beveiliging (leds 11 en 12 branden)
• Een van de elektriciteitsinrichtingen is defect (elektronisch
bedieningspaneel, motor, aansluitkabel van motor)
D e mot o r d ra a i t i n
omgekeerde richting
• Verwissel de twee fasen van de stroomtoevoerleiding
Commando voor opening
bij gesloten doek
De motor beweegt niet • Commando voor opening niet juist aangesloten of defect (led
IN gaat niet branden bij activering van het commando)
• Beveiliging geactiveerd (led van Stopknop knippert en led SA
blijft constant branden) bij gesloten brugje SO
• Eindschakelaar voor opening (A) actief (led 12 brandt)
• Commando voor sluiting altijd geactiveerd of kortgesloten (led
IN blijft altijd branden)
Commando voor sluiting
bij open doek
De motor beweegt niet • Commando voor sluiting niet juist aangesloten of defect (led
IN gaat niet branden bij activering van het commando)
• Beveiliging geactiveerd (led van Stopknop knippert en led SA
blijft constant branden)
• Eindschakelaar voor sluiting (C) actief (led 11 brandt)
• Commando voor opening altijd geactiveerd of kortgesloten
(led IN blijft altijd branden)
• Zelftest beveiligingen faalt (led Stop op knoppenbord is uit en
led SA knippert)
Activering van de Stop
tijdens een manoeuvre
De motor stopt niet • Stopcommando werkt niet of is niet juist aangesloten (led van
Stop op knoppenbord gaat niet branden en led SA knippert
niet)
De motor stopt met
vertraging
• Motorrem is versleten of defect
Ac ti ver ing va n e en
beveiliging tijdens de
sluiting
De beweging van de deur
wordt niet omgekeerd
• Veiligheidsinrichting is defect of is niet juist aangesloten (led
van Stop op knoppenbord gaat niet branden en led SA knippert
niet)
De beweging van de motor
valt stil (de deur gaat niet
helemaal terug open)
• Ingang 17 is gesloten (led 17 is gedoofd)
Automatische sluiting is
actief bij open doek
D e d e u r s l u i t n i e t
a u t o m a t i s c h n a d e
tijdspanne ingesteld met
TC
• Vrijgave van de automatische sluiting niet juist uitgevoerd
(aansluiting1-2)
• Commando voor opening altijd geactiveerd of kortgesloten
(led IN blijft altijd branden)
• Zelftest beveiligingen faalt (led Stop op knoppenbord is uit en
led SA knippert)
Tijdens een manoeuvre Het doek stopt niet bij de
eindschakelaar
• Contact van eindschakelaar is kortgesloten (led 11 of led 12 zijn
altijd gedoofd)
• Mechanisch defect van eindschakelaar (led 11 of led 12 zijn altijd
gedoofd)
• Slijtage of defect van rem (led 11 of led 12 branden)
Het d oe k stopt ni et
r e g e l m a t i g b i j d e
eindschakelaar
• Dip-schakelaar 5 op OFF
• Zekering F5 onderbroken
Alvorens werkzaamheden en werk binnenin de elektronische apparaten uit te voeren, dient u te
controleren of de stroomtoevoerleiding losgekoppeld is
De instructies die volgen zijn alleen bedoeld voor gekwalifi ceerd en bevoegd personeel. Specifi eke wetten
en bepalingen dienen altijd in acht genomen te worden, ook als dat niet uitdrukkelijk vermeld wordt.
Gebruik voor reparaties en vervangingen altijd en alleen originele reservedelen van Ditec.
GEVAAR
AANDACHT
NB: zie voor de specifi eke diagnose van het inverterbord 47E ook op pag. 13

- 16 -
0DT829 14/09/2011
Beschrijving Code
Cycli / uur Zware
omgevings-
omstandig-
heden
(1)
<10 <30 >30
Low Traffic Medium Traffic High Traffic
Eindaanslageenheid 6K10GF 36 24 12 12
Eindschakelaar 5M 48 36 24 24
Remschijf 21572 36 24 12 12
Geleider remschijf 21571 36 24 12 12
Spiraalkabel veiligheidsbalk 27795B 36 24 12 12
Riemen tegenwicht en doek 6KTFCS 36 24 12 12
(1) Vuile of stoffige omgeving, bedrijfstemperatuur in de buurt van 0 °C of hoger dan 35 °C, druk van de wind binnen 20% van de voorziene
maximale limiet.
8. ONDERHOUDSSCHEMA (ELKE 6 MAANDEN)
Er moeten regelmatig inspecties worden uitgevoerd, met inachtneming van de geldende landelijke voorschriften
en van de productdocumentatie, door gekwalificeerde en door DITEC opgeleide technici. De frequentie van de
onderhoudswerkzaamheden moet voldoen aan de geldende landelijke voorschriften en aan de productdocumentatie.
Bevestigingen
• Maak de bevestigingsbouten vast tussen de dwarsbalk en de kolommen
• Controleer de bevestigingen waarmee de deur is vastgemaakt aan het gebouw of aan de dragende structuur
Motoren
• Controleer de bevestiging van de motor aan de bijbehorende steunen
• Controleer de spanning van de aandrijfketting
• Controleer de werking van de eindaanslagen en de correcte uitlijning van de activeringsnokken.
• Controleer de slijtage van de remschijf, vervang deze indien nodig
• Controleer de correcte werking van de manuele remontgrendelinrichting (wanneer voorzien)
Main Shaft (Hoofdas) Riemen
• Controleer de bevestiging van de lagers
• Smeer de lagersteunen via de daarvoor bedoelde smeernippel (gebruik vet van het type XXX of gelijkwaardig)
• Controleer de slijtage van de riemen van het tegenwicht en van het doek. Vervang indien nodig de riemen
Veiligheidsvoorzieningen
• Controleer de correcte werking van de veiligheidsbalk
• Controleer de onderhoudstoestand van het rubberen profiel (voor type SOF)
• Controleer de spanning of eventuele slijtage van de staalkabel van de elektromechanische balk
• Controleer eventuele slijtage van de mobiele verbindingskabel van de veiligheidsbalk
• Controleer de correcte werking van de beveiligingsfotocellen
8.1. Onderhoudsschema
In de volgende tabel zijn de aanbevolen intervals weergegeven, op basis van gebruiksmaanden, voor de vervanging van
de onderdelen tijdens het preventief onderhoud.

- 17 - 0DT829 14/09/2011
DITEC S.p.A.
Via Mons. Banfi , 3
21042 Caronno Pertusella (VA) - ITALY
Tel. +39 02 963911 - Fax +39 02 9650314
www.ditec.it - ditec@ditecva.com
Installer:
AANWIJZINGEN VOOR GEBRUIK EN ONDERHOUD
LOSMAKEN EN ONVERHANDIGEN AAN DE GEBRUIKER
ALGEMENE WAARSCHUWINGEN M.B.T. DE VEILIGHEID
Deze handleiding maakt integraal en essentieel onderdeel uit van het product en moet overhandigd worden
aan de gebruiker van het product . Dit document moet bewaard worden en overhandigd worden aan eventuele
volgende gebruikers van het systeem . Het betreffende automatische systeem is een "deur met verticale
beweging ", is bestemd voor het gebruik waarvoor deze uitdrukkelijk is ontworpen . Elk ander gebruik wordt
als oneigenlijk en dus gevaarlijk beschouwd . DITEC S.p.A. kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade
veroorzaakt door oneigenlijk, foutief of onredelijk gebruik .
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET GEBRUIK
• Kom niet binnen de actieradius van de deur tijdens de beweging.
• In geval van een defect of slechte werking de hoofdschakelaar uitschakelen . De onderhoudswerkzaamheden,
instelling of reparatie mogen uitsluitend verricht worden door hiervoor opgeleid en geautoriseerd personeel .
• Elk automatisch systeem is vergezeld van een “Handleiding voor installatie en onderhoud ”, waarin onder andere
het periodieke onderhoudsschema is evrmeld, geadviseerd wordt om met name alle veiligheidsvoorzieningen
te controleren .
DRUKKNOPPEN
• Volledige opening: hiermee wordt de deur volledig geopend. De instelling van de slag vindt plaats met behulp
van een eindaanslagmicroschakelaar.
• Gedeeltelijke opening: opent de deur tot het punt dat op een tijdstip ingesteld is met de trimmer RP.
• STOP: leidt tot het onmiddellijke stoppen van de deur.
• Sluiting: hiermee wordt de deur volledig gesloten. De instelling van de slag vindt plaats met behulp van een
eindaanslagmicroschakelaar.
MANUELE ONTGRENDELHENDEL (voor heropening in geval van nood).
Let op: gebruik de manuele hendel alleen nadat u het toestel uitgezet heeft.
• Als de ontgrendelhendel losstaat, werkt de rem normaal.
• Als u aan de ontgrendelhendel trekt, wordt de rem ontgrendeld.
Ga als volgt te werk om het doek manueel te heffen in geval van gebrek aan voeding of storingen:
• trek aan de ontgrendelhendel (zie fi g. 2) om de rem los te zetten;
• hef het doek tot in de stand deur open;
• laat de hendel los (zie fi g. 3) zodat de werking van de rem opnieuw geactiveerd wordt:
Laat de ontgrendelhendel los voordat de balk de volledige opening van de deur bereikt om mogelijke
schade te voorkomen.
NL

- 18 -
0DT829 14/09/2011
Beschrijving Code
Cycli / uur Zware
omgevings-
omstandig-
heden
(1)
<10 <30 >30
Low Traffic Medium Traffic High Traffic
Eindaanslageenheid 6K10GF 36 24 12 12
Eindschakelaar 5M 48 36 24 24
Remschijf 21572 36 24 12 12
Geleider remschijf 21571 36 24 12 12
Spiraalkabel veiligheidsbalk 27795B 36 24 12 12
Riemen tegenwicht en doek 6KTFCS 36 24 12 12
(1) Vuile of stoffige omgeving, bedrijfstemperatuur in de buurt van 0 °C of hoger dan 35 °C, druk van de wind binnen 20% van de voorziene
maximale limiet.
Datum Cyclusteller Handtekening
8. ONDERHOUDSSCHEMA (ELKE 6 MAANDEN)
Er moeten regelmatig inspecties worden uitgevoerd, met inachtneming van de geldende landelijke voorschriften
en van de productdocumentatie, door gekwalificeerde en door DITEC opgeleide technici. De frequentie van de
onderhoudswerkzaamheden moet voldoen aan de geldende landelijke voorschriften en aan de productdocumentatie.
Bevestigingen
• Maak de bevestigingsbouten vast tussen de dwarsbalk en de kolommen
• Controleer de bevestigingen waarmee de deur is vastgemaakt aan het gebouw of aan de dragende structuur
Motoren
• Controleer de bevestiging van de motor aan de bijbehorende steunen
• Controleer de spanning van de aandrijfketting
• Controleer de werking van de eindaanslagen en de correcte uitlijning van de activeringsnokken.
• Controleer de slijtage van de remschijf, vervang deze indien nodig
• Controleer de correcte werking van de manuele remontgrendelinrichting (wanneer voorzien)
Main Shaft (Hoofdas) Riemen
• Controleer de bevestiging van de lagers
• Smeer de lagersteunen via de daarvoor bedoelde smeernippel (gebruik vet van het type XXX of gelijkwaardig)
• Controleer de slijtage van de riemen van het tegenwicht en van het doek. Vervang indien nodig de riemen
Veiligheidsvoorzieningen
• Controleer de correcte werking van de veiligheidsbalk
• Controleer de onderhoudstoestand van het rubberen profiel (voor type SOF)
• Controleer de spanning of eventuele slijtage van de staalkabel van de elektromechanische balk
• Controleer eventuele slijtage van de mobiele verbindingskabel van de veiligheidsbalk
• Controleer de correcte werking van de beveiligingsfotocellen
8.1. Onderhoudsschema
In de volgende tabel zijn de aanbevolen intervals weergegeven, op basis van gebruiksmaanden, voor de vervanging van
de onderdelen tijdens het preventief onderhoud.
Datum Cyclusteller Handtekening

- 19 - 0DT829 14/09/2011
Caronno Pertusella, 03/02/2010
Armando Vecchi
Managing Director
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
Bedieningscategorie 5 (minimum 5 jaren van bedrijf met 600 cycli per dag)
Gebruik: ZEER INTENS (voor industriële en commerciële ingangen met zeer intens gebruik)
• De bedieningscategorie, de gebruikstijden en het aantal opeenvolgende cycli geven alleen een algemeen idee. Ze werden
op statistische wijze gemeten in gemiddelde gebruiksvoorwaarden en zijn niet zeker voor elk afzonderlijk geval. Ze verwijzen
naar de tijdspanne dat het product functioneert zonder dat buitengewoon onderhoud nodig is.
• Elke automatische ingang heeft variabele elementen, onder andere: wrijving, uitbalancering en omgevingsomstandigheden
die zowel de duur als de kwaliteit van de werking van de au to ma ti sche ingang of delen ervan (onder andere de au to ma ti smen)
fundamenteel kunnen wijzigen. De monteur is verantwoordelijk voor het toepassen van de juiste veiligheidscoëffi ciënten
voor elke afzonderlijke in stal la tie .
NL
EG-VERKLARING VAN OVEREENKOMST
Fabrikant: DITEC S.p.A.
Adres: via Mons. Banfi , 3 - 21042 Caronno P.lla (VA) - Italy
Verklaart dat het product: TRAFFIC
conform de fundamentele vereisten is van de volgende EG-richtlijnen:
- EMC-richtlijn 2004/108/EG
- Machinerichtlijn 2006/42/EG
- Bouwproductenrichtlijn 89/106/EEG
conform de volgende karakteristieken van de norm EN 13241-1 (bijlage ZA) is:
- Productiecontrole in de fabriek (Conform)
- Afgifte van gevaarlijke stoffen (Conform)
- Veilig openen (Conform)
- Mechanische weerstand en stabiliteit (Conform)
- Manoeuvrekrachten (Conform)
Aangemelde instantie: C.S.I. S.p.A.
Registratienummer: CPD/0497/051/05
Adres: Viale Lombardia, 20 - 20021 Bollate (MI) - ITALY

- 20 -
0DT829 14/09/2011
This manual suits for next models
1
Table of contents
Languages:
Other DITEC Gate Opener manuals

DITEC
DITEC FACIL3EH E2H User manual

DITEC
DITEC CROSS35 User manual

DITEC
DITEC 0DT869 User guide

DITEC
DITEC ARC B Manual

DITEC
DITEC CUBIC6 E2 User manual

DITEC
DITEC CROSS7E User manual

DITEC
DITEC DOR User manual

DITEC
DITEC CROSS18 User manual

DITEC
DITEC CROSS3E-73R User manual

DITEC
DITEC CROSS35VEI User manual

DITEC
DITEC OBBI3BH-E2H User manual

DITEC
DITEC VIVAH OBBI3BFCH User manual

DITEC
DITEC 0DT872 User guide

DITEC
DITEC E2 User manual

DITEC
DITEC KS200HD User manual

DITEC
DITEC VIVAH User manual

DITEC
DITEC DAS107PLUS User manual

DITEC
DITEC TS35 User manual

DITEC
DITEC CS 61E Manual

DITEC
DITEC QIK7EH-73R User manual